Kruisverwijzing
prei
lemma | meaning |
---|---|
araihari-洗い張り | een kimono eerst uit elkaar halen en dan de delen apart wassen en uitgespreid [uitgerekt] laten drogen |
betaichimen-べた一面 | overal; (verspreid) over het hele oppervlak |
bōhon-坊本 | beperkte uitgave van een boek, op basis van lokale verspreiding; boek uitgegeven door een particuliere boekhandel |
bōkyō-防共 | verdediging tegen (verspreiding van) het communisme |
boroboro-ぼろぼろ | in stukjes; een voor een; verspreid; de een na de ander |
bunpu-分布 | verspreiding; distributie; verdeling; verstrekking |
bunpuzu-分布図 | verspreidingskaart; verspreidingsdiagram |
bunpu'iki-分布域 | verspreidingsgebied |
bunsansuru-分散する | verspreiden; verdelen; decentraliseren; verstrooien |
chirakaru-散らかる | verspreid [overhoop] liggen; in wanorde verkeren |
dainoji-大の字 | (de vorm van het kanji 大) met armen en benen gespreid |
dema-デマ | demagogie; volksmisleiding; opzettelijk verspreiden van valse informatie |
demagogī-デマゴギー | demagogie; volksmisleiding; opzettelijk verspreiden van valse informatie |
denpa-伝播 | verbreiding; verspreiding |
enshō-延焼 | vuur dat zich verspreidt [om zich heen grijpt] |
enshōsuru-延焼する | vlam vatten; het verspreiden [om zich heen grijpen] van vuur |
fukichirasu-吹き散らす | een gerucht verspreiden; (iets) rondbazuinen |
fukyū-普及 | verspreiding; voortplanting; propagatie |
fukyūsuru-普及する | verspreiden; zich voortplanten |
furemawaru-触れ回る | (iets met veel ophef) rondbazuinen; (gerucht) verspreiden |
furishiku-降り敷く | verspreid liggen [gevallen zijn]; uitgestrooid zijn; bezaaid zijn (met) |
goshin-五辛 | de 5 soorten groenten met een sterke smaak (knoflook, ui, lenteuitjes, prei en bieslook) |
guhō-弘法 | het verspreiden van de boeddhistische leer |
habikoru-蔓延る | (over)woekeren; zich verspreiden; overheersen |
haibanrōzeki-杯盤狼藉 | het over de tafel verspreid liggen van gebruikt serviesgoed (na een diner of banket) |
haibun-配分 | distributie; verspreiding; toewijzing |
hakidasu-吐き出す | spuien (kritiek, etc.); uitstromen; verspreiden; verklappen; onthullen |
hanarebanare-離れ離れ | apart; gescheiden; uit elkaar; verspreid |
haru-張る | uitrekken; (uit)spreiden; uitsteken (arm, etc.) |
hiashi-火脚 | het verspreiden [om zich heen grijpen] van vuur [brand] |
hirogaru-広がる | zich (ver)spreiden; wijder [groter; langer] worden |
hirogeru-広げる | verbreden; vergroten; (uit)spreiden; uitbreiden |
hokidasu-吐き出す | spuien (kritiek, etc.); uitstromen; verspreiden; verklappen; onthullen |
iifurasu-言い触らす | een gerucht verspreiden |
ikiwataru-行き渡る | rondgaan; verspreiden; uitdelen |
jiseishokubutsu-自生植物 | inheemse plant (groeiend in eigen verspreidingsgebied) |
kakebuton-掛け布団 | (bedden)sprei |
kakusan-拡散 | verspreiding; diffusie |
kikashokubutsu-帰化植物 | een exoot; een uitheemse plant (die buiten zijn eigen verspreidingsgebied groeit) |
kō-弘 | (in kanji combinaties) uitgebreid; wijd; groot; uitgespreid |
kōyahijiri-高野聖 | monnik die vanuit de berg Koya wordt uitgezonden om de leer te verspreiden en donaties te verzamelen |
