Kruisverwijzing
Let
lemma | meaning |
---|---|
a-阿 | transliteratie van de eerste letter van het Sanskriet |
abazure-阿婆擦れ | brutale [schaamteloze] vrouw, slet; sloerie; kreng |
abekku-アベック | (jong) stel [stelletje]; paartje |
abuku-泡 | bubbel; luchtbelletje |
ahōguchi-阿呆口 | dom geklets; alleen maar onzin praten |
ai-アイ | de letter i |
aikuchi-合口 | dolk; stiletto |
ainogakkō-愛の学校 | (lett. de school van de liefde) de Japanse titel van het boek |
akkigai-悪鬼貝 | een stekelslak [purperslak] (Murex troscheli) (wordt ook wel gebruikt als amulet) |
akukigai-悪鬼貝 | een stekelslak [purperslak] (Murex troscheli) (wordt ook wel gebruikt als amulet) |
anapaisutosu-アナパイストス | anapest (drielettergrepige versvoet van 2 korte of onbeklemtoonde en 1 lange of beklemtoonde lettergrepen) |
anbai-塩梅 | (lett. zout en pruimazijn) smaakmaker |
angō-暗号 | geheimtaal; geheime code [tekens] (letters of cijfers); wachtwoord |
annai-案内 | iem. te zien vragen; belet vragen (bij iem. voor iem.); aanbellen; aankloppen |
anone-あのね | (tussenwerpsel, aan het begin van een zin) kijk; nou; trouwens; ik zal je eens wat vertellen; wacht even; luister; let op |
anshō-暗証 | een geheime letter- [cijfer] combinatie voor toegang tot bepaalde gegevens, of voor identificatie van een persoon |
arigatai-有り難い | fijn [prettig] zijn (lett. tot dankbaarheid stemmend zijn) |
āru-アール | de letter R; radius |
asemidoro-汗みどろ | doorweekt [kletsnat] van het zweet |
asendā-アセンダー | stok van een letter (bij typografie) |
asshō-圧勝 | overweldigende [verpletterende] overwinning [zege] |
asurechikku-アスレチック | atletiek |
asurīto-アスリート | atleet; atlete |
atarisawari-当たり障り | belemmering; obstakel; hindernis; beletsel |
atekko-当てっこ | het spelletje [een wedstrijd] waarbij men iets naar een bepaald doel probeert te gooien |
atsuen-圧延 | het (plat)walsen; pletten; plat rollen |
atsuenki-圧延機 | een walserij; pletmolen |
atsuensuru-圧延する | (plat)walsen; pletten; plat rollen |
autoretto-アウトレット | outlet (verkooppunt) |
autoretto・shoppu-アウトレット・ショップ | outlet winkel |
awa-泡 | (lucht)belletjes; bubbel; schuim (van zeep, bier, etc.) |
awai-淡い | licht; zwak; bleek; vaag; flauw; flets |
bābarizumu-バーバリズム | barbarisme (letterkunde) |
baioretto-バイオレット | violet (paarsblauwe kleur) |
baiten-売店 | kiosk; winkeltje; stalletje; kraampje |
bakabanashi-馬鹿話 | dom gepraat [geklets] |
banitī・baggu-バニティー・バッグ | beautycase; toilettas |
banitī・kēsu-バニティー・ケース | beautycase; toilettas |
bankotsu-万骨 | duizenden doden [skeletten] |
bankuruwase-番狂わせ | een complete [volslagen] verrassing |
barē-バレー | ballet |
baree-バレエ | ballet |
baree・dansā-バレエ・ダンサー | balletdanser(es) |
barerīna-バレリーナ | ballerina; balletdanseres |
bāsaru-バーサル | versal (typografie: versierde hoofdletter als begin van een gedicht of tekst) |
batabata-ばたばた | (onomatopee) fladderend; flappend; rammelend; kletterend |
batakusai-バタ臭い | (lett. ruikend naar boter) westers; Europees; exotisch; on-Japans |
baton・tatchi-バトン・タッチ | het doorgeven van het stokje (lett. of fig.) |
benjo-便所 | toilet; wc |
benki-便器 | toiletpot; urinoir; po; ondersteek |
benkyōzukue-勉強机 | (lett. studie-bureau) bureau; schrijftafel (m.n. in een kinderkamer om huiswerk aan te doen) |
benza-便座 | toiletbril; wc-bril |
bī-ビー | (de letter) b; B |
biin-びいん | kletterend geluid; tjink; ploink |
bishobisho-びしょびしょ | kletsnat; doorweekt |
bishonure-びしょ濡れ | kletsnat; drijfnat; kleddernat; zeiknat; doorweekt |
bōgi -謗議 | roddelpraat; kletspraat; laster |
boin-母音 | klinker (letter) |
bōnenkai-忘年会 | eindejaarsfeest (lett.: vergeet-het-jaar feest; men drinkt om de zorgen van het oude jaar te vergeten en te toasten op het nieuwe jaar) |
boroboro-ぼろぼろ | (onomatopee) het vallen van druppels [stukjes]; brokkelig (worden); vergaan [versleten] raken; gerafeld worden |
bōrudo-ボールド | vet gedrukt lettertype |
bōrudofēsu-ボールドフェース | vetgedrukt lettertype |
bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
bui-ブイ | de letter v; V |
bungaku-文学 | literatuur; letterkunde |
bungakubu-文学部 | Faculteit der Letteren |
bungakusha-文学者 | letterkundige; literair [geletterd] persoon; schrijver |
bunkengaku-文献学 | filologie (studie taal en letteren van een volk) |
bunmeikaika-文明開化 | (lett. beschaving en vooruitgang) tendens naar modernisering en verwestersing in de vroege Meiji-periode in Japan |
bunsen-文選 | letters zetten |
bunsen-文選 | (hand)zetter; typograaf; letterzetter |
bunsenkū-文選工 | (hand)zetter; typograaf; letterzetter |
bunsensuru-文選する | letterzetten |
bunshi-文士 | schrijver [schrijfster]; literair [geletterd] persoon |
bureikō-無礼講 | een ongedwongen [informeel] feestje [uitje] (waarbij iedereen zichzelf kan zijn zonder te letten op status of positie) |
burōnīban-ブローニー判 | 120 film (formaat filmrolletje), voor het eerst gemaakt voor de Brownie No.2 camera van Eastman Kodak (1901) |
buyōjin-不用心 | onveilig [onzorgvuldig; onoplettend] zijn |
chāmu-チャーム | toverspreuk; amulet; bedeltje |
chatto-チャット | gesprek; praatje; geklets |
chibi-ちび | (in combinaties) versleten |
chibifude-禿筆 | versleten (schrijf)penseel |
chikusuijitsu-竹酔日 | 13 mei (maankalender), de dag waarop traditioneel in China bamboe werd geplant (lett. dronken bamboe-dag) |
chirigami-塵紙 | tissue; papieren zakdoek; wc-papier; toiletpapier |
