Kruisverwijzing
rijk
lemma | meaning |
---|---|
adagoto-徒事 | een onbelangrijke iets; zaak [geval] van weinig belang |
aigansuru-愛玩する | belangrijk [lief; mooi; waardevol] vinden; liefhebben; liefkozen; aaien |
aijitsu-愛日 | tijd belangrijk [kostbaar] vinden |
airon-アイロン | strijkijzer |
airondai-アイロン台 | strijkplank |
aisuru-愛する | liefhebben; houden van; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in; belangrijk [waardevol] vinden; hoogachten; respect [bewonderi |
aizen-愛染 | (de afkorting van aizenhō) de verering van Myōō; Myōō als belangrijkste Boeddhabeeld in een tempel zetten |
amata-数多 | veel; talrijk; een groot aantal |
anshan・rejīmu-アンシャン・レジーム | regeringsbestel in Frankrijk onder de Bourbons, voor de Franse revolutie |
anshutsu-案出 | een vinding; uitvinding; vindingrijkheid |
aruheitō-有平糖 | decoratief (vaak kleurrijk) snoepgoed gemaakt van suiker en zetmeelsiroop (ook vaak als zuurstok of lolly) |
arumanyakku-アルマニャック | Armagnac (provincie in Frankrijk) |
āru・deko-アール・デコ | Art Deco (populaire kunststroming of stijl die zijn oorsprong kent in Frankrijk in het begin van de 20e eeuw; Fr. afkorting van Arts Décoratifs) |
atataka-暖か | rijkdom; schatrijk zijn |
atatakai-暖かい | rijk (er warmpjes bijzitten) |
atemi-当て身 | een knock-out slag; slag op een belangrijk deel van de tegenstander |
atenuno-当て布 | een strijkdoek |
attakai-暖かい | rijk (er warmpjes bijzitten) |
bajutsu-馬術 | paardrijderskunst; rijkunst |
banshoku-伴食 | eten met een belangrijke [hooggeplaatste] persoon; eten aan dezelfde tafel als de eregast |
bashoku-馬謖 | Ma Su, een Chinese generaal (190 - 228), die leefde in Shu Han tijdens de Drie Koninkrijken periode (221 - 280) |
bibi-微微 | klein [onbeduidend; onbelangrijk; onbetekenend] zijn |
bibun-美文 | mooi [bloemrijk] proza |
biji-美辞 | bloemrijke taal [retoriek] |
bippu-ビップ | een vooraanstaand [belangrijk] persoon |
bishamonten-毘沙門天 | Bishamonten (Vaishravana), god van rijkdom en overwinning, (afgebeeld in harnas,met schatkamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
bōgen-ボーゲン | strijkstok |
borudō-ボルドー | Bordeaux (stad in Frankrijk) |
bui・ai・pī-ブイ・アイ・ピー | VIP; vooraanstaand [belangrijk] persoon |
bukkai-仏界 | één van de 10 werelden in de Boeddhistische leer (van de hel oplopend tot rijk van de Boeddha's) |
chibō-知謀 | vindingrijkheid; inventiviteit; vernuft |
chigaku-地学 | aardwetenschap(pen); geowetenschap(pen); natuurkundige aardrijkskunde |
chiri-地理 | aardrijkskunde; geografie; topografie |
chirigaku-地理学 | geografie; aardrijkskunde |
chishō-知将 | een vindingrijke generaal; een generaal die uitblinkt in strategie en tactiek |
chūshinten-中心点 | belangrijkste deel [punt] |
chūsū-中枢 | centrum; hoofdpunt; centrale en belangrijke plaats |
daiichininsha-第一人者 | de hoogstgeplaatste [meest gezaghebbende] persoon; degene met de hoogste rang; de leidende [invloedrijkste] persoon (op een bepaald gebied) |
daiittō-第一党 | de leidende [belangrijkste; grootste] partij |
daiji-大事 | een belangrijk [ernstig] iets; een serieuze zaak |
daijin-大尽 | miljonair; rijkaard; magnaat |
