pit1 / pit ( de (m/v) | znw | pitten )
1種; 核 [van vruchten]
2核心 [binnenste]
3火口 [brander]
Kruisverwijzing
pit
lemma | meaning |
---|---|
annin-杏仁 | abrikozenzaad; abrikozenpit |
annindōfu-杏仁豆腐 | amandeltofu (Chinees dessert, soort gelatinepudding gemaakt van abrikozenpitmelk, agar en suiker) |
asupīte-アスピーテ | aspit; schildvulkaan |
bakkubōn-バックボーン | wilskracht; pit; ruggengraat (fig.) |
batterī-バッテリー | in honkbal: de pitcher en catcher |
benchāshikin-ベンチャー資金 | durfkapitaal; risicokapitaal |
benchā・kyapitarisuto-ベンチャー・キャピタリスト | durfkapitalist |
benchā・kyapitaru-ベンチャー・キャピタル | durfkapitaal; risicokapitaal |
boisu・rēkōdā-ボイス・レコーダー | cockpit voice recorder (in vliegtuigen) |
daisō-代走 | (honkbal) pitch runner, (sterke) vervangende honkloper in kritieke fase van de wedstrijd |
daizōkyō-大蔵経 | Taishō Tripiṭaka is een uitgave van Chinese boeddhistische geschriften, met Japanse commentaren |
deddo・bōru-デッド・ボール | (honkbal) een dode bal (het stilleggen van de wedstrijd door de scheidsrechter (b.v. als de slagman wordt geraakt door de worp van de pitcher) |
dōki-動悸 | palpitatie; hartklopping |
fōku-フォーク | vorkbal (een soort pitch in honkbal) |
fōkubōru-フォークボール | vorkbal (een soort pitch in honkbal) |
fowādo-フォワード | (sport) spits; voorspeler; aanvaller |
fuhenshihon-不変資本 | constant kapitaal (concept van Karl Marx) |
furaito・dekki-フライト・デッキ | cockpit |
furō-フロー | toevoer; toevloed (kapitaal of goederen) |
genjin-原人 | de eerste mens (Pithecanthropus-Erectus of Javamens) |
gikkurigoshi-ぎっくり腰 | spit; lumbago (acute scherpe pijn in de onderrug) |
gomi-五味 | de vijf smaken (zoet, zuur, zout, bitter, pittig) |
hanpuku-反復 | herhaling; iteratie; recapitulatie |
hanpuku-反覆 | herhaling; iteratie; recapitulatie |
heisagatatōshishintaku-閉鎖型投資信託 | beleggingsfonds dat een vast aantal aandelen uitgeeft via een enkele openbare aanbieding (om kapitaal te verzamelen voor de eerste investeringen) |
hokosaki-矛先 | (fig.) speerpunt; voorste legerspits |
hōmu・suchīru-ホーム・スチール | (honkbal) het stelen van het thuishonk (d.w.z. dat de honkloper begint te rennen naar de thuisplaat al voordat de pitcher heeft gegooid) |
horiokosu-掘り起こす | opgraven; uitspitten; omspitten |
horisageru-掘り下げる | diep graven [spitten]; delven |
hosupitarizumu-ホスピタリズム | hospitalisme (ziekte ontstaan door verblijf in ziekenhuis) |
igusa-藺草 | pitrus (plant: Juncus effusus) |
inkōsu-インコース | (honkbal) (een worp van de pitcher) vlakbij de slagman |
jōhōshūsei-上方修正 | opwaartse aanpassing [herziening; waardering] (van aandelen of kapitaal) |
jupitā-ジュピター | Jupiter (Romeinse God) |
jupitā-ジュピター | Jupiter (planeet) |
kahenshihon-可変資本 | variabel kapitaal (concept van Karl Marx) |
kaijō-開城 | overgave; capitulatie (van een burcht) |
kaitenritsu-回転率 | omloopsnelheid (goederen, kapitaal) |
kaku-核 | (cel of atoom) kern; middelpunt; pit |
kapitan-カピタン | kapitein (van een schip) |
karai-辛い | (smaak) pittig; kruidig; scherp; zoutig |
