oud / oud ( bn )
1古い [(algemeen)]
2老年 [(leeftijd)]
Spreekwoord(en)/gezegde(s)
Men is nooit te oud om te leren.
八十の手習い。(lett. leren kalligraferen als je 80 bent)
八十の手習い。(lett. leren kalligraferen als je 80 bent)
Kruisverwijzing
oud
lemma | meaning |
---|---|
agaru-上がる | ophouden; stoppen (met regenen, b.v.) |
agemaki-揚巻 | ouderwetse traditionele haarstijl van jongens (met een scheiding in het midden) |
ageru-上げる | tillen; omhoog doen [houden]; (op)rijzen; opstijgen; omhoog gaan |
agora-アゴラ | agora (centraal stadsplein in het oude Griekenland) |
agura-胡坐 | kleermakerszit; lotushouding; met gekruiste benen (zitten) |
aiba-愛馬 | van paarden houden; het liefdevol verzorgen van een paard |
aibyō-愛猫 | het van katten houden; het liefkozen [liefdevol verzorgen] van katten |
aibyōka-愛猫家 | iemand die van katten houdt |
aichō-愛重 | het van iets houden; iets koesteren |
aichō-愛鳥 | liefde voor vogels; het beschermen van (wilde) vogels; het houden van [dol zijn op; interesse hebben in] vogels (in het bijzonder wilde vogels) |
aichōka-愛鳥家 | vogelliefhebber; iemand die van vogels houdt |
aichōshūkan-愛鳥週間 | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
aichōsuru-愛重する | houden van; koesteren |
aienka-愛煙家 | iem. die van roken houdt; iem. die veel [vaak] rookt |
aigo-愛護 | bescherming; behoud; bewaring; verzorging; goede [vriendelijke] behandeling |
aigyō-愛楽 | ergens veel van houden [dol op zijn] |
aigyōsuru-愛楽する | nastreven; wensen; veel houden van [geven om] |
aijin-愛人 | het houden van mensen; mensenliefde |
aijitsu-愛日 | toegewijd [attent; respectvol] zijn (t.a.v. zijn of haar ouders) |
aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
aikenka-愛犬家 | hondenliefhebber; iem. die van honden houdt |
aikō-愛校 | houden van de Alma Mater (eigen school of universiteit) |
aikōsuru-愛好する | houden van; mooi [goed] vinden |
aimamieru-相見える | op audiëntie zijn (bij een vorst); een onderhoud [gesprek] hebben (met een vorst) |
aisatsusuru-挨拶する | iem. (be)groeten; zichzelf introduceren; feliciteren; een toespraak houden; aankondigen; bekendmaken; antwoord geven [sturen]; wraak nemen; bemiddelen |
aishiau-愛し合う | van elkaar houden; elkaar liefhebben |
aisho-愛書 | van boeken houden |
aishoka-愛書家 | iem. die van boeken houdt; een bibliofiel |
aisu-愛す | liefhebben; houden van; beminnen; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in |
aisuru-愛する | liefhebben; houden van; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in; belangrijk [waardevol] vinden; hoogachten; respect [bewonderi |
aizenkatsura-愛染かつら | de titel van een populaire roman van Matsutarō Kawaguchi, over een liefdesverhouding tussen een dokter en een weduwe-verpleegster die zich afspeelt in |
aizōkankei-愛憎関係 | een haat-liefdeverhouding |
aizuchi-相槌 | instemmende geluiden [gebaren]; tussenwerpsels (om te laten merken dat je luistert en om het gesprek op gang te houden) |
akagane-銅 | (oude benaming voor) koper (chemisch element Cu) |
akahon-赤本 | triviaalliteratuur; goedkoop boek (qua inhoud of uitgave) |
akamon-赤門 | bijnaam voor de Universiteit van Tokio, waar de oude rode poort (de Goshudenpoort 御守殿門 uit de Edo periode) zich nu bevindt |
akinoōgi-秋の扇 | herfstwaaier, metafoor voor een vrouw die de genegenheid of interesse van een man heeft verloren (uit een oud Chinees verhaal) |
akitsushima-秋津島 | Akitsushima, oude naam voor Japan |
akuba-悪婆 | een humeurige [chagrijnige; gemene] oude vrouw |
akugyaku-悪逆 | in oude tijden één van de acht misdaden (zoals b.v. een poging tot moord op een vorst) |
akui-悪衣 | eenvoudige [armoedige] kleding |
akujiki-悪食 | eenvoudig eten; slecht [onsmakelijk] eten |
akumonogui-悪物食い | eenvoudig eten; slecht [onsmakelijk] eten |
akuseku-齷齪 | het zich bezig houden (met); druk in de weer zijn (met) |
akusekusuru-齷齪する | zich bezig houden (met); druk in de weer zijn (met) |
akusho-悪書 | een slecht [verdorven] boek (qua inhoud) |
akushoku-悪食 | eenvoudig eten; slecht [onsmakelijk] eten |
ama-尼 | (afk. van 尼削) het afknippen van haar op schouderlengte |
ama-尼 | jong meisje met haar tot op schouderlengte |
amakuchi-甘口 | van zoet houden; een zoetekauw zijn |
amatō-甘党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; zoetekauw; iem. die geen alcohol drinkt |
amayami-雨止み | het ophouden [stoppen] van de regen |
ametsuzuki-雨続き | aanhoudende [voortdurende] regen |
amezaiku-飴細工 | iets dat mooi van buiten is, maar geen inhoud heeft |
amūru-アムール | liefde; liefdesverhouding |
an-按 | (in kanji combinaties) nadenken; vasthouden; in de hand houden; onderzoeken |
an-諳 | (in kanji combinaties) uit het hoofd leren; onthouden |
anchaku-安着 | veilige [behouden] aankomst |
anchakusuru-安着する | veilig [behouden] aankomen |
anchan-兄ちゃん | oudere broer |
anchoku-安直 | goedkoop zijn; simpel [eenvoudig] zijn |
ane-姉 | oudere zus [zuster]; schoonzus |
anego-姉御 | oudere zus (beleefdheids vorm) |
anegohada-姐御肌 | zusterlijk zijn; zich (zorgzaam) als een oudere zus gedragen |
aneki-姉貴 | oudere zus [zuster] |
anemuko-姉婿 | de man [echtgenoot] van de oudere zuster; zwager |
anesannyōbō-姉さん女房 | een vrouw die ouder is dan haar man [echtgenoot] |
anga-安臥 | het liggen in de gemakkelijkste houding |
angasuru-安臥する | in de gemakkelijkste houding liggen |
anguro・sakuson-アングロ・サクソン | (taal) Angelsaksisch; Oudengels |
ani-兄 | oudere broer |
anideshi-兄弟子 | ouderejaars; leerling [student] in hogere klas |
anii-兄い | oudere broer; ouder iemand (dan jijzelf) |
aniki-兄貴 | oudere broer; man die ouder is dan jijzelf |
anisan-兄さん | oudere broer (familiair en respectvol) |
aniyome-兄嫁 | schoonzus; vrouw [echtgenote] van oudere broer |
anko-あんこ | (in Tohoku) oudste zoon; oudere broer |
anpō-罨法 | een (warm of koud) kompres |
ansha-暗車 | een oude benaming voor een scheepsschroef |
anshan・rejīmu-アンシャン・レジーム | oude gevestigde orde (van voordat er een omslag plaatsvond) |
anteikabunushi-安定株主 | sterke [loyale] aandeelhouder (die een aandeel voor langere tijd in bezit heeft) |
an'i-安易 | het zonder problemen zijn; eenvoud |
aperitifu-アペリティフ | aperitief(je) ((alcoholhoudend) drankje voor de maaltijd) |
arai-洗い | het wassen van de vis met koud water of ijs (gebruikt voor sashimi) |
arajotai-新所帯 | nieuw huishouden (na huwelijk); nieuw gezin |
aramono-荒物 | diverse huishoudelijke artikelen (zoals bezem, stoffer,emmer, etc.) |
arashitaji-荒下地 | arriccio (pleisterlaag bij oude fresco schilderingen) |
arinomi-有りの実 | (oud woord voor: 梨の実) (de vrucht van de) Japanse peer |
arukaikku-アルカイック | archaïsch; verouderd |
aruto・haideruberuku-アルト・ハイデルベルク | Oud-Heidelberg (Duits romantisch toneelstuk door Wilhelm Meyer-Förster) |
asobigokoro-遊び心 | liefde voor muziek; het houden van muziek |
asshi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
asshukuhi-圧縮比 | de compressie-verhouding |
atai-私 | (eerste persoon enkelvoud, gebruikt door vrouwen of kinderen uit de kasteelstad (shitamachi), of de demi-monde) ik; mij |
atakushi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
atarashigaru-新しがる | op nieuwigheden jagen; van nieuwigheden houden |
atarazusawarazu-当たらず障らず | zich op de vlakte houden; zich niet blootgeven; zich diplomatiek gedragen |
atashi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
ateburi-当て振り | (bij het dansen) de gebaren maken die passen bij de (inhoud van de) tekst van het zangstuk |
ategau-宛てがう | (stevig) vasthouden; houden [drukken] (tegen) |
atenuno-当て布 | een schouderband; een schouderstuk voor het dragen van iets zwaars |
autarukī-アウタルキー | autarkie; autarkische staat (met gesloten staatshuishouding) |
auto・obu・dēto-アウト・オブ・デート | ouderwets; verouderd |
awaremu-哀れむ | bewonderen; waarderen; houden van; gevoelig [ontvankelijk] zijn (voor) |
azumauta-東歌 | oude volksliedjes uit de regio Kanto |
ba-婆 | oude vrouw |
baasan-婆さん | oude vrouw; grootmoeder |
baba-婆 | oude vrouw |
babaa-婆 | oude vrouw |
bādo・wīku-バード・ウィーク | de week waarin de aandacht wordt gevraagd voor het beschermen en houden van (wilde) vogels (10-16 mei) |
bai-倍 | keer [maal]; -voud |
baisū-倍数 | veelvoud |
bakari-ばかり | (in de uitdrukking: bakari ni): (het kwam) alleen maar door(dat)...; slechts vanwege; eenvoudigweg omdat |
bakku・nanbā-バック・ナンバー | oud nummer (van tijdschrift, e.d.) |
bakusuru-縛する | beperken; aan banden leggen; (vrijheid) inperken; in toom houden |
bandō-坂東 | oude naam van de Kantō regio |
bangaku-晩学 | studie laat in je leven; studie [opleiding] (beginnen) op oudere [hoge] leeftijd |
bannen-晩年 | laatste jaren (van een mensenleven); levensavond; oude dag; ouderdom |
banshun-晩春 | derde maand van de (oude) maankalender |
baria・furī-バリア・フリー | toegankelijkheid (voor ouderen en mensen met een beperking) |
bariki-馬力 | uithoudingsvermogen; energie |
basho-場所 | de plaats of tijd waarin een sumo toernooi wordt gehouden; een sumo toernooi |
bea・toppu-ベア・トップ | (kleding) mouwloos met blote schouders |
beddo・hausu-ベッド・ハウス | logement; eenvoudig [armoedig] hotel |
bekke-別家 | een nieuwe tak van een familie; uit het ouderlijk huis gaan en een eigen gezin stichten |
bessei-別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waar ieder zijn eigen familienaam aanhoudt) |
bichiku-備蓄 | reserve; opslag; voorraad; het in reserve [voorraad] houden [opslaan] |
bichikusuru-備蓄する | opslaan; in reserve [voorraad] houden |
biennāre-ビエンナーレ | biënnale (evenement dat om de twee jaar wordt gehouden) |
bikō-尾行 | (m.n. bij politieonderzoek) het schaduwen; (heimelijk) volgen; in het oog houden |
bintēji-ビンテージ | oud; antiek; ouderwets; gedateerd |
bōkei-亡兄 | een overleden oudere broer |
boki-簿記 | boekhouding |
bokō-母校 | alma mater; iemands oude school |
bokuchiku-牧畜 | veeteelt; veehouderij |
bokuyō-牧羊 | schapenhouderij; schapenfokker |
bokuyōgyōsha-牧羊業者 | schapenfokker; schapenhouder |
bōnenkai-忘年会 | eindejaarsfeest (lett.: vergeet-het-jaar feest; men drinkt om de zorgen van het oude jaar te vergeten en te toasten op het nieuwe jaar) |
bonjin-凡人 | eenvoudige burgers; het gewone volk; een middelmatige persoon |
bonsai-盆栽 | kweekkunst om miniatuurbomen in een pot te houden |
boro-襤褸 | oude kleren; vodden; lompen |
boro-襤褸 | oude lappen [doeken] |
bōshi-亡姉 | overleden oudere zus |
bōshisuru-防止する | voorkomen; preserveren; goedhouden |
boshun-暮春 | derde maand van de (oude) maankalender |
bōsō-暴走 | het iets doen zonder aandacht voor de omgeving; iets doen zonder rekening te houden met de gevolgen |
bu-部 | (in boekhouding) post (van inkomsten, uitgaven e.d.) |
bunkakunshō-文化勲章 | Japanse Orde van Culturele Verdienste (onderscheiding voor mensen die een bijdrage hebben geleverd aan behoud en ontwikkeling van de cultuur) |
bunmen-文面 | de inhoud [tekst] van een brief |
bunsōō-分相応 | overeenkomstig [in verhouding met] iemand's status [positie; middelen] |
burajā-ブラジャー | beha; bh; bustehouder |
burakumin-部落民 | (lett. de mensen van het dorp) van oudsher een autochtone minderheid in Japan |
buri-振り | danshouding |
busaiku-不細工 | alledaagsheid; eenvoudigheid; onaantrekkelijkheid |
bussan-仏参 | een bezoek aan een boeddhistische tempel of een graf (van voorouders) |
bussheru-ブッシェル | inhoudsmaat (voor vloeistof 36,369 l.) |
busso-仏祖 | Boeddha en voorouders |
bussokusekikatai-仏足石歌体 | Bussokuseki katai (een oude poëzie vorm) |
chabo-チャボ | oud Japans kippenras (Japanse kriel) |
chakunan-嫡男 | oudste zoon; erfgenaam |
chashitsu-茶室 | theehuis; theekamer (ruimte waar de theeceremonie wordt gehouden) |
chazuke-茶漬け | eenvoudige maaltijd |
chekku・ando・baransu-チェック・アンド・バランス | controle en evenwicht in de machtsverhoudingen van een politiek bestel |
chijin-地神 | voorouderlijke geesten; huisgoden |
chimatsuri-血祭り | bloedoffer (in het oude China werd een vijand geofferd voor een veldslag om de oorlogsgod gunstig te stemmen) |
chimei-知命 | 50 jaar (oud); 50ste verjaardag |
chinpon-珍本 | zeldzaam (oud) boek |
chirudo-チルド | gekoeld; koud bewaard |
chōjo-長女 | oudste dochter |
chōkei-長兄 | oudste broer |
chokuhitsu-直筆 | het kalligraferen met de schrijfpenseel rechtop gehouden |
chōmoku-鳥目 | geld; munt; muntstuk (lett. vogel-ogen, de term verwijst naar oude munten met ronde gaten) |
chōnan-長男 | oudste (eerstgeboren) zoon |
choroi-ちょろい | eenvoudig; gemakkelijk; simpel (van geest) |
chōsanboshi-朝三暮四 | focussen op ogenschijnlijke (kleine) verschillen i.p.v. op de (grote) overeenkomsten; lood om oud ijzer zijn |
chōshi-長姉 | oudste zus |
chōshi-長子 | oudste kind; oudste zoon |
chūburu-中古 | tweedehandse artikelen; licht verouderde [gebruikte] spullen |
chūhai-酎ハイ | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
chūijinbutsu-注意人物 | verdachte; verdacht persoon; persoon die in de gaten moet worden gehouden |
chūkei-仲兄 | de jongste van twee oudere broers; de tweede broer van boven; de op een na oudste broer |
chūsekisei-沖積世 | alluvium (verouderde naam voor het holoceen) |
daichō-台帳 | grootboek (boekhouden) |
daiga-題画 | een gedicht dat wordt toegevoegd aan een prent of schilderij; een afbeelding die de inhoud van een bijgevoegd gedicht weergeeft |
daijōdan-大上段 | houding met een zwaard boven het hoofd |
daijōdan-大上段 | hooghartige houding |
daikan-大寒 | het midden van de winter; de koudste periode van de winter |
dakiageru-抱き上げる | in de armen nemen [houden] |
dakishimeru-抱きしめる | knuffelen; omarmen; iemand stevig vasthouden |
damarikomu-黙り込む | zwijgen; de mond houden; niets (meer) zeggen |
damaru-黙る | zwijgen; niets zeggen; stil zijn [worden]; je mond houden |
damashiau-騙し合う | elkaar misleiden [bedriegen; voor de gek houden] |
danjiki-断食 | de vasten (zelfonthouding van voedsel); vastenperiode |
dankan-断簡 | fragment van een historisch document [oud manuscript] |
dappi-脱皮 | het zichzelf bevrijden; breken met (conventies, oude gedachtepatronen, gewoontes, e.d.) |
dasai-ださい | ouderwets; uit de mode; provinciaal; eenvoudig |
dei-泥 | (in kanji combinaties) modder; modderige substantie; gefixeerd; vasthoudend |
dekata-出方 | houding; benadering |
demodori-出戻り | gescheiden vrouw (die weer bij haar ouders woont) |
demodori-出戻り | terugkeer naar het oude [vorige] bedrijf |
disupensā-ディスペンサー | automaat; houder |
dogaishisuru-度外視する | negeren; veronachtzamen; geen rekening houden met |
doitsumaruku-ドイツマルク | Duitse mark (oude munt) |
dokkyorōjin-独居老人 | alleenstaande [alleenwonende] oudere mensen |
dōkō-動向 | tendens; trend; neiging; houding |
dokuritsusaisansei-独立採算制 | een zelfstandig [onafhankelijk] boekhoudingssysteem |
dokusensuru-独占する | monopoliseren; voor zich opeisen; voor zichzelf houden |
dokutāierō-ドクターイエロー | een gele onderhoudstrein, die de shinkansen spoorlijnen controleert op gebreken van apparatuur, rails, en bovenleidingen |
domesutikku・saiensu-ドメスティック・サイエンス | huishoudkunde; gezins- en consumentenwetenschap |
domo-ども | (achter een zelfst.nw.) geeft aan meervoud of nederigheid |
donburikanjō-丼勘定 | ruwe schatting; slordige boekhouding |
dōnen-同年 | dezelfde leeftijd; even oud |
dōritsu-同率 | dezelfde verhouding; hetzelfde tarief [percentage] |
dorubako-ドル箱 | geldkist; kluis; goudmijn (fig.) |
dorushokku-ドル・ショック | de Nixon Shock (economische maatregelen van President Nixon in 1971, o.a. het eenzijdig opheffen van de omwisseling van goud in Amerikaanse dollars) |