daikokuten-大黒天 | Daikokuten (Mahākāla), god van rijkdom en handel (meestal afgebeeld met een houten hamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
daizentei-大前提 | belangrijkste uitgangspunt [veronderstelling; principe; aanname] |
diguriokurashī-ディグリオクラシー | academische meritocratie, een samenleving waarin het opleidingsniveau een van de belangrijkste criteria is voor het bepalen van de sociale status |
dohyōgiwa-土俵際 | kritiek [belangrijk; cruciaal] ogenblik |
dosshiri-どっしり | zwaar; omvangrijk; massief; solide |
doyagai-どや街 | stadsdeel met talrijke logementen [luizige hotels] (vooral voor dagwerkers) |
eikoku-英国 | Engeland; Groot-Brittannië; het Verenigd Koninkrijk |
eiri-営利 | geldbejag; het vergaren van geld [rijkdom] |
enritchi-エンリッチ | verrijken; rijk(er) maken |
etsu-閲 | het verstrijken [voorbijgaan] van de tijd |
fantasutikku-ファンタスティック | fantastisch; fantasierijk; excentriek |
fugō-富豪 | een welgesteld [rijk] persoon; miljonair |
fuka-富家 | een rijke [welgestelde; vermogende] familie |
fuku-福 | geluk; voorspoed; rijkdom; welvaart |
fukurokuju-福禄寿 | Fukurokuju, god van geluk, rijkdom en een lang leven (vaak afgebeeld met een lang hoofd), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
funō-富農 | rijke [welgestelde] boer; welvarende herenboer |
furansu-フランス | Frankrijk |
furansukoku-仏蘭西国 | Frankrijk |
furyoku-富力 | rijkdom; vermogen; fortuin |
fusha-富者 | een rijk [welgesteld] persoon; miljonair |
futsu-仏 | Frankrijk |
futsukoku-仏国 | Frankrijk |
fuyū-富裕 | weelde; rijkdom; welvaart |
gahō-画報 | rijk geïllustreerd tijdschrift of boek |
gakurekishakai-学歴社会 | academische meritocratie, een samenleving waarin het opleidingsniveau een van de belangrijkste criteria is voor het bepalen van de sociale status |
gengakki-弦楽器 | snaarinstrument(en); strijkinstrument(en) |
gengakugassōdan-弦楽合奏団 | strijkorkest |
gengakugojūsō-弦楽五重奏 | strijkkwintet |
gengakushijūsō-弦楽四重奏 | strijkkwartet |
gokoku-五穀 | de vijf belangrijkste granen (rijst, gerst, gierst, tarwe en bonen) |
gokokuhōsaku-五穀豊作 | rijke oogst (van de vijf granen) |
gōnō-豪農 | een rijke boer; heerboer |
gunkō-郡公 | (Jin [Chin] periode, China) koning van een klein koninkrijk |
gurando-グランド | groot(s); belangrijk |
guran・puri-グラン・プリ | Grand Prix; Grote Prijs (belangrijke sportwedstrijd) |
habakiki-幅利き | invloedrijk persoon |
haikinshugisha-拝金主義者 | mammonist (iemand die de geldgod Mammon aanbidt, en streeft naar rijkdom) |
harōwāku-ハローワーク | Hello Work, Japans-Engelse bijnaam van het Japanse Rijksarbeidsbureau |
heso-臍 | kern; middelpunt; belangrijkste punt |
hinoshi-火熨斗 | (klassiek) strijkijzer (zonder elektra) |
hinpu-貧富 | armoede en rijkdom; arm en rijk |
hippu-匹夫 | onbelangrijke [eenvoudige] man; man met een lage functie; ongeschoolde [onwetende] man |
hitoribotchi-独りぼっち | alleenlevend [solitair] zijn; het rijk alleen hebben; |
hō-豊 | vruchtbaar; rijk (van oogst, etc.) |
hōfu-豊富 | rijkdom; weelde; overvloed |
hōfutsu-訪仏 | bezoek aan Frankrijk; het bezoeken van Frankrijk |
hōjō-豊穣 | vruchtbaarheid; rijke [overvloedige] oogst [groei] |