karukuchi-軽口 | scherts; grapje; grappige opmerking; spitsvondigheid |
kigai-気概 | wilskracht; pit; lef; durf; strijdlust |
kintōwari-均等割 | ratio per capita; ratio per hoofd (van de bevolking); gelijke verdeling |
kin'yūshihon-金融資本 | financieel kapitaal |
kisai-機才 | gevatheid; spitsvondigheid; vlugheid van begrip |
kōban-降板 | (honkbal) de werper [pitcher] van de werpheuvel wegsturen en vervangen door een andere werper |
kodō-鼓動 | hartslag; polsslag; hartklopping; palpitatie |
kōfuku-降伏 | capitulatie; overgave |
kokkupitto-コックピット | cockpit; stuurhut |
kōnā・wāku-コーナー・ワーク | (honkbal) werptechniek van de pitcher gericht op de hoeken van de plaat |
kōtō-好投 | (honkbal) goede worp [pitching] |
kurōzudo・mōgēji-クローズド・モーゲージ | hypotheek met vast kapitaal [onderpand] |
kyabu-キャブ | bestuurderscabine; cockpit |
kyapitaru-キャピタル | kapitaal (geld) |
kyaputen-キャプテン | kapitein (op een schip) |
kyōnin-杏仁 | abrikozenzaad; abrikozenpit |
madamu-マダム | eigenaresse; hospita; directrice; gastvrouw in een bar |
manē・biru-マネー・ビル | geldverwerving; kapitaalverwerving; het verdienen [vergaren] van geld |
matsunomi-松の実 | pijnboompit; pijnpit |
mizumashishihon-水増し資本 | het verwateren van kapitaal (d.w.z. nieuwe aandelen uitgeven op de bestaande activa) |
mokusei-木星 | Jupiter (planeet) |
mushiryoku-無資力 | gebrek aan kapitaal [vermogen]; zonder geld [vermogen] |
nakkurubōru-ナックルボール | (honkbal) een bal die met een speciaal effect wordt gegooid door de pitcher |
nin-仁 | de pit van een vrucht |
ōbārōn-オーバーローン | overtollige lening, het verschijnsel dat banken in Japan meer uitleenden dan de som van hun kapitaal en deposito's |
padokku-パドック | plaats achter de pits op een autoracecircuit |
picchaa-ピッチャー | pitcher; werper (honkbal) |
pīpuruzu・kyapitarizumu-ピープルズ・キャピタリズム | volkskapitalisme |
pitchingu-ピッチング | het werpen van de bal door de pitcher (honkbal) |
pitto-ピット | de pits (bij autocircuit); smeerkuil [werkkuil] (in autowerkplaats) |
pittorein-ピットレーン | pitsstraat (bij autorace) |
pitto・sutoppu-ピット・ストップ | pitstop; pitsstop (bij autorace) |
rasshuawā-ラッシュアワー | spitsuur |
riekijunbikin-利益準備金 | kapitaalreserve (fonds) |
saizensen-最前線 | voorgrond; frontline; voorhoede; spits |
sakibosori-先細り | spits [smal] uitlopend [toelopend] |
sangyōshihon-産業資本 | industrieel kapitaal |
sangyōyobigun-産業予備軍 | industrieel reserveleger (Marxistische term voor de grote groep werkelozen, die door kapitalisten gebruikt werden om werkenden onder druk te zetten) |
sanzō-三蔵 | Tripitaka (of Tipitaka) (verwijst naar drie dingen in het boeddhisme: Ritsuzo, Kyozo en Ronzo) |
senchōshitsu-船長室 | kajuit [scheepshut] (m.n. voor de kapitein) |
sendō-船頭 | stuurman; kapitein; schipper; veerman |
sentan-先端 | voorhoede; spits; voorloper; pionier |
sentō-尖塔 | torenspits; minaret |
setsubitōshi-設備投資 | kapitaalinvestering; investering in outillage [machinerie; apparatuur] |
setto・pojishon-セット・ポジション | (honkbal) de houding die de pitcher moet innemen vlak voordat hij gaat werpen |
