Kruisverwijzing
rijp
lemma | meaning |
---|---|
akimekura-明き盲 | iemand die ziet zonder te begrijpen |
aku-握 | (in kanji combinaties) grijpen; beetpakken |
antatchaburu-アンタッチャブル | paria; outcast; ongrijpbare |
ao-青 | onrijp; onvolwassen; jong |
aogari-青刈り | het oogsten van gewassen terwijl ze nog groen [niet rijp] zijn (voor gebruik als veevoer of meststof) |
aoi-青い | onrijp; onervaren |
aokusai-青臭い | onervaren; onrijp; onvolwassen |
aoume-青梅 | onrijpe pruim |
asahi-朝日 | vroegrijpe appelsoort |
bakuren-莫連 | schaamteloos [vrijpostig; zedeloos] zijn |
bansei-晩成 | het laat tot wasdom komen; laat tot rijping komen; late ontwikkeling; late bloei |
bansei-晩生 | langzame rijping [groei] |
bantō-晩稲 | rijstsoort die later rijp is normaal |
chinpunkanpun-ちんぷんかんぷん | wartaal; nonsens; onbegrijpelijk gebrabbel |
dātī・furōto-ダーティー・フロート | een systeem waarbij beleidsautoriteiten ingrijpen wanneer er ongewenste fluctuaties optreden op de wisselkoersen |
dokkai-読解 | begrijpend lezen; leesvaardigheid |
dokkaika-読解力 | goede leesvaardigheid hebben; goed begrijpend kunnen lezen; |
dokkaikatesuto-読解力テスト | leesvaardigheidstest; toets begrijpend lezen |
donto・nō・gurūpu-ドント・ノー・グループ | (Eng.: don't-know-group) mensen die b.v. bij een enquête iets niet weten of begrijpen |
doramachikku-ドラマチック | aangrijpend |
dorasutikku-ドラスティック | drastisch; ingrijpend; doortastend |
enshō-延焼 | vuur dat zich verspreidt [om zich heen grijpt] |
enshōsuru-延焼する | vlam vatten; het verspreiden [om zich heen grijpen] van vuur |
etoku-会得 | het volledig begrijpen; het zich eigen te maken |
fukachi-不可知 | ondoorgrondelijkheid; raadselachtigheid; onkenbaar [niet te begrijpen] zijn |
fukatoku-不可得 | (boeddh.) onbereikbaarheid; ongrijpbaarheid van de absolute waarheid (vanwege menselijke beperkingen) |
fumei-不明 | onduidelijkheid; onbegrijpelijkheid; vaagheid; dubbelzinnigheid |
fumeiryō-不明瞭 | onduidelijkheid; onbegrijpelijkheid; vaagheid; duisternis |
gakuchi-学知 | iets door bestudering begrijpen |
gobun-誤聞 | misverstand, verkeerd horen [begrijpen]; verkeerde informatie |
gokaisuru-誤解する | verkeerd begrijpen; misverstaan |
grab・baketto-グラブ・バケット | (b.v. van een hijskraan of graafmachine); grijper; grijpemmer; grijpbak |
gurabu-グラブ | (b.v. van een hijskraan of graafmachine); grijper; grijpemmer; grijpbak |
hairu-入る | (in combinatie met ogen, oren, hoofd, etc.) zien; horen; vernemen; begrijpen; zich concentreren |
hakkōsuru-発酵する | fermenteren; gisten; rijpen (ook fig. van gedachtenen of ideeën) |
hattatsu-発達 | ontwikkeling; groei; vooruitgang; rijping |
hattatsusuru-発達する | groeien; ontwikkelen; rijpen |
hiashi-火脚 | het verspreiden [om zich heen grijpen] van vuur [brand] |
hikage-日陰 | onbekendheid; duisterheid; onbegrijpelijkheid |
hikage-日陰 | onbekendheid; onopvallendheid; duisterheid; onbegrijpelijkheid |
hiratai-平たい | simpel; eenvoudig; makkelijk (te begrijpen) |
hisoyaka-密やか | heimelijk; ongrijpbaar; onopvallend |
hittsukamu-引っ掴む | (vast)grijpen; (beet)pakken |
hōrudo-ホールド | vasthouden; vastgrijpen; grip |
intāfea-インターフェア | tussenbeide komen; ingrijpen; interfereren |
irozuku-色づく | rijp worden |