hōken-宝剣 | een kostbaar [belangrijk; eervol] zwaard. |
hōmotsu-宝物 | schat (kunst, cultuur); belangrijk [dierbaar] bezit; juweel |
hon-本 | echte; belangrijke; hoofd- |
honmatsutentō-本末転倒 | verkeerd beoordelen wat belangrijk en onbelangrijk is; het paard achter de wagen spannen |
honpō-本法 | de belangrijkste wet; hoofdwet |
honron-本論 | hoofdzaak; hoofdonderwerp; belangrijkste kwestie |
honsha-本社 | belangrijkste heiligdom [schrijn; tempel] |
honshi-本紙 | hoofdsectie [belangrijkste deel] (van een krant of document) |
honshitsuteki-本質的 | essentieel; noodzakelijk; belangrijk |
honzon-本尊 | belangrijkste god [Boeddha; godenbeeld; Boeddhabeeld] in een tempel |
hoozuri-頬擦り | (uit affectie) de wangen tegen elkaar drukken [strijken] |
hōsaku-豊作 | een goede [rijke; overvloedige] oogst |
ichiban'yari-一番槍 | de initiatiefnemer; degene die als eerste (een belangrijke) actie onderneemt; (lett. degene die de eerste speer gooit) |
ichidai-一大 | (als voorvoegsel) belangrijk; enorm; reusachtig |
ichidanrakusuru-一段落する | iets tijdelijk afronden; een belangrijk doel [tussenstap] (in een groter proces) bereiken |
ichigoichie-一期一会 | een unieke belangrijke ontmoeting |
ichijisenkin-一字千金 | woorden van waarde; belangrijke woorden |
igirisu-イギリス | Engeland; het Verenigd Koninkrijk (VK) |
ijin-偉人 | een groot man; vooraanstaand [invloedrijk] persoon |
ikkakusenkin-一攫千金 | in één klap rijk worden; in één keer enorme winst behalen |
ikkokusenkin-一刻千金 | elk moment is belangrijk [kostbaar;dierbaar]; tijd is geld |
innā・kyabinetto-インナー・キャビネット | kernkabinet (belangrijkste ministers en de premier) |
inochi-命 | essentie; kern; het belangrijkste |
inu-往ぬ | verstrijken [voorbijgaan] van de tijd |
iyamasaru-弥増さる | alsmaar meer [groter; talrijker] worden |
jikonōshuku-自己濃縮 | zelfverrijking |
jinkokki-人国記 | een register met biografieën van belangrijke mensen (gerangschikt per geboorteplaats) |
jūdai-重大 | belangrijk [serieus; aanzienlijk; ernstig] zijn |
jūtenseisaku-重点政策 | belangrijkste beleidslijn; voorrangsbeleid |
jūyaku-重役 | belangrijke rol; hoofdrol |
jūyaku-重役 | belangrijke bestuursfunctie |
jūyō-重要 | belangrijkheid; belang; essentie |
jūyōanken-重要案件 | belangrijke [essentiële] items [punten op de agenda] |
jūyōbunkazai-重要文化財 | belangrijk cultureel bezit [erfgoed] |
kai-界 | rijk; wereld; kring(en) |
kakinaderu-掻き撫でる | gladstrijken; (glad) kammen |
kaminokuni-神の国 | (Christendom) het Koninkrijk van God; het Koninkrijk Gods; Hemel |
kaname-要 | het essentiële [belangrijkste] punt (waar alles om draait); fundament; hoeksteen |
kanemochi-金持ち | een rijk iemand; rijkaard |
kangaku-官学 | rijksonderwijs; staatsonderwijs |
kangen-管弦 | (de muziek van) blaasinstrumenten en strijkinstrumenten |
kankonsōsai-冠婚葬祭 | belangrijke ceremoniële gelegenheden in het leven (zoals bruiloften, begrafenissen en andere rituelen) |
kansonminpi-官尊民卑 | het plaatsen van bureaucraten en ambtenaren boven het volk; het aannemen dat de bestuurders [de staat] belangrijker zijn dan het volk |
kan'yō-肝要 | belangrijkheid; essentie |
