ankoku-暗黒 | duisternis; pikzwart zijn |
bōihanto-ボーイハント | het op zoek [jacht] gaan naar een jongen [man; vrijer]; het oppikken [versieren] van een jongen [man; vrijer] |
choromakasu-ちょろまかす | stelen; pikken; jatten; er vandoor gaan met |
hatsukausagi-二十日兎 | fluithaas; pika |
hirou-拾う | oppikken (geluid, etc.); iemand oppikken [ophalen] |
ippan-一斑 | een vlek; spikkel |
jōgekankei-上下関係 | pikorde; hiërarchie; sociale rangorde |
maatarashii-真新しい | gloednieuw; splinternieuw; spiksplinternieuw |
mābōdōfu-マーボー豆腐 | Mapo tofu (Chinees pikant tahoe-gerecht uit de provincie Sichuan) |
madara-斑 | spikkel; stip; vlek |
makkura-真っ暗 | pikdonker [pikkedonker] zijn; duisternis |
makkuro-真っ黒 | pikzwart; inktzwart; gitzwart |
nuku-抜く | pikken; stelen; wegnemen |
nurebairo-濡れ羽色 | gitzwarte [pikzwarte] kleur |
pike-ピケ | stakerspost; stakingspiket; stakingswacht (een staker die werkwilligen tegenhoudt) |
pikkeru-ピッケル | pikhouweel; ijsbijl |
pikku-ピック | pikhouweel |
pitchi-ピッチ | pek; pik; asfaltbitumen |
shikkoku-漆黒 | pikzwart; gitzwart; inktzwart |
supaiku-スパイク | (schoenen met) spikes (nagels of noppen) |
tabasuko-タバスコ | tabasco (pikante pepersaus) |
tonosamagaeru-殿様蛙 | zwart-gespikkelde kikker (Pelophylax nigromaculatus) |
tsuibamu-啄む | pikken |