Kruisverwijzing
reis
lemma | meaning |
---|---|
aitemu-アイテム | noodzakelijk iets; benodigdheid; vereiste |
akeni-明け荷 | reiskoffer; reismand |
amime-編み目 | breisteek |
annaiki-案内記 | een reisgids; reisboek |
annaisho-案内書 | een handleiding; handboek; een (reis)gids; reisboek |
annonzoku-アンノン族 | een term die rond 1970-1980 werd gebruikt voor jonge vrouwen die alleen of in kleine groepen reisden (met modetijdschriften en reisgidsen in de hand) |
bodaiju-菩提樹 | de vertaling van Der Lindenbaum, het vijfde lied in de Winterreise cyclus van Schubert |
bon・boyāju-ボン・ボヤージュ | goede reis! |
bosuton・baggu-ボストン・バッグ | weekendtas; (grote) reistas |
chikarawaza-力業 | zwaar werk; werk dat veel (lichamelijke) kracht vereist |
chōto-長途 | een lange weg; een lange reis |
daimyōryokō-大名旅行 | een luxueuze [dure] reis maken; reizen in weelde |
dōchū-道中 | reis; trip |
dōdō-同道 | reis(tocht) in gezelschap van anderen; het samen reizen |
dōkōsha-同行者 | medereiziger; metgezel; reisgenoot |
ekotsuā-エコツアー | ecoreis; ecotour |
enro-遠路 | een lange weg; een verre [grote] reisafstand |
ensoku-遠足 | excursie; uitstapje; trip; schoolreisje |
fukkō-復航 | terugreis; thuisreis |
funabito-船人 | passagier op een schip; reiziger die per boot reist |
funatabi-船旅 | zeereis; scheepsreis |
furaito-フライト | vlucht; vliegreis |
gaido-ガイド | gids; leidsman; reisleider; raadgever |
gaido-ガイド | (reis)gids; handleiding |
gaikokuryokō-外国旅行 | reis naar het buitenland |
gaiyū-外遊 | het reizen naar het buitenland; buitenlandse reis |
gekiryo-逆旅 | reis |
gimuzukeru-義務づける | verplicht maken [stellen]; vereisen |
hanemūn-ハネムーン | huwelijksreis |
hanemūn・bebī-ハネムーン・ベビー | kind dat is verwekt tijdens de huwelijksreis |
hatago-旅籠 | (Edo-periode) mand [kist] met het voedsel voor de paarden op reis |
hatago-旅籠 | (Edo-periode) mand met etenswaren op reis |
henreki-遍歴 | reis; rondreis; zwerftocht; pelgrimage |
higaeri-日帰り | dagtrip; dagtocht; heen- en terugreis op één dag |
hikō-飛行 | vlucht; luchtvaart; luchtreis |
hitoritabi-一人旅 | het single [solo] reizen; alleen reis |
hitsuyō-必用 | noodzaak; vereiste |
hitsuyō-必要 | noodzaak; vereiste; behoefte |
hitsuyōjōken-必要条件 | sine qua non; noodzakelijke voorwaarden (relatie tussen stellingen); vereisten |
hoshii-糒 | rijst die eerst gaargestoomd is en daarna gedroogd (makkelijk mee te nemen op reis en klaar om te eten na het te weken in water) |
ichiroheian-一路平安 | een uitdrukking om iemand een goede reis te wensen |
ienken-以遠権 | landingsrecht dat een luchtvaartmaatschappij toestaat om na aankomst in het land dat het reisdoel is, door te vliegen en te landen in een ander land |
iki-行き (往き) | heenreis |
ikidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
innā・torippu-インナー・トリップ | innerlijke reis; meditatie |
kaban-鞄 | (leren) tas; reistas; aktetas |
kadode-門出 | je huis verlaten en op reis gaan |