doryō-度量 | lengte en volume; afmetingen en inhoud |
dōsa-動作 | actie; beweging, gedrag; houding |
dōsōkai-同窓会 | alumnivereniging; vereniging van oud-studenten; alumni bijeenkomst |
dyuaru-デュアル | tweevoud; dubbel; tweevoudig |
ebisukō-恵比須講 | het Ebisu festival, gewijd aan Ebisu, de god van de welvaart (meestal gehouden in oktober of november) |
edo-江戸 | Edo (tot 1868 de oude naam van Tokio) |
ei-永 | (afk. voor) eirakusen, oude Chinese geldmunt |
eirakusen-永楽銭 | oude Chinese geldmunt |
ekiden-駅伝 | het stelsel van poststations in het oude Japan |
ekobijinesu-エコビジネス | eco-bedrijven (ter bescherming en behoud van het milieu) |
emaki-絵巻 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
emakimono-絵巻物 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
enerugī-エネルギー | (lichamelijke of mentale) energie; kracht; uithoudingsvermogen |
enja-演者 | iemand die een toespraak houdt; spreker |
enkai-延会 | uitgestelde aandeelhoudersvergadering |
enkōkinkō-遠交近攻 | het beleid [de strategie] om vriendschappelijke betrekkingen te onderhouden met verre landen, maar vijandelijke betrekkingen met buurlanden |
enryo-遠慮 | terughoudendheid; reserve; tact; zorgzaamheid |
enryobukai-遠慮深い | zeer ingetogen [bescheiden; terughoudend] |
enryonaku-遠慮なく | zonder voorbehoud; zonder terughoudendheid; onbeschroomd; zonder aarzeling |
enryosuru-遠慮する | terughoudend [bescheiden; tactvol] zijn |
enzetsusuru-演説する | een toespraak [speech; oratie] houden; een lezing geven |
eso-壊疽 | gangreen; koudvuur |
firibasutā-フィリバスター | filibuster; obstructie van het parlement door het houden van urenlange redevoeringen (om het aannemen van wetten te vertragen) |
fīto-フィート | (meervoud van foot, lengtemaat) voet (ca. 30 cm) |
fōru-フォール | (worstelen) touché; schouderlegging |
forumu-フォルム | forum (centrale marktplein in het oude Rome) |
fu-父 | oude man |
fubo-父母 | vader en moeder; ouders |
fubokai-父母会 | oudervereniging |
fudan-不断 | constant [onophoudelijk] zijn |
fudetate-筆立て | houder [glas; beker] om schrijfpenseel rechtop te zetten (zonder reiniging, voor hergebruik later) |
fūfubessei-夫婦別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waarbij ieder de eigen familienaam aanhoudt) |
fūju-風樹 | gedachten aan de overleden ouders |
fukairi-深入り | het in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
fukairisuru-深入りする | in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
fukekomu-老け込む | verouderen; er ouder uit komen te zien |
fukinkō-不均衡 | disbalans; onevenwichtigheid; wanverhouding; onevenredigheid |
fukkatsusuru-復活する | herleven; opstaan (uit de dood); herstellen (in de oude staat) |
fukko-フッコ | jonge Japanse zeebaars (Lateolabrax japonicus; 2-3 jaar oud) |
fukusū-複数 | (grammatica) meervoud; meerdere (in aantal); meer dan een |
fukusūkei-複数形 | meervoudsvorm |
fukyofukusei-不許複製 | alle rechten voorbehouden |
fumikotaeru-踏み堪える | standhouden (tegen); voet bij stuk houden; standvastig zijn |
fumitodomaru-踏み止まる | op dezelfde plek blijven; standhouden; zich staande houden |
fune-船 | vat; tank; houder; reservoir |
furan-フラン | franc (oude franse munteenheid) |
furiagebashi-振り上げ箸 | eetstokjes die omhoog gehouden worden en waar gebaren mee worden gemaakt, of naar iets of iemand gewezen wordt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
furikaburu-振り被る | omhooghouden; (boven je hoofd) zwaaien (met) |
furikaeru-振り返る | (achter)omkijken; je hoofd omdraaien; over je schouder kijken; zich omdraaien |
furikazasu-振り翳す | (van eigen standpunt, zienswijze, e.d.) tonen [verkondigen] aan anderen; vasthouden aan (principes, e.d.) |
furitsuzuku-降り続く | voortdurend [onophoudelijk] regenen [sneeuwen] |
furiwake-振り分け | bagage in tweeën verdeeld over de schouders dragen |
furōto-フロート | koude drank met erop een schep ijs |
furubiru-古びる | verouderen; oud worden; er oud uit zien |
furudanuki-古狸 | oude rot; oudgediende; veteraan; (sluwe) oude vos |
furudōgu-古道具 | tweedehands artikel [goederen]; oude meubels; snuisterijen |
furugao-古顔 | een (oude) bekende; bekend gezicht; oudgediende |
furugi-古着 | oude [tweedehands; gebruikte] kleding; afdragertje(s); afdankertje(s) |
furugitsune-古狐 | sluwe oude vos; listig mens |
furuhon-古本 | tweedehands boek; oud boek |
furui-古い | oud; antiek; ouderwets |
furukizu-古傷 | een oude wond; litteken |
furukusai-古臭い | muf; bedompt; verschaald; ouderwets; versleten; aftands |
furumai-振る舞い | gedrag; houding; manieren |
furunajimi-古馴染み | een goede [oude] vriend(in); iemand waar je al heel lang mee bevriend bent |
furusu-古巣 | oud (en verlaten) nest [hol; huis; verblijfplaats] |
fūsai-風采 | uiterlijk; voorkomen; houding |
fuseru-伏せる | verbergen; geheim houden |
fūshi-風姿 | uiterlijk; voorkomen; houding; gedrag |
fushinjinmon-不審尋問 | (oude benaming) politieondervraging; politieverhoor |
fuso-父祖 | voorouders |
futae-二重 | tweevoud; verdubbeling |
fuyō-扶養 | steun; financiële ondersteuning; (levens)onderhoud |
fuyōsuru-扶養する | ondersteunen; financieel onderhouden |
gabotto-ガボット | gavotte (oude Franse dans) |
gakubatsu-学閥 | (hechte) groep [kliek] van (oud)klasgenoten (van school of universiteit) |
ganrōsuru-玩弄する | spelen [dollen] met; plagen; spotten; voor de gek houden |
ganryō-含量 | inhoud; samenstelling |
gan'i-願意 | het oogmerk [de bedoeling; de inhoud] van een verzoek [wens; gebed] |
gasupacho-ガスパチョ | (uit het Spaans) gazpacho (koud geserveerde tomatensoep) |
gasu・tanku-ガス・タンク | gastank; gashouder; gasreservoir; gasmeter |
gattsu・pōzu-ガッツ・ポーズ | (Eng.: guts pose) een houding met één vuist (of twee vuisten) in de lucht bij een overwinning |
gei-芸 | oude streeknaam in west-Hiroshima |
geko-下戸 | een niet-drinker; geheelonthouder; iemand die geen alcohol drinkt [kan drinken] |
genbahozon-現場保存 | het beschermen [bewaren; intact houden] van de plaats van een misdrijf of ongeluk |
genbo-原簿 | register; grootboek (boekhouding) |
genrō-元老 | oudere; nestor; senior; oudere staatsman; veteraan |
gensenchōshūzei-源泉徴収税 | ingehouden belasting; belastingheffing |
geshi-夏至 | één van de 24 seizoenen van de oude maankalender, wanneer de zon staat op 90 graden (geografische) lengte; tegenwoordig is dat 22 juni; zonnewende |
gifubo-義父母 | schoonouders |
gijibogai-議事妨害 | filibuster; obstructie van het parlement door het houden van urenlange redevoeringen (om het aannemen van wetten te vertragen) |
ginī-ギニー | gienje; guinje (oude Engelse munt) |
girinoryōshin-義理の両親 | schoonouders |
goisshin-御一新 | (oude naam voor) de Meiji-restauratie |
gojippohyappo-五十歩百歩 | lood om oud ijzer; bijna geen verschil (tussen); de een is niet beter dan de ander |
gojūsantsugi-五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
gokuya-獄屋 | (oud woord voor) gevangenis |
gōruden・taimu-ゴールデン・タイム | (lett. gouden tijd) primetime (zendtijd met de grootste kijk -en luisterdichtheid op tv of radio) |
gōrudo-ゴールド | goud |
gōrudo・rasshu-ゴールド・ラッシュ | goldrush (massale zoektocht naar goud(velden)) |
gufū-颶風 | (oude term voor) tropische cycloon; wervelstorm |
gukei-愚兄 | domme oudere broer |
gukei-愚兄 | (bescheiden term voor je eigen) oudere broer |
gukeikentei-愚兄賢弟 | dwaze oudere broer, wijze jongere broer |
gunsen-軍船 | (ouderwets Japans) oorlogsschip |
guren-紅蓮 | de Guren hel, een van de 8 hellen in het Boeddhisme (in deze hel is het zo koud dat je huid felrood wordt) |
gurenjigoku-紅蓮地獄 | de Guren hel, een van de 8 hellen in het Boeddhisme (in deze hel is het zo koud dat je huid felrood wordt) |
gurō-愚老 | (nederig beleefde term waarmee ouderen naar zichzelf verwijzen, b.v.:) ik, oude man; deze oude vrouw |
gyakuen-逆縁 | een oudere die begrafenisdienst voor een jong familielid leidt |
gyōgi-行儀 | gedrag; houding; manieren |
gyōseki-行跡 | gedrag; houding |
gyōyō-業容 | de aard [omvang en inhoud] van het bedrijf |
gyūnabe-牛鍋 | (oude term voor sukiyaki) Japanse eenpansgerecht (met o.a. rundvlees) |
habakari-憚り | angst; vrees; aarzeling; terughoudendheid |
hadasamui-肌寒い | kil (aanvoelend op de huid); koud; huiverig |
haiga-俳画 | Japanse stijl van schilderkunst (monochroom of polychroom; verfijnde of eenvoudige stijl met vaak een haiku of proza als bijschrift of legenda) |
haigo-廃語 | een verouderd [in onbruik geraakt] woord |
haimetsu-廃滅 | het ouderwets worden; uit de mode [gratie] raken; verdwijnen |
haimetsusuru-廃滅する | ouderwets worden; uit de mode [gratie] raken; verdwijnen |
haimisu-ハイミス | oude vrijster; oudere ongetrouwde vrouw |
hairu-入る | geïnstalleerd worden; (ergens) in zitten [ingekomen zijn]; een inhoud hebben (van); bevatten |
hakama-袴 | een houder voor een warme fles sake |
hakogaki-箱書き | opschrift [handtekening; zegel] op een doos (ter authenticatie van de inhoud; b.v. een kunstwerk) |
haku-箔 | folie; dun velletje metaal (zoals bladgoud, bladzilver, etc.); verguldsel |
hakuban-箔盤 | kussentje gebruikt bij het vergulden met bladgoud |
hakuchū-伯仲 | oudste broer en één na oudste broer |
hakuhake-箔刷毛 | plat kwastje gebruikt bij het vergulden met bladgoud |
hakunaifu-箔ナイフ | mes gebruikt bij het vergulden met bladgoud |
hakuoki-箔置き | het vergulden met bladgoud |
hanabie-花冷え | een (korte) periode van koud weer in de lente (tijdens de bloei van de kersenbloesems) |
hanakaze-鼻風邪 | neusverkoudheid |
haniwa-埴輪 | (oudheid) terracotta beelden (bij grafheuvels) |
hankenshoyū-版権所有 | alle (auteurs)rechten voorbehouden |
hankenshoyūsha-版権所有者 | auteursrecht [copyright] houder [bezitter] |
hankotsu-反骨 | opstandigheid; rebelse houding |
hanmi-半身 | (bij vechtsporten) de starthouding (diagonaal) tegenover de tegenstander |
hantoki-半時 | (vroeger, in oude eenheid van tijd, een half uur) nu ca. een uur |
happyōsha-発表者 | een spreker; presentator; iem. die een referaat houdt |
harau-払う | uitverkopen; uitverkoop houden |
haruta-春田 | een lente rijstveld (een veld waar de oude rijst al geoogst is en de nieuwe rijst nog geplant moet worden) |
hashigo-梯子 | (afk. voor) ladder-vasthouder (historische brandweertaak) |
hashigomochi-梯子持 | ladder-vasthouder (historische brandweertaak) |
hashioki-箸置き | eetstokjeslegger; eetstokjes houder |
hassō-八双 | één van de houdingen [standen] bij zwaardvechten |
hatachi-二十 | 20 jaar oud |
hatsukaban-二十日盆 | 20 juli, volgens de oude maankalender (in het Tohoku district is er een speciaal festival op die dag) |
hausukīpā-ハウスキーパー | huishoudster |
hayashi-林 | (fig. in de betekenis van: heel veel) een bos; woud; bundel |
hazuki-葉月 | augustus (de 8ste maand volgens de oude maankalender) |
heburaizumu-ヘブライズム | hebraïsme (oude Hebreeuwse godsdienst of taal) |
heddorokku-ヘッドロック | een hoofd houdgreep (bij worstelen) |
heichara-へいちゃら | gemakkelijk; eenvoudig |
heichara-平ちゃら | makkelijk; eenvoudig |
heikinsuru-平均する | in evenwicht [balans] zijn [brengen; houden] |
heitan-平淡 | eenvoud; bescheidenheid; lichtvaardigheid |
hentaigana-変体仮名 | hentaigana (oud-Japans schrift: gerelateerd aan: katakana en hiragana) |
hen'ondōbutsu-変温動物 | koudbloedigheid; poikilothermie; koudbloedig dier |
hetchara-へっちゃら | gemakkelijk; eenvoudig |
heyazumi-部屋住み | (in een traditionele Japanse familie) de wettige oudste zoon die thuis woont en nog niet het hoofd van de familie is geworden |
hiasobi-火遊び | het flirten; versieren; een verhouding hebben |
hichū-秘中 | heimelijk gekoesterd; geheim gehouden (veelal gevoelens) |
hiden-秘伝 | geheim; geheimhouding; mysterie |
hiebie-冷え冷え | kil; koud; koel |
hiekomu-冷え込む | koud [kil] worden; afkoelen |
hieru-冷える | koud worden; het koud krijgen; kleumen; afkoelen |
hiken-卑倹 | (arch.) spaarzaamheid; natuurlijke eenvoud; soberheid; zuinigheid |
hikiatekin-引当金 | reserve (boekhouden: gedeelte van eigen vermogen in een onderneming)) |
hikigiwa-引き際 | het (juiste) moment om ontslag te nemen [zich terug te trekken; op te houden] |
hikimokirazu-引きも切らず | onophoudelijk; continu; voortdurend; onafgebroken; doorlopend |
hikinaosu-引き直す | weer [opnieuw] verkouden worden [kou vatten] |
hikitomeru-引き止める | tegenhouden; ophouden |
hikitsuzuki-引き続き | continu; onophoudelijk; achtereenvolgend |
hikkakaru-引っ掛かる | tegengehouden worden; gesnapt worden |
hikkan-筆管 | penseelhouder (van glas e.d. om het schrijven tijdelijk te onderbreken) |
himatsubushi-暇潰し | vrijetijdsbesteding; tijddoder; tijd doelloos doorbrengen; jezelf bezig houden |
himitsu-秘密 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
hinauta-鄙歌 | (oud) volksliedje; plattelands lied |
hinawajū-火縄銃 | musket; haakbus (ouderwets geweer met een lont) |
hine-陳 | (van graan, groenten, e.d.) oude voorraad (die te lang is blijven liggen) |
hinpan-頻繁 | voortdurend [onophoudelijk; herhaald; regelmatig] zijn |
hippu-匹夫 | onbelangrijke [eenvoudige] man; man met een lage functie; ongeschoolde [onwetende] man |
hippugerō-匹夫下郎 | eenvoudige mannen en knechten; mannen met lage functies |
hirakinaoru-開き直る | zich afzetten tegen; een verdedigende houding aannemen; uitdagend [opstandig] zijn |
hiraku-開く | houden; organiseren; opzetten; stichten |
hiratai-平たい | simpel; eenvoudig; makkelijk (te begrijpen) |
hiritsu-比率 | percentage; verhouding; ratio |
hishakōteki-非社交的 | asociaal; terughoudend; eenzelvig; teruggetrokken |
hisomaseru-潜ませる | (iets) verbergen; verborgen houden; verstoppen |
hisomu-潜む | verborgen zijn; latent zijn; zich schuilhouden; op de loer liggen |
hisōzokunin-被相続人 | voorouder; erflater |
hitchihaiku-ヒッチハイク | liften (een voertuig aanhouden om gratis mee te rijden) |
hitoatari-人当たり | (iemands) houding; gedrag; manieren |
hitorimono-独り者 | iem. die alleen is; een vrijgezel; ongetrouwde vrouw; een oude vrijster |
hitsui-筆意 | schrijfvaardigheid; schrijfstijl; houding bij het kalligraferen |
hitsui-筆意 | mentale houding tijdens het schrijven [kalligraferen] |
hiya-冷や | koud drinkwater (met ijsblokjes) |
hiya-冷や | koude [gekoelde] sake |
hiya-冷や | koude gekookte rijst |
hiyaase-冷や汗 | het koude [klamme] zweet |
hiyahiya-冷や冷や | koud; kil |
hiyakasu-冷やかす | plagen; de draak steken met; voor de gek houden |
hiyakasu-冷やかす | weken [afkoelen] in koud water |
hiyakkoi-冷やっこい | koud; kil |
hiyaku-秘薬 | geheim geneesmiddel; geneesmiddel waarvan het recept geheim gehouden wordt |
hiyameshi-冷や飯 | koude gekookte rijst |
hiyameshizōri-冷や飯草履 | eenvoudige zori (traditionele Japanse rieten teensandalen) |
hiyamizu-冷や水 | koud water |
hiyamizu-冷や水 | (fig.) een domper; een koude douche; het bekoelen [dempen] (van iemand's enthousiasme) |
hiyamugi-冷や麦 | koud geserveerde udon noedels |
hiyarito-ひやりと | kil; koel; koud |
hiyayaka-冷ややか | koud [kil] zijn |
hiyayaka-冷ややか | (fig.) kil [koel; koud; onbenaderbaar] zijn |
hiyayakko-冷や奴 | een Japans gerecht met koud geserveerde tahoe [tofoe] |
hiyazake-冷酒 | koude sake (rijstwijn) |
hiyoku-比翼 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
hiyokunotori-比翼の鳥 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
hiyorimi-日和見 | opportunisme; afwachtende houding; besluiteloosheid; de kat uit de boom kijken |
hizamoto-膝元 | onder de zorg [bescherming] van de ouders |
hobaku-捕縛 | aanhouding; arrestatie |
hogo-保護 | bescherming; bewaring; instandhouding; begunstiging |
hogoshakai-保護者会 | oudervereniging (op school) |
