Kruisverwijzing
relatie
lemma | meaning |
---|---|
abanchūru-アバンチュール | liefdesrelatie; romantisch avontuurtje |
adana-徒名 | gerucht over een (mogelijke) relatie [romance] |
aidagara-間柄 | relatie; betrekking(en); band |
aienkien-合縁奇縁 | een ongewone relatie, tot stand gekomen door een speling van het lot |
aikyō-愛敬 | harmonie tussen man en vrouw (in een relatie) |
aikyōzukiai-愛敬付合い | een oppervlakkige vriendschap [relatie; kennis] |
ainokesshō-愛の結晶 | een kind uit een liefdesrelatie; de vrucht der liefde |
aisatsu-挨拶 | relatie [band] (tussen 2 mensen bemiddelen; bemiddeling; interventie; bemiddelaar |
akuen-悪縁 | een noodlottige relatie die men niet kan verbreken |
akuen-悪縁 | slechte relatie [verbinding; band; connectie] |
bakugyaku-莫逆 | hechte relatie; intieme band |
chū-仲 | relatie tussen mensen |
chūtai-紐帯 | relatie; band; verbinding |
en-縁 | relatie; verbintenis; binding; connectie (tussen mensen) |
engumi-縁組み | (het aangaan van) een familierelatie (huwelijk, adoptie) |
enishi-縁 | relatie; (romantische) verbintenis |
enko-縁故 | familierelatie; bloedverwant |
enko-縁故 | persoonlijke connecties [relaties] |
enkyoriren'ai-遠距離恋愛 | langeafstandsrelatie |
en'yū-縁由 | connectie; relatie; verwantschap; verbinding |
fukakuteiseigenri-不確定性原理 | onzekerheidsrelatie [onzekerheidsprincipe] van Heisenberg |
fukuen-復縁 | verzoening; herstel van onderlinge relaties |
hatten-発展 | de ontwikkeling in de relatie (tussen man en vrouw); een losbandig leven leiden; een actief sex leven hebben |
hijū-比重 | relatief belang |
hijū-比重 | relatieve dichtheid |
hyūman・rirēshonzu-ヒューマン・リレーションズ | (Eng.: human relations) menselijke betrekkingen [relaties] |
ienoko-家の子 | (einde van de Heian periode) lid van een clan die een meester-dienaarrelatie had met de feodale heer |
jain-邪淫 | (boeddh.) overspel; het hebben van een buitenechtelijke relatie |
jinrin-人倫 | menselijke betrekkingen [relaties]; moraliteit, |
kabu-株 | handelsrechten; goodwill (zakenrelaties) |
kankei-関係 | relatie(s); betrekkingen |
kanren-関連 | verbinding; relatie; associatie |
kan'in-姦淫 | overspel; overspelige affaire [relatie] |
keifu-系譜 | verbinding [relatie] tussen groepen (mensen of dingen); tak |
keizoku-係属 | connectie; relatie |
kizuna-絆 | band; relatie |
koiji-恋路 | liefdesverhouding; romance; liefdesrelatie |
kone-コネ | (persoonlijke) contacten; connectie(s); relatie(s) |
konekushon-コネクション | relatie(s); (persoonlijke) contacten |
koresupondento-コレスポンデント | handelsrelatie |
kōryū-交流 | sociale [culturele] betrekkingen [relaties; uitwisseling] |
kusareen-腐れ縁 | een slechte [rottende] relatie (die niet verbroken kan worden) |
mijika-身近 | een hechte relatie (met iets of iemand) |
muen-無縁 | geen [zonder] relatie; geen [zonder] verbindenis; niet verwant; onverschillig; ongeïnteresseerd |
muenshakai-無縁社会 | een samenleving waarin persoonlijke relaties vrijwel geen rol spelen |
naka-仲 | relatie; vriendschap |
nakaai-中間 | relatie tussen mensen (met name tussen familieleden). |
nakanaori-仲直り | verzoening; herstel van de relatie; het (weer) goed maken |
nakayoshi-仲良し | vriendschap; goede relatie |