jakushō-弱小 | jong [onrijp; onvolwassen] zijn |
jiyūhōnin-自由放任 | anderen (b.v. kinderen) vrij hun gang laten gaan zonder ingrijpen; de dingen op zijn beloop laten |
juhyō-樹氷 | een boom bedekt met rijp [rijm] |
jukushi-熟柿 | gerijpte [rijpe] kaki (vrucht) |
jukushikusai-熟柿臭い | (verschaalde) dranklucht; alcohollucht (lett. de stank van een rijpe kakivrucht) |
jukusu-熟す | rijpen; rijp worden (fruit, kaas, etc.) |
jukusu-熟す | rijpen (fig.); goed ontwikkeld zijn [worden] (b.v. gedachte, plan, gelegenheid, vaardigheid) |
jukusuru-熟する | rijpen; rijp worden (fruit, kaas, etc.) |
jukusuru-熟する | rijpen (fig.); goed ontwikkeld zijn [worden] (b.v. gedachte, plan, gelegenheid, vaardigheid) |
kamiau-噛み合う | in elkaar grijpen (tandwielen etc.) |
kamikaze-神風 | goddelijke wind [storm]; wind gestuurd door goddelijk ingrijpen |
kamiwakeru-噛み分ける | onderscheid maken; begrijpen |
kamu-噛む | in elkaar grijpen (tandwielen, etc.) |
kan-看 | (in kanji combinaties) kijken; bekijken; doorzien; begrijpen |
kanjuku-完熟 | volle rijpheid, volle wasdom |
kareru-枯れる | verwelken; verdorren; rijpen |
karyō-過料 | (geld)boete voor een licht vergrijp [overtreding] |
kayou-通う | elkaar begrijpen; overbrengen [uitdrukken; mededelen] (van een gedachte, e.d.) |
kikitoru-聞き取る | horen [begrijpen; verstaan] wat iemand zegt |
kikkutsu-詰屈 | moeilijk te begrijpen zijn |
kitsu-詰 | (on-lezing; in kanji combinaties) vooroverbuigen; bukken; krom [moeilijk te begrijpen] zijn |
kōjuku-黄熟 | (geel) rijping |
kōjukusuru-黄熟する | (geel) rijpen |
kokoroeru-心得る | weten; begrijpen; beschouwen [opvatten] (als) |
konareru-熟れる | rijpen; rijp [volwassen] worden |
kumitsuku-組みつく | iemand te lijf gaan [bespringen; vastgrijpen] |
majikku・hando-マジック・ハンド | grijpijzer (om voorwerpen op afstand te pakken); manipulator; robotarm |
manipyurētā-マニピュレーター | grijpijzer (om voorwerpen op afstand te pakken); manipulator; robotarm |
marunomi-丸呑み | iets (voor waar) aannemen zonder het te begrijpen |
meimei-冥冥 | onduidelijk; moeilijk te begrijpen |
miayamaru-見誤る | verkeerd zien [begrijpen; beoordelen]; niet herkennen |
miiri-実入り | oogst; rijp [klaar om te oogsten] zijn |
mijuku-未熟 | onrijpheid; onervarenheid |
mikiwameru-見極める | doorzien; doorgronden; helemaal begrijpen |
mimachieru-見間違える | verkeerd zien [begrijpen; beoordelen]; niet herkennen |
mitetoru-見て取る | opmerken; bemerken; begrijpen; beseffen |
mitoru-見取る | bemerken; opmerken; beseffen; begrijpen |
miyasui-見易い | duidelijk; helder; makkelijk te zien [begrijpen] |
motsu-持つ | (in de hand) dragen [houden]; bij zich hebben; vasthouden; vastgrijpen |
muhyō-霧氷 | rijp; bevroren dauw; ijzel |
murikaranu-無理からぬ | redelijk; begrijpelijk |
mushin-無心 | dringend [vrijpostig] verzoek |
nachuraru・chīzu-ナチュラル・チーズ | natuurkaas (op natuurlijke wijze geproduceerd en gerijpt} |
namaiki-生意気 | verwaandheid; vrijpostigheid; onbeschaamdheid; brutaliteit |
nareru-熟れる | rijp worden; volwassen [volgroeid] worden |
natsunari-夏成り | vruchten, etc. die in de zomer rijp zijn [in de zomer geplukt of geoogst kunnen worden] |
nigiru-握る | pakken; grijpen |
