pauze / pau-ze ( de (m/v) | znw | pauzen; pauzes )
1休憩 [rust; onderbreking]
2幕間 [in theater]
Kruisverwijzing
pauze
lemma | meaning |
---|---|
ai-間 | pauze; interval |
aima-合間 | interval; pauze |
akijikan-空き時間 | vrije tijd; rustperiode; adempauze |
amaai-雨間 | onderbroken regen; regenpauze |
amama-雨間 | onderbroken regen; regenpauze |
asobijikan-遊び時間 | speelkwartier; pauze |
awai-間 | tussenruimte; pauze; interval |
bureiku-ブレイク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
burēku-ブレーク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
hāfutaimu-ハーフタイム | rust; pauze (tussen de eerste en de tweede helft van een wedstrijd) |
hayaben-早弁 | eten voor de eigenlijke lunchtijd (bij scholieren vooral, om een langere middagpauze te hebben) |
higyō-罷業 | werkpauze; werkonderbreking |
hiruyasumi-昼休み | lunchpauze; middagpauze; middagrust |
hitoiki-一息 | een pauze; onderbreking |
hitoyasumi-一休み | een pauze; rusttijd |
honeyasume-骨休め | (na werken) rust; pauze |
ichijiteishi-一時停止 | tijdelijke onderbreking; pauze; schorsing; opschorting; stopzetting |
ikinuki-息抜き | pauze; rust; adempauze; ontspanning |
ikinukisuru-息抜きする | (uit)rusten; pauzeren; ontspannen |
ikitsugi-息継ぎ | een korte rustpauze; adempauze |
ikkikasei-一気呵成 | iets in een keer afmaken; iets afmaken zonder pauze te houden |
intābaru-インターバル | pauze |
intārūdo-インタールード | onderbreking, interval; pauze |
kirema-切れ間 | onderbreking; pauze |
kireme-切れ目 | pauze; onderbreking |
kōnenki-更年期 | menopauze; overgang |
kugiri-区切り | (in een tekst) pauze; tussenstop; interpunctie; einde (van een hoofdstuk e.d.) |
kyūkei-休憩 | pauze; rust; interval; onderbreking |
kyūkeisuru-休憩する | pauzeren; (even) rusten |
kyūsu-休す | eindigen; pauzeren |
kyūsuru-休する | pauzeren; stoppen; eindigen |
ma-間 | pauze; tijd; tussentijd |
maai-間合い | interval; tussentijd; pauze |
makuai-幕間 | pauze; onderbreking; rust |
mizuiri-水入り | korte tussenpauze voor (sumo)worstelaars als een partij lang duurt |
nakayasumi-中休み | pauze; koffiepauze; lunchpauze; korte onderbreking (van werkzaamheden, maar ook van regen, etc.) |
ocha-御茶 | theepauze (op het werk) |
odoriba-踊り場 | (fig.) rustpauze (na het bereiken van een hoogtepunt) |
pōzu-ポーズ | pauze; onderbreking |
sasupendo-サスペンド | pauze; opschorting; uitstel; verdaging |
shōkan-小閑 | een korte (adem)pauze (tussen andere activiteiten door) |
shōkō-小康 | (fig.) een korte adempauze; stabiele [rustige] periode (in de wereld) |
suki-隙 | gat; opening; tussenruimte; interval; pauze; breuk |
sukima-隙間 | interval; pauze; vrije tijd |
sutēshon・burēku-ステーション・ブレーク | een pauze in een radio- of televisie-uitzending voor reclame of mededelingen |
taimuragu-タイム・ラグ | vertraging; tijdsverloop; tijdsinterval; pauze |
taimu・auto-タイム・アウト | time-out; (spel)onderbreking; adempauze |
teiryūsuru-停留する | stoppen; halt houden; pauzeren |
uchikake-打ち掛け | (tussentijds) stoppen [pauzeren] met een spel (b.v. go) |
yasumi-休み | pauze; vrije dag; vakantie |
yasumu-休む | pauzeren; rusten; uitrusten |
yasurai-休らい | (lit.) het uitrusten; rust; ontspanning; pauze |
yukima-雪間 | tussenpoos [pauze] in de sneeuwval |