akashinbun-赤新聞 | boulevardkrant; schandaalpers; roddelpers |
akkōzōgon-悪口雑言 | gevloek; schelden; verbaal geweld; afgeven op; schadelijke roddels |
bōgi -謗議 | roddelpraat; kletspraat; laster |
dema-デマ | vals gerucht; roddel |
demagogī-デマゴギー | vals gerucht; roddel |
dōchōtosetsu-道聴塗説 | wat je hoort meteen geloven en doorvertellen; roddelen |
fūbun-風聞 | roddel; gerucht |
fūsetsu-風説 | gerucht; roddel; iets van horen zeggen |
gebahyō-下馬評 | gerucht; roddel |
goshippu-ゴシップ | (ge)roddel; kletspraat; achterklap |
hanashizuki-話し好き | geroddel; geklets |
higo-飛語 | gerucht; roddel; valse informatie |
hyōban-評判 | gerucht; roddel |
kageguchi-陰口 | kwaadsprekerij; boosaardige roddel [laster]; achterklap; geroddel achter iemand's rug |
kanwa-閑話 | geroddel; kletspraat |
kōdan-巷談 | gerucht; (ge)roddel |
kotozuke-言付け | gerucht; roddel; kwaadsprekerij |
kuchinoha-口の端 | (ge)roddel; kletspraat |
kuchisaganai-口さがない | praatziek; indiscreet; vol roddels; op sensatie [schandaaltjes] belust |
mudabanashi-無駄話 | (dom) geklets; geroddel |
na-名 | een reputatie; naam; een goede naam; faam; beroemdheid; eer; glorie; een slechte reputatie; gerucht; roddel; kletspraatjes |
oshaberi-お喋り | gepraat; geklets; geroddel; geleuter |
tooboe-遠吠え | achterklap; kwaadsprekerij; geroddel |
torizata-取り沙汰 | gerucht; roddel; geklets |
ushiroyubi-後ろ指 | geroddel; gepraat achter iemands rug |
uwasa-噂 | roddel; gerucht |
warukuchi-悪口 | belediging; scheldwoord(en); laster; roddel; kwaadsprekerij |
zatsudan-雑談 | geklets; gebabbel; gekeuvel; kletspraatjes; geroddel |
zatsudansuru-雑談する | kletsen; babbelen; keuvelen; roddelen |
zatsuwa-雑話 | kletspraatjes; geklets; gebabbel; geroddel |