agarime-上がり目 | schuin oplopende ogen |
baiasu-バイアス | diagonaal; schuinte (van stof) |
hasukai-斜交い | diagonaal; schuin |
hasumukai-斜向かい | schuin tegenover |
hikkitai-筆記体 | cursief schrift; schuine letters; lopend schrift; deftige letters |
katanagare-片流れ | één kant van een schuin dak (van de hoofdnok tot de dakrand) |
kyūban・hīru-キューバン・ヒール | Cubaanse hak (hak met schuinlopende achterkant van een schoen of laars) |
nagare-流れ | schuin aflopen; afglijding; helling |
naname-斜め | schuin; hellend; scheef; diagonaal |
sagarime-下がり目 | schuin aflopende ogen |
shakō-斜光 | schuine lichtstraal |
shasen-斜線 | schuine lijn; schuine streep (naar voren); diagonaal |
shatai-斜体 | cursieve drukletter; schuin gedrukt |
shirime-尻目 | vanuit de ooghoeken kijken; schuine [zijwaartse] blik |
sujikai-筋交い | dwarsbalk; schuine steunbalk |
sujikai-筋交い | diagonaal [schuin; kruisend] zijn |
sujimukai-筋向かい | schuin tegenover |
sukuranburukōsaten-スクランブル交差点 | schuine oversteekplaatsen; kruispunt waar voetgangers gelijktijdig in alle richtingen kunnen oversteken |
uētingu・sākuru-ウエーティング・サークル | in honkbal, het gedeelte van het veld (schuin achter de thuisplaat) waar de volgende slagman wacht |
uwakimono-浮気者 | overspelige persoon [man; vrouw]; bedrieger; schuinsmarcheerder |
yokome-横目 | zijwaartse [schuine] blik |