chishitsu-知悉 | complete [volledige] kennis [informatie] |
chōbi-掉尾 | (lett.) met de staart zwaaien |
chōka-長歌 | langere vorm van waka-poëzie, met regels van 5 en 7 lettergrepen, die afwisselend minstens drie keer worden herhaald (meestal eindigend met 7) |
chokudai-勅題 | een tablet met inscriptie van de keizer |
chokuyaku-直訳 | letterlijke vertaling. |
chōmoku-鳥目 | geld; munt; muntstuk (lett. vogel-ogen, de term verwijst naar oude munten met ronde gaten) |
choppu-チョップ | karbonade; kotelet (stuk vlees) |
chōtantankaku-長短短格 | dactylus (drielettergrepige versvoet van1 lange of beklemtoonde en 2 korte of onbeklemtoonde lettergrepen) |
chōzuba-手水場 | (in toiletruimte) wasbak; plek om handen te wassen |
chōzuba-手水場 | toilet; wc |
chūkyō-中京 | een andere naam voor de stad Nagoya (lett.: tussen Tokio en Kyoto) |
daben-駄弁 | gezwets; onzin; praatjes; geklets |
daberu-駄弁る | babbelen; kletsen; keuvelen; praten |
daburyū-ダブリュー | de letter W |
daburyū・shī-ダブリュー・シー | WC; toilet |
daiji-題字 | titelschrift; titelletters |
daikokubashira-大黒柱 | (lett.) steunzuil; steunpilaar (van een constructie) |
daimonji-大文字 | hoofdletter |
dakutyurosu-ダクテュロス | dactylus (drielettergrepige versvoet van1 lange of beklemtoonde en 2 korte of onbeklemtoonde lettergrepen) |
dango-団子 | gekookte deegballetjes (gemaakt van kleefrijstmeel); dumplings; knoedels |
dansonjohi-男尊女卑 | mannelijk chauvinisme; (geloof in) de superioriteit van mannen over vrouwen (lett. de man is geëerd, de vrouw nederig) |
darashinai-だらしない | slordig; onzorgvuldig; onnauwkeurig; onoplettend |
dasoku-蛇足 | iets overbodigs (lett. als poten voor een slang) |
denshikeijiban-電子掲示板 | elektronisch [digitaal] informatiebord; bulletinboard |
denshizunō-電子頭脳 | computer (lett. elektronisch brein) |
deruta-デルタ | (de vierde letter van het Griekse alfabet) delta (Δ, δ) |
detarame-でたらめ | onzin; nonsens; flauwekul; geklets |
detarame-出鱈目 | onzin; flauwekul; (slap) geklets |
direttantizumu-ディレッタンティズム | dilettantisme (amateuristische beoefening van kunst of wetenschap) |
direttanto-ディレッタント | dilettant (m); dilettante (v); amateur; oppervlakkige kunstkenner |
disendā-ディセンダー | neerhaal (van een letter); staartletter |
disendārain-ディセンダーライン | staartlijn (van een letter) |
doressā-ドレッサー | toilettafel; commode |
eichi-エイチ | de letter H, h |
eiji-英字 | letter (uit het alfabet) in het Engels |
ekkusu-エックス | de letter X, x |
erīto-エリート | lettertype (met 12 karakters per inch) op een westerse schrijfmachine |
eru・shī-エル・シー | kredietbrief (LC: letter of credit) |
firorojī-フィロロジー | filologie (studie taal en letteren van een volk) |
firumu-フィルム | fotorolletje |
fonto-フォント | font; lettertype |
fubun-不文 | ongeletterd zijn |
fuchūi-不注意 | onvoorzichtigheid; onverschilligheid; onoplettendheid |
fukama-深間 | diepte (letterlijk en figuurlijk) |
fukanzenyūsei-不完全優勢 | incomplete dominantie; semidominantie |
fukappatsu-不活発 | inactiviteit; inertie; lethargie; indolentie |
fumi-文 | geschreven zin; woord; karakter; letter |
fuminijiru-踏み躙る | vertrappen; pletten met de voeten |
fumishidaku-踏み拉く | vertrappen; verpletteren met de voeten |
funtai-粉黛 | make-up; cosmetica (lett.: wit poeder en wenkbrauwpotlood) |
furajoretto-フラジョレット | flageolet |
furasshubarubu-フラッシュバルブ | hendel voor doortrekken [doorspoelen] van toilet |
furigana-振り仮名 | kleine kana lettergrepen (naast kanji geprint om de uitspraak ervan te duiden) |
furukusai-古臭い | muf; bedompt; verschaald; ouderwets; versleten; aftands |
furyūmonji-不立文字 | (Zen boeddhisme) spirituele bewustwording (overgebracht van hart naar hart, zonder woorden of letters) |
fushidara-ふしだら | losbandig; verdorven; liederlijk; wulps; sletterig |
futamoji-二文字 | twee letters; twee karakters |
futoji-太字 | vet [dik] gedrukte letters [karakters] |
gachagacha-がちゃがちゃ | (onomatopee) gekletter; gerammel; geratel |
gaikotsu-骸骨 | skelet; geraamte; beenderen |
gaishō-外傷 | uitwendige letsel; trauma; oppervlakkige wond |
gaishūisshoku-鎧袖一触 | de vijand gemakkelijk verslaan (lett. de vijand verslaan met één klap van een armstuk van een harnas); (fig.) winnen met één hand op de rug |
gakeppuchi-崖っ縁 | (lett.) de rand van de afgrond [rotsen; klippen] |
ganma-ガンマ | gamma (Griekse letter ϒ) |
gan'yaku-丸薬 | (medicijn) pil; tablet |
gekiha-撃破 | destructie; vernietiging; verplettering; vermorzeling |
gekihasuru-撃破する | vernietigen; verpletteren; vermorzelen |
gonen-御念 | zorg; aandacht; oplettendheid; overweging |
gōruden・taimu-ゴールデン・タイム | (lett. gouden tijd) primetime (zendtijd met de grootste kijk -en luisterdichtheid op tv of radio) |
goshichichō-五七調 | (poëzie) metrum van vijf- en zeven lettergrepen |
goshikku-ゴシック | gothic (lettertype; font) |
goshippu-ゴシップ | (ge)roddel; kletspraat; achterklap |
gurēshā-グレーシャー | gletsjer |
gusoku-愚息 | (nederig taalgebruik) mijn zoon (lett. domme zoon) |
gyokusekikonkō-玉石混淆 | een mengeling van goede en slechte [waardevolle en waardeloze] dingen (lett. een mengsel van edelstenen en stenen) |
gyūinbashoku-牛飲馬食 | gulzig eten en drinken (lett. drinken als een rund en eten als een paard) |
habakari-憚り | toilet; wc |
habatobi-幅跳び | (atletiek) het verspringen |
haginomochi-萩の餅 | een kleefrijstballetje bedekt met zoete bonenpasta |
