Kruisverwijzing
pad
lemma | meaning |
---|---|
ageita-上げ板 | (in een traditioneel theater) houten vloeren links en rechts waar het podium en de hanamichi (verhoogd pad naar toneel) samenkomen |
airo-隘路 | een smal pad; smalle weg |
akki-悪鬼 | een kwade geest [godheid] die de mensen op het slechte pad brengt; de god van de onderwereld |
akuchishiki-悪知識 | een kwaadaardig iemand die mensen op het slechte pad brengt |
akudō-悪道 | (boeddh.) het slechte pad volgen, d.w.z. in deze wereld slechte dingen doen en daardoor na de dood in de hel komen |
akudō-悪道 | een slechte weg; een slecht [onbegaanbaar] pad |
akushu-悪趣 | (boeddh.) het slechte pad |
anro-暗路 | een donkere weg [straat]; een donker pad |
ashiato-足跡 | traject; baan; pad |
ayumu-歩む | doormaken; ervaren; (het levenspad) belopen [begaan; volgen]; verrichten (studie, e.d.) |
bekkō-鼈甲 | schild van een schildpad (m.n. van de karetschildpad) |
bōisukauto-ボーイスカウト | padvinder(s); padvinderij |
bunbufuki-文武不岐 | literaire en militaire kunsten [de pen en het zwaard] volgen hetzelfde pad [zijn geen gescheiden paden] |
chō-挺 | stuk(s) (wordt gebruikt bij het tellen van langwerpige voorwerpen zoals bijv. spade, schoffel, geweer en kaars) |
daidō-大道 | het juiste levenspad; goede levenswandel |
dekakeru-出かける | (erop) uitgaan; op pad gaan; naar buiten gaan |
deru-出る | op pad gaan; vertrekken |
dō-道 | weg; pad |
dō-道 | (fig.) weg; pad; leer; doctrine |
en'en-蜿蜒 | lang golvend [kronkelend] pad; lange golvende lijn |
fumihazusu-踏み外す | van het goede pad af raken; op het verkeerde pad zijn |
gama-蝦蟇 | pad (dier) |
gidō-蟻道 | mierenpad |
godō-悟道 | het pad naar [het bereiken van] spirituele verlichting (boeddh.) |
gokudō-極道 | slechtheid; verdorvenheid; zondigheid; kwade levensweg; het slechte pad |
gureru-ぐれる | afdwalen van het goede pad; het verkeerde pad opgaan |
hamaji-浜路 | strandweg; weg [pad] langs het strand |
hanamichi-花道 | verhoogd pad waarover de acteurs naar- en van het toneel lopen (door de zaal met het publiek) |
hatsutake-初茸 | hatsutake paddestoel (Lactarius hatsutake) |
hikigaeru-蟇蛙 | pad (dier) |
hikyō-秘境 | onontgonnen [onontwikkeld; onbekend; afgelegen] gebied; buiten de geijkte paden |
hodō-歩道 | trottoir; voetpad |
hōkō-方向 | weg; pad; koers |
hondō-本道 | de juiste weg; het goede pad; de juiste manier |
hōshoyaki-奉書焼き | een gerecht waarbij vis [zeevruchten; paddenstoelen] in papier gewikkeld worden gestoomd op een open vuur |
hototogisu-杜鵑草 | paddenlelie; armeluisorchidee (Tricyrtis hirta) |
ishigame-石亀 | Japanse waterschildpad (Mauremys japonica) |
ishizuki-石突き | de harde basis(kluit] van een groepje paddenstoelen |
itto-一途 | (één) pad [weg; richting; middel]; de enige weg |
izu-出づ | op pad gaan; vertrekken |
jadō-邪道 | het pad van het kwaad; slechte pad |
jitenshadō-自転車道 | fietspad |
kai-櫂 | peddel; paddel; roeispaan |
kajika-鰍 | rivierdonderpad (vis: Cottus pollux) |
kakehashi-懸け橋 | loopbrug; houten looppad (b.v. op een berg langs een afgrond) |
kaku-掻く | paddelen; harken |
kame-亀 | schildpad |
kasa-笠 | lampenkap; kap van een lantaarn; hoed van een paddenstoel |
kekkafuza-結跏趺坐 | lotus positie (bij yoga); padmasana |
kemonomichi-獣道 | dierenspoor; spoor [pad] dat door dieren wordt gevormd |
ki- 軌 | wagenspoor; wielspoor; wagenpad; wagenweg; karrenweg |
kikkō-亀甲 | het schild van een schildpad |
kikurage-木耳 | judasoor (paddenstoel: Auricularia auricula-judae) |