hogosuru-保護する | beschermen; bewaren; behouden |
hoji-保持 | behoud; bewaring; handhaving |
hojisha-保持者 | houder (van een record, titel, vergunning, etc.) |
hōjō-法帖 | lesboek voor (kanji) kalligrafie (met klassieke voorbeelden van oude (Chinese) meesters) |
hōkai-抱懐 | het koesteren [hebben; erop na houden] van een gedachte, mening, etc |
hoken-保健 | hygiëne; bevordering [behoud] van gezondheid |
hokurikudō-北陸道 | Hokurikudō, een van de zeven districten van het oude Japan |
hokuteki-北狄 | noordelijke barbaren, naam die werd gegeven aan nomadische volkeren in het oude China |
hōmu・songu-ホーム・ソング | eenvoudige liedjes die zowel door kinderen als volwassenen gezongen worden |
honkadori-本歌取り | het componeren van een Japans gedicht waarin de woorden en ideeën van oude, bekende [beroemde] gedichten worden verwerkt |
hōnō-奉納 | offering aan shinto goden of Boeddha's (van goederen of demonstraties van dans, oude krijgskunsten, e.d) |
honshoku-本職 | (v.n.l. in geschriften gebruikt voor de eerste persoon enkelvoud in overheidsfunctie) ik, naam, in de functie van (politiebeambte)... |
hoon-保温 | warmte-isoloatie; het warmhouden van iets |
hoozukiichi-酸漿市 | de lampionplant markt gehouden in de tempel Sensōji in Tokio op 9-10 juli |
horei-保冷 | het koel houden; koel bewaren |
horeizai-保冷剤 | koelmiddel; thermische [koude] gel; koud compres (cold pack; coolpack) |
horiateru-掘り当てる | (olie) aanboren; een goud(ader) [schat] vinden |
horudā-ホルダー | (iets) houder; etui; koker |
horudā-ホルダー | (iemand) bezitter; houder (van een record, titel, etc.) |
hōrudingu-ホールディング | (volleybal) een overtreding door het even vasthouden van de bal |
hōrudingu-ホールディング | (basketbal, voetbal, boksen, e.d.) een tegenstander hinderen [vasthouden] met arm of hand |
hōrudingu-ホールディング | holdingcompany; houdstermaatschappij |
hōrudingu・kanpanī-ホールディング・カンパニー | holdingcompany; houdstermaatschappij |
hōrudo-ホールド | vasthouden; vastgrijpen; grip |
hōrudo-ホールド | greep; klem; houdgreep (bij o.a. judo en worstelen) |
horyū-保留 | reserve; voorbehoud; bedenking |
horyūsuru-保留する | voorbehoud maken; bewaren (voor later); uitstellen (tot later); achterwege laten; achterhouden |
hosen-保線 | onderhoud en herstel van spoorwegen (inclusief aanverwante bouwwerken) |
hoshitorihyō-星取り表 | een soort scorekaart bij Sumo, waarop de resultaten van een worstelaar worden bijgehouden met witte of zwarte sterren |
hoshitsu-保湿 | het hydrateren; bevochtigen; behoud van vochtigheid |
hoshu-保守 | conservatie; behoud |
hoshuteki-保守的 | conservatief; behoudend |
hotto・purēto-ホット・プレート | (Eng.: hot plate) kookplaat; warmhoudplaatje |
howaito・gōrudo-ホワイト・ゴールド | (Eng.: white gold) witgoud (een legering van goud met tenminste één wit metaal (b.v. nikkel, zilver of palladium) |
hoyūsha-保有者 | bezitter; eigenaar; houder; drager |
hozen-保全 | behoud; bescherming; instandhouding; conservering |
hozon-保存 | bewaring; behoud; instandhouding; conservering |
hozonsuru-保存する | bewaren; behouden; in stand houden; preserveren |
hyakubaisuru-百倍する | verhonderdvoudigen; honderdmaal zo groot maken |
hyōjō-表情 | gevoelsuitdrukking; expressie; houding |
i-易 | eenvoud; gemak; moeiteloosheid |
ichigaini-一概に | onvoorwaardelijk; zonder voorbehoud; zonder uitzondering |
ichijisangyō-一次産業 | primaire industrie (houdt zich bezig met de winning van natuurlijke hulpbronnen) |
ichinotori-一の酉 | de eerste Dag van de Haan in de elfde maand; het festival van de Ōtori-schrijn gehouden op die dag |
ichizenmeshi-一膳飯 | een eenvoudige maaltijd |
idaku-抱く | in de armen houden [dragen]; omarmen; omhelzen |
iemochi-家持ち | het beheren van de financiën van het huishouden |
ienoko-家の子 | kind geboren in een voorname [gegoede; oude] familie |
iiharu-言い張る | (stug) volhouden; beweren; blijven zeggen [herhalen] |
iikurumeru-言い包める | iem. voor de gek houden; iem. iets wijs maken; iem. ompraten; iem. overhalen iets te doen |
iisuteru-言い捨てる | bij het weggaan nog (over je schouder) iets zeggen; een laatste opmerking maken (zonder op antwoord te wachten) |
iitateru-言い立てる | beweren; stellen; verklaren; volhouden |
ījī-イージー | (ge)makkelijk; eenvoudig |
iji-維持 | handhaving; behoud; onderhoud; instandhouding |
ijisuru-維持する | onderhouden; handhaven; behouden; instandhouden |
ījī・kea-イージー・ケア | (ge)makkelijk te onderhouden (meestal gebruikt voor stoffen van kleding) |
ikarigata-怒り肩 | rechte schouders |
ikasu-生かす | laten (her)leven; levend [in leven] houden; nieuw leven inblazen |
ikiataribattari-行き当たりばったり | willekeurig [lukraak] zijn; de dingen nemen zoals ze komen; een zorgeloze houding |
ikiji-意気地 | wilskracht; doortastendheid; vasthoudendheid; zelfrespect |
ikizama-生き様 | levenshouding; manier van leven; hoe men zijn leven leeft |
ikkikasei-一気呵成 | iets in een keer afmaken; iets afmaken zonder pauze te houden |
Ikkoku-一石 | één koku (oude volume eenheid) |
ikuji-意気地 | wilskracht; doortastendheid; vasthoudendheid; zelfrespect |
ikujikyūgyō-育児休業 | ouderschapsverlof |
ikusabune-軍船 | (ouderwets Japans) oorlogsschip |
ikutsu-幾つ | hoe oud |
imi-意味 | betekenis; inhoud; bedoeling; zin |
imogashira-芋頭 | ouderknol [hoofdknol] van een taro |
inaoru-居直る | rechtop zitten; een correcte houding aannemen |
inchi-印池 | houder voor stempelkussen |
inishie-古 | oudheid; oude tijden |
innen-因縁 | eerdere [oude] relatie [band; verbinding]; oorsprong; oorzaak; karma |
inpei-隠蔽 | verzwijging; geheimhouding; verhulling; verberging |
intoku-隠匿 | verberging; schuilhouding; geheimhouding |
in'u-陰雨 | aanhoudende regen |
in・hai-イン・ハイ | afk. voor Inter-high, nationaal atletiektoernooi voor middelbare scholen dat twee keer per jaar wordt gehouden |
ippankaikei-一般会計 | boekhouding van algemene inkomsten en uitgaven bij nationale en lokale overheden |
ippitsu-一筆 | het schrijven in een eenvoudige stijl |
ipponjōshi-一本調子 | eenvoud; rechtlijnigheid |
ire-入れ | houder; etui; foedraal; holster; kist; koffer |
irei-遺例 | voorbeeld [geval] van een nog bestaand voorwerp [overblijfsel] uit de oudheid |
irogoto-色事 | affaire; (liefdes)verhouding; romance |
isei-遺制 | uit vroeger tijden bewaard gebleven systeem; verouderde gewoonten |
ishi-頤使 | het de baas spelen; iemand onder controle houden |
ishibōchō-石包丁 | (oudheid) een stenen (oogst) mes |
ishisuru-頤使する | de baas spelen; iemand onder controle [onder de duim] houden |
ishoku-衣食 | levensonderhoud; middelen van bestaan |
itawaru-労る | rekening houden (met); begrip tonen; meevoelen |
itodo-いとど | oude naam voor een grottensprinkhaan (Rhaphidophoridae) |
itsukushimu-慈しむ | houden van; liefhebben |
ittoki-一時 | (in de oude Japanse tijdverdeling) een periode van twee uren |
iyashii-卑しい | nederig; van lage afkomst; eenvoudig; arm; vulgair; sjofel |
iyō-威容 | een plechtige [statige; waardige; deftige] verschijning [houding] |
izumai-居住まい | (iemands) zithouding; manier van zitten |
jabara-蛇腹 | blaasbalg; trekbalg van een accordeon; geplooide balg van een oude camera |
jairopairotto-ジャイロパイロット | (op vliegtuigen en schepen) automatische piloot (een instrument dat automatisch een bepaalde koers aanhoudt) |
janguru-ジャングル | jungle; oerwoud; wildernis |
jidaiokure-時代遅れ | verouderd; uit de tijd |
jidōfurikomi-自動振込 | automatische incasso [overschrijving] door de bank (met machtiging van de rekeninghouder) |
jigami-地神 | voorouderlijke geesten; huisgoden |
jijii-爺 | een oude man; oude bediende |
jijii-爺 | (geringschattend) oude vent [kerel; gozer] |
jijo-次女 | tweede dochter; op één na oudste dochter |
jikatsu-自活 | zelfstandig levensonderhoud; het voorzien in eigen levensonderhoud |
jikka-実家 | ouderlijk huis |
jikohozon-自己保存 | zelfbehoud |
jikyū-持久 | uithoudingsvermogen; volharding |
jikyūryoku-持久力 | uithoudingsvermogen; doorzettingsvermogen |
jikyūsuru-持久する | volharden; volhouden; doorzetten; weerstaan |
jikyūsuru-自給する | in zijn eigen onderhoud voorzien; zelfstandig iets uitvoeren; zelfvoorzienend zijn |
jimi-地味 | eenvoud; soberheid |
jinkaku-人格 | houding; gedrag |
jisshitsuteki-実質的 | substantieel; inhoudelijk; essentieel; werkelijk; wezenlijk |
jōko-上古 | verre [klassieke] oudheid; ver verleden |
jōkyūsei-上級生 | ouderejaarsstudent; een ouderejaars |
jōonkakuyūgō-常温核融合 | koude kernfusie |
jōsashi-状差し | brievenstandaard; brievenhouder |
joya-除夜 | oudejaarsavond; silvesteravond |
ju-寿 | ouderdom; hoge leeftijd |
jūkei-従兄 | (oudere) neef |
jukushishugi-熟柿主義 | afwachtende houding; het principe om geduldig te wachten tot een kans zich voordoet |
junjiru-準じる | zich conformeren [houden] aan; (een regel, wet etc.) volgen |
junkin-純金 | zuiver goud; puur goud |
junsahashutsujo-巡査派出所 | (oude benaming voor) politiepost |
junshusuru-遵守する | naleven; gehoorzamen; zich houden aan; eerbiedigen |
junzuru-準ずる | zich conformeren [houden] aan; (een regel, wet etc.) volgen |
jun'en-順縁 | het feit dat in de natuurlijke loop der dingen de mensen sterven in volgorde van ouderdom |
jurei-樹齢 | de leeftijd [ouderdom] van een boom |
jūryō-十両 | 10-ryo, oude Japanse munteenheid |
jūshi-従姉 | (oudere) nicht |
kabane-姓 | (arch.) erfelijke eretitel voor het hoofd van een clan (in het oude Japan) |
kabunushi-株主 | aandeelhouder |
kabunushisōkai-株主総会 | (algemene) aandeelhoudersvergadering |
kabushikiginkō-株式銀行 | aandelenbank (een bank die eigendom is van en wordt gecontroleerd door aandeelhouders) |
kabushikimeigara-株式銘柄 | naamregister van aandeelhouders |
kaden-家電 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
kadenseihin-家電製品 | huishoudelijke (elektrische) apparaten |
kahi-歌碑 | een stenen monument met een inscriptie van een waka (oud Japanse gedicht) |
kaibunsho-怪文書 | een anoniem document met twijfelachtige [lasterlijke] inhoud |
kaigarabone-貝殻骨 | schouderblad |
kaihi-回避 | (jur.) onthouding; ontwijking (in de uitoefening van gerechtelijke plichten en taken van een rechter of griffier vanwege persoonlijke redenen) |
kaikei-会計 | boekhouding; financiële administratie |
kaikeichōbo-会計帳簿 | rekeningenboek; de boeken (van de boekhouding); register |
kaikomu-掻い込む | iets onder de arm geklemd houden [dragen] |
kaisai-開催 | het houden [organiseren] van een evenement [conferentie; organisatie; tentoonstelling; opening] |
kaisaisuru-開催する | een evenement [conferentie; organisatie; opening] houden [organiseren] |
kaiseki-懐石 | eenvoudige gerechtjes geserveerd bij de theeceremonie |
kaisekiryōri-懐石料理 | eenvoudige gerechtjes geserveerd bij de theeceremonie |
kaji-家事 | huishoudelijke zaken [taken] |
kajitsu-花実 | (poëzie) vorm en inhoud |
kakaadenka-嬶天下 | gezin [huishouden] waar de vrouw de baas is |
kakaeru-抱える | iets in je armen houden [dragen]; ergens mee zitten; bezorgd zijn; (een last) op de schouders hebben (fig.) |
kakawaru-関わる | zich bezig houden met; te maken hebben met |
kakei-家兄 | mijn oudere broer |
kakejaya-掛け茶屋 | (eenvoudig) theehuis [café] langs de weg of in een park |
kakeme-掛け目 | leenwaarde; verhouding van de hoogte van een lening t.o.v, het onderpand |
kakikudashibun-書き下し文 | oude Chinese tekst herschrijven in klassiek Japans |
kakō-華甲 | iemand van 61 jaar oud (het eerste karakter kan worden opsplitst in een zes, een tien, en een één) |
kakusu-隠す | verstoppen; verbergen; verhullen; verzwijgen; maskeren; achterhouden; geheimhouden; bedekken |
kamae-構え | houding; positie; pose |
kamaeru-構える | een bepaalde houding aannemen (b.v. ter verdediging); gereed hebben; bij de hand hebben; klaar staan (om te); voorbereiden |
kamau-構う | rekening houden met; aandacht hebben voor; (iets kunnen) schelen |
kamikorosu-噛み殺す | een gaap onderdrukken [inhouden] |
kaminarioyaji-雷親父 | een slechtgehumeurde [prikkelbare] oude man; een oude brompot [mopperkont] |
kamisabiru-神さびる | oud [antiek] worden; er oud uitzien |
kamishibai-紙芝居 | kamishibai, een oude vorm van Japans verteltheater met prenten |
kamishimo-裃 | samoeraikostuum (oude ceremoniële dracht) |
kamoku-寡黙 | terughoudendheid; zwijgzaamheid; geslotenheid |
kan-監 | (China) toezichthouder op lokale leenheren e.d. |
kan-管 | controleren; de supervisie hebben; toezicht houden |
kanbandaore-看板倒れ | schijngoed; oppervlakkig; iets dat minder goed is dan verwacht; iets dat mooi is aan de buitenkant maar zonder inhoud |
kanburi-寒鰤 | koude geelvinmakreel, d.w.z. die gevangen is midden in de winter |
kanchi-寒地 | koude streek [regio]; gebied met een koud klimaat |
kanchū-寒中 | midwinter; midden in de winter; het koude jaargetijde |
kandan-寒暖 | kou en hitte; koud en warm; temperatuur |
kanehen-金偏 | kanji radicaal voor metaal of goud |
kangamiru-鑑みる | rekening houden met; in gedachten houden; overwegen |
kangetsu-寒月 | de maan op (koude) een winternacht |
kangoken-監護権 | voogdij; ouderlijk gezag |
kangori-寒垢離 | ritueel koudwaterbad in de winter |
kanjaku-閑寂 | stille eenvoud (een concept in de haiku van Bashō) |
kanji-監事 | inspecteur; supervisor; toezichthouder |
kanki-寒気 | kou; koud weer; koud aanvoelen |
kankōmokusetsu-款項目節 | begrotingsposten van de oude Japanse belastingwet |
kannomodori-寒の戻り | koude dag(en) in de lente; een (tijdelijke) terugkeer van de winterkou in de lente |
kanpa-寒波 | koudegolf |
kanpū-寒風 | een koude wind |
kanreizensen-寒冷前線 | koufront; koudefront |
kanrikeizai-管理経済 | management boekhouding |
kanrisuru-管理する | beheren; managen; controleren; toezicht houden |
kanryū-寒流 | koude zeestroming |
kansa-監査 | accountantsonderzoek; boekhoudingcontrole |
kansatsusuru-観察する | observeren; waarnemen; controleren; toezicht houden |
kanshisuru-監視する | observeren; inspecteren; bewaken; toezicht houden |
kanshoku-寒色 | koude kleur |
kansoka-簡素化 | vereenvoudiging; simplificatie |
kantai-寒帯 | de poolgebieden (extreem koude zones op breedtegraden hoger dan de poolcirkel) |
kantaiji-簡体字 | vereenvoudigde (Chinese) karakters |
kantan-簡単 | eenvoud; ongecompliceerdheid |
kanten-寒天 | koude lucht; winterhemel |
kanzume-缶詰め | (in) afzondering; afgescheiden [afgesloten; apart] gehouden zijn [worden] |
kaotsunagi-顔繋ぎ | het (regelmatig) contact houden [bij elkaar komen] |
kara-唐 | oude naam voor China of Korea |
karakuchi-辛口 | van sake [wijn] houden |
karappo-空っぽ | zonder inhoud; leegte |
karatto-カラット | karaat (eenheid die de zuiverheid van goud en edelstenen aangeeft) |
karei-加齢 | veroudering; het ouder worden |
karikoshi-借り越し | het teveel lenen; te zware lening (in verhouding met het onderpand) |
karioya-仮親 | pleegouder |
kasei-家政 | huishouding |
kaseifu-家政婦 | huishoudster |
kaseigaku-家政学 | huishoudkunde; gezins- en consumentenwetenschap |
kasha-仮借 | een fonetisch leenteken (gebruikt om een ander woord te maken, zonder rekening te houden met het semantische aspect ervan) |
kasha-火車 | oude Chinese stoomtrein |
kashoku-家職 | een familielid (van samoerai, van adel, of van een rijke familie), dat verantwoordelijk is voor huishoudelijke zaken |
kasumime-翳み目 | aandoening waarbij het gezichtsvermogen is verslechterd door ouderdom, ziekte, etc.; slechtziendheid |
kata-肩 | schouder |
katahaba-肩幅 | schouderbreedte |
katahada-片肌 | één schouder ontbloot (bij het dragen van een kimono) |
katahiji-肩肘 | schouders en ellebogen |
katakori-肩凝り | stijve schouder(s); stijve nek |
katame-固め | verdediging; bewaking; bescherming; stijf [vast] houden |
