bishoppu-ビショップ | loper (schaakspel) |
chekkumeito-チェックメイト | schaakmat |
chesu-チェス | schaakspel; schaken |
fu-歩 | pion (schaakstuk) |
ginshō-銀将 | (een van de stukken van het shogi schaakspel) de zilveren generaal |
hisshi-必死 | (shōgi) onvermijdelijke schaakmat situatie |
hisshi-必至 | (shōgi) onvermijdelijk schaakmat situatie |
ikkyoku -一局 | (go, shōgi, e.d.) partij; schaakspel; wedstrijd |
ikkyoku -一局 | (go, shōgi, e.d.) speelbord; schaakbord |
ishidatami-石畳 | een familie embleem met een schaakbord patroon |
ishidatami-石畳 | ichimatsu patroon; schaakbord patroon |
kei-桂 | het paard in het Japans schaakspel shōgi |
kingu-キング | koning (vorst); koning (speelkaart); koning (schaakstuk) |
mochigoma-持ち駒 | (bij shogi) geslagen schaakstuk |
ōte-王手 | schaak (positie waarbij de koning van de tegenstander direct wordt aangevallen; bij schaakspel, shogi, e.d.) |
rakushu-落手 | een slechte zet bij shogi (Japans schaakspel) |
rakushusuru-落手する | een slechte zet doen bij shogi (Japans schaakspel) |
ryūō-竜王 | (in shōgi, Japans schaakspel) een schaakstuk (toren) dat in het spel drakenkoning kan worden |
shōgi-将棋 | shogi (Japans schaakspel) |
tsumeshōgi-詰め将棋 | een shogi-probleem (een gegeven schaakstelling waarbij het doel is de koning van de tegenstander schaakmat te zetten) |