aseru-焦る | opgewonden [in paniek] raken; angstig worden |
awatefutameku-慌てふためく | in paniek [verward; geagiteerd] raken |
awateru-慌てる | in de war zijn; in paniek zijn |
hitosawagase-人騒がせ | het (onnodig) ergernis [paniek] veroorzaken |
kin'yūkyōkō-金融恐慌 | financiële paniek [crisis] |
kyōkō-恐慌 | paniek; consternatie |
nigemadou-逃げ惑う | (in paniek) proberen te ontsnappen; ongecoördineerd rondrennen om te ontsnappen |
okubyōkaze-臆病風 | paniekaanval |
panikku-パニック | paniek |
rōbai-狼狽 | verbijstering; verwarring; consternatie; paniek; ontsteltenis |