kan'yū-官有 | staatseigendom; rijkseigendom; regeringseigendom |
kan'yūchi-官有地 | rijksgrond(gebied) |
kan'yūzaisan-官有財産 | rijkseigendommen; rijksgebouwen |
kaoyaku-顔役 | een invloedrijk man; kopstuk |
karafuru-カラフル | kleurrijk |
kasabaru-嵩張る | omvangrijk [lijvig; volumineus] zijn [worden] |
kashoku-家職 | een familielid (van samoerai, van adel, of van een rijke familie), dat verantwoordelijk is voor huishoudelijke zaken |
kaun-家運 | fortuin [bezit; rijkdom; lot] van een familie |
kehheru-ケッヘル | Ludwig von Köchel (1800-1877), Oostenrijkse jurist en musicoloog (bekend van de catalogus van de werken van Mozart die hij samenstelde) |
keisatsuchō-警察庁 | korps landelijke politiediensten; rijkspolitiekorps |
kemisuru-閲する | voorbijgaan [verstrijken] (van de tijd) |
kenkan-顕官 | (onder het Ritsuryo-systeem) lagere regeringsposities [functies] die als belangrijk werden beschouwd |
kenran-絢爛 | pracht; bloemrijkheid; oogverblindendheid |
kenryokusha-権力者 | een machtige [invloedrijke; gezaghebbende] persoon |
kenshikibaru-見識張る | zich wijs [belangrijk; waardig] voordoen; doen alsof je wijs [slim] bent |
kifuda-木札 | vrijbiljet; vrijkaart |
kijikutsūka-基軸通貨 | sleutelvaluta; belangrijke valuta |
kikidokoro-聞き所 | (van een speech) een belangrijk punt; het belangrijkste deel; de belangrijkste passage |
kikimono-聞き物 | iets dat de moeite waard [belangrijk] is om te horen |
kikkin-喫緊 | iets dat belangrijk [dringend; essentieel] is |
kīkyoku-キー局 | belangrijkste radio [tv] zender; het (belangrijkste) station dat de kern vormt in een omroepnetwerk |
kimedokoro-決め所 | het belangrijkste [cruciale] punt, het punt dat de doorslag kan geven; de perfecte gelegenheid [kans] |
kinguzu・ingurisshu-キングズ・イングリッシュ | standaard (correct) Engels in het Verenigd Koninkrijk |
kinkagyokujō-金科玉条 | gouden regel; belangrijkste voorschrift |
kinmanka-金満家 | rijkaard; rijke stinkerd |
kireru-切れる | (tijd) verlopen; verstrijken; vervallen |
kī・kantorīzu・shisutemu-キー・カントリーズ・システム | systeem van de belangrijkste landen |
kī・karenshī-キー・カレンシー | sleutelvaluta; belangrijke valuta |
kī・pointo-キー・ポイント | belangrijkste punt; sleutelstelling |
kī・sutēshon-キー・ステーション | belangrijkste radio [tv] zender; het (belangrijkste) station dat de kern vormt in een omroepnetwerk |
kōboku-公僕 | (arch.) overheidsfunctionaris; rijksambtenaar |
koiiroai-濃い色合い | rijke kleurschakering |
kokkakeisatsu-国家警察 | rijkspolitie (met landelijke jurisdictie) |
kōkoku-皇国 | het Japanse keizerrijk (onder de heerschappij van de keizer) |
kokoroe-心得 | een belangrijk punt; regel; richtlijn |
kokudo-国土 | domein; grondgebied; land; aardrijk |
kokudō-国道 | rijksweg |
kokufu-国富 | nationale rijkdom; nationaal vermogen |
kokuikkoku-刻一刻 | met het verstrijken van de tijd; van uur tot uur; van minuut tot minuut |
kokunoaru-酷のある | rijke [volle; robuuste] smaak (van wijn, e.d.) |
kokuritsu-国立 | natie; staat; regering; rijk |
kokuritsubijutsukan-国立美術館 | rijksmuseum; Nationaal museum |
kokuritsukōbunshokan-国立公文書館 | rijksarchief; nationaal archief |
kōkyōshokugyōanteijo-公共職業安定所 | het Japanse Rijksarbeidsbureau (Japans-Engelse bijnaam: Hello Work) |
