Kruisverwijzing
OS
lemma | meaning |
---|---|
aburimono-炙り物 | etenswaar (zoals vis, vlees) geroosterd boven een vuur |
aburu-炙る | grillen; roosteren; (aan)bakken |
achidōjisu-アチドージス | acidose (te hoge zuurgraad van het bloed) |
achidōshisu-アシドーシス | acidose (te hoge zuurgraad van het bloed) |
ada-仇 | wrok; wrevel; rancune; haat; boosaardigheid |
ada-徒 | vruchteloosheid; ijdelheid; nutteloosheid |
adiosu-アディオス | vaarwel; adios |
adoonhōshiki-アドオン方式 | add-on systeem (aflossing van rentebedragen in gelijke termijnen van de hoofdsom) |
agebuta-上げ蓋 | losse, verwijderbare vloerplank (met opbergruimte eronder) |
ageita-上げ板 | losse, verwijderbare vloerplank (met opbergruimte eronder) |
ageita-上げ板 | houten afdruipplaat [roosterplaat] (op badkamervloer, of op het aanrecht in de keuken) |
ageoroshi-上げ下ろし | laden en lossen |
ageuma-上げ馬 | strijdros met boogschutter tijdens ceremonieën in heiligdommen |
ahōdori-阿呆鳥 | albatros (zeevogel Diomedea) |
ahōgurui-阿呆狂い | wild; losbandig |
aidoru・kosuto-アイドル・コスト | kosten voor inactiviteit (door overcapaciteit) |
aiganken-愛玩犬 | schoothondje; geliefkoosd hondje; speelgoed hondje |
aijaku-愛着 | (boeddh.) in de ban van [het niet kunnen loslaten van] begeerte [lust; verlangens] |
aijitsu-愛日 | tijd belangrijk [kostbaar] vinden |
aikan-哀感 | pathos; droefheid |
aikidō-合気道 | aikido (oosterse vechtsport) |
ainame-鮎並 | Hexagrammos otakii (een straalvinnige vissensoort uit de familie van groenlingen) |
aishō-愛称 | koosnaam; troetelnaam; bijnaam |
aitemu-アイテム | item; post (op rekening of begroting); punt; artikel; artikel; ding; voorwerp |
ajikenai-味気ない | flauw; smakeloos (ook fig.); saai |
ajikinai-味気ない | flauw; smakeloos (ook fig.); saai |
ajinomoto-味の素 | Ajinomoto, merknaam voor de smaakversterker MSG (monosodium glutamaat) |
akadashi-赤出し | misosoep gemaakt van rode miso |
akademīshō-アカデミー賞 | de Oscar (filmprijs); Academy Award |
akahon-赤本 | (kusasōshi) prentenboekje uit Edo periode |
akamon-赤門 | bijnaam voor de Universiteit van Tokio, waar de oude rode poort (de Goshudenpoort 御守殿門 uit de Edo periode) zich nu bevindt |
akan-あかん | nutteloos; hopeloos |
akasen-赤線 | (afk. voor) rosse buurt; roodlichtdistrict |
akasenkuiki-赤線区域 | de rosse buurt; roodlichtdistrict |
akasu-飽かす | veel kosten maken; veel geld uitgeven aan iets; niet bezuinigen op |
akeni-明け荷 | een gevlochten doos met de spullen (mawashi, e.a.) van een sumoworstelaar |
akinonanakusa-秋の七草 | de 7 herfstbloemen (Lespedeza, Misacanthus sinensis, Kudzu, Dianthus superbus, Patricia scabiosifolia, Eupatorium en Gomphocarpus physocarpus) |
akizakura-秋桜 | een andere naam voor de plant cosmos (Cosmos bipinnatus) |
akkan-悪漢 | booswicht; schurk; slechterik; deugniet |
akkerakanto-あっけらかんと | zorgeloos; onverschillig; nonchalant; laconiek |
akkerakanto-あっけらかんと | afwezig; wezenloos; verstrooid |
akki-悪気 | boze geest; kwaadaardigheid; boosaardigheid; kwaadwillendheid |
akkigai-悪鬼貝 | een stekelslak [purperslak] (Murex troscheli) (wordt ook wel gebruikt als amulet) |
akudama-悪玉 | een slecht iemand; een booswicht [boef]; iem. met een slecht karakter |
akudō-悪道 | slecht [onzedelijk; losbandig] gedrag |
akudoi-あくどい | gewetenloos; vals; sluw; gemeen |
akudōmono-悪道者 | een slechte [losbandige] persoon |
akugenta-悪源太 | een bijnaam van Minamoto no Yoshihira (1141-1160) |