shakujōsō-錫杖草 | stofzaad (vaste plant, Monotropa hypopitys) |
shihon-資本 | (geld) kapitaal; fondsen |
shihonjōyokin-資本剰余金 | kapitaaloverschot |
shihonjunbikin-資本準備金 | kapitaalreserve(s) |
shihonka-資本家 | kapitalist |
shihonkin-資本金 | aandelenkapitaal; geïnvesteerd vermogen |
shihonshijō-資本市場 | kapitaalmarkt |
shihonshugi-資本主義 | kapitalisme |
shihonshugisha-資本主義者 | kapitalist |
shihontōshi-資本投資 | kapitaalinvestering |
shikin-資金 | fonds(en); kapitaal; financiële middelen |
shikinbusoku-資金不足 | onvoldoende (monetaire) middelen; gebrek aan fondsen [geld; kapitaal] |
shikyū-死球 | (honkbal) hit by pitch (de slagman wordt direct geraakt door de worp van de pitcher) |
shin-辛 | (in kanji combinaties) pittig; bitter; heet; scherp |
shirisubomari-尻窄まり | het (van breed naar smal) uitlopen; spits toelopen |
shiryoku-資力 | (geld)middelen; kapitaal(kracht); vermogen |
shokyū-初球 | (honkbal) de eerste worp van de pitcher |
shusshi-出資 | investering; kapitaalinbreng |
sukippā-スキッパー | kapitein; schipper; stuurman |
supīdobōru-スピードボール | (honkbal) fastball (met snelheid geworpen bal van de pitcher) |
supittsu-スピッツ | (Japanse) Spits (hondenras; Duits: Spitz) |
supittsu-スピッツ | Spitz, Japanse rock band |
suraidā-スライダー | (honkbal) een horizontaal afbuigende bal (geworpen door de pitcher) |
sutokku-ストック | aandelen(kapitaal) |
sutoraikā-ストライカー | (sport) aanvaller; spits; slagman |
sutoraiku-ストライク | (honkbal) slag (worp van de pitcher die in is maar door de slagman gemist wordt) |
suvārubarushotō-スヴァールバル諸島 | Spitsbergen |
tane-種 | zaad; pit; kern; sperma |
tatejōkazan-楯状火山 | aspit; schildvulkaan |
temochishikin-手持ち資金 | ter beschikking staande fondsen; geld [kapitaal] dat er beschikbaar is |
tenjiku-天竺 | aanduiding bij (Chinese) gerechten: erg [te] pittig |
tō-塔 | toren; torenspits; pagode |
tōban-登板 | (honkbal) op de werpheuvel (gaan) staan; als pitcher (werper) optreden |
tōkashihonriekiritsu-投下資本利益率 | rendement op geïnvesteerd kapitaal |
tōkō-投降 | capitulatie; overgave |
tōshu-投手 | werper; pitcher (honkbal) |
tsuma-妻 | gevelwand; gevelspits; dakgevel |
tsuntsun-つんつん | (onomatopee) puntig; scherp; spits |
uesuto・bōru-ウエスト・ボール | (Eng.: waste ball) waste pitch; (met opzet) verspilde worp (buiten het slagveld bij honkbal) |
uitto-ウイット | scherpzinnigheid; geestigheid; gevatheid; vernuft; spitsvondigheid |
uneriguji-うねり串 | een draaispit [pin] om vis te roosteren |
unerigushi-うねり串 | een draaispit [pin] om vis te roosteren |
untenshihon-運転資本 | werkkapitaal |
untenshikin-運転資金 | werkkapitaal; bedrijfskapitaal |
waindoappu-ワインドアップ | (honkbal) de werppositie van de pitcher |
yadonushi-宿主 | waard; herbergier; (hotel)eigenaar; hospita; gastheer |
yakigushi-焼き串 | vleespin; spies; spit |
yōtsū-腰痛 | lagerugpijn; spit; lumbago |
yukibara-雪腹 | (door kou tijdens sneeuwval) lumbago; spit |
zokutō-続投 | honkbal) het blijven pitchen [werpen] (van dezelfde pitcher, zonder wisseling van werper) |