kōkyōtatemono-公共建物 | rijksgebouw; publiek gebouw |
komakai-細かい | onbelangrijk; onbeduidend |
kōmuin-公務員 | rijksambtenaar; overheidsfunctionaris |
koreshiki-此れしき | kleinigheid; onbelangrijk iets |
kuchikiki-口利き | bemiddelaar; invloedrijk persoon |
kuīnzu・ingurisshu-クイーンズ・イングリッシュ | standaard (correct) Engels in het Verenigd Koninkrijk |
kumen-工面 | vindingrijkheid; het handig voor elkaar krijgen; het op een creative manier verzamelen van geld [goederen] |
kunshu-君主 | koning; keizer; heerser; vorst (die in familielijn heerst over een rijk) |
kuromaku-黒幕 | belangrijke figuur op de achtergrond; iemand die achter de schermen aan de touwtjes trekt |
kyofu-巨富 | groot fortuin; enorme rijkdom |
kyōgenmawashi-狂言回し | (Kabuki theater) belangrijke bijrol |
kyōkashokuhin-強化食品 | verrijkt voedsel (met mineralen, vitaminen, etc.) |
kyozai-巨財 | fortuin; rijkdom; grote hoeveelheid geld |
kyūjō-宮城 | (vroeger) keizerlijk paleis en in de directe omgeving daarvan de gebouwen om het rijk te besturen |
maguchi-間口 | rijkwijdte van werkzaamheden, onderzoek, e.d. |
mainā-マイナー | klein; onbelangrijk; onbeduidend |
makashikan-摩訶止観 | Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
manekineko-招き猫 | gelukskatje (beeldje van een kat die met een bewegende voorpoot klanten binnen wenkt (li-poot) of voorspoed en rijkdom binnenhaalt (re-poot)) |
manmon-マンモン | (Bijbel) Mammon (geldgod; god van de rijkdom) |
manmon-マンモン | rijkdom (als bron van het kwaad) |
manmonisuto-マンモニスト | mammonist (iemand die de geldgod Mammon aanbidt, en streeft naar rijkdom) |
mansaku-満作 | een goede [rijke] oogst |
massetsu-末節 | kleine [onbelangrijke] details; niet-essentiële [triviale] zaken |
masshō-末梢 | kleine details; onbelangrijke dingen [zaken] |
matsugaku-末学 | bijvak; studie van onbelangrijke vakken (van een lager niveau) |
mattari-まったり | (van smaak) vol; rijk |
meboshii-めぼしい | opvallend; opmerkelijk; belangrijk |
medama-目玉 | pronkstuk; hoofdattractie; paradepaardje (fig.); meest belangrijke item; kernpunt |
medokku-メドック | Médoc (regio in Frankrijk) |
megaton-メガトン | megaton (1 miljoen ton TNT, de energie die vrijkomt bij het ontploffen van waterstofbommen) |
meguru-巡る | verstrijken (van tijd) |
meido-冥土 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
meifu-冥府 | het dodenrijk; de onderwereld (Hades) |
meikai-冥界 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
mein-メイン | hoofd-; voornaamste; belangrijkste |
mein・ibento-メイン・イベント | belangrijkste gebeurtenis [optreden]; hoofdwedstrijd; hoofdfilm; hoofdnummer |
mejā-メジャー | voornaamste; belangrijkste |
mēn-メーン | hoofd-; voornaamste; belangrijkste |
menuki-目抜き | wat het belangrijkste is; hoofd- |
mēn・ibento-メーン・イベント | belangrijkste gebeurtenis [optreden]; hoofdwedstrijd; hoofdfilm; hoofdnummer |
mēn・tēburu-メーン・テーブル | hoofdtafel; tafel met de belangrijkste gasten en/of gastheer [gastvrouw] |
miseba-見せ場 | belangrijkste [beste] scène (van een toneelstuk of film) |
miso-味噌 | een belangrijk punt; goede eigenschap |
monomochi-物持ち | een rijke (persoon); iemand met veel geld |
