popelen / po-pe-len ( ww )
1...たくてたまらない [in combinatie met een ander werkwoord, popelen om te...]
Zij stond te popelen om te gaan.
彼女は行きたくてたまらなかった。
Ik sta te popelen om hem te ontmoeten.
彼に会いたくてたまらない。
2ぞくぞくする; ふるえる [snel kloppen (van het hart)]
popelen van angst
恐怖のために震える