katami-肩身 | aanzien; prestige; houding; uiterlijk (hoe men zich aan anderen laat zien of voordoet) |
kataoya-片親 | één ouder |
kataoya-片親 | een alleenstaande ouder |
katasaki-肩先 | topje [punt; uiteinde] van de schouder (begin van de bovenarm) |
katasen-肩線 | schouderlijn; schoudernaad |
katasukashi-肩透かし | (techniek in sumo worstelen) onder-schouderzwaai naar beneden |
katatataki-肩叩き | iemand lichtjes op de schouders kloppen (tegen stijfheid) |
katatataki-肩叩き | in een bedrijf iemand met een schouderklopje aansporen om vervroegd met pensioen te gaan [ ontslag te nemen] |
katei-家庭 | gezin; huishouden; huisgezin |
kateidenkiseihin-家庭電気製品 | elektrisch huishoudapparaat; elektrisch apparaat voor in huis |
kateiran-家庭欄 | (in krant of tijdschrift) sectie met artikelen over familiezaken (zoals huishouden, tuinieren, kinderopvang, etc.) |
katsuro-活路 | levensonderhoud; middelen van bestaan |
kau-飼う | dieren houden [fokken; verzorgen] |
kawarimi-変わり身 | (snelle) verandering van positie [houding; standpunt] |
kazagoe-風邪声 | (door verkoudheid veroorzaakte) hese stem |
kazasu-翳す | iets optillen; boven je hoofd houden |
kazasu-翳す | iets ergens boven houden (b.v. om het licht te blokkeren) |
kaze-風邪 | verkoudheid; kou(tje); influenza |
kazegusuri-風邪薬 | medicijn tegen verkoudheid |
kazehiki-風邪引き | verkouden worden |
kazehiki-風邪引き | iemand die verkouden is |
kazoe-数え | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
kazoedoshi-数え年 | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
kazokuseido-家族制度 | systeem van erfgoed, familie-zijtakken [afstammelingen] en aftredingen van familiehoofden ter voortzetting en behoud van de familie |
kē-ケー | k, afk. voor karaat (gehalte voor goud en edelstenen) |
keiben-軽便 | handig [eenvoudig; praktisch] zijn |
keibō-閨房 | slaapkamer; vrouwenvertrek; boudoir |
keii-軽易 | eenvoudig [licht; gemakkelijk] zijn |
keikikyū-軽気球 | (oude naam voor) luchtballon |
keinenrekka-経年劣化 | slijtage; veroudering |
keiri-経理 | boekhouding; financiële administratie |
keiribu-経理部 | boekhoudafdeling |
keirishi-計理士 | boekhouder (zonder de formele certificering van registeraccountant) |
keirō-敬老 | respect voor ouderen |
keirōnohi-敬老の日 | Respect voor de Ouderen Dag (Japanse nationale feestdag, op de derde maandag in september) |
keisatsuhashutsujo-警察派出所 | (oude benaming voor) politiepost |
keishi-兄姉 | oudere broer(s) en zuster(s) |
keishikishugi-形式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
kengyō-検校 | toezichthouder bij administratieve zaken van een heiligdom of tempel |
kenji-堅持 | het vasthouden aan; handhaven |
kenji-検事 | (oude naam voor) Officier van Justitie |
kenkei-賢兄 | wijze oudere broer |
kenkei-賢兄 | uw oudere broer |
kenkenfukuyō-拳拳服膺 | altijd in gedachten houden; in het geheugen gegrift hebben |
kenkōkotsu-肩甲骨 | schouderblad; scapula |
kenkyo-検挙 | verbalisering; arrestatie; aanhouding (van misdadigers); oprollen (van een bende) |
kenmaku-剣幕 | dreigende [boze] blik [houding] |
kenpeiritsu-建蔽率 | bebouwingspercentage; verhouding tussen het grondoppervlak en het oppervlak van de bebouwing |
kenryokukankei-権力関係 | machtsverhoudingen |
kenwanchokuhitsu-懸腕直筆 | kalligrafietechniek met een bepaalde lhouding (penseel rechtop en elleboog opzij) |
ken'en-犬猿 | als kat en hond; een slechte verstandhouding |
keruto-ケルト | Kelt (inwoner van Ierland, Wales, Cornwall, Schotland, Bretagne; ook van oude etnische groep in de geschiedenis) |
kēsu-ケース | koffer; tas; doos; kist; omhulsel; houder; etui |
kibutsu-器物 | koker; houder; container; vat |
kichin'yado-木賃宿 | goedkoop [eenvoudig] pension |
kidoru-気取る | gemaakt [gekunsteld; geaffecteerd] zijn; zich aanstellen; zich een houding geven |
kigyōkaikei-企業会計 | bedrijfsboekhouding |
kihaku-希薄 | gebrek aan enthousiasme [aandacht; inhoud]; slap [ongeïnteresseerd] zijn |
kikajin-帰化人 | immigrant naar het oude Japan vanuit China of Korea |
kiken-棄権 | onthouding van stemmen; afstand doen van een recht |
kikensha-棄権者 | niet-stemmer; iemand die zich onthoudt van stemming |
kikioku-聞き置く | onthouden wat je hoort |
kikun-貴君 | (m.n. in brieven e.d. gebruikt voor de tweede persoon enkelvoud) jij; u |
kimei-記銘 | het uit het hoofd leren [onthouden]; zich in het geheugen prenten |
kimekomu-決め込む | volharden; vasthouden aan; doorgaan met |
kimitsu-機密 | geheim; geheime informatie; geheimhouding |
kimitsuhoji-機密保持 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
kimitsuhojikeiyaku-機密保持契約 | geheimhoudingsovereenkomst; geheimhoudingsverklaring |
kin-金 | goud |
kinba-金歯 | gouden tand [kies; kroon] |
kinboshi-金星 | gouden ster; roos (van een schietschijf) |
kinbuchi-金縁 | gouden rand; gouden frame |
kinbyōbu-金屏風 | kamerscherm bedekt met bladgoud |
kindei-金泥 | goudverf; goudpigment |
kingen-金言 | een wijs gezegde; gouden spreuk |
kinguchi-金口 | gouden filter (van sigaret) |
kingyo-金魚 | goudvis |
kingyoku-金玉 | juweel; goud en edelstenen |
kinhon'i-金本位 | goudstandaard |
kinhon'isei-金本位制 | (het systeem van) de goudstandaard |
kiniiru-気に入る | houden van; leuk vinden; blij zijn met |
kinji-金地 | gouden ondergrond (op kamerscherm etc.) |
kinji-金字 | gouden letter(s) |
kinjiru-禁じる | (met negatie) niet te bedwingen; (zichzelf) niet in bedwang kunnen houden: |
kinjunbi-金準備 | goudreserve |
kinka-金貨 | goudstuk; gouden munt |
kinkagyokujō-金科玉条 | gouden regel; belangrijkste voorschrift |
kinkai-金塊 | goudklomp; goudbaar; goudstaaf |
kinkan-金冠 | gouden kroon (hoofdtooi) |
kinkan-金冠 | gouden kroon (gebit) |
kinkan-金環 | gouden ring [cirkel; krans] |
kinkanban-金看板 | een uithangbord met gouden letters [opschrift] |
kinken-金券 | goudcertificaat |
kinketsu-金穴 | goudmijn |
kinki-錦旗 | vlag van rood met goud brokaat |
kinkō-金鉱 | gouderts |
kinkō-金鉱 | goudmijn |
kinkonshiki-金婚式 | gouden bruiloft (50 jarig huwelijk) |
kinmon-金紋 | gouden familiewapen |
kinmuku-金無垢 | zuiver goud |
kinmutaido-勤務態度 | werkhouding; houding en gedrag op het werk |
kinmyaku-金脈 | goudader |
kinpai-金杯 | gouden bokaal |
kinpaku-金箔 | bladgoud |
kinpatsu-金髪 | goudblond haar |
kinpun-金粉 | goudpoeder |
kinran-金襴 | gouden draad; goudbrokaat |
kinsei-金製 | gemaakt van goud |
kinsenka-金盞花 | goudsbloem (Calendula officinalis) |
kinshi-金糸 | gouden draad |
kinshijō-金市場 | goudmarkt |
kinshō-金将 | de Gouden generaal (een stuk in Shōgi, Japans schaken) |
kinshoku-金色 | goudkleur |
kinshu-禁酒 | geheelonthouding (van alcohol) |
kinsunago-金砂子 | stofgoud; goudpoeder (wordt gebruikt in schilderkunst of lakwerk) |
kintsugi-金継ぎ | kapot aardewerk repareren met goud of zilver (zodat de breuk juist mooi gemaakt wordt, i.p.v. te proberen die onzichtbaar te maken) |
kinzan-金山 | goudmijn |
kin'i-金位 | zuiverheid van goud |
kin'iro-金色 | goudkleur |
kin'yoku-禁欲 | onthouding; ascese; celibaat |
kiokusuru-記憶する | zich herinneren; onthouden; uit het hoofd leren |
kīpu-キープ | in bezit houden; bewaren; zijn service behouden (tennis) |
kirihanasu-切り放す | (in gedachten) scheiden [uit elkaar houden]; als twee aparte dingen beschouwen |
kirin-騏驎 | mythisch dier in het oude China (met lichaam van een hert, staart van een koe, en hoeven van een paard) |
kiritsusuru-規律する | regelen; toezicht houden op |
kirokukei-記録係 | iemand die de score [tijd; stukken] bijhoudt; archivaris |
kiru-切る | ophouden; beëindigen; ophangen; verbreken; afbreken; uitdoen; uitzetten; (iem.) ontslaan |
kiru-着る | aantrekken [dragen] (van kleding, vanaf de schouders) |
kisei-帰省 | terugkeer naar geboortestreek of ouderlijk huis |
kishi-旗幟 | houding; standpunt; visie |
kisokōjo-基礎控除 | basisinhouding [standaardinhouding] op (belastbaar) inkomen |
kisuru-記する | onthouden; niet vergeten; (iets) uit het hoofd leren |
kiton-キトン | chiton (onderkleed bij de oude Grieken) |
kizai-器財 | gereedschap; werktuigen; (huishoudelijke) apparaten |
kō-江 | (oude naam voor) het Biwa meer |
koban-小判 | koban, oude Japanse (ovale gouden) munt (Edo periode) |
kobijutsu-古美術 | oude kunstwerken; antiquiteiten |
koboku-古木 | een oude [eeuwenoude] boom |
kobonnō-子煩悩 | het erg veel van je kind(eren) houden |
kobonnō-子煩悩 | iemand die erg veel van zijn kind(eren) houdt |
kobukai-木深い | diep in het bos [woud] |
kobun-古文 | oude geschriften; klassieke literatuur |
kobun-古文 | oud Chinees karakterschrift |
kodai-古代 | de oudheid; klassieke periode; het verre verleden |
kodawari-拘り | vasthoudendheid; toewijding |
kodōgu-古道具 | tweedehands artikel [goederen]; oude meubels; snuisterijen |
kofun-古墳 | oude grafheuvel; tumulus |
koga-古画 | oud schilderij; schilderij van een oude meester |
kogane-黄金 | (geel)goud |
koganemushi-黄金虫 | scarabee; goudkever |
kogarashi-木枯らし | koude wind (aan het einde van de herfst tot begin van de winter) |
kogen-古諺 | een oud spreekwoord [gezegde] |
kogi-古義 | oorspronkelijke [klassieke; oude] betekenis of interpretatie |
kōhaku-黄白 | goud en zilver |
kohan-古版 | oude druk [uitgave] (van een boek) |
koharubiyori-小春日和 | nazomer; oudewijvenzomer; warme dagen in de (late) herfst |
kohon-古本 | oud boek; tweedehands boek |
koi-古意 | oude (klassieke) betekenis |
koiguchi-鯉口 | kledingstuk (met lange mouwen) dat ter bescherming over de kimono gedragen wordt bij huishoudelijk werk |
koiji-恋路 | liefdesverhouding; romance; liefdesrelatie |
koji-古字 | een oude kanji (niet langer in gebruik) |
koji-固持 | volharding; het voet bij stuk houden; het vasthouden aan (een overtuiging, theorie, etc.) |
kojinkabunushi-個人株主 | particuliere aandeelhouder |
koka-古歌 | een oud gedicht [lied] |
kokaku-古格 | conventie; gebruik; oude gewoonte; oude etiquette |
kokin-古今 | verleden en heden; vroeger en nu; oud en modern |
kokin-古今 | (afk. voor) Kokin Wakashū (oude dichtbundel) |
kōkō-孝行 | (Confucianisme) trouw en gehoorzaamheid (van kinderen) aan hun ouders (of andere oudere familieleden) |
kokoku-故国 | oude natie; land dat al heel lang bestaat |
kokon-古今 | verleden en heden; vroeger en nu; oud en modern |
kokonmeikasen-古今名歌選 | een bloemlezing van oude en nieuwe gedichten |
kokorogakari-心がかり | zorg; bezorgdheid; last op je schouders |
kokorogake-心がけ | geesteshouding; denkwijze; zienswijze; standpunt; benadering; streven; doel |
kokorogamae-心構え | mentale voorbereiding; (geestelijke) houding [instelling] |
kokorookinaku-心置きなく | zonder terughoudendheid [schroom; voorbehoud; aarzelen; reserve]; onbevreesd |
koku-刻 | oude tijdseenheid (in de maankalender) |
koku-古句 | oude uitdrukking; oud gezegde; versregel van een dichter (uit een ver verleden) |
koku-石 | Japanse inhoudsmaat (180,4 liter; 0,275 kubieke meter laadruimte van schepen) |
kokyū-故旧 | oude bekende; oude vriend |
kominka-古民家 | traditioneel Japans huis; oud huis in Japanse stijl |
komonjo-古文書 | oud [historisch] document |
komonjogaku-古文書学 | de studie van oude geschriften (m.n. voor de Edo periode); paleografie |
konashi-熟し | (lichaams)houding; tred; manier van bewegen |
kondei-金泥 | goudverf; goudpigment |
kōnenreishakoyōanteihō-高年齢者雇用安定法 | Wet stabilisering werkgelegenheid voor oudere werknemers (Eng,: Elderly Persons Employment Stabilization Law) |
konjiki-金色 | goudkleur |
konki-根気 | volharding; vasthoudendheid; energie; doorzettingsvermogen; uithoudingsvermogen |
korei-古例 | oud gebruik; oude traditie |
kōrei-恒例 | oude traditie; vaste gewoonte |
kōreika-高齢化 | vergrijzing; veroudering (hoger worden van de gemiddelde leeftijd) |
kōreikasuru-高齢化する | vergrijzen; verouderen; hoger worden van de gemiddelde leeftijd |
kōreisha-高齢者 | oude mensen; ouderen; bejaarden; mensen op hoge leeftijd |
kōri-公吏 | (oude term voor) een lokale overheidsfunctionaris [ambtenaar] |
kori-垢離 | zuivering door ablutie (rituele [ceremoniële] wassing met koud water) |
korō-古老 | een oudere persoon; een bejaarde |
kōro-香炉 | wierookvat; wierookbrander; wierookhouder |
kōrudo・mīto-コールド・ミート | koud vlees; vleeswaren |
kōrudo・pāma-コールド・パーマ | (kapsel) koude permanent (techniek met lotion zonder verhitting) |
kōrudo・wō-コールド・ウォー | koude oorlog (ongewapende strijd) |
koryōriten-小料理店 | Japans eethuisje met een eenvoudige menukaart |
koryosuru-顧慮する | in overweging nemen; overwegen; rekening houden met |
koryū-古流 | oude stijl; oude manier van doen |
kosatsu-古刹 | oude [antieke; klassieke] tempel |
kosenjō-古戦場 | een oud slagveld; de plek waar vroeger een slag heeft plaatsgevonden |
koshahon-古写本 | oud (handgeschreven) manuscript; codex; samengebonden bundel perkamenten |
koshi-古紙 | oud papier; afvalpapier |
koshi-古詩 | oude poëzie; oud gedicht |
koshiji-越路 | Koshiji ( oude plaatsnaam) |
koshiki-古式 | oude ceremonie; oud [traditioneel] ritueel |
kōshikishugi-公式主義 | formalisme (vasthouden aan vorm, principes en regels, meer dan aan betekenis of inhoud) |
kōshin-孝心 | toewijding aan [respect voor] ouders [ouderen] van kinderen |
koshitsuki-腰つき | (lichaams)houding; manier van bewegen [lopen] |
kōshitsutenpan-皇室典範 | de keizerlijke huishoudwet (van 1947) |
kosho-古書 | antiquarisch boek; oud [antiek] boekwerk |
koshōhon-古抄本 | oud (handgeschreven) manuscript; codex; samengebonden bundel perkamenten |
koshokusōzen-古色蒼然 | er antiek [oud] uitziend |
koshoten-古書店 | antiquariaat (handel in oude boeken) |
kosodate-子育て | (kinder)opvoeding; ouderschap |
kosuto・pafōmansu-コスト・パフォーマンス | kostenefficiëntie; prijs-prestatieverhouding |
kotai-古体 | ouderwets; klassieke stijl |
kotan-枯淡 | eenvoudig en verfijnd [sober; ingetogen] zijn |
kotatsu-炬燵 | een laag tafeltje met verwarming eronder om de benen te warm te houden (vaak met een deken erover om de warmte te bewaren) |
kōtei-孝悌 | (confucianisme) eerbied voor ouderen; kinderlijke gehoorzaamheid; vroomheid; broederliefde |
kotō-古刀 | een oud [antiek] zwaard |
koto-古都 | oude (hoofd)stad |
kotobuki-寿 | lang leven; lange levensduur; hoge ouderdom |
kotonakareshugi-事勿れ主義 | (houding van) de dingen op zijn beloop laten; geen slapende honden wakker maken (een passieve houding hebben t.o.v.problemen i.p.v. ze aan te pakken) |
kotowaru-断る | weigeren; afhouden; afslaan; afwijzen; zich verontschuldigen (voor afwezigheid) |
kou-恋う | (iemand, iets) missen; verlangen naar; houden van; beminnen |
koyō-古謡 | oude traditionele (volks)liederen |
koyōshū-古謡集 | collectie van oude liedjes |
kuchisugi-口過ぎ | levensonderhoud; middelen van bestaan |
kuiage-食い上げ | je baan verliezen; geen inkomsten meer hebben; niet meer in je levensonderhoud kunnen voorzien |
kuisagaru-食い下がる | stevig vasthouden; volhouden |
kuitomeru-食い止める | tegenhouden; weerhouden; weerstaan; standhouden |
kuitsumeru-食い詰める | niet meer kunnen overleven; niet meer kunnen voorzien in je levensonderhoud; tot armoede vervallen |
kuitsunagu-食い繋ぐ | (zo lang mogelijk) overleven; zo weinig mogelijk eten [uitgeven]; zo lang mogelijk het hoofd boven water houden |
kukan-苦寒 | (een andere naam voor) de (koude) maand december |
kumaso-熊襲 | Kumaso, een mythisch volk uit het oude Japan (Zuid-Kyūshū) |
kūmei-空名 | een valse [onterechte] reputatie [naam; titel]; een reputatie die niet in verhouding staat tot competentie |
kumiageru-汲み上げる | rekening houden met; in aanmerking [overweging] nemen |
kumishiku-組み敷く | iemand tegen de grond drukken (en zo in bedwang houden) |
kunaichō-宮内庁 | het Agentschap van de Keizerlijke Huishouding in Japan |
