akirekaeru-呆れ返る | verbijsterd [perplex] zijn; geschokt zijn |
akireru-呆れる | verbaasd [geschokt; verbijsterd] zijn |
aoru-煽る | flappen (in de wind); schokken |
bakufū-爆風 | schokgolf; bomexplosie |
bidō-微動 | lichte beweging [trilling; schok] |
dengeki-電撃 | elektrische schok; elektroshock |
dōjiru-動じる | van streek [geschokt; ongerust; geagiteerd; in de war; uit zijn doen] zijn |
dōyō-動揺 | schok; stoot; schommeling |
dōzuru-動ずる | van streek [geschokt; ongerust; geagiteerd; in de war; uit zijn doen] zijn |
gakuzen-愕然 | verbazing; verbijstering; schok |
gekidō-激動 | heftige schok; turbulentie; onrust; beroering |
gikuri-ぎくり | schok; schrik; verrassing |
gikushaku-ぎくしゃく | schokkerig [stug; stram] zijn [bewegen] |
gyotto-ぎょっと | (onomatopee) geschrokken; geschokt |
hitoawa-一泡 | verrassing; schok |
inpakuto-インパクト | schok; invloed; effect; weerslag |
kanden-感電 | het een elektrische schok krijgen; geëlektrocuteerd worden |
karuchā・shokku-カルチャー・ショック | cultuurschok |
odorokaseru-驚かせる | schokken; verrassen; verbazen |
odorokasu-驚かす | schokken; verrassen; verbazen |
shindō-震動 | schok; beving; trilling |
shodō-初動 | de eerste schok (van een aardbeving) |
shōgeki-衝撃 | hevige [harde] schok [slag; stoot; inslag] |
shōgekiha-衝撃波 | schokgolf |
shokkingu-ショッキング | schokkend; stuitend; weerzinwekkend; vreselijk |
shokku-ショック | (elektrische) schok |
shokku-ショック | schok; schrik; hevige emotie |
shokku・abusōbā-ショック・アブソーバー | schokdemper; schokbreker |
sonikku・būmu-ソニック・ブーム | supersonische knal [schokgolf] |
susamajii-凄まじい | absurd; schokkend |
yurikaeshi-揺り返し | naschok (bij aardbeving) |
yuru-揺る | schudden; schokken; schommelen |
yusaburu-揺さぶる | schudden; schommelen; schokken |