haiiromuzai-灰色無罪 | (lett. grijze onschuld) onschuldig ondanks verdenking (vanwege onvoldoende bewijs) |
haikara-ハイカラ | (lett. hoge boord) (kleding) in westerse stijl [mode] |
hāken-ハーケン | rotshaak (gereedschap dat door bergbeklimmers in spleten wordt geslagen om zichzelf te zekeren; Duits:Haken) |
hakkotsu-白骨 | gebleekt [wit geworden] geraamte [skelet] |
hakkotsuka-白骨化 | vergaan tot een geraamte [skelet]; skeletvorming |
haku-箔 | folie; dun velletje metaal (zoals bladgoud, bladzilver, etc.); verguldsel |
hakubun-白文 | tekst in witte letters [karakters] |
hamurettogata-ハムレット型 | het Hamlet-type |
hanahazukashii-花恥ずかしい | uitzonderlijk mooi (lett. zo mooi dat bloemen erdoor in verlegenheid gebracht worden) |
hanami-花見 | (lett. bloemen kijken) Japanse traditie om in de lente gezamenlijk de (voorbijgaande) schoonheid van de kersen- en pruimenbloesems te gaan bewonderen |
hanamoji-花文字 | hoofdletters; letters versierd met bloemdessins; bloemen geplant in de vorm van letters |
hanashizuki-話し好き | geroddel; geklets |
hanashizuki-話し好き | een kletskous; iemand die graag [veel] praat |
hanaya-花屋 | bloemenwinkeltje; bloemenstalletje |
handoauto-ハンドアウト | folder; stencil; pamflet (informatiemateriaal voorafgaand aan persconferenties, symposia, etc.) |
hankaku-半角 | halve letterbreedte; halve karakterbreedte |
hanmā-ハンマー | (atletiek) slingerkogel |
hansū-反芻 | het herkauwen (zowel letterlijk als figuurlijk) |
hansūsuru-反芻する | herkauwen (lett., van dieren) |
hashirigaki-走り書き | (iets dat snel opgeschreven is) kattebelletje; gekrabbel; hanenpootjes |
hatsukadango-二十日団子 | Hatsuka Dango, zoete bolletjes kleefrijst, die op 20 januari gegeten worden |
hayakuchi-早口 | het snel praten; snel geklets |
heitai-平体 | plat [breed] lettertype |
herazukuchi-減らず口 | onbeschaamd [brutaal] geklets |
hiasobi-火遊び | het spelen met vuur (lett. en fig.) |
hikiwari-碾き割り | (graan) vermalen; pletten; fijn malen |
hikkitai-筆記体 | cursief schrift; schuine letters; lopend schrift; deftige letters |
hikkoshisoba-引っ越し蕎麦 | (lett. verhuisnoedels) boekweitnoedels (soba), traditioneel uitgedeeld aan de buren na een verhuizing; soba kan in het Japans ook betekenen: naast) |
himachi-日待ち | (lett.: het wachten op de zon) een bijeenkomst waarbij mensen samen bidden en wachten op de opkomst van de zon (Shinto) |
hire-ヒレ | filet (vlees; vis) |
hishageru-拉げる | geplet [verpletterd] worden |
hitomoji-一文字 | één letter; één karakter |
hokku-発句 | de eerste regel (van 5 lettergrepen) van een haiku of tanka gedicht |
hokku-発句 | het eerste vers (van 17 lettergrepen) van een renga gedicht |
hokōshatengoku-歩行者天国 | (lett. voetgangersparadijs) voetgangerszone; voetgangersgebied (ook een rijbaan die (tijdelijk) wordt gesloten voor autoverkeer) |
homo・fāberu-ホモ・ファーベル | (filosofie) homo faber (lett. de werkende mens) |
homo・rūdensu-ホモ・ルーデンス | homo ludens (lett. de spelende mens) |
hone-骨 | skelet; geraamte; frame |
honegumi-骨組み | geraamte; skelet |
honegumi-骨組み | frame; skelet (fig.); raamwerk; constructie |
howaito・sōsu-ホワイト・ソース | (lett. witte saus) bechamelsaus |
hyakubun-百聞 | (lett.) iets honderd keer horen |
hyakuman-百万 | een miljoen (lett. honderd-tienduizend) |
hyōga-氷河 | gletscher |
ichiban'yari-一番槍 | de initiatiefnemer; degene die als eerste (een belangrijke) actie onderneemt; (lett. degene die de eerste speer gooit) |
ichijiikku-一字一句 | één letter [kanji; schriftteken] en één woord |
ichiren-一聯 | (in lüshi, een vorm van klassieke Chinese dichtkunst) couplet; vers; strofe; stanza |
iimagirasu-言い紛らす | zich ergens uitpraten [uitkletsen]; ergens omheen draaien; een ontwijkend antwoord geven |
ikitodoku-行き届く | attent [oplettend; zorgvuldig; nauwgezet] zijn |
ikizukuri-生き作り | (lett. levend klaargemaakt) sashimi gesneden van een levende vis (een controversiële methode) |
inisharu-イニシャル | (Eng.: initials) initiaal; initialen; eerste letter(s) |
inji-印字 | drukletter; het (af)drukken van tekens [letters] |
inpu-淫婦 | losbandige vrouw; vrouw van lichte zeden; slet [prostituee] |
in・hai-イン・ハイ | afk. voor Inter-high, nationaal atletiektoernooi voor middelbare scholen dat twee keer per jaar wordt gehouden |
isshōsantan-一唱三嘆 | de frase wordt gebruikt om uitzonderlijke gedichten of muziek te prijzen (letterlijke betekenis: drie stemmen zingen in harmonie met de solozanger) |
itaba-板場 | (lett. plek waar de snijplank ligt) keuken (in een restaurant) |
itai-異体 | variant van een karakter (letter) |
itaiji-異体字 | variante vorm van een karakter [letter] |
itarikku-イタリック | cursief (lettertype) |
itarikkurōman-イタリックローマン | cursief romeins (lettertype) |
itazuragoto-徒言 | onzin; wartaal; holle frasen; geklets |
itteiji-一丁字 | een (enkele) letter; een (enkel) teken [karakter] |
janome-蛇の目 | (lett.: slangenoog) symbool van een omcirkelde stip; roos (van een schietschijf) |
jibo-字母 | (schrift) letter; karakter |
jikei-字形 | lettertype; font; (kalligrafie) stijl van kanji schrijven |
jiku-字句 | letters [karakters] en zinnen; woorden; frasen |
jiku-字句 | de letter van de wet |
jikubari-字配り | letterindeling; letterverdeling; positionering van letters [karakters] |
jimen-字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
jimen-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