kundō-訓導 | leraar op een basisschool (onder het oude onderwijssysteem) |
kuni-国 | territorium; streek; provincie (in het oude Japan) |
kuragae-鞍替え | verandering van baan [positie; houding]; omschakeling |
kuragari-暗がり | een geheime plaats; geheimhouding |
kurashi-暮らし | levensonderhoud |
kurayami-暗闇 | een onopvallende [geheime] plaats; geheim(houding) |
kurinchi-クリンチ | houdgreep; handgemeen; conflict |
kuroji-黒字 | in het zwart staan (positief saldo in boekhouding) |
kūru-クール | koel; koud |
kurūgārandokinka-クルーガーランド金貨 | krugerrand (gouden munt Zuid-Afrika) |
kuruwa-廓 | stenen omheining [muren] rondom (oude) kastelen |
kuruzeiro-クルゼイロ | cruzeiro (oude Braziliaanse munteenheid) |
kusemono-曲者 | verdacht-uitziende [louche] persoon; (oude) sluwe [slimme] vos |
kussō-屈葬 | het iemand begraven in gehurkte [gebogen; zittende] houding |
kuwaeru-銜える | iets in de mond (tussen de tanden of lippen) houden [hebben; nemen] |
kuzushi-崩し | vereenvoudiging (van een stijl of kanji) |
kuzutetsu-屑鉄 | schroot; oud ijzer |
kyōjō-教場 | oefenterrein [oefenveld, exercitieterrein] voor oude (Japanse) krijgskunsten |
kyōzamashi-興醒まし | een domper; stemmingsbederver; koude douche |
kyū-旧 | (in kanji combinaties) oud; voormalig; ex- |
kyū-旧 | (afk. voor) de oude Japanse (maan)kalender |
kyūbutsu-旧物 | oude dingen [voorwerpen]; oude gewoonten [systemen] |
kyūchi-旧知 | oude bekende; oude vriend |
kyūha-旧派 | ouderwetse stijl; (van de) oude stempel |
kyūhō-旧法 | (inmiddels niet meer geldende) oude wetgeving [bepaling; verordening] |
kyūjitai-旧字体 | oude traditionele Japanse kanji schriftstijl (voor de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
kyūkan-旧慣 | oude zeden en gewoonten |
kyūkan-旧館 | een oud gebouw; een reeds bestaand gebouw |
kyūkanbi-休肝日 | alcoholvrije dag; dag van alcohol onthouding (lett. rustdag voor de lever) |
kyūkō-旧交 | oude vriendschap |
kyūmei-旧名 | oorspronkelijke naam; oude naam; meisjesnaam |
kyūrai-旧来 | uit oude tijden |
kyūreki-旧暦 | de oude Japanse (maan)kalender |
kyurī-キュリー | curie (Ci, een verouderde eenheid van radioactiviteit) |
kyūsei-旧制 | het vorige [oude] systeem |
kyūseki-旧跡 | historische plek; oude ruïnes [overblijfselen] |
kyūsekkijidai-旧石器時代 | oude steentijd; paleolithicum |
kyūshi-旧址 | oude ruïnes [overblijfselen]; historische plek |
kyūshi-旧市 | oude stad |
kyūshi-旧氏 | vorige naam; oude naam; meisjesnaam |
kyūshiki-旧式 | oude stijl; oud ritueel |
kyūyakuseisho-旧約聖書 | het Oude Testament |
kyūyō-給養 | het onderhouden; steun |
kyūyōsuru-給養する | onderhouden; steunen |
kyūyū-旧友 | oude bekende; oude vriend |
madai-真鯛 | Japanse goudbrasem (Pagrus major) |
maekagami-前屈み | het met afhangende schouders [een ronde rug] lopen; gebukt [gebogen] lopen |
maekogomi-前屈み | afhangende schouders; slappe [gebukte] houding |
mafuyubi-真冬日 | koude winterdag; midwinter |
mahha-マッハ | mach (verhouding tussen stromingssnelheid (b.v. bij het vliegen) en de snelheid van het geluid; vernoemd naar Ernst Mach) |
majimekusaru-真面目腐る | ernstig worden; een plechtige [serieuze] houding aannemen |
mākā-マーカー | teller; optekenaar; iemand die de stand [score] bijhoudt |
makie-蒔絵 | een techniek om lakwerk te decoreren met goud- en zilverstofdeeltjes |
mamagoto-飯事 | (kinderspel) vadertje en moedertje spelen; theepartijtje, e.d. houden met speelgoedservies |
mamaoya-継親 | stiefouder |
mamoru-守る | houden; bewaren (vrede; belofte; woord) |
manā-マナー | (goede) manieren; houding; etiquette |
mandarin-マンダリン | Mandarijn (hoge staatsambtenaar in het oude China) |
manrikigusari-万力鎖 | oud Japans kettingwapen (zware ketting met gewichten aan de uiteinden) |
man'yōgana-万葉仮名 | man'yōgana, oud Japans lettergrepen-systeem (van Chinese karakters fonetisch gebruikt) |
maruku-マルク | mark (oude Duitse valuta) |
matsuwaru-纏わる | verband houden met; te maken hebben met |
mēdo-メード | meid; dienstmeid; kamermeisje; huishoudster; maagd |
meido-メイド | meid; dienstmeid; kamermeisje; huishoudster; maagd |
meigikakikaedairinin-名義書き換え代理人 | beheerder van het aandeelhoudersregister |
meiginin-名義人 | houder (van aandelen, effecten, pacht, etc.) |
meiro-迷路 | doolhof; labyrint; wirwar van straten (m.n. in een oude stadskern) |
mekuraban-盲判 | ondertekening [verzegeling; afstempeling] van een document zonder de inhoud ervan te kennen |
mentenansu-メンテナンス | onderhoud (van een huis, machine, etc.); beheer |
mibae-見栄え | er goed uitzien; arrogante houding; ijdelheid |
migitō-右党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; iem. die geen alcohol drinkt |
mikaesu-見返す | een oude vijand verslaan |
mikakedaoshi-見かけ倒し | verkeerde [misleidende] indruk; niet zo goed zijn als het er uitziet; klatergoud |
mikkabōzu-三日坊主 | (lett. een boeddhistische priester voor drie dagen) een uitdrukking voor iemand die snel ergens mee ophoudt [het bijltje erbij neergooit] |
mimamoru-見守る | bewaken; in de gaten houden |
mini・sutā-ミニ・スター | mini-star (oud Japans sigarettenmerk) |
minkanryōhō-民間療法 | oude huismiddeltjes; geneesmiddeltjes uit grootmoeders tijd |
misueru-見据える | (met een onbeweeglijke blik) staren [turen] (naar); de blik gevestigd houden (op) |
misumatchi-ミスマッチ | verkeerde [slechte] combinatie; wanverhouding |
mitarashi-御手洗 | (afk. voor) een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
mitarashimatsuri-御手洗祭 | een festival dat (oorspronkelijk) op 7 juli wordt gehouden in het Kitano Tenmangu-heiligdom in Kyoto |
miwake-見分け | het onderscheiden [onderscheid maken; uit elkaar houden] |
miwakeru-見分ける | onderscheiden; onderscheid maken; uit elkaar houden |
miyadaiku-宮大工 | timmerman die gespecialiseerd is in oude architectuur (zoals heiligdommen, tempels en paleizen) |
mizu-水 | (koud) water |
mizuburo-水風呂 | een koud bad |
mizugai-水貝 | plakjes abalone geserveerd in koud water |
mizugori-水垢離 | rituele [ceremoniële] reiniging met (koud) water |
mizushigoto-水仕事 | huishoudelijk werk, zoals schrobben, boenen en wassen |
mobirēji-モビレージ | eenvoudige campings voor reizigers met de auto |
mōbosansennooshie-孟母三遷の教え | het belang van het creëren van een goede leeromgeving voor een kind (naar een oud verhaal over Mencius' moeder die 3 keer verhuisde daarvoor) |
mochikabugaisha-持ち株会社 | holdingcompany; houdstermaatschappij |
mōdō-艨艟 | (ouderwets Japans) oorlogsschip |
mojimoji-もじもじ | (onomatopee) terughoudend; aarzelend; friemelend; rusteloos |
mokkan-木簡 | een smalle strook hout waarop officiële stukken tekst werden geschreven (in het oude China en Japan) |
mokuji-目次 | inhoudsopgave |
mokunen-黙然 | stilzwijgende houding |
mokuroku-目録 | index; inhoudsopgave |
mon-文 | oude Japanse munt |
mōnen-妄念 | aanhoudende [voortdurende] betwijfeling; (boeddh.) verkeerde ideeën [gedachten] |
monitā-モニター | waarnemer; toezichthouder |
monogoshi-物腰 | gedrag; houding |
monoshirigao-物知り顔 | een veelbetekenende [veelwetende] blik [houding] |
morahada-諸肌 | twee schouders ontbloot (bij het dragen van ene kimono) |
morahadaonugu-諸肌を脱ぐ | beide schouders [het bovenlichaam] ontbloten (bij het dragen van een kimono) |
mori-森 | bos; woud |
morikomu-盛り込む | verenigen; opnemen; bevatten; inhouden |
motochō-元帳 | grootboek (in boekhouding) |
motsu-持つ | (in de hand) dragen [houden]; bij zich hebben; vasthouden; vastgrijpen |
motsu-持つ | op zich nemen; houden (vergadering, etc); goed houden; weerstaan; verdragen |
mugifumi-麦踏み | het vertrappen van tarweplanten in de winter (om de koudebestendigheid te vergroten en de stengelvoeten van het gewas sterker te maken) |
mujaki-無邪気 | onschuld; eenvoud; naïviteit |
mukashibanashi-昔話 | oude legende; volksverhaal; sprookje |
mukashigatari-昔語り | legende; oud verhaal |
mukashikatagi-昔気質 | ouderwetse ideeën [denkwijze] |
mukashinajimi-昔馴染み | een oude vriend [kennis] |
mukku-ムック | publicatie waarvan de inhoud een boek is en de publicatiemethode van een tijdschrift |
mukumu-浮腫む | vocht vasthouden; opzwellen |
munashii-空しい | leeg; inhoudsloos; ijdel |
myakumyaku-脈脈 | continu; onophoudelijk |
nadegata-撫で肩 | afhangende schouders |
nagai-長い | een groot uithoudingsvermogen hebben; het lang volhouden; geen haast hebben |
nagamochi-長持 | lange houdbaarheid |
nagamochisuru-長持する | lang bewaren; lang volhouden [doorstaan]; houdbaar [sterk] zijn; lang meegaan (niet gauw slijten) |
nagaraeru-長らえる | lang aanhouden; lang doorgaan |
nagorioshii-名残惜しい | terughoudend; onwillig; met tegenzin |
naību-ナイーブ | naïef; eenvoudig; onnozel; ongecompliceerd |
naimitsu-内密 | geheimhouding; vertrouwelijkheid |
naishinsuru-内診する | spreekuur houden (dokter) |
naisho-内緒 | financiële privé [familie] omstandigheden; huishoudgeld; gezinsbudget |
naisho-内緒 | een bordeelhouder; de huiskamer in een bordeel |
naison-内孫 | erfgenaam; oudste kind |
naiyō-内容 | inhoud |
naiyō-内容 | inhoud; tekst |
naiyō-内容 | inhoudelijke betekenis [waarde]; diepte; kwaliteit |
naiyōbi-内容美 | schoonheid van inhoud; innerlijke schoonheid |
naiyōkyōka-内容教科 | vakken die worden bestudeerd om kennis op een bepaald gebied te verwerven; inhoudsvakken |
naiyōseki-内容積 | inhoud; capaciteit; kubiek [inwendig] volume [afmeting]; massa |
naiyōshōmei-内容証明 | een speciale postzending, zoals een aangetekende brief of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
naiyōshōmeiyūbin-内容証明郵便 | een speciale postzending, zoals b.v. een aangetekende brief [pakket] of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
nakanaka-中中 | niet makkelijk; niet eenvoudig |
nakishikiru-鳴き頻る | onophoudelijk tjilpen [zoemen] (van volgels of insecten) |
namagusai-生臭い | werelds; verdorven (een monnik die zich niet aan de Boeddhistische voorschriften houdt) |
nameko-滑子 | nameko; goudkopje (paddenstoel, Pholiota microspora) |
nanatsu-七つ | zeven (jaar oud) |
nanbā・sukūru-ナンバー・スクール | (een van) de acht oudste en meest prestigieuze middelbare scholen in Japan (in de Meiji periode) |
nansai-何才 | hoe oud |
nansai-何歳 | hoe oud? |
naritatsu-成り立つ | geldig zijn; standhouden; aan de eisen voldoen |
narōkyasutingu-ナローキャスティング | narrowcasting, een internetcommunicatie-model, gebaseerd op een verspreidingsmechanisme en een gefragmenteerd gebruik van de inhoud |
nasanunaka-生さぬ仲 | ouder-kind relatie zonder biologische verwantschap |
natsubasho-夏場所 | het zomer sumotoernooi (sumo toernooi dat gehouden wordt in mei) |
natsukaze-夏風邪 | een zomer- [warm weer] verkoudheid |
natsumatsuri-夏祭り | festivals [plechtigheden] in Shintō tempels, die worden gehouden in de zomer |
nazukeoya-名付け親 | peetouder [peetvader; peetmoeder] |
nazumu-泥む | vasthouden aan (oude gewoonten, tradities, principes, e.d.) |
nebaru-粘る | volhouden; vasthouden aan; lang blijven; blijven plakken (fig.) |
nebie-寝冷え | kou (gevat tijdens het slapen); koud geworden tijdens de slaap |
nebiesuru-寝冷えする | kou vatten tijdens het slapen; koud worden tijdens de slaap |
neburibashi-ねぶり箸 | eetstokjes waaraan wordt gelikt of die in de mond gehouden worden (onjuist gebruik van eetstokjes) |
neesan-姉さん | (een woord waarmee men beleefd een oudere zus aanspreekt:) zus(ter) |
nehan'e-涅槃会 | jaarlijkse ceremonie op 15 maart voor de sterfdag van Boeddha (was vroeger 15 februari op de oude maankalender) |
nejiageru-捩じ上げる | iemand de arm omdraaien [verdraaien; omwringen]; iemand in bedwang houden |
nenchōsha-年長者 | senior; de oudere in leeftijd |
nendai-年代 | vroeger tijdperk; oudheid |
nenpai-年配 | leeftijd; ouderdom; jaren |
nerau-狙う | (een kans) afwachten; in de gaten houden; volgen |
netsui-ねつい | volhardend; vasthoudend |
nettaiurin-熱帯雨林 | tropisch regenwoud |
nezō-寝相 | slaaphouding |
nigirishimeru-握り締める | stevig vasthouden [knijpen] |
nigirishimeru-握り締める | behouden; bewaren |
nigiru-握る | iets vasthouden [vastklemmen] in de hand |
nigiru-握る | belangrijke zaken goed bewaren [stevig in handen houden] |
niichan-兄ちゃん | oudere broer |
niisan-兄さん | oudere broer (familiaar en respectvol) |
nikuchi-肉池 | een stempelkussen [zegel-inkt] houder |
ninaite-担い手 | houder; drager |
ninku-忍苦 | uithoudingsvermogen; weerstand; lijdzaamheid |
ninniku-忍辱 | geduld; uithoudingsvermogen |
nisetaijūtaku-二世帯住宅 | één huis dat opgedeeld is in twee huishoudens (zodat twee generaties, ouders en kinderen, apart kunnen wonen) |
nobezao-延べ竿 | eenvoudige (bamboe) hengel met vastgemaakte lijn (zonder molen) |
nobushi-野武士 | een groep strijders die zich schuil houdt [in hinderlaag ligt] in de bergen |
nokoriga-残り香 | aanhoudende geur; geur die blijft hangen |
nokosu-残す | bewaren; (be)houden; overhouden; achterhouden |
nomikomu-飲み込む | onderdrukken; (fig.) inslikken; je inhouden |
nomu-飲む | inhouden; tegenhouden |
nuku-貫く | (fig.) vasthouden (aan) (b.v. principes) |
nuregoto-濡れ事 | liefdesaffaire; liefdesverhouding |
nyū・famirī-ニュー・ファミリー | kerngezin waarvan de ouders na de tweede wereldoorlog zijn geboren (dus meer consumptiegericht zijn dan traditionele Japanse gezinnen) |
obaasan-お婆さん | grootmoeder; oma; oude vrouw |
obakeyashiki-御化け屋敷 | oud huis met een spook of (gekwelde) geest |
oboe-覚え | het (uit het hoofd) leren [onthouden] |
oboeru-覚える | (uit het hoofd) leren; onthouden |
ochazuke-お茶漬け | eenvoudige maaltijd |
ofumi-御文 | brieven aan volgelingen [studenten] van de Jōdoshin sekte om de leer daarvan in eenvoudige termen uit te leggen |
ōgon-黄金 | (geel)goud |
ōgonjidai-黄金時代 | de Gouden Eeuw |
ohiya-お冷や | (een glas) koud drinkwater |
ohiya-お冷や | koude gekookte rijst |
ohyakudo-お百度 | honderdvoudig gebed (honderd keer heen en weer lopen naar een schrijn en telkens een gebed doen) |
oi-老い | een oude persoon; bejaarde; de ouderen |
oiboreru-老い耄れる | oud [afgetakeld; seniel; kinds] worden |
oiki-老い木 | een oude boom |
oiraku-老いらく | oudere leeftijd |
oiru・shēru-オイル・シェール | olieschalie; oliehoudende leisteen |
oiwake-追分 | (afk. van oiwakebushi) een oud volksliedje (oorspronkelijk uit het dorpje Oiwake) |
oiwakebushi-追分節 | een oud volksliedje (dat werd gezongen door ruiters, oorspronkelijk uit het dorpje Oiwake, in de Nagano Prefectuur, in de Edo periode) |
ōjī-オージー | oud-studente; afgestudeerde vrouw; alumna |
ojiisan-お爺さん | oude man; grijsaard |
ojisan-伯父さん | oude(re) man |
ojisan-小父さん | oude(re) man; meneer |
ōjitsu-往日 | vroegere tijd; oude tijden |
okan-悪寒 | koude rilling(en) |
okinimesu-お気に召す | houden van; prefereren; tevreden [blij] zijn (met iets) |
okonai-行い | (moreel) gedrag; handelwijze; houding; optreden; manieren |
okonau-行う | doen; uitvoeren; toepassen; houden |
okuin-奥印 | officieel stempel; stempelafdruk aan het eind van een tekst als goedkeuring [erkenning] van de inhoud |
ominaeshi-女郎花 | goudvaleriaan (Patrinia scabiosifolia) |
omochikaeri-お持ち帰り | (slang voor) een onenightstand (liefdesverhouding voor één nacht) |
omoiamaru-思い余る | niet meer weten wat te doen; besluiteloos zijn; iets niet meer kunnen volhouden |
omouzonbun-思う存分 | naar hartelust; naar volle tevredenheid; volop; met volle teugen; tot het uiterste; zonder zich in te houden |
ōna-媼 | oude(re) [bejaarde] vrouw |
oneechan-お姉ちゃん | oudere zus |
oneesan-お姉さん | (uw) oudere zus |
onibaba-鬼婆 | een monster [duivel] in de gedaante van een oude vrouw; toverkol; heks |
onibaba-鬼婆 | gemene oude vrouw; oude tang; vals kreng |
onigo-鬼子 | een kind dat niet op de ouders lijkt |