mononokazu-物の数 | iets belangrijks; iets dat de moeite waard is |
muigi-無意義 | zinloos [onbetekenend; onbelangrijk] zijn |
mune-旨 | principe; kern; het belangrijkste |
myōdō-冥道 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
myōkai-冥界 | (boeddh.) dodenrijk; hiernamaals; Hades; onderwereld; hel |
myōkan-冥官 | (boeddh.) opperrechter in het dodenrijk [in de hel] |
nadeorosu-撫で下ろす | gladstrijken |
naderu-撫でる | aaien; strelen; strijken (over); gladstrijken |
nanisama-何様 | een belangrijk iemand; een persoon van belang |
narasu-均す | effenen; glad maken; egaliseren; glad strijken |
nashonaru-ナショナル | nationaal; binnenlands; staats-; rijks- |
nigiru-握る | belangrijke zaken goed bewaren [stevig in handen houden] |
nodokubi-喉頸 | een belangrijke plaats [plek]; een essentieel [vitaal] onderdeel |
nōshuku-濃縮 | concentratie; condensatie; verrijking |
nōshuku'uran-濃縮ウラン | verrijkt uranium |
oeraisan-お偉いさん | belangrijk persoon; vip |
ohizamoto-お膝元 | de naaste omgeving [kringen] van een invloedrijke persoon (b.v. hoofdkwartier, kiesdistrict, hoogste staf, kader, e.d.) |
ōkoku-王国 | koninkrijk |
omo-主 | belangrijkste zijn |
omoi-重い | ernstig; belangrijk |
omosa-重さ | belang; belangrijkheid |
omotesaku-表作 | ((op het akker) hoofdgewas; belangrijkste gewas |
ooari-大あり | talrijk; veel; zeker (zo zijn); beslist bestaand [aanwezig] zijn |
oogosho-大御所 | leidende [invloedrijke; machtige] persoon |
oogoto-大事 | ernstige [belangrijke; rampzalige] zaak |
ooguchitōshika-大口投資家 | grote [belangrijke] investeerder |
ooi-多い | veel; talrijk |
ooichiban-大一番 | belangrijke [beslissende] wedstrijd |
oomono-大物 | een belangrijk [gewichtig; machtig] persoon; een zwaargewicht |
oomono-大物 | een belangrijk [kostbaar] iets |
oote-大手 | groot [belangrijk; invloedrijk] bedrijf |
oshii-惜しい | kostbaar; belangrijk; waardevol |
ōsutoria-オーストリア | Oostenrijk |
otaiko-お太鼓 | vleier; pluimstrijker; strooplikker; slijmbal |
pinto-ピント | kernpunt; (belangrijk) punt van discussie |
puresu-プレス | drukken, duwen, persen; strijken |
rakugan-落雁 | een wilde gans die komt aanvliegen en neerstrijkt op een veld |
reikai-霊界 | geestenwereld; geestenrijk |
rikiten-力点 | belangrijk(ste) punt; nadruk |
rinpa-琳派 | Rinpa, een van de belangrijkste scholen van de Japanse schilderkunst (opgericht in de 17de eeuw) |
rishoku-利殖 | vermogensopbouw; rijkdom vergaren (d.m.v. aandelen etc.) |
ritchi-リッチ | rijk |
sahanji-茶飯事 | gewone [alledaagse; onbelangrijke; onbeduidende] dingen [zaken; gebeurtenis] |
sai-最 | (voorvoegsel) beste; meeste; maximum; belangrijkste |
sairyaku-才略 | intelligentie en tactiek [strategie]; vindingrijkheid |
saitaru-最たる | (bnw) beste; eerste; belangrijkste |
saji-些事 | een kleinigheid; iets dat onbelangrijk [onbeduidend; onbetekenend] is |
sanran-燦爛 | schitterend [glansrijk; luisterrijk; helder schijnend] zijn |
sanshunojingi-三種の神器 | drie belangrijke [noodzakelijke] dingen |
santōseiji-三頭政治 | driemanschap; triumviraat (ten tijde van het Romeinse Rijk) |
sawari-触り | belangrijkste stuk [passage; climax] van een verhaal of muziekstuk |