jimoku-耳目 | aandacht; oplettendheid |
jinshinjiko-人身事故 | een (verkeers)ongeval met letsel of de dood tot gevolg |
jishō-字性 | schrijfwijze [vorm] van een geschreven letter [karakter] |
jisshukyōgi-十種競技 | (atletiek) tienkamp; decatlon |
jitai-字体 | vorm van een kanji; lettersoort; lettertype |
jizura-字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
jizura-字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
jō-錠 | (medicijn) tablet; pil |
josondanpi-女尊男卑 | vrouwelijk chauvinisme; (het geloof in) de superioriteit van vrouwen over mannen (lett. de vrouw is geëerd, de man nederig) |
jukushikusai-熟柿臭い | (verschaalde) dranklucht; alcohollucht (lett. de stank van een rijpe kakivrucht) |
junbungaku-純文学 | bellettrie; (schone) letteren |
junpūmanpan-順風満帆 | alles verloopt gladjes; alles loopt op rolletjes; het gaat voor de wind |
jūshichimoji-十七文字 | haiku, een Japanse dichtvorm in 17 lettergrepen in een 5-7-5 versvorm |
jūshō-重傷 | zware verwonding; zwaar letsel |
kagamibiraki-鏡開き | (lett. spiegel opening) Nieuwjaarsritueel van het snijden, eten en offeren van ronde mochi (rijst cakes) |
kaimei-階名 | een lettergreep die een toon in het sol-fa toonsysteem aangeeft |
kairanban-回覧板 | een mededelingenbord [circulaire; bulletin] (in Japan gebruikt door buurtverenigingen als communicatiemiddel binnen de gemeenschap) |
kajitori-舵取り | (lett. of fig.) het sturen (in een bepaalde richting); aan het roer staan; leiderschap; leiding |
kajōsahan-家常茶飯 | alledaagse dingen (lett. alledaags eten); alledaagse koek |
kakko-各戸 | (lett. elke deur) elk huis |
kamu-噛む | te pletter slaan (b.v. van golven op de rotsen) |
kan-款 | letters [karakters] in reliëf graveren; gegraveerde letters [karakters] |
kango-閑語 | nutteloos [zinloos] gesprek; kletspraat |
kanitama-蟹玉 | een Chinees gerecht van ei (omelet) met krab en groenten |
kanpai-完敗 | complete [verpletterende] nederlaag; totale mislukking |
kanpon-完本 | volledig werk (van een auteur, e.d.); oeuvre; complete set van boekdelen |
kanwa-閑話 | geroddel; kletspraat |
kappa-河童 | (lett. rivierkind) een (aap-kikkerachtig) watermonster uit de Japanse mythologie, met een met vocht gevulde holte op het hoofd waar hij kracht uit put |
kappan-活版 | het letterzetten; typografie |
karasugane-烏金 | geld uitgeleend voor één etmaal; lening die direct de volgende ochtend moet worden terugbetaald (lett. kraaien-geld; kraaien krijsen bij zonsopgang) |
karasuguchi-烏口 | (lett. kraaienbek) tekenpen; trekpen (voor tekenen met inkt) |
karusuto-カルスト | (geologie) karst (gebied met holen, spleten en grotten) |
kashiramoji-頭文字 | beginletter; hoofdletter |
katakata-かたかた | (onomatopee) gekletter; geratel; ratelend |
katen-加点 | toevoeging van lettertekens of schriftsymbolen in een tekst (ter aanduiding van bevestiging of instemming) |
katsu-カツ | kotelet; schnitzel |
katsuji-活字 | lettertype; drukletter |
katsujishotai-活字書体 | lettertype; font |
kawatarō-河太郎 | (lett. rivierkind) een (aap-kikkerachtig) watermonster uit de Japanse mythologie, met een met vocht gevulde holte op het hoofd waar hij kracht uit put |
kē-ケー | de letter k |
keiji-掲示 | een mededeling [bulletin; aankondiging; proclamatie] aanplakken |
keishō-軽傷 | lichte verwonding; licht letsel |
kenshō-肩章 | epaulet |
kibidango-黍団子 | zoete deegballetjes gemaakt van gierstmeel |
kigai-危害 | verwonding; wond; letsel |
kikanshi-機関紙 | bulletin; partijorgaan; nieuwsbrief |
kikinagasu-聞き流す | niet letten op; geen aandacht schenken aan; het ene oor in en het andere oor uit laten gaan |
kikuzure-着崩れ | verfomfaaid [vormeloos; versleten; afgedragen] zijn |
kinji-金字 | gouden letter(s) |
kinkakushi-金隠し | de voorwand van een hurktoilet |
kinkanban-金看板 | een uithangbord met gouden letters [opschrift] |
kinkotsu-筋骨 | spieren en beenderen [botten; skelet]; lichaamsbouw |
koa・shisutemu-コア・システム | bouwconstructiesysteem, waarbij gemeenschappelijke voorzieningen (machinekamers, trappen, toiletten, liften) middenin een gebouw worden geïnstalleerd |
kobamu-拒む | verhinderen; versperren; beletten; belemmeren |
kōhō-公報 | een officiële bekendmaking; communiqué; nieuwsbulletin |
kōhōshi-広報誌 | een informatiebulletin (van een overheid, onderneming, organisatie, e.d.) |
koikaze-恋風 | (lett. liefdeswind) een woord dat wordt gebruikt om uit te drukken een ongelukkige liefde (liefde die bekoeld wordt door de wind) |
kokkaku-骨格 | raamwerk; skelet; geraamte |
kokō-虎口 | (lett. mond van de tijger) een zeer gevaarlijke plek [plaats] of situatie |
kokoronai-心ない | achteloos; onoplettend; gedachteloos |
kokuji-刻字 | uitgesneden [gegraveerde] karakters [letters] |
kokuji-告示 | bericht; bulletin; aankondiging |
komakai-細かい | zuinig; gierig; op de kleintjes lettend |
komemono-込め物 | holwit (zetmateriaal voor het maken van lege marges bij letterzetten) |
komyunike-コミュニケ | (formele) mededeling; bekendmaking; aankondiging; bulletin; declaratie |
konbāchiburu-コンバーチブル | cabriolet; auto met open dak |
konseikyōgi-混成競技 | (atletiek) meerkamp |
koppen-骨片 | spicule (in sponzen); scleriet (een verhard deel van het geleedpotige exoskelet) |
koru-凝る | precies [secuur] zijn; op de details letten |
kōshikiseimei-公式声明 | communiqué; (formele) mededeling; bekendmaking; aankondiging; bulletin |