oniisan-お兄さん | oudere broer |
oniyarai-鬼遣らい | (het ritueel van) het uit het huis jagen van boze geesten op Oudejaarsavond |
onsu-オンス | (gewichtseenheid) Engelse ons (=28,3 gram; in de goudhandel 31, 10 gram) |
onzon-温存 | behoud; instandhouding; voortzetting |
onzonsuru-温存する | bewaren; behouden; in stand houden; voortzetten |
ooban-大判 | ōban (Japanse gouden munt uit het Edo-tijdperk) |
oode-大手 | gehele armlengte van schouder tot de punten van de vingers |
ooe-大兄 | oudere broer |
oomisoka-大晦日 | oudejaarsavond; oudejaarsdag; de laatste dag van het jaar (31 december) |
oomukashi-大昔 | het verre verleden; de oudheid; heel lang geleden |
oooba-大伯母 | oudtante |
oooji-大伯父 | oudoom |
ootsugomori-大晦 | oudejaarsavond; oudejaarsdag; de laatste dag van het jaar (31 december) |
ōpun・dētingu・shisutemu-オープン・デーティング・システム | het systeem van het labelen van producten met de houdbaarheidsdatum en de productiedatum |
oriai-折り合い | relatie; verstandhouding; wederzijdse betrekkingen |
oriau-折り合う | goed overweg kunnen met (elkaar); goede relatie [verstandhouding] hebben met |
orikomizumi-織り込み済み | voorzien; ergens (van te voren) rekening mee houden; in aanmerking nemen; incalculeren (bij de planning) |
orikomu-織り込む | in aanmerking nemen; rekening houden met |
ōrudo-オールド | oud; bejaard; antiek |
ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | oudje; oude man; oudeheer; ouwe reus; oude vriend |
ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | alumnus; reünist; oud-leerling |
ōrudo・fasshon-オールド・ファッション | ouderwets |
ōrudo・gāru-オールド・ガール | oudje; beste meid |
ōrudo・gāru-オールド・ガール | oud-leerlinge; reüniste |
ōrudo・misu-オールド・ミス | oude vrijster (oude ongetrouwde vrouw) |
ōrudo・taimā-オールド・タイマー | een ouderwets persoon; een bejaarde |
osa-長 | hoofdman; stamhoofd; opperhoofd; chef; leider; oudste |
osaekomi-抑え込み | (judo) houdgreep door de tegenstander op de grond te drukken |
osaekomi-押さえ込み | het iemand (op de grond) neerdrukken; iemand (op de grond) vasthouden [vastpinnen] |
osaekomu-押さえ込む | iemand (op de grond) neerdrukken; iemand (op de grond) vasthouden [vastpinnen] |
oshidamaru-押し黙る | zwijgen; stil zijn; je mond houden |
oshiego-教え子 | iemands (oud-)leerling [(oud-)student; vroegere discipel] |
oshige-惜しげ | tegenzin; spijt; terughoudendheid |
oshitsukeru-押し付ける | duwen [vastzetten; houden] (tegen); (ergens) tegenaan drukken |
ossan-おっさん | (informele term om voor) oude man; oude vent; oudje |
otetsudaisan-お手伝いさん | huishoudelijke hulp (meestal in een particuliere huishouding) |
oya-親 | ouder(s) (vader, moeder) |
oyago-親御 | (een beleefd woord voor) de ouder(s) van iemand anders |
oyagokoro-親心 | ouderliefde; liefde van ouders voor hun kind |
oyaji-親父 | oude man |
oyajigyagu-親父ギャグ | slechte [flauwe] grap; oude mannengrap (Eng.: dad joke) |
oyako-親子 | ouder(s) en kind(eren) |
oyakōkō-親孝行 | respect voor [toewijding aan] je ouders |
oyaomoi-親思い | liefde [genegenheid] voor je ouders |
oyasui-お安い | eenvoudig; simpel; geen moeite |
ozashiki-御座敷 | een feest [banket] (met geisha, e.d.) gehouden in een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
papakatsusuru-パパ活する | het suikerpapa zijn; het tegen betaling (of cadeaus) daten (van een oudere man) met een jonge vrouw |
penhorudā-ペンホルダー | pennenhouder; pennenbakje |
penhorudā-ペンホルダー | (tafeltennis) penhouder greep |
penhorudā・gurippu-ペンホルダー・グリップ | (tafeltennis) penhouder greep |
penjiku-ペン軸 | pennenhouder |
pike-ピケ | stakerspost; stakingspiket; stakingswacht (een staker die werkwilligen tegenhoudt) |
piketto-ピケット | stakingspost (wacht om stakingsbrekers tegen te houden) |
pitchi-ピッチ | regelmatige afstand [verhouding] van omwentelingen [perforaties; steken van een tandwiel, etc.] |
pī・shīkādo-ピー・シーカード | insteekkaart (uitbreidingskaart bestemd voor notebooks; oude computer term) |
pī・tī・ē-ピー・ティー・エー | (Parent Teacher Association), vereniging van ouders en leraren |
pojitibu・apurōchi-ポジティブ・アプローチ | positieve aanpak [benadering; houding] |
pōzu-ポーズ | pose; houding |
purākuritto-プラークリット | Prakrit (Oud-Indisch dialect) |
purēn-プレーン | eenvoudig; gewoon; zonder toevoegingen; puur; niet versierd |
puresu・rūmu-プレス・ルーム | perszaal; zaal waar persconferenties worden gehouden |
pure・orinpikku-プレ・オリンピック | de pre-Olympische Spelen (gehouden een jaar voor de echte OS) |
puropōshon-プロポーション | verhouding; evenredigheid; percentage; relatie; balans |
ra-等 | (achtervoegsel dat meervoud aangeeft) |
rabu・afea-ラブ・アフェア | (Eng.: love affair) liefdesrelatie; liefdesverhouding |
raidingu-ライディング | houding bij worstelen waarbij men boven op een tegenstander ligt en ervoor zorgt dat die niet kan bewegen |
rakujō-落城 | overhandiging van iets dat men niet kan blijven (be)houden; instemming na aanhoudende verzoeken |
rakushō-楽勝 | een gemakkelijke [eenvoudige] overwinning; een walk-over |
ramu-らむ | oude vorm van het hulpwerkwoord ran (らん), met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
ramune-ラムネ | Ramune, Schots-Japanse koolzuurhoudende frisdrank in een glazen flesje, verzegeld met een knikker |
ranningu・kosuto-ランニング・コスト | algemene, lopende (bedrijfs)kosten (kosten voor onderhoud, beheer en exploitatie) |
reika-冷菓 | koude zoetigheden (zoals ijs, sorbet, e.d.) |
reikan-冷汗 | het koude [klamme] zweet |
reikei-令兄 | (beleefd) uw oudere broer |
reiketsu-冷血 | koudbloedigheid (dierkunde) |
reiketsudōbutsu-冷血動物 | koudbloedig dier |
reiki-冷気 | kou(de); koud weer; koude lucht |
reisen-冷戦 | de Koude Oorlog; een koude oorlog (oorlog zonder wapengeweld) |
reisen-冷泉 | (minerale) koudwaterbron |
reisui-冷水 | koud water |
reisui-冷水 | (fig.) een domper; een koude douche; het bekoelen [dempen] (van iemand's enthousiasme) |
reisuiyoku-冷水浴 | koud bad; koude douche |
reiten-冷点 | koude plek; het koude (sensorische) punt |
reiu-冷雨 | koude regen |
reiyō-冷用 | iets koud (niet opgewarmd) serveren [drinken] |
reizen-冷然 | koude; stijfheid; een koele [kille; afstandelijke; onverschillige] houding |
reizō-冷蔵 | koeling; koude [gekoelde] opslag |
rekishitekikanazukai-歴史的仮名遣い | historisch gebruik van Japanse kana (voor de schrifthervorming van 1946); oude kana schrijfwijze |
rekōdo・horudā-レコード・ホルダー | recordhouder |
reshio-レシオ | ratio; (evenredige) verhouding |
retoro-レトロ | retro; ouderwets |
ridatsu-離脱 | afscheiding; terugtrekking; onthouding; het afstand doen van |
riekijōyokin-利益剰余金 | ingehouden winst |
rijin-里人 | iemand uit de streek [de plaats] waar je vandaan komt; iemand uit de buurt van je ouderlijk huis |
rikka-立夏 | eerste dag van de zomer (ca. 6 mei, volgens de oude maankalender) |
rikutsu-理屈 | liefdesverhouding; affaire |
rin-林 | (in kanji combinaties) bos; woud |
rinritsu-林立 | het (als een woud van bomen) dicht op elkaar (recht overeind) staan |
rinritsusuru-林立する | (als een woud van bomen) dicht op elkaar (recht overeind) staan |
rinto-凛と | bijtend koud |
rinzen-凛然 | extreem koud; bittere kou |
ritsuryō-律令 | oude Japanse wetgeving, (in de 8ste eeuw geschreven naar Chinese voorbeelden) |
rōba-老婆 | oude vrouw |
rōba-老馬 | een oud paard; paard op leeftijd |
rōbai-老梅 | oude pruimenboom |
rōbo-老母 | oude [bejaarde] moeder |
rōboku-老僕 | een oude bediende [knecht] |
rōboku-老木 | een oude [eeuwenoude] boom |
rōdōkankeichōseihō-労働関係調整法 | wet voor Arbeidsverhouding en Geschillen |
rōdōsanpō-労働三法 | de drie Japanse arbeidswetten (労働基準法 Standaard Arbeidsrechten; 労働組合法 Vakbondsrecht; 労働関係調整法 Arbeidsverhouding en Geschillen) |
rōfu-老父 | oude vader [bejaarde] |
rōgan-老眼 | presbyopie; verziendheid op oudere leeftijd |
rōgankyō-老眼鏡 | leesbril; bril om ouderdomsverziendheid te corrigeren |
rōgo-老後 | (op) oudere leeftijd; de oude dag |
rōjaku-老弱 | ouderen en jongeren |
rōjaku-老弱 | lichamelijke zwakheid op oudere leeftijd; ouderdomsklachten |
rōjaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
rōjin-老人 | oudere (persoon); bejaarde |
rōjinbyō-老人病 | ouderdomsziekte; ouderdomskwaal |
rōjinfukushihō-老人福祉法 | de welzijnswet voor ouderen; de wet ouderenzorg |
rōjinnohi-老人の日 | de dag van (het respect voor) de Ouderen (publieke feestdag in Japan op 3e maandag in september) |
rōjō-老嬢 | oude vrijster; vrouw die op oudere leeftijd nog steeds alleen [ongetrouwd] is |
rōken-老犬 | oude [bejaarde] hond |
rōko-牢固 | ouderwets zijn |
rōku-老躯 | oud lichaam; oude botten |
rokushaku-六尺 | stok om draagstoelen e.d. op de schouder te dragen |
rokushakubō-六尺棒 | stok om draagstoelen e.d. op de schouder te dragen |
rōkyūka-老朽化 | verval; bederf; het verslijten; veroudering; (het) verouderen (van producten, e.d.) |
rōnen-老年 | oude [hoge; gevorderde] leeftijd; ouderdom |
rōnin-浪人 | (in de oudheid) wereldreiziger; iemand die rondreiste zonder een direct einddoel |
rōnyaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
rōrai-老来 | veroudering |
rōrai-老来 | (bijw.) bij [na] de veroudering |
rōrei-老齢 | gevorderde leeftijd; ouderdom |
rōreinenkin-老齢年金 | ouderdomspensioen |
rōrenka-老練家 | een expert; meester; oudgediende; iem. die ervaren [door de wol geverfd] is |
rōsai-老妻 | je (eigen) oude echtgenote [vrouw] |
rōshi-老師 | oude leermeester [priester] |
rōshi-老師 | oude Zen-priester |
rōshikankei-労使関係 | arbeidsverhoudingen |
rōshū-老醜 | de lelijkheid van ouderdom [oude mensen] |
rōsō-老僧 | oude monnik [priester] |
rōsō-老僧 | (woord dat door een oude monnik werd gebruikt om naar zichzelf te verwijzen) ik |
rōtai-老体 | oud lichaam; oude persoon |
rōyō-老幼 | oude mensen en kinderen |
ruiku-類句 | frasen [uitdrukkingen] met vergelijkbare [synonieme] inhoud [betekenis] |
ruiku-類句 | haiku met vergelijkbare inhoud [betekenis] |
rukin-鏤金 | versiering [decoratie] met goud; gravure op metaal |
ryakufu-略譜 | korte [eenvoudige] genealogie |
ryakuhitsu-略筆 | vereenvoudigde vorm van een kanji |
ryakuhonreki-略本暦 | verkorte [vereenvoudigde] vorm van de Japanse traditionele kalender |
ryakuhyō-略表 | vereenvoudigde lijst [overzicht] |
ryakuji-略字 | een vereenvoudigde [verkorte] vorm van een Chinees karakter (kanji) |
ryakutai-略体 | vereenvoudigde vorm van (een) kanji |
ryakuzu-略図 | ruwe schets; plattegrond (zonder details); eenvoudige tekening; contouren |
ryō-両 | een ryō [tael], een weeg-eenheid (voor goud, zilver, etc.) |
ryōhada-両肌 | twee schouders ontbloot (bij het dragen van een kimono) |
ryōshin-両親 | (beide) ouders (vader en moeder) |
ryōtō-両刀 | het houden van zowel alcohol als snoep |
ryōtōzukai-両刀遣い | het houden van zowel alcohol als snoep; iemand die zowel van sake houdt als van zoetigheid |
ryūho-留保 | reserve; voorbehoud; bedenking |
saekaeru-冴え返る | helder en koud weer zijn |
saibansuru-裁判する | een terechtzitting houden |
saichō-最長 | de oudste leeftijd |
saijō-祭場 | de plek waar een ritueel [religieuze ceremonie] wordt gehouden |
saijōden-祭場殿 | hal [tempel; paleis] waar een ceremonie wordt gehouden |
saikin-採金 | goudelving; goudwinning |
saiko-最古 | oeroud [zeer oud; oudste] zijn |
sairon-再論 | nogmaals een discussie [bespreking] houden (over dezelfde kwestie) |
saishōkōbaisū-最小公倍数 | kleinste gemene veelvoud |
saishokushahon-彩飾写本 | manuscript met illustraties of (hoofd)letters van bladgoud of bladzilver |
saiwa-再話 | het opnieuw vertellen (van een legende, oud verhaal, e.d.); een nieuwe [eigentijdse] versie van een oud verhaal |
sajikagen-匙加減 | rekening houdend (met); overweging; beoordeling |
sajū-三重 | drievoud |
sakeru-避ける | zich onthouden van (commentaar, etc.) |
sakezuki-酒好き | het houden van (sake; sterke drank) drinken; iemand die graag (sake; sterke drank) drinkt |
sakin-砂金 | stofgoud; goudpoeder |
sakinsaishu-砂金採取 | goudwinning door goudwassen in beken en rivieren |
samasu-冷ます | afkoelen; koud laten worden |
sameru-冷める | koud worden; afkoelen (b.v. koffie, soep) |
samugari-寒がり | het koud hebben; koukleumen; kouwelijk zijn |
samugari-寒がり | een koukleum; iemand die het gauw koud heeft |
samugariya-寒がりや | een koukleum; iemand die het gauw koud heeft |
samui-寒い | koud (hebben; zijn) |
sandayū-三太夫 | hoofd van de huishouding en boekhouding van een welgesteld persoon |
sanjūrokkei-三十六計 | 36 oude Chinese militaire strategieën [tactieken] |
sankakuhi-三角比 | trigonometrische verhouding |
sankakukankei-三角関係 | driehoeksverhouding (in de relationele sfeer) |
sankakukantei-三角関係 | driehoeksverhouding |
sankanshion-三寒四温 | (in de winter) een afwisseling van drie koude en vier warme dagen |
sanki-山気 | koude berglucht; koude [kille] lucht in de bergen |
sankin-産金 | goudwinning; goudmijnbouw |
sanriku-三陸 | (algemene term voor) de 3 oude gebiedsdelen Rikuzen, Rikuchu en Mutsu (in het noordoosten van Honshu, nu de prefecturen Aomori, Iwate en Miyagi) |
sansan-潸潸 | het onophoudelijk zacht regenen; het motregenen [miezeren]; het druppelen van de regen |
sansaro-三差路 | driesprong; drievoudige wegkruising; kruising van 3 wegen |
sansetto-サンセット | levensavond; de laatste levensjaren; de oude dag |
sanzoku-山賊 | bandiet; rover; struikrover (die zich in die bergen schuilhoudt) |
sarugaku-猿楽 | Sarugaku, oude Japanse theatervorm (11de-14de eeuw) |
sarumata-猿股 | (ouderwetse) herenonderbroek |
sasageru-捧げる | omhoog houden |
sasayaka-細やか | pover; eenvoudig; bescheiden |
sashidasu-差し出す | voor zich uithouden; (zijn handen) uitsteken |
sashihikaeru-差し控える | zich matigen; terughoudend [bescheiden] zijn; zich inhouden |
sashihikaeru-差し控える | afzien van; zich onthouden [weerhouden] van |
sasupendā-サスペンダー | bretels; jarretel(le); kousophouder; sokophouder |
sasupensu-サスペンス | aanhoudende spanning (in een film, roman, etc.) |
satobito-里人 | iemand uit de streek [de plaats] waar je vandaan komt; iemand uit de buurt van je ouderlijk huis |
satooya-里親 | pleegouder(s) |
seibi-整備 | voorbereiding; uitrusting; onderhoud; service |
seibisuru-整備する | voorbereiden; klaar maken; uitrusten; voorzien van; onderhouden |
seigo-鮬 | hele jonge Japanse zeebaars (Lateolabrax japonicus; tot 2 jaar oud) |
seihirei-正比例 | evenredige verhouding |
seiji-正字 | voorgeschreven [oorspronkelijke] )kanji (zonder vereenvoudiging) |
seijū-西戎 | Xirong, een term die in het oude China werd gebruikt voor verschillende etnische groepen in het westen, zoals Turken en Tibetanen |
seika-生家 | ouderlijk huis |
seikatsukyū-生活給 | loon berekend op basis van de kosten van levensonderhoud van de werknemer (rekening houdend met leeftijd, dienstjaren en gezinssituatie) |
seikei-生計 | levensonderhoud |
seikeihi-生計費 | kosten van levensonderhoud |
seikeihishisū-生計費指数 | kosten voor het levensonderhoud index |
seiryokuzetsurin-精力絶倫 | een groot [grenzenloos] seksueel uithoudingsvermogen |
seisen-生鮮 | (van voedsel) vers [bederfelijk; beperkt houdbaar] zijn |
seisenshokuhin-生鮮食品 | beperkt houdbaar voedsel; bederfelijke [snel bedervende] etenswaren |
seishisuru-制止する | in bedwang houden; controleren; beteugelen |
seiyō-整容 | het corrigeren van iemands houding [voorkomen] |
seiza-正座 | (lett. de juiste zithouding) rechtop geknield zitten (met je billen op je voeten) |
sekaikirokuhojisha-世界記録保持者 | wereldrecordhouder |
sekijitsu-昔日 | vroegere tijd; oude tijden |
sekki-石器 | stenen werktuig (oudheid) |
senchimentarizumu-センチメンタリズム | sentimentalisme; sentimentele levenshouding |
