Kruisverwijzing
rivier
lemma | meaning |
---|---|
abaregawa-暴れ川 | rivier die vaak overstroomt |
akiaji-秋味 | zalm die in de herfst langs de kust wordt gevangen, vlak voordat hij terugkeert naar de rivieren om te paaien |
akutagawa-芥川 | de naam van een rivier, die stroomt in het gebied tussen Osaka en Kyoto |
chimimōryō-魑魅魍魎 | berg- en riviergeesten (demonen en monsters) |
chōkō-長江 | Yangtze-rivier (China) |
dakō-蛇行 | slingering; kronkeling; zigzaggen; meandering (van een rivier e.d.) |
deruta-デルタ | (rivier)delta |
ebi-海老 | garnaal; langoest; rivierkreeft |
ebigani-海老蟹 | rivierkreeft |
engan-沿岸 | oeverkant langs rivieren, meren e.d, |
fuchise-淵瀬 | diep en ondiep water (in de rivier) |
gōryū-合流 | samenvloeiing (van rivieren e.d.) |
iriguchi-入り口 | ingang; toegang; monding (van een rivier) |
kagan-河岸 | rivieroever |
kahan-河畔 | rivieroever |
kajika-鰍 | rivierdonderpad (vis: Cottus pollux) |
kamite-上手 | bovenste deel; stroomopwaarts (rivier) |
kappa-河童 | (lett. rivierkind) een (aap-kikkerachtig) watermonster uit de Japanse mythologie, met een met vocht gevulde holte op het hoofd waar hij kracht uit put |
kasei-河清 | (het helder worden van de (altijd troebele) Gele Rivier (China), een analogie voor:) hopen op iets dat niet verwezenlijkt zal worden |
kasen-河川 | rivier; de rivieren |
kasenshiki-河川敷 | (droge) rivierbedding; rivierbed |
kashi-河岸 | rivieroever |
kawa-川 | rivier; stroom |
kawaakari-川明かり | glans [oplichten] van een rivier in de schemering |
kawaasobi-川遊び | rivier recreatie (varen, zwemmen, etc.) |
kawabata-川端 | rivieroever; waterkant |
kawabe-川辺 | rivieroever; waterkant |
kawabiraki-川開き | rivierfestival; rivierfeest |
kawabune-川船 | rivierboot |
kawachidori-川千鳥 | plevieren bij de rivier |
kawadoko-川床 | rivierbedding |
kawagiri-川霧 | mist boven de rivier |
kawagishi-川岸 | rivieroever |
kawagoshi-川越し | door een rivier gescheiden zijn; de andere kant van de rivier |
kawagoshi-川越し | de rivier oversteken |
kawaguchi-川口 | riviermond; riviermonding |
kawajiri-川尻 | benedenstroom (van een rivier) |
kawamo-川面 | rivieroppervlak; de oppervlakte van een rivier |
kawamukō-川向こう | de overkant van de rivier |
kawanagare-川流れ | drenkeling; iemand die verdronken is (in de rivier) |
kawanagare-川流れ | verdrinking; het verdrinken (in een rivier) |
kawanagare-川流れ | het meegesleurd worden door de rivier |
kawaoto-川音 | het geruis [gekabbel] van een rivier; geluid van stromend (rivier) water |
kawara-河原 | een droge rivierbedding |
kawase-川瀬 | ondiep gedeelte van een rivier met snelle stroming |
kawasegaki-川施餓鬼 | herdenkingsdienst (bij of op een rivier) voor diegenen die daar zijn verdronken |
kawasuji-川筋 | de loop van een rivier; rivierloop |
kawatarō-河太郎 | (lett. rivierkind) een (aap-kikkerachtig) watermonster uit de Japanse mythologie, met een met vocht gevulde holte op het hoofd waar hij kracht uit put |
kawauo-川魚 | riviervis; zoetwatervis |
kawazakana-川魚 | riviervis; zoetwatervis |