kosureru-擦れる | gewreven [geschuurd] worden; versleten zijn |
kotoba'asobi-言葉遊び | woordspeling; woordspelletje; woordenraadsel |
kotokoto-ことこと | (onomatopee) zacht rinkelend; kletterend; kloppend; pruttelend; sudderend |
kūbun-空文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
kuchibaya-口早 | het snel spreken [kletsen]; ratelen |
kuchinoha-口の端 | (ge)roddel; kletspraat |
kuchisaki-口先 | woorden; gepraat; geklets |
kuchizamishii-口寂しい | (lett. eenzame mond) hongerig zijn; trek [zin] hebben (in eten, een sigaret, etc.) |
kujiramaku-鯨幕 | (lett. walvisgordijn) een gordijn met brede, verticale zwart-witte strepen gebruikt bij begrafenisplechtigheden |
kumihan-組み版 | typografie; het letterzetten |
kumode-蜘蛛手 | (lett. spinnenpoten) kriskras (in alle richtingen) |
kurasshā-クラッシャー | vergruizer; maalmachine; pletmachine |
kurauchingu・sutāto-クラウチング・スタート | (atletiek) geknielde start; (zwemmen) gehurkte start |
kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
kurebasu-クレバス | gletsjerspleet; bergspleet (crevasse) |
kuroji-黒字 | zwarte letters; in zwarte inkt geschreven letters |
kutakuta-くたくた | (onomatopee) tot op de draad verleten |
kyapitaru-キャピタル | hoofdletter |
kyapitaru・retā-キャピタル・レター | hoofdletter |
kyappurain-キャップライン | (typografie) een denkbeeldige lijn langs de bovenkant van hoofdletters |
kyōdai-鏡台 | kaptafel; toilettafel |
kyōjakukaku-強弱格 | trochee; trocheus (versvoet, bestaande uit een beklemtoonde en een onbeklemtoonde lettergreep) |
kyū-キュー | de letter q |
kyūkanbi-休肝日 | alcoholvrije dag; dag van alcohol onthouding (lett. rustdag voor de lever) |
maitake-舞茸 | (lett. dansende paddestoel) eikhaas (paddestoel, Grifola frondosa) |
makurakotoba-枕詞 | (lett. een kussen-woord) een vaste [poëtische] uitdrukking (in Japanse literatuur) |
makushitateru-捲し立てる | snel [veel] praten [kletsen]; ratelen; spuien |
mamori-守り | (beschermende) amulet; talisman |
man'yōgana-万葉仮名 | man'yōgana, oud Japans lettergrepen-systeem (van Chinese karakters fonetisch gebruikt) |
marugakae-丸抱え | complete financiering [sponsoring] |
marutsubure-丸潰れ | complete instorting [vernietiging]; verval; ruïnering |
maruzome-丸染め | een complete kimono verven (zonder hem eerst uit elkaar te halen) |
mayoke-魔除け | talisman [amulet] (ter bescherming tegen het kwaad) |
mayutsubamono-眉唾物 | een kletsverhaal; sterk [dubieus] verhaal |
medake-雌竹 | (lett. vrouwelijke bamboe) Pleioblastus simonie (laaggroeiende bamboe) |
media・riterashī-メディア・リテラシー | mediageletterdheid; mediawijsheid |
meijiru-銘じる | (lett. en fig.) graveren; griffen; een inscriptie maken |
meizuru-銘ずる | (lett. en fig.) graveren; griffen; een inscriptie maken |
mekubari-目配り | waakzaamheid; hoede; oplettendheid |
mikkabōzu-三日坊主 | (lett. een boeddhistische priester voor drie dagen) een uitdrukking voor iemand die snel ergens mee ophoudt [het bijltje erbij neergooit] |
minawa-水泡 | (vloeistof) schuim; belletjes; bruis |
minchōtai-明朝体 | (lettertype) Ming; Minchō |
minion-ミニオン | (drukkerij) mignon (7-punts letterteken) |
mizetto・hausu-ミゼット・ハウス | klein [compact] huisje (lett. dwergenhuisje) |
mizujaya-水茶屋 | (Edo periode) een theestalletje; theekraampje |
mochi-餅 | (Japans) zoet bolletje gemaakt van kleefrijst |
modan・baree-モダン・バレエ | modern ballet |
moji-文字 | letter; letterteken; karakter |
mojiban-文字盤 | letterplaat (b.v. op schrijfmachine) |
mojidoori-文字通り | letterlijk |
mojizura-文字面 | uiterlijk [indruk; impressie] van de vorm [structuur; schrijfstijl] van letters [karakters; kanji] |
mojizura-文字面 | letterlijke betekenis van een woord [een geschreven tekst] |
mokusatsu-黙殺 | het negeren; voorbijgaan aan; (ergens) niet op letten; vermijden |
mon-文 | letter, karakter; zin |
monji-文字 | letter; letterteken; karakter |
monoguramu-モノグラム | monogram (dooreengevlochten letters; samengevoegde letters of karakters) |
monukenokara-蛻の殻 | (lett.) het (lege) afgeworpen vel van een reptiel of insect |
morasu-漏らす | iets laten lekken (lett.) |
morēn-モレーン | morene (ophoping van gletsjerpuin) |
mudabanashi-無駄話 | (dom) geklets; geroddel |
mudaguchi-無駄口 | geklets; kletspraatje; gebabbel |
mugaku-無学 | ongeletterdheid; analfabetisme; onwettendheid; onontwikkeldheid |
muhitsu-無筆 | analfabetisme; ongeletterdheid |
murasaki-紫 | paars; violet |
murioshisuru-無理押しする | forceren; (af)dwingen; platwalsen; verpletteren |
musan-無産 | (afk. voor) het proletariaat; bezitloze arbeidersklasse |
musankaikyū-無産階級 | het proletariaat; bezitloze arbeidersklasse |
mushifūji-虫封じ | bezwering [spreuk; amulet] tegen ziekte (door insecten of bacteriën) bij kinderen |
na-名 | een reputatie; naam; een goede naam; faam; beroemdheid; eer; glorie; een slechte reputatie; gerucht; roddel; kletspraatjes |
nagurigaki-殴り書き | gekrabbel; kattebelletje |
nai-無い | in combinatie met koto: (lett.: het feit is er niet dat...) het is niet zo dat...; niet nodig zijn; niet hoeven; niet mogelijk zijn |
nanakorobiyaoki-七転び八起き | (spreekwoord) met vallen en opstaan (leren); al doende leert men (lett. 7 keer vallen, 8 keer opstaan) |
nanashukyōgi-七種競技 | (atletiek) zevenkamp; heptatlon |
nanboku-南北 | Noord en Zuid (let. Zuid en Noord) |
nareru-熟れる | slijten; versleten raken |