senjin-先人 | voorouder(s); voorloper; iemand uit de (klassieke) oudheid |
senkin-千金 | duizend goudstukken |
senpai-先輩 | senior; oudere; ouderejaars; voorganger |
senpuku-潜伏 | onderduik; schuilhouding; het zich verbergen [verstoppen] |
senrei-船齢 | ouderdom van een schip |
sentetsu-先哲 | oude [vroegere] wijze man [wijsgeer] |
senzo-先祖 | voorouder(s) |
seoi-背負い | het op de rug [op zijn schouders] nemen [dragen] |
seoinage-背負い投げ | (judo) schouderworp |
seoiotoshi-背負い落とし | (judo) worp over de schouder |
seou-背負う | op de rug [op zijn schouders] nemen [dragen] |
setai-世帯 | (huis)gezin; huishouden; familie |
setsuganrenzuuke-接眼レンズ受け | oculairhouder |
setto・pojishon-セット・ポジション | (honkbal) de houding die de pitcher moet innemen vlak voordat hij gaat werpen |
shahi-舎費 | onderhoudskosten van een slaapzaal, die de bewoners moeten betalen |
shai-シャイ | verlegen; schuw; schuchter; timide; terughoudend; bedeesd |
shain-社員 | aandeelhouder |
shakei-舎兄 | oudere (bloedverwante) broer |
shaku-勺 | oude eenheid van volume (0,018 liter) |
shaku-勺 | oude oppervlakte eenheid (ca. 0,033 meter) |
shakudō-赤銅 | goud-koper legering. |
shakuryō-酌量 | afweging; overweging; het rekening houden met |
shamu-シャム | Siam (oude naam voor Thailand) |
shi-姉 | (oudere) zus; schoonzus |
shiba-シバ | Sheba (oud koninkrijk in Arabië); Sheba (asteroïde) |
shibagaki-柴垣 | eenvoudige omheining gemaakt van geweven kreupelhout |
shibaru-縛る | beperken; aan banden leggen; (vrijheid) inperken; in toom houden |
shibui-渋い | eenvoudig; sober |
shiburoku-四分六 | verdeling [verhouding] van 4-6 [40% - 60%] |
shibutoi-しぶとい | taai; vasthoudend; onverzettelijk; volhardend; koppig; eigenwijs |
shichidō-七道 | de 7 districten van het oude Japan (Tōkaidō, Tōsandō, Hokurikudō, San'yōdō, San'indō, Nankaidō en Saikaidō) |
shichigosan-七五三 | (lett. zeven-vijf-drie) een traditioneel Japans festival op 15 november, voor meisjes van drie en zeven jaar oud en jongens van vijf jaar oud |
shichisan-七三 | een verdeling [verhouding] van 7-3 [70%-30%] |
shichiya-質屋 | pandjesbaas; lommerdhouder |
shidō-祠堂 | in huis de plek waar de zielen van voorouders worden geëerd; in (boeddh.) tempels de plek met gedenkplaten voor familieleden van de locale bevolking |
shidō-祠堂 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
shidōsen-祠堂銭 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
shigi-市議 | gemeenteraadslid; wethouder; (in België) schepen |
shigo-死語 | verouderd [archaïsch] woord |
shiiku-飼育 | het houden (van dieren); fokken; kweken |
shiikusuru-飼育する | houden (van dieren); fokken; kweken |
shiira-シイラ | (Coryphaena hippurus) goudmakreel; dolphinfish; mahimahi; dorado |
shikuhakku-四苦八苦 | (Boeddh.) het lijden van de mensen (ondervonden in de 4 stadia van geboorte, ouderdom, ziekte en dood) |
shimau-仕舞う | sluiten; ophouden (met) |
shina-支那 | China (een oude benaming, werd in oorlogstijden ook wel denigrerend gebruikt) |
shinansha-指南車 | oud Chinees rijtuig (met een kompas waarvan de naald altijd het Zuiden aangeeft) |
shinbō-辛抱 | geduld; volharding; uithouding(svermogen) |
shingurusu-シングルス | enkele muzieknummers (oude 45 toeren platen) |
shinia-シニア | senior (de oudere in leeftijd) |
shinia-シニア | oudgediende |
shinia-シニア | oudere leerling [student] |
shinizokonai-死に損ない | oude sukkel; seniele oude man |
shinjitai-新字体 | nieuwe (vereenvoudigde) vorm van Japanse kanji schriftstijl (na de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
shinken-親権 | ouderlijk gezag |
shinkensha-親権者 | ouderlijk gezaghebbende; voogd; wettelijk vertegenwoordiger |
shinki-心機 | mentale toestand [houding] |
shinkyū-新旧 | nieuw en oud; nieuwe dingen en oude dingen |
shinkyū-新旧 | oud en nieuw; oudejaarsnacht en nieuwjaarsdag |
shinopushisu-シノプシス | synopsis (korte beschrijving van de inhoud) |
shinpuru-シンプル | simpel; eenvoudig |
shinrin-森林 | bos; woud |
shinshi-進士 | (Oud China) iemand die is geslaagd voor een examen om in overheidsdienst te treden |
shinshin-深深 | bitter [snijdend] koud zijn |
shintakukanjō-信託勘定 | trust rekening; trust boekhouding |
shintetsugenso-親鉄元素 | siderofiel element (b.v. goud, kobalt, ijzer) |
shinzen-親善 | vriendschap; goodwill; goede verstandhouding |
shippitsu-執筆 | (in kalligrafie) de manier waarop een schrijfpenseel wordt vastgehouden |
shirei-死冷 | lijkkoude; algor mortis (dalende lichaamstemperatuur na overlijden) |
shirubāshijō-シルバー市場 | markt [verkoop] (met producten) gericht op de ouderen |
shirubā・māketto-シルバー・マーケット | markt [verkoop] (met producten) gericht op de ouderen |
shisankanjō-資産勘定 | een activarekening; boekhoudrekening van activa |
shisei-姿勢 | (lichaams)houding; postuur |
shisei-姿勢 | stellingname; houding; standpunt; opvatting |
shishokan-私書函 | (oude benaming voor) postbus |
shishu-詩趣 | poëtische inhoud [stijl] |
shisō-志操 | beginselvastheid; integriteit; standvastigheid; het vasthouden aan je principes |
shisso-質素 | eenvoud; soberheid; matigheid; bescheidenheid |
shitai-姿態 | figuur; gestalte; lichaamshouding |
shitarigao-したり顔 | veelbetekenende [triomfantelijke] blik; blik van verstandhouding |
shitataka-強か | stug [taai; koppig; vastberaden; lastig; vasthoudend] zijn |
shitau-慕う | verlangen [smachten] naar; adoreren; verliefd zijn op; veel houden van |
shitchin-七珍 | (boeddh.) de Zeven Schatten (goud, zilver, parels, agaat, kristal, koraal, lapis lazuli) |
shitsū-私通 | onwettige verhouding [affaire]; overspel |
shitsukoi-しつこい | hardnekkig; koppig; volhoudend; aanhoudend |
shiwabara-皺腹 | gerimpelde buik; de buik van een oude man |
shiwabara-皺腹 | het seppuku plegen; een oude man die seppuku pleegt |
shiwake-仕分け | (boekhouden) notering |
shiyōkigen-使用期限 | vervaldatum; houdbaarheidsdatum (niet voor levensmiddelen) |
shizenhontai-自然本体 | (judo) natuurlijke basishouding [aanvalspositie] (voeten op één lijn) |
shizentai-自然体 | natuurlijke [ontspannen] (lichaams)houding [pose] |
shō-升 | traditionele inhoudsmaat (ca. 1,8 liter) |
shōchūhaibōru-焼酎ハイボール | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
shōfū-正風 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
shōfūtei-正風体 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
shōhikigen-消費期限 | de vervaldatum (voornamelijk van voedsel); de uiterste houdbaarheidsdatum [gebruiksdatum] |
shoinage-背負い投げ | schouderworp (judo) |
shojo-処女 | een ongetrouwde vrouw; maagd; oude vrijster |
shōkentorihikiiinkai-証券取引委員会 | Securities and Exchange Commission (SEC) (Amerikaanse toezichthouder van verschillende effectenbeurzen) |
shōkon-性根 | energie; kracht; vitaliteit; doorzettingsvermogen; vastberadenheid; vasthoudendheid |
shōme-正目 | inhoud (van een verpakking, e.d.); netto |
shōmikigen-賞味期限 | houdbaarheidsdatum (voor levensmiddelen); uiterste consumptiedatum |
shonanoka-初七日 | de herdenkingsdienst gehouden op de zevende dag na het overlijden van iemand |
shorō-初老 | de middelbare leeftijd; begin van de ouderdom; vroegoud zijn |
shorudā-ショルダー | schouder |
shorudā-ショルダー | schoudertas |
shorudā・baggu-ショルダー・バッグ | schoudertas |
shorudā・paddo-ショルダー・パッド | schoudervulling |
shōryōe-精霊会 | een herdenkingsdienst die wordt gehouden in de Shitennoji- tempel, op de sterfdag van prins Shotoku (22 februari volgens de maankalender) |
shosei-処世 | (iemand's) levenswandel; levenshouding |
shōshi-尚歯 | (archaïsch) respect voor de ouderen |
shōshikai-尚歯会 | bijeenkomst [feest] voor ouderen |
shōsō-正倉 | overheidsinstelling (in de oudheid) |
shotaidōgu-所帯道具 | huishoudelijke artikelen |
shuchōsuru-主張する | beweren; stellen; volhouden (dat) |
shuei-守衛 | (hist.) schildwacht; wachthouder; wachter |
shuhigimu-守秘義務 | geheimhoudingsplicht; vertrouwelijkheid; zwijgplicht |
shuhigimuihan-守秘義務違反 | schending van de geheimhoudingsplicht; vertrouwensbreuk |
shujinkō-主人公 | pensionhouder; herbergier; waard; werkgever; eigenaar |
shukubō-宿望 | langdurige [aanhoudende] populariteit |
shukuen-宿怨 | een oude, lang gekoesterde, wrok |
shukuteki-宿敵 | oude vijand [rivaal] |
shukyū-守旧 | conservativisme; behoudendheid |
shūnenbukai-執念深い | hardnekkig; koppig; vasthoudend; wraakzuchtig |
shūsho-秋暑 | aanhoudende (zomer)warmte in (het begin van) de herfst |
shusseuo-出世魚 | vissen die een verschillende namen hebben al naar gelang hun grootte en ouderdom |
soboku-素朴 | eenvoud; onnozelheid; naïviteit |
soburi-素振り | gedrag; houding |
sodatenooya-育ての親 | pleegouders; adoptieouders |
sōdō-草堂 | (stro)hut; kluizenaarshut; eenvoudig huisje |
sofubo-祖父母 | grootouders |
sofuku-粗服 | eenvoudige [armoedige; sjofele] kleding |
sofuto・baiku-ソフト・バイク | lichte motorfiets; bromscooter (gemotoriseerde tweewieler met een cilinderinhoud van 50 cc of minder) |
sogai-疎外 | het negeren [op afstand houden] van iemand; iemand koeltjes behandelen |
sogaisuru-疎外する | iemand op afstand houden [negeren; koeltjes behandelen; met de nek aankijken] |
sohan-粗飯 | slechte [armoedige; eenvoudige] maaltijd |
sōkaiya-総会屋 | type Japanse mafia (yakuza), dat bedrijven onder druk zet d.m.v (dreigen met) het verstoren van aandeelhoudersvergadering |
sokkin-側近 | (iemands persoonlijke) hofhouding; entourage [naaste medewerkers; staf] |
sōkō-操行 | gedrag; houding; manieren |
sokō-粗肴 | armzalige [eenvoudige] vis |
sōkō-糟糠 | eenvoudige maaltijd; grof [niet verfijnd] voedsel |
sōmen-素麵 | zomernoedels (dunne noedels die in de zomer koud worden gegeten) |
sonchi-存置 | handhaving; behoud |
sonkei-尊兄 | (respectvol) uw oudere broer |
sorane-空寝 | net doen alsof je slaapt; zich slapende houden |
soraneiri-空寝入り | net doen alsof je slaapt; zich slapende houden |
soratobokeru-空惚ける | zich van de domme houden; net doen alsof je het niet weet |
soredake-其れだけ | des te meer [minder]; zoveel als; in verhouding |
sorei-祖霊 | voorouderlijke geesten (n Japan de geesten van overledenen waarvoor al bepaalde herdenkingsdiensten zijn gehouden, b.v. 33 of 50 jaar na hun dood) |
sorimi-反り身 | lichaamshouding met de borst vooruit |
sōseki-送籍 | (door huwelijk of adoptie) overdracht van het familieregister [huishouden-registratie] van het ene naar het andere huishouden [gezin] |
sosen-祖先 | voorouder; voorvaderen |
soshi-阻止 | blokkering; obstructie; versperring; het tegenhouden; voorkomen |
sōsō-草草 | vereenvoudiging; snelheid; slordigheid |
sotoberi-外耗 | de verhouding tussen het verlies van de hoeveelheid graan bij vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
sozaisangyō-素材産業 | industriesector die zich bezighoudt met het winnen en raffineren van onbewerkte grondstoffen (b.v. staal, olie, kool, hout, etc.) |
subekukuru-統べ括る | toezicht houden; beheren; controleren |
suitōgakari-出納係 | caissière; kassier; kashouder |
suiyoku-水浴 | water (van een bad) op een constante temperatuur houden |
sujichigai-筋違い | onredelijkheid; een tegenargument dat geen stand houdt |
sukēru-スケール | omvang; mate; schaal; verhouding; perspectief |
sukuea・sutansu-スクエア・スタンス | (bij honkbal en golf) een slaghouding met beide voeten op een lijn |
sumikomi-住み込み | intern [inwonend] zijn (b.v. van een huishoudster) |
sun-駿 | het oude Suruga domein [gebied] |
sūpābaizā-スーパーバイザー | leidinggevende; toezichthouder; opzichter |
supūn-スプーン | spoon (ouderwetse houten golfclub) |
suraidingu・shisutemu-スライディング・システム | glijdende schaal systeem (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van kosten van levensonderhoud en consumptieprijzen) |
suraidingu・sukēru-スライディング・スケール | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
suraidosei-スライド制 | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
suriban-擦り半 | alarmbel bij brand(gevaar) in de buurt, die zonder ophouden wordt geluid |
suribanshō-擦り半鐘 | alarmbel bij brand(gevaar) in de buurt, die zonder ophouden wordt geluid |
suruga-駿河 | het oude Suruga domein [gebied] |
susuharai-煤払い | het huis schoonmaken op oudjaar (ter voorbereiding op het nieuwe jaar) |
sutamina-スタミナ | stamina; uithoudingsvermogen |
sutansu-スタンス | houding; pose; positie |
sutaru-廃る | uit de mode [in onbruik] raken; ouderwets zijn; achteruitgaan; afnemen |
tachi-達 | achtervoegsel dat meervoud aangeeft |
tachifurumai-立ち振る舞い | manier van bewegen; houding |
tachifusagaru-立ち塞がる | het in de weg [voor iemand] gaan staan; met gespreide handen staan; iem. blokkeren [tegenhouden] |
tachiifurumai-立ち居振る舞い | gedrag; houding; manier van bewegen |
tachiyuku-立ち行く | standhouden; doorgaan; zich handhaven |
tadashigaki-但し書き | voorbehoud; uitzonderingsbepaling; beding |
tadasu-正す | rechttrekken (houding, kraag, enz.); rectificeren; herstellen |
taeru-絶える | verbroken [vernietigd] worden; ophouden te bestaan; uitsterven |
taeru-耐える | verdragen; uithouden; harden; dulden |
taezu-絶えず | onophoudelijk; voortdurend; constant; altijd; gestaag; ononderbroken; zonder te stoppen |
tai-態 | uiterlijk; figuur; vorm; gestalte; houding |
taido-態度 | gedrag; houding; attitude |
taiga-タイガ | moerassig naaldwoud; boreaal woud |
taikei-大兄 | (beleefd woord voor je eigen, oudere) broer |
taikei-大兄 | (beleefd woord van mannen voor een oudere of gelijke) u |
taiki-大器 | grote container [bak; houder] |
taiko-太古 | een ver verleden; de oudheid |
tairei-頽齢 | (iemands) oude dag; laatste jaren; gevorderde [hoge] leeftijd |
tairyoku-体力 | lichaamskracht; fysieke kracht; uithoudingsvermogen |
taisei-体勢 | (lichaams)houding; stand; postuur |
taiseki-体積 | volume; hoeveelheid; massa; kubieke inhoud |
taisha-代謝 | het oude vervangen door het nieuwe |
tajūjinkaku-多重人格 | meervoudige [gespleten] persoonlijkheid |
takeochiba-竹落葉 | het (af)vallen van (oude) bamboebladeren (in de zomer wanneer er nieuwe jonge bladeren komen) |
tamamatsuri-霊祭り | vooroudersfestival; festival van de doden (om de geesten van de voorouders te verwelkomen, in de zevende maand van de maankalender) |
tamotsu-保つ | behouden; bewaren |
tanaage-棚上げ | het op de plank houden [tijdelijk niet verkopen] (van producten) |
tanaage-棚上げ | (fig.) het op de plank houden; in de wacht zetten; uitstellen (van plannen, e.d.) |
tanbun-単文 | (taalkunde) een enkelvoudige zin |
tanjun-単純 | eenvoud |
tanjunsen-単純泉 | eenvoudige waterbron (warmwaterbron met een extreem laag gehalte aan mineralen en kooldioxide) |
tanri-単利 | enkelvoudige rente |
tantai-単体 | enkelvoudige stof; enkelvoudig element |
tantai-単胎 | eenlingzwangerschap; enkelvoudige zwangerschap |
tantan-淡淡 | licht; eenvoudig; natuurlijk; ongedwongen; onverschillig |
tanukineiri-狸寝入り | net doen alsof je slaapt; zich slapende houden |
tan'itsu-単一 | alleen [enkel] zijn; eenheid; eenvoud |
taratara-たらたら | onophoudelijk; overvloedig; voortdurend |
tashinamu-嗜む | genieten van; houden van; dol [gek] zijn op |
tatai-多胎 | meerlingzwangerschap; meervoudige zwangerschap |
tatakinaosu-叩き直す | in de oude vorm herstellen [terugbrengen]; in de oude vorm slaan |
tatchi・futtobōru-タッチ・フットボール | eenvoudigere variant van het American Football |
tatetoosu-立て通す | volharden; volhouden; doorzetten |
tatsu-立つ | zichzelf staande houden |
tayasui-容易い | eenvoudig; simpel; makkelijk |
tazuki-方便 | middelen van bestaan; levensonderhoud |
tazusawaru-携わる | verwikkelen; (erbij) betrekken; zich bezighouden met; meedoen |
tebanashi-手放し | openlijk; onbeperkt; vrijelijk; zonder terughoudendheid |
tebikaeru-手控える | in reserve houden |