kawazoi-川沿い | de oever van de rivier |
kawazura-川面 | rivieroppervlak; de oppervlakte van een rivier |
kawazuri-川釣り | het vissen in de rivier |
keiryū-渓流 | een stroom [rivier] in een bergvallei |
kenga-懸河 | snelle stroom; snel stromende rivier; stroomversnelling |
kō-江 | de Yangtze rivier (in China) |
kō-江 | (in kanji combinaties) grote rivier |
kōzui-洪水 | overstroming (van rivieren) |
kuchi-口 | mond van een rivier |
maruku-マルク | March (rivier in Tsjechië) |
marukugawa-マルク川 | de rivier March (in Tsjechië) |
mitarashi-御手洗 | (afk. voor) een rivier die vlakbij een heiligdom stroomt (en ook door pelgrims wordt gebruikt om hun mond met water te spoelen) |
mitarashigawa-御手洗川 | een rivier die vlakbij een heiligdom stroomt (en ook door pelgrims wordt gebruikt om hun mond met water te spoelen) |
mizugare-水涸れ | het opdrogen van rivierbeddingen, vijvers, etc. door de zon |
mizugokoro-水心 | het midden van het water (van een rivier, meer, vijver, etc.] |
mōryō-魍魎 | berg- en riviergeesten (demonen en monsters) |
nagare-流れ | stroming; stroom; rivier |
nakajima-中島 | een eiland midden in een vijver [rivier] |
noboru-上る | (bij een rivier) stroomopwaarts gaan |
ochiayu-落ち鮎 | ayu (vissen), die stroomafwaarts in de rivier zwemmen om eieren te gaan leggen |
ogawa-小川 | smalle [kleine] rivier; beek |
rakutō-洛東 | ten oosten van de hoofdstad (Kyoto); In Kyoto ten oosten van de Kamo-rivier (鴨川) |
sairyū-細流 | beekje; kleine stroom; smalle rivier |
sakinsaishu-砂金採取 | goudwinning door goudwassen in beken en rivieren |
sansen-山川 | bergen en rivieren |
sansen-山泉 | (landschap met) bergen en rivieren |
sansui-山水 | bergen en water [rivieren of meren] |
shimote-下手 | het onderste deel; stroomafwaarts (rivier) |
shiryū-支流 | zijrivier; aftakking |
shuryū-主流 | hoofdstroom van een rivier |
soko-底 | bodem; vloer; grond; onderkant; (rivier)bedding |
sōmō-草莽 | onbegaanbaar [onherbergzaam] terrein zoals bergen en rivieren |
suigen-水源 | de bron [oorsprong] van een rivier |
suitei-水底 | zeebodem; rivierbodem |
sumaki-簀巻き | een hek in het ondiepe water van een meer of rivier om vis te vangen |
sumaki-簀巻き | het iemand in een bamboemat wikkelen en in een rivier gooien (straf in de Edo-periode) |
taiga-大河 | een grote rivier |
taigan-対岸 | de overkant (van een rivier, etc.) |
takasebune-高瀬舟 | binnenschip; rivierboot |
tanigawa-谷川 | bergbeek; rivier die door het dal stroomt |
tenjōgawa-天井川 | een rivier met een verhoogde bedding |
tsunagibune-繋ぎ船 | veerpont (tussen oevers op rivieren, meren e.d.) |
uwate-上手 | bovenste deel; bovenloop (van een rivier) |
watashi-渡し | oversteek (rivier); veerboot; (veer)pont |
yamakawa-山川 | bergrivier |
yana-梁 | fuik; visdam; visweer (om een vis door de rivier te geleiden) |
yanagawa-柳川 | modderkruiper (riviervis, Cobitoidea) |
yasunokawa-安の河 | de mythologische (hemel)rivier; de Melkweg |
zarigani-蝲蛄 | rivierkreeft |
zōsui-増水 | het stijgen [toenemen] van water; hoge waterstand (van een rivier); overstroming |