narukoyuri-鳴子百合 | (lett. ratel-lelie) Salomonszegel (plant: Polygonatum falcatum) |
negoto-寝言 | geklets; onzin |
nekoirazu-猫いらず | rattengif (lett.: je hebt geen katten nodig) |
nigirizushi-握り鮨 | een soort sushi waarbij een reepje vis (omelet, e.d.) op een samengeknepen blokje sushirijst wordt gelegd |
nikuboso-肉細 | light-faced (lettertype met dunne lijnen) |
nikubuto-肉太 | full-faced; boldfaced (lettertype met dikke lijnen) |
nikudango-肉団子 | gehaktbal; vleesballetje |
nisokunowaraji-二足の草鞋 | (lett. twee paar strosandalen dragen) twee petten op hebben; twee ijzers in het vuur hebben |
nōmāku-ノーマーク | (sport) speler die niet gedekt wordt [waar niet op gelet wordt] |
nowaki-野分き | (late) herfststorm (lett. veld-splitser) |
nukederu-抜け出る | stilletjes [heimelijk] weggaan [wegglippen] |
nukeme-抜け目 | onvoorzichtigheid; onoplettendheid; nalatigheid |
nukeru-抜ける | onzorgvuldig te zijn; niet oplettend te zijn; domme dingen doen |
nurenezumi-濡れ鼠 | (lett. een natte muis of rat) kletsnat zijn; doorweekt tot op de huid zijn |
nyūdōgumo-入道雲 | buienwolk; cumulonimbus (lett. priesterwolk) |
ochappii-おちゃっぴい | een kletskous; een spraakzaam [levendig] meisje |
odake-雄竹 | (lett. mannelijke bamboe) hooggroeiende bamboe (Phyllostachys) |
ofuda-御札 | amulet of talisman die men kan kopen bij een heiligdom of tempel |
ohagi-お萩 | een kleefrijstballetje bedekt met zoete bonenpasta |
oi-おい | (uitroep) hé!; hé zeg!; let op! |
omamori-お守り | (beschermende) amulet; talisman |
omamori-御守り | een (beschermende) talisman [amulet] |
omega-オメガ | omega, de laatste letter van het Griekse alfabet (Ω, ω) |
ōmonkin-横紋筋 | dwarsgestreept spierweefsel; skeletspierweefsel (textus muscularis striatus) |
omuraisu-オムライス | (omelet-rijst) gebakken rijst in een omelet |
omuretsu-オムレツ | omelet |
onboro-おんぼろ | vervallen; bouwvallig; gammel; versleten |
onsetsu-音節 | lettergreep; syllabe; syllabisch |
onsetsumoji-音節文字 | syllabisch schrift; syllabenschrift; lettergrepenschrift |
onshō-温床 | broeinest (lett. en fig.) |
oomoji-大文字 | hoofdletter; grote letter |
ōpun・kā-オープン・カー | (open-top car) cabriolet; open auto |
origami-折り紙 | gekleurde velletjes papier voor origami |
ōru・wezā-オール・ウエザー | een (atletiek- of race) baan van een materiaal dat geschikt is voor alle weersomstandigheden |
ōru・wezā・torakku-オール・ウエザー・トラック | een (atletiek- of race) baan van een materiaal dat geschikt is voor alle weersomstandigheden |
oshaberi-お喋り | gepraat; geklets; geroddel; geleuter |
otearai-御手洗い | toilet; wc |
otedama-お手玉 | kinderspelletje met (stoffen) zakjes met bonen |
ō・do・toware-オー・ド・トワレ | eau de toilette (reukwater) |
pachinko-ぱちんこ | pachinko (een soort Japanse gokautomaat, waar een groot aantal kleine balletjes ingeworpen worden) |
panfuretto-パンフレット | pamflet; folder |
parapara-ぱらぱら | (onomatopee) in kleine hoeveelheden (druppels, e.d.) naar beneden vallend (het geluid daarbij): gedruppel; gekletter |
paretto-パレット | (schilders)palet |
paretto-パレット | pallet; laadbord |
parettonaifu-パレットナイフ | paletmes |
patapata-ぱたぱた | (geluid van) gekletter (regen); getrippel (voeten); geklapper (doek, etc.); geflapper (vleugels) |
pa・do・dū-パ・ド・ドゥー | pas de deux (dans voor twee, ballet) |
pechakucha-ぺちゃくちゃ | geklets; gekwebbel; gebabbel |
piru-ピル | pil; tablet |
pitto-ピット | zandbak voor verspringen (atletiek) |
pōtā-ポーター | valet (iemand belast met het parkeren en ophalen van auto's van gasten van restaurants, hotels, vliegvelden, etc.) |
puroretaria-プロレタリア | proletariaat |
puroretaria-プロレタリア | proletariër (bezitloze arbeider) |
puroretariāto-プロレタリアート | proletariaat (klasse van bezitloze arbeiders) |
pūrunetsu-プール熱 | faryngo-conjunctieve koorts (lett. zwembadkoorts, vanwege vaak voorkomen van besmetting via zwembaden) |
rabu・retā-ラブ・レター | (Eng.: love letter) liefdesbrief |
ramuda-ラムダ | de 11de letter van het Griekse alfabet, lambda (Λ of λ) |
rangaku-蘭学 | (lett. Nederlandse studies) de studie van westerse technologie en geneeskunde via de Nederlandse taal (Edo periode) |
ranjuku-爛熟 | volledige wasdom; complete rijpheid; volledig ontwikkeld zijn |
ratobia-ラトビア | Letland |
ren-連 | een couplet; strofe (van een gedicht) |
rensai-連載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven |
retā-レター | letter |
retaringu-レタリング | belettering |
retaringushotai-レタリング書体 | belettering stijl; fontstijl |
rīfuretto-リーフレット | folder; brochure; pamflet |
rikujōkyōgi-陸上競技 | atletiek (sport) |
rin-鈴 | belletje om begin of eind van iets aan te geven |
rōmankyapitaru-ローマンキャピタル | Romeinse hoofdletters |
roten-露店 | stalletje; kraam; straathandel |
rūretto-ルーレット | roulette (kansspel) |
ryō-両 | beide; allebei; alletwee |
ryūgen-流言 | (ongegrond) gerucht; verzonnen bericht [verhaal]; verzinsel; kletspraatje |
ryūko-竜虎 | machtige rivalen (lett. draak en tijger) |
ryūtō-竜灯 | (lett. drakenlicht) het lichten [fosforescentie] op de zee |
sābisueria-サービスエリア | (lett.) service gebied (gewoonlijk plek met tankstation, parkeerplaats, winkeltjes en een restaurant) |
saikyōyaki-西京焼き | gegrilde, in miso gemarineerde visfilet |
sairento-サイレント | zwijgend; stom; toonloos (van letter) |
saishokushahon-彩飾写本 | manuscript met illustraties of (hoofd)letters van bladgoud of bladzilver |