seichō-政庁 | regeringszetel; rijksbureau |
seihen-正編 | het belangrijkste deel van een boek ; hoofdverhaal |
sekkaku-折角 | zeldzaam; kostbaar; belangrijk |
sentoraru-セントラル | centraal; midden-; belangrijkste |
shiba-シバ | Sheba (oud koninkrijk in Arabië); Sheba (asteroïde) |
shikan-止観 | (afkorting van makashikan) Mohe Zhiguan, een belangrijke Chinese boeddhistische tekst |
shimaguni-島国 | eilandstaat; eilandenrijk; een land omringd door zee |
shindai-身代 | geluk; rijkdom; voorspoed; bezit |
shin'uchi-真打ち | belangrijkste verhalenverteller [conferencier] in Japans (rakugo of manzai) theater |
shiriasu-シリアス | ernstig; serieus; belangrijk |
shiringu-シリング | schilling (vroegere Oostenrijkse munt) |
shisō-詞藻 | poëtisch [bloemrijk] taalgebruik; stijlfiguur; poëtische uitdrukking [retoriek] |
shitatameru-認める | besturen (landgoed, rijk, land, e.d.) |
shitsukoi-しつこい | zwaar (van voedsel); schreeuwerig (van kleur); rijk (van smaak) |
shiyō-枝葉 | bijzaken; onbelangrijke [onbeduidende] dingen |
shōdai-昭代 | roemrijke heerschappij; glorieus tijdperk; vreedzame en welvarende periode |
shōji-小事 | kleine [onbelangrijke] dingen; trivialiteiten |
shōjin-小人 | een onbelangrijk [kleinzielig; bekrompen] persoon |
shōjinbutsu-小人物 | een onbeduidend [onbelangrijk; kleingeestig; bekrompen] persoon |
shokubutsukai-植物界 | hert plantenrijk |
shōza-正座 | de ereplaats (voor de (belangrijke) gast) |
shubu-主部 | het hoofdonderdeel [belangrijkste deel] van een zin |
shubun-主文 | hoofdonderdeel [belangrijkste deel] van een tekst |
shuchū-主柱 | belangrijkste (steun)pilaar [pijler] (van een gebouw) |
shugan-主眼 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
shui-主意 | belangrijkste betekenis [idee; mening] |
shuin-主因 | hoofdoorzaak; belangrijkste factor; drijfveer |
shunō-主脳 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
shunō-首脳 | hoofddoel; focus; kernpunt; essentie; belangrijkste punt |
shushin-主神 | oppergod; belangrijkste god van een heiligdom; koning der goden |
shushoku-主食 | hoogvoedsel; belangrijkste voedsel |
shuso-主訴 | belangrijkste klacht [symptoom] (van een patiënt) |
shuyaku-主薬 | (bij medicijnen) de basis; hoofdingrediënt; belangrijkste component |
sōikufū-創意工夫 | vindingrijkheid; originaliteit |
soreppotchi-それっぽっち | zo weinig; zo gering; zo klein; zo'n klein beetje; slechts [alleen maar] dit [dat]; onbelangrijk; onbeduidend; futiel |
soreshiki-其れしき | iets dat klein [gering; onbeduidend; onbelangrijk] is |
sugiyuku-過ぎ行く | voorbijgaan; passeren; verstrijken |
sui-粋 | de essentie; het beste; het belangrijkste |
sūki-枢機 | belangrijkste (staats)zaken |
sukījī-スキージー | afstrijker; afstrijktang |
sūyō-枢要 | belang; belangrijkheid |
ta-多 | (in kanji combinaties) veel; talrijk |
tachiyuku-立ち行く | voorbijgaan; verstrijken |
tadai-多大 | groot in aantal [talrijk; enorm; zeer omvangrijk] zijn |
taihō-大法 | de belangrijke wet- en regelgeving |
taika-大家 | rijke [voorname] familie |
taike-大家 | rijke [voorname] familie |
tainin-大任 | belangrijke missie [opdracht]; zware taak [verantwoording] |
tairei-大礼 | een belangrijke ceremonie (zoals huwelijk, begrafenis, etc.) |