tegaru-手軽 | eenvoud; ongecompliceerdheid |
tegokoro-手心 | discretie; consideratie; rekening houden met anderen |
teido-程度 | mate; reikwijdte; verhouding; niveau; graad |
teire-手入れ | zorg; verzorging; reparatie; (iets) in goede conditie brengen [houden] |
teiryū-停留 | het stoppen; halt houden |
teiryūsuru-停留する | stoppen; halt houden; pauzeren |
tekagami-手鑑 | verzameling oude handschriften |
teki-摘 | (in kanji combinaties) (op)pakken; vasthouden; plukken; knippen; snijden; knijpen |
tekishi-敵視 | vijandigheid; vijandige houding |
tekiyōsho-摘要書 | samenvatting; abstract; korte inhoud (van een tekst) |
tekkotsu-鉄骨 | schildertechniek om een oude abrikozenboom af te beelden |
tekunosutorakuchā-テクノストラクチャー | (van het Engelse technostructure) een netwerk van vakbekame personen die grip houden; controle houden over de economie binnen de eigen organisatie |
ten-篆 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
tenbiki-天引き | automatische inhouding; aftrek vooraf |
tenchimuyō-天地無用 | (tekst op bagage, pakketten, etc.) niet ondersteboven draaien; deze kant boven houden |
tenjiku-天竺 | (oude benaming voor) India |
tensho-篆書 | een (vereenvoudigde) schrijfwijze van Chinese karakters; een in een zegel ingegraveerd karakter |
teodori-手踊り | eenvoudige dansje bij volksliedjes |
tera-テラ | tera (biljoenvoud: 10 tot de 12de macht) |
tewaza-手技 | (judo) arm-, hand- of schoudertechnieken |
tīnējā-ティーンエージャー | tiener (jong iemand tussen 10 en 20 jaar oud) |
to-斗 | to (inhoudsmaat van ca. 18, 04 liter) |
tōdai-灯台 | ouderwetse olielamp op een standaard |
tōji-冬至 | (één van de 24 seizoenen in de oude maankalender, als de zon staat op 270 graden (geografische) lengte); midwinter; de kortste dag: 21 of 22 dec. |
tōkai-韜晦 | verberging; het verborgen houden; verzwijgen; bescheidenheid |
tōkaidōgojūsantsugi-東海道五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
tokkō-徳行 | houding [instelling; gedrag] volgens deugdzame principes |
tokkyokenshoyūsha-特許権所有者 | octrooihouder; octrooigerechtigde; patenthouder |
tokkyonushi-特許主 | octrooihouder; patenthouder |
tokubetsukyōshitsu-特別教室 | speciaal uitgeruste klaslokalen (voor vakken als muziek, handvaardigheid, huishoudkunde, e.a., ook gebruikt als audio-visuele ruimte) |
tokubetsuyōgorōjinhōmu-特別養護老人ホーム | verpleeghuis voor ouderen |
tomedate-止め立て | poging om iem. te weerhouden [tegenhouden; beletten; verhinderen] |
tomedatesuru-止め立てする | stoppen; tegenhouden; weerhouden; beletten; verhinderen |
tomeru-止める | tegenhouden |
toozakeru-遠ざける | vermijden; weghouden van; zich onthouden van; uit de buurt blijven; op afstand houden; zich afzijdig houden |
toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
toramaeru-捕らまえる | arresteren; staande houden; tegenhouden; (laten) stoppen |
toratsugumi-虎鶫 | oostelijke goudlijster (Zoothera dauma) |
torikkusutā-トリックスター | grappenmaker in mythen en oude volksverhalen |
torimono-捕り物 | arrestatie; aanhouding; inhechtenisneming |
torinoichi-酉の市 | Tori-no-ichi festival (gehouden op de dag van de haan in november bij de Otori-schrijn) |
toriosaeru-取り押さえる | onderdrukken; in toom houden |
toripuru-トリプル | drievoud; drievoudig |
torishimaru-取り締まる | onder controle hebben; beheren; toezicht houden (op) |
torisugaru-取り縋る | vasthouden; vastklemmen |
torisumasu-取り澄ます | zich onbezorgd [zelfverzekerd] voordoen; zich een zelfverzekerde houding geven |
toritsuku-取り付く | vasthouden; vastklemmen; beethouden |
torōru-トロール | trol (Oudnoors monster) |
toru-執る | vasthouden; nemen; (op)pakken |
tōryū-逗留 | korte verblijf; oponthoud |
tōsai-当歳 | geboortejaar; een jaar oud |
tōsandō-東山道 | Tōsandō, een van de zeven oude wegen in het gebied tussen de Tōkaidō en de Hokurikudō, en onderdeel van de Gokishichidō (五畿七道) |
toshikakkō-年格好 | schijnbare leeftijd; ongeveer zo oud |
toshikasa-年嵩 | het ouder zijn; oudere leeftijd |
toshikoshi-年越し | oudejaarsavond; oudejaarsnacht; einde van het oude jaar en begin van het nieuwe jaar |
toshima-年増 | een vrouw van middelbare leeftijd; een oudere vrouw |
tōshin-頭身 | de verhouding tussen hoofdlengte en lichaamslengte |
toshinami-年波 | leeftijd; het ouder worden; op leeftijd raken |
toshinokoro-年の頃 | geschatte leeftijd; ongeveer zo oud |
toshitori-年取り | een jaar ouder worden |
toshitori-年取り | het ritueel van verwelkoming van het nieuwe jaar (op oudejaarsavond) |
toshitoru-年取る | ouder worden; verouderen |
toshiue-年上 | senior; oudere persoon |
toshiyori-年寄り | een oudere; bejaarde; oud persoon; ouder iemand |
tōsu-刀子 | (lett.: kort zwaard) mes voor dagelijks gebruik in de oudheid |
tsentonā-ツェントナー | centenaar (oude gewichtsmaat, was in Duitsland 50kg; Zwitserland en Oostenrijk 100kg) |
tsubame-燕 | jongeman die een affaire heeft met een oudere vrouw |
tsugi-次 | post station (op de oude Tōkaidō route) |
tsugumu-噤む | zwijgen; stil zijn; het zwijgen ertoe doen; je mond (dicht)houden; zich stil houden |
tsuina-追儺 | (het ritueel van) het uit het huis jagen van boze geesten op Oudejaarsavond |
tsukamu-掴む | grijpen; beetpakken; vasthouden |
tsukedasu-付け出す | (in het grootboek) boeken; invoeren in de boekhouding |
tsukesage-付け下げ | een methode om patronen op Japanse kleding aan te brengen (de patronen wijzen naar boven tot de schouders) |
tsukiau-付き合う | omgaan met; relatie hebben met; gezelschap houden |
tsukkomu-突っ込む | alles tezamen nemen (zonder onderscheid te maken); alles tegelijk in aanmerking nemen; overal rekening mee houden |
tsukurou-繕う | de schijn ophouden; oneffenheden [fouten] verbergen |
tsumetai-冷たい | (zowel letterlijk als figuurlijk) koud; kil; ijzig; koel |
tsumitatekin-積立金 | ingehouden winst; winstreserve |
tsunbosajiki-聾桟敷 | ongeïnformeerd zijn; ergens buiten gehouden worden |
tsuneni-常に | altijd; onophoudelijk; voortdurend; constant |
tsutaiaruki-伝い歩き | steeds aan iets (meubels, muren, e.d.) vasthoudend (leren) lopen |
tsutankāmen-ツタンカーメン | Toetanchamon (of: Toetankhamon, een farao in het oude Egypte) |
tsutomeburi-勤め振り | werkhouding; werkopvatting |
tsutsumashii-慎ましい | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
tsutsumashii-慎ましい | sober; eenvoudig |
tsutsumashiyaka-慎ましやか | bescheiden; gereserveerd; terughoudend |
tsutsushimi-慎み | voorzichtigheid; bescheidenheid; terughoudendheid |
tsutsushimi-慎み | matiging; onthouding; een strenge [pure] leefwijze; verschoning; zuivering |
tsutsushimu-慎む | nalaten; afzien van; zich onthouden van |
tsuyubie-梅雨冷え | koud weer [koudegolf] tijdens het regenseizoen |
tsuzukeru-続ける | doorgaan met; vervolgen; volhouden |
tsuzumayaka-約やか | klein; kort en bondig; eenvoudig |
uba-姥 | oude [bejaarde] vrouw |
uba-姥 | een nō-masker van een oude vrouw |
ubazakura-姥桜 | een rijpe schoonheid; charmante [aantrekkelijke] oudere vrouw |
uchiberi-内耗 | de verhouding tussen de hoeveelheid graan die overblijft na vermaling en de oorspronkelijke hoeveelheid |
uchiki-内気 | verlegenheid; terughoudendheid |
uchikiru-打ち切る | stoppen [ophouden] met; iets staken [afbreken; stopzetten] |
uchimago-内孫 | oudste kind; erfgenaam |
uchitsuzuku-打ち続く | doorgaan; volhouden; aanhouden |
uerunesu-ウエルネス | activiteiten om de gezondheid te behouden |
uke-受け | houder; steun; pijler; hulpstuk |
ukedachi-受け太刀 | verdedigende houding; in de verdediging |
ukegoshi-受け腰 | een verdedigende [negatieve] houding |
ukemi-受け身 | passiviteit; passieve [verdedigende] houding |
ukeru-受ける | vangen (een bal, etc.); opvangen; tegenhouden |
uketomeru-受け止める | stoppen; tegenhouden; afweren; ontwijken; opvangen |
ukurādo-ウクラード | (economie) bepaalde soorten productieverhoudingen |
uma-午 | (oude tijd notatie) uur van het paard (rond het middaguur) |
umanori-馬乗り | schrijlingse zitpositie (alsof je op een paard zit, soms om iemand in bedwang te houden) |
uminooya-生みの親 | biologische ouders |
umisen'yamasen-海千山千 | (fig.) een geslepen persoon; een oude rot; een sluwe vos |
uramitsurami-恨み辛み | ingehouden [opgekropte] rancune; wrok; ressentiment |
ushirokizu-後ろ傷 | verwonding aan de rug opgelopen tijdens het vluchten (in het oude Japan een beschamend eerverlies) |
uso-鷽 | goudvink (Pyrrhula pyrrhula) |
utō-右党 | een snoeper; iem. die van snoepen houdt; zoetekauw; iem. die geen alcohol drinkt |
utsuro-空ろ | zonder inhoud; leegte |
uwagaki-上書き | adressering (en beschrijving van de inhoud) op een kist |
uwaki-浮気 | overspel; buitenechtelijke verhouding; ontrouw |
wabisuke-侘助 | Wabisuke camelia (een variëteit van de Camellia Japonica, met kleine enkele bloemen; vanwege hun eenvoud vaak gebruikt bij theeceremonies) |
wagahai-我輩 | (mannelijk taalgebruik, eerste persoon enkelvoud, tegenwoordig met een nogal arrogante duiding) ik |
wagahai-我輩 | (mannelijk taalgebruik, eerste persoon meervoud) wij |
wagamonogao-我が物顔 | arrogante [zelfverzekerde] houding |
waidan-猥談 | boek [verhaal] met aanstootgevende [obscene; choquerende] inhoud |
wajin-倭人 | (arch.) een oude benaming voor een Japanner |
wakadoshiyori-若年寄 | een jongere die zich als een oudere gedraagt |
wakimaeru-弁える | onderscheid maken; differentiëren; uit elkaar houden |
wakōdōjin-和光同塵 | het niet overmatig tonen van kennis en daardoor met anderen in goede verhouding kunnen staan |
warawa-私 | (oude nederige vorm, gebruikt door vrouwen, voor:) ik |
wariai-割合 | percentage; ratio; verhouding; proportie |
waridaka-割高 | in verhouding (met de kwaliteit) duur zijn |
warini-割に | verhoudingsgewijs; in vergelijking; relatief |
warito-割と | in verhouding; relatief |
warudome-悪止め | uit alle macht (iemand) proberen tegen te houden |
warufuzake-悪ふざけ | het iem. voor de gek houden; een grap uithalen terwijl iem. dat niet leuk vindt |
warusawagisuru-悪騒ぎする | druk [luidruchtig] feestvieren, zonder rekening te houden met de overlast voor anderen |
wasupu-ワスプ | (White Anglo-Saxon Protestant) WASP (blanke Amerikaanse protestant met Britse voorouders) |
watakushi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
watashi-私 | (eerste persoon enkelvoud) ik; mij |
webusaitoōnā-ウェブサイトオーナー | websitehouder; website-eigenaar |
wotchingu-ウオッチング | het bekijken; toekijken; de wacht houden |
yabusaka-吝か | terughoudend; aarzelend |
yadoru-宿る | verblijven; zich ophouden; zich bevinden (in) |
yae-八重 | achtvoud; meerlaags [meerlagig]; dubbel (bloem) |
yajin-野人 | een (eenvoudig) iemand van het platteland |
yakusu-扼す | stevig vasthouden; domineren |
yakusu-扼す | tegenhouden |
yakusuru-扼する | stevig [hard] (aan)drukken [vasthouden] |
yamabukiiro-山吹色 | helder (goud)geel |
yamase-山背 | koude wind die uit de bergen komt |
yamasekaze-山背風 | koude wind die uit de bergen komt |
yamashi-山師 | goudzoeker; avonturier; gelukzoeker; speculant; oplichter |
yamato-大和 | oude provincie in Japan |
yamatokotoba-大和言葉 | de oude, oorspronkelijke Japanse taal [woorden] |
yamayuri-山百合 | goudbandlelie; goudlelie (Lilium auratum) |
yamu-止む | stoppen; ophouden; beëindigen |
yasashii-易しい | gemakkelijk; eenvoudig |
yashinau-養う | ondersteunen, onderhouden, zorgen voor; kweken; opvoeden |
yasudaiji-易大事 | iets dat er eenvoudig uitziet, maar in werkelijkheid zeer belangrijk is |
yasuge(na)-安げ(な) | (lit.) iets dat er zo gemakkelijk en eenvoudig uitziet |
yasui-易い | makkelijk; eenvoudig |
yasushi-安し | eenvoudig; simpel |
yasuyasu-易易 | (vaak gebruikt in combinatie met to) heel gemakkelijk, eenvoudig, simpel; met groot gemak; erg toegankelijk (fig.) |
yo-余 | (eerste persoon enkelvoud) ik |
yobitomeru-呼び止める | iem. (roepen en) stoppen [tegenhouden]; (een taxi) aanhouden |
yōchūijinbutsu-要注意人物 | verdachte; verdacht persoon; persoon die in de gaten moet worden gehouden |
yōgukyōka-用具教科 | de instrumentvakken, vakken zoals taal en wiskunde, waarvan de kennis als instrument kan dienen bij het bestuderen van de inhoudsvakken |
yōhō-養蜂 | bijenteelt; bijenhouderij |
yōhōka-養蜂家 | imker; bijenhouder |
yōi-容易 | eenvoud |
yokan-余寒 | aanhoudende kou; de (winter)kou die blijft voortduren tot in de (vroege) lente; een koude lentedag |
yokei-余慶 | geluk dat nakomelingen ontvangen vanwege de goede daden van hun voorouders |
yokō-余光 | invloed [gunst] van (voor)ouders |
yomeiribune-嫁入り舟 | een oude [tweedehands-] boot |
yomikata-読み方 | (inhoudelijk) leesbegrip (van een tekst, e.d.) |
yomikonasu-読み熟す | begrijpend lezen; de inhoud van de tekst begrijpen |
yonetsu-余熱 | restwarmte; aanhoudende hitte |
yoō-余殃 | onheil dat nakomelingen overkomt vanwege slechte daden van hun voorouders |
yorisugaru-寄り縋る | vasthouden; vastklampen (aan) |
yōroppahedai-ヨーロッパヘダイ | goudbrasem; dorade |
yōryō-容量 | capaciteit; inhoud; volume |
yōshi-容止 | gedrag; houding |
yōshin-養親 | adoptieouder(s); pleegouder(s) |
yōton-養豚 | varkenshouderij |
yotsu-四つ | vier jaar (oud) |
yotsu-四つ | (oude naam voor) de tijd rond 10 [22] uur |
yowagoshi-弱腰 | zwakheid; lafheid; passieve [laffe] houding |
yowatari-世渡り | het de kost verdienen; levensonderhoud |
yūdansha-有段者 | een dan (graad) houder (bij judo, kendo, go, shogi, e.d.) |
yūei-遊泳 | leven; levenshouding; gedrag; levensstijl; levensonderhoud |
yūgen-幽玄 | subtiele eenvoud [elegantie]; pure [verborgen] schoonheid |
yukitake-裄丈 | de mouwlengte [halve schouderlengte] van een kimono |
yūkōkyūjinbairitsu-有効求人倍率 | verhouding tussen het aantal vacatures en het aantal sollicitanten |
yukutoshi-行く年 | het oude jaar; het voorbijgaande jaar |
yunyūizondo-輸入依存度 | de mate van (economische) afhankelijkheid van import (verhouding tussen invoerwaarde en nationale productie) |
yūshihiritsu-融資比率 | de verhouding tussen de hoogte van de hypotheek en de waarde van de woning |
yūzeisuru-遊説する | campagne voeren; politieke toespraken houden (voor de verkiezingen) |
zanshin-残心 | (in vechtsporten) de mentale houding van het blijven opletten (ook na de actie) |
zansho-残暑 | aanhoudende (zomer)hitte (aan het begin van de herfst) |
zashiki-座敷 | een feest [banket] (met geisha, e.d.) gehouden in een (traditionele) Japanse kamer met tatami matten |
zasu-座主 | Boeddhistische monnik met de hoogste rang (toezichthouder van de grote tempel) |
zatto-ざっと | oppervlakkig; eenvoudig; kort; snel |
zen-前 | (als voorvoegsel) vorige; voormalige; ex-; oud- |
zenkikurikoshirieki-前期繰越利益 | ingehouden winsten aan het begin van een periode |
zenko-前古 | vroeger; oude tijden; oudheid |
zenmen-前面 | (meteorologie) een front (een scheidingsvlak tussen koude en warme luchtsoorten) |
zenpōkōenfun-前方後円墳 | een oude Japanse tumulus [grafheuvel] (in sleutelvorm van bovenaf gezien) |
zenseiki-全盛期 | hoogtijdagen; gouden tijdperk; periode van bloei |
zensen-前線 | (meteorologie) een front (een scheidingsvlak tussen koude en warme luchtsoorten) |
zensenmen-前線面 | (meteorologie) een front (een scheidingsvlak tussen koude en warme luchtsoorten) |
zesshoku-絶食 | de vasten; zelfonthouding van voedsel |
zetchōki-絶頂期 | hoogtepunt; toppunt; tijdperk van bloei; gouden tijdperk |
zokuzoku-続続 | het doorgaan [voortzetten] zonder ophouden |
zōsanai-造作ない | makkelijk; eenvoudig |
zubanukeru-ずば抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
zukansokunetsu-頭寒足熱 | het hoofd koel en de voeten warm houden |
zunukeru-図抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
zuzō-図像 | ikoon (met een boeddhistische inhoud) |