sangedatsumon-三解脱門 | (lett. poort van de drie bevrijdingen) drie manieren [meditaties] om de Verlichting te bereiken |
sasami-笹身 | kipfilet |
seibaisūsei-正倍数性 | euploïdie (het hebben van een complete set chromosomen) |
seibaisūtai-正倍数体 | euploïde (een individu met een complete set chromosomen) |
seiza-正座 | (lett. de juiste zithouding) rechtop geknield zitten (met je billen op je voeten) |
sekenbanashi-世間話 | geklets; kletspraatjes; praten over koetjes en kalfjes |
sekihan-赤飯 | sekihan (lett. rode rijst), kleefrijst met rode bonen |
senmenjo-洗面所 | badkamer; toilet(ruimte); wasruimte |
setchin-雪隠 | (arch.) toilet; wc |
shaba-車馬 | (lett. wagen en paard) paard en wagen; voertuig |
shaberu-喋る | praten; kletsen; babbelen |
shashinshokujiki-写真植字機 | fotografische (letter)zetmachine [letterdruk-machine] |
shatai-斜体 | cursieve drukletter; schuin gedrukt |
shibun-死文 | dode letter (een wet [regeling] die niet meer geldt [geen waarde of toepassing meer heeft) |
shichigochō-七五調 | afwisselende regels van 7 -en 5 lettergrepen (in Japanse poëzie zoals tanka en haiku) |
shichigosan-七五三 | (lett. zeven-vijf-drie) een traditioneel Japans festival op 15 november, voor meisjes van drie en zeven jaar oud en jongens van vijf jaar oud |
shichō-視聴 | aandacht; oplettendheid; observatie; herkenning |
shichū-支柱 | (lett. of fig.) steunpilaar; pijler; stut; steunpunt |
shigaisen-紫外線 | ultraviolette straal [stralen] |
shiin-子音 | medeklinker (letter) |
shikiji-識字 | geletterdheid; alfabetisme; vermogen om te lezen en schrijven |
shikijiritsu-識字率 | alfabetiseringsgraad; graad van geletterdheid |
shinbunbaiten-新聞売店 | krantenkiosk; krantenstalletje |
shinbun'ya-新聞屋 | krantenkiosk; krantenstalletje |
shinkansen-新幹線 | hoge snelheidstrein (TGV; Eng.: bullet train) |
shinkui-身口意 | (in Boeddhisme) een woord voor het menselijk handelen, n.l. doen, spreken en denken (lett. lichaam, mond en geest) |
shinobinaki-忍び泣き | het stilletjes [zacht; onderdrukt] snikken [huilen] |
shinrinyoku-森林浴 | (lett. bos baden) tot rust komen [relaxen] in het bos |
shiraburu-シラブル | lettergreep; syllabe |
shiran-紫蘭 | Japanse orchidee (Bletilla striata) |
shirigaruon'na-尻軽女 | losbandige [wulpse] vrouw; slet; hoer; snol |
shōgai-傷害 | verwonding; (lichamelijk) letsel |
shōgai-障害 | hindernis; beletsel; obstakel; handicap |
shōge-障礙 | hindernis; beletsel; obstakel; handicap |
shōgyōshisetsu-商業施設 | commerciële voorziening; commercieel gebouw (zoals winkelcentrum, warenhuis, outlet etc.) |
shoji-書字 | het schrijven (van karakters of letters) |
shokan-書簡 | het schrijven (van letters, kanji); schrijfwerk |
shoken-書剣 | pen (lett.: boek) en zwaard (voorwerpen die geleerden en schrijvers vroeger altijd bij zich hadden) |
shotai-書体 | lettertype |
shuji-種子 | (shingon boeddhisme) sanskriet letter (het zaad, dat een boeddha of bodhisattva vertegenwoordigt) (ook 種子-しゅうじ) |
sōran-総覧 | uitgebreid overzicht; compendium; bronnenboek; complete gids |
sōran-騒乱 | ordeverstoring; oproer; rel; relletje |
sōsharu・tagingu-ソーシャル・タギング | (lett. sociaal labelen) folksonomie (Engels: social tagging) |
sōshokumoji-装飾文字 | decoratieve letter |
sotto-そっと | stilletjes; zachtjes |
sufumāto-スフマート | sfumato (lett.: verdampt; schildertechniek) |
suihō-水泡 | (vloeistof) schuim; belletjes; bruis |
suiton-水団 | in soep gekookte (platte) meelballetjes [knoedels] |
sujibone-筋骨 | spieren en beenderen [botten; skelet]; lichaamsbouw |
sukeruton-スケルトン | skelet; geraamte |
sukeruton-スケルトン | (sport) skeleton (stalen slee waarbij de bestuurder op zijn buik ligt) |
sukeruton-スケルトン | skeleton-programming (code) |
sukyatto-スキャット | scat, het zingen van betekenisloze lettergrepen (zoals bv. doo-bee-doo-bee, meestal improviserend in jazz) |
sunekajiri-脛齧り | (lett. bijten in het onderbeen) het klaplopen; parasiteren; profiteren (van iem.); teren op |
sunēkuuddo-スネークウッド | letterhout of slangenhout (hout met een natuurlijke tekening lijkend lettersschrift of op slangenhuid, van de tropische boom Brosimum guianense) |
sunzenshakuma-寸善尺魔 | Er is meer kwaad dan goed in deze wereld. (lett. een sun (ca. 3 cm) goed en een shaku (ca. 30 cm) kwaad) |
supankōru-スパンコール | lovertje; paillette |
sureru-擦れる | verslijten; versleten raken |
sutando-スタンド | kraam; stalletje |
sutanza-スタンザ | (poëzie) stanza; strofe; couplet |
taburetto-タブレット | tablet; pil |
taburetto-タブレット | tablet-pc (computer) |
taburetto-タブレット | tekentablet (bij computer) |
tachibanashi-立ち話 | het staan te praten [kletsen] |
taihai-大敗 | een zware [verpletterende] nederlaag |
taikobara-太鼓腹 | dikke buik (lett. een buik als een trommel) |
taizen-大全 | verzamelbundel; verzamelwerk; het complete werk |
tajūjinkaku-多重人格 | meervoudige [gespleten] persoonlijkheid |
takanenohana-高嶺の花 | (lett. een bloem op een hoge bergtop) iets dat buiten je bereik is; iets waar je naar verlangt maar niet kunt bereiken |
tamagoyaki-卵焼き | (zoete of gekruide) omelet |
taniai-谷間 | decolleté |
tanihyōga-谷氷河 | gletsjervallei; gletsjerdal |
tanima-谷間 | decolleté |
tanka-短歌 | een Japans gedicht bestaande uit vijf regels met 31 lettergrepen (5-7-5-7-7) |
tan'onsetsugo-単音節語 | eenlettergrepig woord |
tearai-手洗い | toilet; wc |
tegami-手紙 | (Chin. shouzhi: lett. hand-papier) toiletpapier |
