ego-エゴ | (in psychoanalyse, de persoonlijkheid) ego |
hitogara-人柄 | karakter; aard; persoonlijkheid |
jinbutsu-人物 | persoonlijkheid; aard; karakter |
jinshin-人身 | (iemands) persoonlijkheid |
kokoro-心 | hart; ziel; geest; gevoelens; mentaliteit; karakter; aard; persoonlijkheid |
kosei-個性 | individualiteit; persoonlijkheid |
kyara-キャラ | karakter; persoonlijkheid; personage |
kyarakutā-キャラクター | karakter; persoonlijkheid; personage |
kyōkaiseijinkakushōgai-境界性人格障害 | borderline persoonlijkheidsstoornis; emotie-regulatie persoonlijkheidsstoornis |
kyōkaiseipāsonaritishōgai-境界性パーソナリティ障害 | borderline persoonlijkheidsstoornis; emotie-regulatie persoonlijkheidsstoornis |
mazuhizumutekiseikaku-マゾヒズム的性格 | masochistisch karakter [persoonlijkheid] |
meishi-名士 | beroemdheid; bekende persoonlijkheid |
nijūjinkaku-二重人格 | dubbele persoonlijkheidsstoornis |
okuyuki-奥行き | (fig.) diepgang (van iemands persoonlijkheid, gedachten, e.d.) |
perusona-ペルソナ | mens; persoon; persoonlijkheid |
seikaku-性格 | (iem.'s) karakter; aard; persoonlijkheid |
tajūjinkaku-多重人格 | meervoudige [gespleten] persoonlijkheid |
yūmeijin-有名人 | beroemdheid; bekende persoonlijkheid |