kūkikansen-空気感染 | aërogene infectie; infectie die door de lucht wordt verspreid |
maku-撒く | (be)strooien; verspreiden; sproeien; besprenkelen |
marariamaen-マラリア蔓延 | verspreiding van malaria |
matawari-股割り | spagaat; spreidzit |
mawari-回り | verspreiding |
mihiraki-見開き | verspreid over twee pagina's (van een boek of tijdschrift) |
mizubari-水張り | natte stof [papier] uitspreiden zodat het zonder kreukels opdroogt |
moraibisuru-貰い火する | overslaan van vlammen; verspreiden van vuur |
musan-霧散 | verspreiding; verdrijving; verdwijning |
narōkyasutingu-ナローキャスティング | narrowcasting, een internetcommunicatie-model, gebaseerd op een verspreidingsmechanisme en een gefragmenteerd gebruik van de inhoud |
negi-葱 | prei; (stengel)ui |
nezumizan-鼠算 | snelle vermenigvuldiging; snelle toename (in aantal); snelle verspreiding |
noberu-延べる | (uit)strekken; (uit)spreiden; openvouwen |
noru-乗る | (zich) goed verdelen [uitspreiden; uitsmeren] |
oichirasu-追い散らす | wegjagen; verjagen; uiteendrijven; verspreiden |
oiharau-追い払う | wegjagen; uiteendrijven; verspreiden |
ōkō-横行 | het woekeren; hoogtij vieren; wijdverspreid [veelvoorkomend] zijn |
parapara-ぱらぱら | (onomatopee) schaars; verspreid; (van iemands haar) piekerig; in losse plukken geknipt |
parapara-ぱらぱら | (onomatopee) (her en der) verspreid zijn [liggen] |
ran-濫 | (in kanji combinaties) overvloed; overstroming; overdaad; verspreiding |
risan-離散 | verspreiding; verdeling; verstrooiing |
ryūkō-流行 | gangbaarheid; wijdverspreid zijn |
sanpu-散布 | verspreiding; verstrooiing; besprenkeling; besproeiing |
sanpuzu-散布図 | verspreidingskaart; verstrooiingsdiagram; besprenkelingsschema |
sanran-散乱 | verspreiding; verstrooiing |
sanzai-散在 | diffuus [verspreid] gelegen |
sanzaisuru-散在する | diffuus [verspreid; verstrooid; bezaaid] zijn |
shisan-四散 | verspreiding [verstrooiing] in alle richtingen |
shisansuru-四散する | in alle richtingen verspreiden [verstrooien] |
suehiro-末広 | volledige [wijde] (uit)spreiding; het wijd openvouwen |
suehirogari-末広がり | volledige [wijde] (uit)spreiding; het wijd openvouwen |
supureddo-スプレッド | spreiding (van portefeuille, risico's, e.d.) |
supureddo-スプレッド | verspreiding; breedte; reikwijdte |
tachifusagaru-立ち塞がる | het in de weg [voor iemand] gaan staan; met gespreide handen staan; iem. blokkeren [tegenhouden] |
tenkai-展開 | uitspreiding; uitrolling; openvouwen |
tenkaisuru-展開する | ontwikkelen; uitspreiden; uitrollen; openvouwen; uitlichten; uitwerken |
tenshi-展翅 | het spreiden van de vleugels van een insect (voor het tentoonstellen van een dood exemplaar) |
tobihi-飛び火 | (fig.) vonken die overspringen; zich verspreidende gevolgen [effecten] |
tobihi-飛び火 | rondvliegende vonken [vlammen]; zich verspreidend [overspringend] vuur |
tobitobi-飛び飛び | sporadisch; verspreid; hier en daar; van de hak op de tak |
tokorodokoro-所所 | hier en daar; her en der (verspreid) |
wakareru-分かれる | verdeeld worden; zich vertakken [verspreiden] |
yakkodako-奴凧 | een (traditionele) Japanse vlieger in de vorm van een man met uitgespreide armen (als vleugels) |