namidakin-涙金 | smartegeld; vergoeding [compensatie]; een kleine som geld gegeven uit medelijden [als troost] (b.v. na een breuk in een relatie) |
nareau-馴れ合う | vriendschap sluiten; goed kunnen opschieten met elkaar; intiem worden; een geheime relatie aangaan |
nasanunaka-生さぬ仲 | ouder-kind relatie zonder biologische verwantschap |
nejireru-捩れる | (van relaties, e.d.) gespannen zijn [worden] |
nichibeikan-日米間 | (relaties, etc.) tussen Japan en Amerika |
nichiōkan-日欧間 | (relaties, etc.) tussen Japan en Europa |
ningenkankei-人間関係 | (inter)menselijke relaties [betrekkingen] |
norokeru-惚気る | opscheppen over je liefdesrelatie; je relatie [partner] bewieroken |
ōrai-往来 | relatie; verkering; omgang; communicatie |
oriai-折り合い | relatie; verstandhouding; wederzijdse betrekkingen |
oriau-折り合う | goed overweg kunnen met (elkaar); goede relatie [verstandhouding] hebben met |
puropōshon-プロポーション | verhouding; evenredigheid; percentage; relatie; balans |
rabu・afea-ラブ・アフェア | (Eng.: love affair) liefdesrelatie; liefdesverhouding |
ruien-類縁 | familierelatie; verwantschap; affiniteit |
seki-隻 | woord gebruikt om (relatief grote) boten te tellen |
shinmitsu-親密 | nauwe [hechte] relatie |
shinseki-親戚 | familierelatie; familiekring; familielid |
shishi-師資 | meester en leerling; leraar en student; de relatie tussen meester en leerling |
shī・emu-シー・エム | (customer management) klantenbeheer; relatiebeheer |
shōmyō-小名 | (Edo-periode) een feodale heer met een relatief klein grondgebied |
sōkan-相関 | correlatie; samenhang |
sōkankankei-相関関係 | wederzijdse [onderlinge] betrekkingen; correlatie |
sōkankeisū-相関係数 | correlatiecoëfficiënt (van Pearson) |
soshioguramu-ソシオグラム | sociogram (voorstelling van relaties in een sociale groep) |
sōtaionkan-相対音感 | relatief gehoor |
sōtaiteki-相対的 | relatief; betrekkelijk |
sutedī-ステディー | vast (van een relatie) |
tachikiru-断ち切る | verbreken (b.v. van een relatie of banden) |
tegire-手切れ | het verbreken van relaties [verbindingen] |
tokobanare-床離れ | het apart gaan slapen (van een stel met relatieproblemen) |
tokuren-得恋 | een succesvolle liefdesrelatie; een romantische relatie hebben |
toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
torihikikankei-取引関係 | zakenrelatie |
torihikisaki-取引先 | klant; consument; zakenrelatie |
torimusubu-取り結ぶ | (bij iemand) in de gunst proberen te komen; een goede relatie hebben (met) |
tsukiau-付き合う | omgaan met; relatie hebben met; gezelschap houden |
tsunagari-繋がり | band; relatie; binding; connectie; link |
tsunagaru-繋がる | in relatie staan tot; verwijzen naar |
tsūro-通路 | verbinding; relatie; betrekking |
tsuzukigara-続き柄 | familierelatie; familiebetrekking; verwantschap |
wakarebanashi-別れ話 | gesprek over een scheiding [beëindiging van een relatie] |
warini-割に | verhoudingsgewijs; in vergelijking; relatief |
warito-割と | in verhouding; relatief |
yasui-安い | intiem; een intieme relatie hebben. |
yukari-縁 | betrekking; relatie; verbinding; affiniteit |
zekkō-絶交 | relatiebreuk; vriendschapsbreuk |
zenshoku-前職 | voorganger (binnen een werkrelatie) |
zokugara-続柄 | (spreektaal) familierelatie; familiebetrekking; verwantschap |