tekketsu-鉄血 | (lett. ijzer en bloed) sterke krijgsmacht (verwijzing naar een toespraak van Bismarck van Pruisen) |
tentekisenseki-点滴穿石 | beetje voor beetje; stap voor stap op je doel af gaan (lett. het constant druppelen van water boort een gat in een steen) |
teochi-手落ち | onoplettendheid; nalatigheid; vergissing |
tetoriashitori-手取り足取り | aandachtig; oplettend |
tezure-手擦れ | versleten; vuil [vet] geworden (door veelvuldig gebruik) |
tōbi-掉尾 | (lett.) met de staart zwaaien |
toire-トイレ | toilet; wc |
toiretto-トイレット | toilet; wc |
tōketsusuru-凍結する | (lett.) bevriezen |
tokuhitsu-禿筆 | versleten (schrijf)penseel |
tomedate-止め立て | poging om iem. te weerhouden [tegenhouden; beletten; verhinderen] |
tomedatesuru-止め立てする | stoppen; tegenhouden; weerhouden; beletten; verhinderen |
toranokuchi-虎の口 | (lett. mond van de tijger) een zeer gevaarlijke plek [plaats] of situatie |
toriko-取り粉 | rijstmeel, dat (tegen het vastkleven) op het werkblad wordt gestrooid bij het maken van mochi (kleefrijstbolletjes) |
torizata-取り沙汰 | gerucht; roddel; geklets |
torōchi-トローチ | pastille; zuigtablet |
toshin-兎唇 | hazenlip; gespleten lip |
tōtekikyōgi-投擲競技 | een werpnummer (bij atletiek, nl. discus, hamer, kogel of speerwerpen) |
tsūbaifōkōhō-ツーバイフォー工法 | houtskeletbouw waarbij gebruik gemaakt wordt van balken van 2 bij 4 duim |
tsūbō-痛棒 | stok gebruikt tijdens Zen meditatie training (om onoplettende leerlingen een tik te geven) |
tsubureru-潰れる | platgeslagen [verpletterd] worden |
tsubusu-潰す | plat slaan; verpletteren |
tsuiren-対聯 | een couplet in Chinese poëzie |
tsukisasu-突き刺す | (lett.) steken; prikken; doorboren |
tsukune-捏ね | Japanse gehaktballetjes (vis of kip) |
tsukune-捏ね | (afk. voor) gefrituurde gehaktballetjes (vis of kip) |
tsukune-捏ね | (afk. voor) gebakken gehaktballetjes (vis of kip) |
tsukuneage-捏ね揚げ | gefrituurde gehaktballetjes (vis of kip) |
tsukuneyaki-捏ね焼き | gebakken gehaktballetjes (vis of kip) |
tsumetai-冷たい | (zowel letterlijk als figuurlijk) koud; kil; ijzig; koel |
tsutsushimu-慎む | letten op; passen op; voorzichtig [tactvol] zijn |
uchikaesu-打ち返す | terugslaan (letterlijk en figuurlijk) |
uejiban-上字版 | (arch.) lettertype; font |
unaginobori-鰻登り | (lett. een paling die verticaal omhoog (in het water) klimt) het snel stijgen [omhoogklimmen]; omhoogschieten (van prijzen, populariteit, e.d.) |
undōkyōgi-運動競技 | atletiek |
usu-臼 | usu, grote Japanse vijzel (o.a. gebruikt om het deeg te stampen voor mochi, Japanse balletjes van kleefrijst) |
uwagoto-譫言 | onzin; nonsens; kletspraat |
wantan-ワンタン | wantan (Chinees gevuld deegballetje) |
wareru-割れる | gebroken [gespleten; gekraakt] worden |
wōtā・kurozetto-ウォーター・クロゼット | wc; watercloset; toilet |
yabuhebi-藪蛇 | (lett. slang in het struikgewas) lastige [netelige] situatie; onverwachte problemen |
yachiyo-八千代 | (lett. 8000 jaar) zeer lange periode; eeuwigheid |
yadorigi-宿り木 | maretak (plant: Viscum album); mistletoe |
yakuhōshi-薬包紙 | poederpapiertje (een vierkant velletje papier dat wordt gevouwen om poedervormige geneesmiddelen in te verpakken in apotheken) |
yakuon-約音 | (taalkunde) samentrekking (van lettergrepen) |
yami-闇 | onwetend zijn; zonder kennis en rede zijn; ongeletterd [analfabeet] zijn |
yaminoyononishiki-闇の夜の錦 | iets dat geen effect [succes] heeft; (lett.: in het donker valt zelfs het schitterendste brokaat niet op) |
yaoya-八百屋 | iemand met een wijde belangstelling [interesse] (lett. voor 800 onderwerpen) in wetenschap, kunst, e.d.; homo universalis |
yasudomari-安泊まり | een goedkope slaapplaats (hotelletje, herberg, e.d.) |
yatai-屋台 | (verkoop)stalletje; kraam (op een markt, festival, bij een tempel, etc.) |
yometoome-夜目遠目 | (gezegde) Bij duisternis kan men geen onderscheid maken tussen mooi en lelijk. (lett. een vrouw in het donker, in de verte) |
yoreyore-よれよれ | (onomatopee) versleten; kaal; armoedig |
yosomisuru-よそ見する | opzij kijken; niet opletten; niet voor je kijken |
yota-与太 | dom [dwaas] geklets; nonsens; flauwekul |
yōtashi-用足し | toiletbezoek; zijn behoefte doen |
yudan-油断 | onoplettendheid; onzorgvuldigheid; onvoorbereid zijn (etymologie: het licht gaat uit door het niet op tijd bijvullen van de lampolie) |
yudantaiteki-油断大敵 | de grootste vijand is onoplettendheid [onzorgvuldigheid; onvoorbereid zijn] |
yukitodoku-行き届く | attent [oplettend; zorgvuldig; nauwgezet] zijn |
yumemakura-夢枕 | bij (lett. droom-kussen) in je droom |
yū・bui-ユー・ブイ | UV (Ultra Violet straling) |
za-挫 | (in kanji combinaties) verpletteren; breken; verstuiken |
zanpai-惨敗 | een zware [verpletterende] nederlaag |
zatsudan-雑談 | geklets; gebabbel; gekeuvel; kletspraatjes; geroddel |
zatsudansuru-雑談する | kletsen; babbelen; keuvelen; roddelen |
zatsuwa-雑話 | kletspraatjes; geklets; gebabbel; geroddel |
zāzā-ざーざー | (onomatopee) (het geluid van) gekletter van harde regen |
zenkaku-全角 | volledige letterbreedte [karakterbreedte] |
zenkakumoji-全角文字 | teken [letter; lettertype] op volle breedte; dubbelbyte lettertype (computer) |
zenken-全権 | complete autoriteit; absolute macht |
zenmetsu-全滅 | complete verwoesting; vernietiging |
zenmetsu-全滅 | totale [verpletterende] nederlaag |
zen'on'onkai-全音音階 | heletoonstoonladder; anhemitonisch hexatonische toonladder |
zubunure-ずぶ濡れ | kletsnat [druipnat; doorweekt] zijn |