ninshikisuru-認識する | beseffen; inzien; begrijpen; zich realiseren |
nomikomu-飲み込む | begrijpen; bevatten; beseffen |
nukenuke-ぬけぬけ | brutaal; schaamteloos; vrijpostig |
nurakura-ぬらくら | ontwijkend; vaag; ongrijpbaar; onbetrouwbaar |
ōjuku-黄熟 | (geel) rijping (van granen) |
ōjukusuru-黄熟する | (geel) rijpen |
okute-晩稲 | laat rijpende rijst; laatbloeiend gewas; late oogst |
okyan-お侠 | brutaal [schaamteloos; vrijpostig; baldadig] meisje |
oshitsukegamashii-押し付けがましい | opdringerig; brutaal; aanmatigend; vrijpostig |
ranjuku-爛熟 | overrijpheid; overrijp zijn |
ranjuku-爛熟 | volledige wasdom; complete rijpheid; volledig ontwikkeld zijn |
rikaisuru-理解する | begrijpen; bevatten; doorhebben; inzien |
ryakusuru-略する | gevangennemen; grijpen |
sakibashiru-先走る | brutaal [vrijpostig] zijn |
samoarinan-然もありなん | begrijpelijk (zijn); niet meer dan logisch (zijn) |
satoru-悟る | (be)merken; zich realiseren; begrijpen; gewaarworden |
shibugaki-渋柿 | astringente kaki (een kakisoort met hoog gehalte aan tannine, waardoor ze bitter smaken, en langer moeten rijpen om eetbaar te worden) |
shimo-霜 | vorst; rijp; bevriezing |
shohan-初犯 | de eerste overtreding [misdaad]; het eerste vergrijp |
shōkafuryō-消化不良 | onbegrijpelijkheid; (fig.) moeilijk te verteren; moeilijk te begrijpen |
sōsei-早生 | snelle groei; vroegrijpheid; prematuur |
soshaku-咀嚼 | het verteren; in zich opnemen; begrijpen |
soshakusuru-咀嚼する | verteren; in zich opnemen; verwerken; begrijpen |
taishūka-大衆化 | popularisatie; het populair [algemeen begrijpelijk] maken (van wetenschap b.v.) |
tarugaki-樽柿 | kaki gerijpt in sake |
tatsui-達意 | begrijpelijkheid; duidelijkheid; klaarheid |
tezukami-手掴み | het grijpen; vastpakken; beetpakken; vangen |
tōbatsu-討伐 | onderwerping; onderdrukking; bedwinging (door militair ingrijpen) |
toramaeru-捕らまえる | vangen; pakken; grijpen; beetpakken |
torichigaeru-取り違える | verwarren; door elkaar halen; verkeerd begrijpen |
torinigasu-取り逃がす | missen; misgrijpen; laten vallen; door de vingers laten slippen |
toriosaeru-取り押さえる | grijpen; vangen; arresteren |
toru-取る | begrijpen; vatten |
tsūkā-つうかあ | elkaar geheel [compleet; volkomen; snel] begrijpen; op dezelfde golflengte zitten |
tsukamu-掴む | grijpen; beetpakken; vasthouden |
tsūtoiebakā-つうと言えばかあ | elkaar snel begrijpen; op één lijn [op dezelfde golflengte] zitten |
ubaiau-奪い合う | onderling strijden [vechten; worstelen] om iets te veroveren [grijpen] (b.v. de vlag van een ander team) |
uketoru-受け取る | begrijpen; geloven; (voor waar) aannemen |
uranari-末生り | vrucht die groeit aan het uiteinde van een tak of stengel (en daardoor onvolgroeid en onrijp is) |
ureru-熟れる | rijpen; rijp [volwassen] worden |
wakaru-分かる | duidelijk zijn; begrijpen; zich realiseren |
wase-早稲 | rijstvariëteit die vroeg rijpt; vroeg rijpende gewassen [vruchten] |
washizukami-鷲掴み | het stevig [ruw] beetpakken [grijpen] (zoals een adelaar zijn prooi grijpt) |
yokodori-横取り | het (zijdelings) weggrijpen; wegpakken van iemands goederen of kennis (en die als eigen bevindingen doen voorkomen, b.v. in een werksituatie) |
yomikonasu-読み熟す | begrijpend lezen; de inhoud van de tekst begrijpen |