kingaku-菌学 | mycologie (studie van schimmels en paddenstoelen) |
kinoko-茸 | paddenstoel |
kinokogumo-きのこ雲 | paddenstoelwolk |
kōkotsumoji-甲骨文字 | orakelbotten-schrift (inscripties op beenderen van dieren en plastrons van schildpadden om voorspellingen te noteren) |
komichi-小道 | smalle weg; smal pad [paadje; weggetje; straatje; steegje] |
kōsu-コース | koers; route; weg; pad; richting |
kuridasu-繰り出す | (eropuit) sturen; op pad sturen |
kuridasu-繰り出す | in grote groep(en) naar buiten [op pad] gaan |
kuro-畔 | een voetpad [aarden richel] tussen de rijstvelden |
kusagame-臭亀 | Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii) |
madō-魔道 | het slechte pad; de weg van het kwaad; ketterij |
maitake-舞茸 | (lett. dansende paddestoel) eikhaas (paddestoel, Grifola frondosa) |
matsutake-松茸 | matsutake, eetbare bospaddenstoel (Tricholoma matsutake) |
myōkai-冥界 | 3 van de 6 boeddhistische paden, van de beesten, de hongerige geesten en de hel |
nameko-滑子 | nameko; goudkopje (paddenstoel, Pholiota microspora) |
noboriryū-昇り竜 | witte kluiszwam (de paddestoel Helvella crispa) |
nōdō-農道 | boerenlandpad; boerderijweg |
noji-野路 | weg [pad] door de velden; veldweg |
nomichi-野道 | weg [pad] door de velden; veldweg |
noridasu-乗り出す | uitvaren (schip); vertrekken; op weg [pad] gaan; van start gaan |
ōdanhodō-横断歩道 | zebrapad |
okame-お亀 | soep met sobanoedels (en vis, groenten, paddestoelen, etc.) |
oroshiae-おろし和え | een dressing van gerapte daikon met sojasaus en azijn (meestal bij vis, groenten, paddenstoelen, e.d.) |
oyakodonburi-親子丼 | een kom rijst geserveerd met een soort dikke soep van kip, ei, ui en paddenstoelen erover |
padoru-パドル | peddel; paddel |
rindō-林道 | bosweg; bospad |
roji-路地 | laan; tuinpad; steeg |
sandō-山道 | bergweg; bergpad |
sandō-桟道 | een pad van houten planken (langs een steile berghelling) |
sanro-山路 | bergweg; bergpad |
shibiretake-痺れ茸 | Psilocybe venenata (paddenstoelensoort) |
shidō-師道 | het juiste pad [gedrag] van de meester [leraar] |
shidō-斯道 | het goede [rechtvaardige] pad; de menselijke manier [aanpak] |
shidō-私道 | (fig.) de eigen weg [het eigen pad] (kiezen) |
shiitake-椎茸 | shiitake (paddenstoel: Lentinula edodes) |
shinro-進路 | pad; weg; route |
shoberu-ショベル | schep; schop; spade; schoep |
shōro-松露 | shōro (eetbare paddenstoel, Rhizopogon rubescens) |
shutsuba-出馬 | zelf op pad gaan; persoonlijk iemand bezoeken |
sokuseki-足跡 | traject; baan; pad |
sukauto-スカウト | padvinder |
suki-鋤 | spade; schop |
sukoppu-スコップ | schop; schep; spade |
taimai-玳瑁 | karetschildpad |
taisei-太清 | levenswandel; levenspad; levensweg; Tao |
toryufu-トリュフ | truffel (soort paddenstoel) |
tozandō-登山道 | bergpas; bergpad |
tsumasakiagari-爪先上がり | een opgaand [omhooglopend] pad; geleidelijk steiler wordende helling |
tsūro-通路 | gang; hal; doorgang; passage; gangpad; weg; straat |
umibōzu-海坊主 | groene zeeschildpad |
umigame-海亀 | zeeschildpad |
watarirōka-渡り廊下 | gangpad; tussengang |
yamahototogisu-山時鳥 | paddenlelie (Tricyrtis macropoda) |
yamaji-山路 | bergweg; bergpad |
yamamichi-山路 | bergweg; bergpad |
yokomichi-横道 | de verkeerde kant; het verkeerde pad; afdwaling; uitweiding |
yoromeku-蹌踉めく | zich misdragen; het slechte pad opgaan; overspel plegen |
yūdō-有道 | (het volgen van) de juiste weg; deugdzaam levenspad |
yūhodō-遊歩道 | wandelpad; voetpad |
zebura・zōn-ゼブラ・ゾーン | zebrapad (op straat of weg) |