kaeri-帰り | terugkeer; terugreis |
kairo-海路 | zeereis (per boot of schip) |
kaison-海損 | schade aan schepen en lading tijdens de reis; averij |
kakuchi-客地 | reisbestemming; buitenland |
kakushi-客死 | het sterven op reis [tijdens verblijf in het buitenland] |
kangyo-還御 | terugreis van de keizer [shogun] (of leden van het hof) |
katamichi-片道 | enkele reis |
kengaku-見学 | studiereis; werkbezoek; leren door werkzaamheden te observeren in de praktijk |
kikō-帰航 | terugreis; thuisreis |
kikō-紀行 | reisverslag; reisverhaal |
kiryo-羈旅 | reis; het reizen |
kōkai-航海 | zeereis; zeescheepvaart; zeevaart |
kōri-行李 | reiskoffer [mand met deksel] (van gevlochten bamboe of wilgenhout); reisbagage |
kōtei-航程 | (van een schip) vaarafstand; vaartijd; zeereis; cruise |
kōtei-行程 | rit; reis; route |
kōtsūhi-交通費 | vervoerkosten; transportkosten; reiskosten; ritprijs |
kurumadai-車代 | ritprijs (taxi, bus, etc.); reiskosten; transportkosten |
kusamakura-草枕 | het slapen in de open lucht [op het gras; op reis] |
meriyasuami-メリヤス編み | tricotsteek; koussteek (breisteek) |
michiyuki-道行き | reis; het reizen |
michiyuki-道行き | reisbeschrijving |
michiyuki-道行き | (Kabuki theater) scène waar een man en vrouw samen (in het geheim) ervandoor [op reis] gaan |
michizure-道連れ | reisgenoot; reisgezel |
miyage-土産 | souvenir, aandenken meegenomen van een reis; cadeautje; presentje |
miyagebanashi-土産話 | reisverhaal |
mumenkyo-無免許 | vergunning niet vereist |
namimakura-波枕 | een zeereis |
nīzu-ニーズ | behoefte); benodigdheid; vereiste |
norimonoyoi-乗り物酔い | bewegingsziekte; reisziekte |
norisugosu-乗り過ごす | vergeten uit (de trein, tram, e.d.) te stappen; het station dat reisdoel is passeren |
nyūkoku-入国 | inreis [binnenkomst] in een land; een land binnengaan |
nyūkokukinshi-入国禁止 | inreisverbod |
ōkō-往航 | heenreis; uitreis |
omiyage-御土産 | souvenir, aandenken meegenomen van een reis; geschenk; cadeau; presentje |
opushonaru・tsuā-オプショナル・ツアー | optionele excursie; facultatieve rondleiding (bij een geboekte reis) |
rei-隷 | (afkorting van reisho) kalligrafie stijl voor kanji (ontwikkeld volgens traditie voor een algemene leesbaarheid; ook wel kopiist-schrift genoemd) |
reisho-隷書 | (afkorting van reisho) kalligrafie stijl voor kanji (ontwikkeld volgens traditie voor een algemene leesbaarheid; ook wel kopiist-schrift genoemd) |
rekiyū-歴遊 | tour; trip; (rond)reis (te voet) |
rekiyū-歴遊 | studiereis (van kunstenaars e.d.) |
rogin-路銀 | reiskosten |
rōnin-浪人 | (in de oudheid) wereldreiziger; iemand die rondreiste zonder een direct einddoel |
royō-路用 | reiskosten |
ryokō-旅行 | het reizen; reis; trip |
ryokōannaisho-旅行案内書 | een reisgids |
ryokōdairigyōsha-旅行代理業者 | reisagent; verkoper van reizen |
ryokōdairiten-旅行代理店 | reisbureau; reisagentschap |
ryokōhoken-旅行保険 | reisverzekering |
ryosō-旅装 | reiskleding |
