aseru-焦る | gehaast [haastig; ongeduldig; rusteloos] zijn |
awatadashii-慌ただしい | gehaast; gejaagd; rusteloos; druk |
kyorokyoro-きょろきょろ | rusteloos; onwennig |
mojimoji-もじもじ | (onomatopee) terughoudend; aarzelend; friemelend; rusteloos |
sekkachi-せっかち | haastig; ongeduldig; rusteloos |
sewashinai-せわしない | onrustig; rusteloos; druk |
uwatsuku-浮つく | wispelturig [lichtzinnig; rusteloos] zijn [worden] |
warubireru-悪びれる | (dit w.w. wordt gebruikt in ontkennende zinnen) te verlegen zijn; zich klein [minderwaardig] voelen; rusteloos [zenuwachtig] zijn |
yasugenashi-安げ無し | niet vredig; rusteloos; onrustig |