taisaku-大作 | (in omvang) een groot [omvangrijk] werk(stuk) |
taisetsu-大切 | belang; belangrijkheid |
taisha-大社 | grote [belangrijke] shinto tempel [schrijn] |
taishita-大した | groot; enorm; geweldig; belangrijk |
taiten-大典 | belangrijk ritueel; grote ceremonie |
takaramono-宝物 | schat; juweel; belangrijk [dierbaar] bezit |
tanden-丹田 | plexus solaris [zonnevlecht] (punt onder de navel; focus punt voor innerlijke meditatie; in oosterse geneeskunde beschouwd als belangrijk energiepunt) |
tasai-多彩 | kleurrijk [veelkleurig] zijn |
tate-立て | belangrijkste; hoofd-; leidende |
tatsu-経つ | verstrijken; voorbijgaan (van de tijd) |
teatsui-手厚い | rijkelijk; royaal |
tei-帝 | (in kanji combinaties) keizer (zoon van het hemelse rijk) |
teikoku-帝国 | keizerrijk; wereldrijk; imperium |
ten-天 | God; de Hemel; het hemelrijk |
tenjōkai-天上界 | hemel; hemelrijk |
tenkai-天界 | hemel; hemelrijk |
tennyo-天女 | nimf van het hemelrijk; engel; hemelgeest (v) |
tesha-手者 | een bekwaam [kundig; getalenteerd; rijk] persoon; meester |
tokoyonokuni-常世の国 | het dodenrijk |
toraedokoro-捕らえ所 | het belangrijkste punt [argument]; de kern (van een discussie, theorie, e.d.) |
tori-取り | de laatste (en belangrijkste) persoon die opkomt op het toneel |
toritsukurou-取り繕う | gladstrijken; effenen; verbloemen |
tsentonā-ツェントナー | centenaar (oude gewichtsmaat, was in Duitsland 50kg; Zwitserland en Oostenrijk 100kg) |
tsukihi-月日 | (het verstrijken van) de tijd |
urimono-売物 | (belangrijkste) pluspunt; voordeel; hoofdattractie; pronkstuk |
wan・pointo-ワン・ポイント | het belangrijkste punt |
yakebutori-焼け太り | rijker [welvarender] worden na een brand |
yamatoshimane-大和島根 | het eilandenrijk Japan (arch.) |
yangu・ritchi-ヤング・リッチ | de jonge rijken; koopkrachtige jongeren |
yasudaiji-易大事 | iets dat er eenvoudig uitziet, maar in werkelijkheid zeer belangrijk is |
yōjin-要人 | VIP; belangrijke [vooraanstaande] persoon |
yōken-要件 | belangrijke zaak [kwestie] |
yōketsu-要訣 | (belangrijk) geheim; geheime sleutel |
yokkai-欲界 | (boeddh.) het rijk van de begeerte [lust] (m.n. de mensenwereld tussen hemel en aarde) |
yōkō-要港 | belangrijke haven |
yokukai-欲界 | (boeddh.) het rijk van de begeerte [lust] (m.n. de mensenwereld tussen hemel en aarde) |
yōmu-要務 | belangrijke taak |
yōshō-要衝 | een (strategisch) belangrijke positie [plaats]; essentieel punt; zaak van levensbelang |
yubiori-指折り | belangrijk; eminent; uitmuntend; prominent |
yūigi-有意義 | zinvol [belangrijk; de moeite waard] zijn |
yumi-弓 | strijkstok (muziekinstrumenten) |
yunion・jakku-ユニオン・ジャック | (de naam van) de vlag van het Verenigd Koninkrijk; de Engelse vlag |
yūryokukigyō-有力企業 | invloedrijk [vooraanstaand; groot] bedrijf |
yutaka-豊か | rijk, welvarend; overvloedig; volop |
yū・kē-ユー・ケー | VK, het Verenigd Koninkrijk (Engeland) |
zaihō-財宝 | rijkdom; schatten; kostbaarheden |
zaisanka-財産家 | een rijke [welgestelde; gefortuneerde] persoon |
zeikin-税金 | (rijks- of gemeente) belasting(en) |
zōhyō-雑兵 | een onbeduidende [onbelangrijke] persoon binnenin een organisatie; een werkmier |