ryotei-旅程 | reisplan; reisschema |
ryotei-旅程 | reisroute; reisafstand |
sairyō-宰領 | het organiseren [verzorgen; begeleiden] van groepsreizen; reisleider; gids |
seiba-征馬 | reispaard; paard om op reis te gaan |
seiyū-清遊 | plezierreisje; excursie; trip |
shikaku-資格 | kwalificatie; vereiste |
shikinjuyō-資金需要 | kapitaalvereisten; kredietbehoefte; kredietvraag |
shinkonryokō-新婚旅行 | huwelijksreis |
shisatsu-視察 | inspectieronde; studiereis |
shōyōryokō-商用旅行 | zakenreis |
shūgakuryokō-修学旅行 | studiereis; schoolreis; excursie (school; studie) |
shūgakuryokōsaki-修学旅行先 | bestemming van een school [studie] reis; (studie)reisdoel |
shukkoku-出国 | uitreis naar het buitenland; het land verlaten om naar het buitenland te gaan |
shutchō-出張 | zakenreis |
shutchōchū-出張中 | op zakenreis zijn |
shutchōhi-出張費 | reiskosten |
shutchōryohi-出張旅費 | (zakelijke) reiskosten |
shutchōsuru-出張する | op zakenreis gaan; een zakenreis maken |
shutsumon-出門 | vertrek; afreis |
shuttatsu-出立 | vertrek; afreis; afvaart |
sūtsukēsu-スーツケース | koffer; reistas |
tabi-旅 | reis; trip |
tabidatsu-旅立つ | op reis gaan; vertrekken |
tabiji-旅路 | reis; tocht |
tabijitaku-旅支度 | voorbereidingen voor de reis |
tabijitaku-旅支度 | reiskleding |
tabisaki-旅先 | (reis)bestemming; reisdoel |
tabisugata-旅姿 | (traditioneel Japanse) reiskleding |
tabiyatsure-旅窶れ | het verreisd [moe van het reizen] zijn |
tokai-渡海 | overtocht (via zeereis) |
tokō-渡航 | (zee)reis; overtocht; oversteek |
toransufā-トランスファー | transfer; overstap (bij vliegreis) |
torippu-トリップ | een korte reis [trip] |
torippuadobaisā-トリップアドバイザー | reisadviseur |
torippusuru-トリップする | een reisje [trip] maken |
tōryū-逗留 | lang verblijf (tijdens een reis) |
tsuā-ツアー | toer; trip; rondreis; excursie; toernee |
tsūkabiza-通過ビザ | doorreisvisum; transitvisum |
tsūkinteate-通勤手当 | reiskostenvergoeding |
tsūringu-ツーリング | rondreis per auto of motor |
tsūrisuto・byūrō-ツーリスト・ビューロー | toeristenbureau; reisbureau |
uchūryokō-宇宙旅行 | ruimtereis |
wākingu・horidē-ワーキング・ホリデー | werkvakantie; vakantiereis met werkvergunning (waarbij reizigers mogen werken in het land dat ze bezoeken) |
yajikita-弥次喜多 | (afk. voor) een leuk [vrolijk] uitsapje [reisje] van twee mannen |
yajikitadōchū-弥次喜多道中 | een leuk [vrolijk] uitsapje [reisje] van twee mannen |
yakō-夜行 | nachtreis; nachtelijke reis |
yōkō-洋行 | (studie)reis (vanuit Japan) naar het buitenland [het Westen] |
yōsei-要請 | eis; vereiste; verzoek; claim |
yōseisuru-要請する | eisen; vereisen; verzoeken |
yōsu-要す | vereisen; vergen; nodig zijn [hebben] |
yōsuru-要する | vereisen; vergen; nodig zijn [hebben] |
yukidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
yūreki-遊歴 | tour; trip; (rond)reis (te voet) |
yūreki-遊歴 | studiereis (van kunstenaars e.d.) |
yusan-遊山 | pleziertocht; plezierreis; uitstapje; uitje; tochtje; excursie |