akujo-悪女 | een slechte [boosaardige] vrouw |
akukigai-悪鬼貝 | een stekelslak [purperslak] (Murex troscheli) (wordt ook wel gebruikt als amulet) |
akunin-悪人 | boosaardige [kwaadwillende] persoon |
akuninshōkisetsu-悪人正機説 | juist slechte mensen ontvangen de gunsten van Amida Boeddha (een theorie van Shinran (1173-1262), de stichter van de boeddhistische Jōdoshin school) |
akuratsu-悪辣 | gewetenloos; gemeen; vals; sluw; listig |
akushitsu-悪疾 | een kwaadaardige ziekte (vroeger was dit de benaming voor de ziekte van Hansen, leprosie) |
akushō-悪性 | een kwaadaardig [boosaardig; slecht; verdorven; gemeen] karakter |
akusho-悪所 | een slechte plek; rosse buurt; bordeel |
akushoba-悪所場 | rosse buurt |
akushōgane-悪性金 | geld dat in een rosse buurt wordt uitgegeven |
akushogane-悪所金 | geld dat wordt uitgegeven in een rosse buurt |
akushōgurui-悪性狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
akushogurui-悪所狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
akushōmono-悪性者 | een losbandige man; een losbol; een playboy |
akusō-悪相 | een kwaadaardig [boosaardig] uiterlijk |
akutagawa-芥川 | de naam van een rivier, die stroomt in het gebied tussen Osaka en Kyoto |
akutagawashō-芥川賞 | de Akutagawa-prijs (een literatuurprijs voor debutanten, vernoemd naar de schrijver Akutagawa Ryūnosuke) |
akutō-悪党 | een boef; schurk; booswicht |
amadai-甘鯛 | tegelvis (Branchiostegus spp) |
amadera-尼寺 | nonnenklooster |
amaguri-甘栗 | (geroosterde) tamme kastanjes |
amakudari-天下り | vanuit een (hoge) overheidspositie overgaan naar een goedbetaalde functie in semi-overheidsorganisatie of private organisatie |
amenomurakumonotsurugi-天叢雲剣 | Ama-no-Murakumo no Tsurugi, het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan, spiegel, zwaard en juwelen) |
ami-網 | net; gaas; (grill)rooster |
amiyaki-網焼き | het grillen op een rooster van gaas |
amōraru-アモーラル | amoreel; moraalloos |
an-庵 | klooster; kluizenaarscel |
anbako-暗箱 | een camera obscura; een zwarte doos |
anbandoringu-アンバンドリング | het apart [los] verkopen |
anchinokkuzai-アンチノック剤 | antiklopmiddel (middel dat het kloppen van explosiemotoren tegengaat) |
angu-暗愚 | het redeloos zijn; achterlijkheid; zwakzinnigheid; imbeciliteit |
anjō-あんじょう | goed; bekwaam (Osaka-dialect) |
annyui-アンニュイ | verveling; sleur; lusteloosheid |
anomī-アノミー | wetteloosheid; wetsloochening; anomie |
ansanburu-アンサンブル | kostuum; pak |
anshiyakenbikyō-暗視野顕微鏡 | een donkerveld microscoop |
anshu-庵主 | het hoofd van een klooster; meester van de theeceremonie |
antan-暗澹 | zwaarmoedig; mistroostig; droefgeestig |
antan-暗澹 | somber; wanhopig; uitzichtloos |
anzu-杏 | abrikoos |
an'i-安慰 | een geruststelling en troost |
an'isuru-安慰する | iem. geruststellen en troosten |
aoi-葵 | (plant) malve; kaasjeskruid; stokroos |
aotenjō-青天井 | het de pan uit rijzen (van prijzen); grenzeloos zijn |
apashī-アパシー | apathie; lusteloosheid |
aporia-アポリア | aporie; besluiteloosheid; radeloosheid; onoplosbaar probleem |
aposutiiyu-アポスティーユ | apostille; legalisatie handtekening |
aposutorofī-アポストロフィー | apostrof |
apotōshisu-アポトーシス | apoptose; apoptosis; celdood |
appu-アップ | close-up (fotografie) |
apurikotto-アプリコット | abrikoos |
arā-アラー | Allah (naam van God bij moslims) |
aradateru-荒立てる | verheffen; boos worden; opvoeren; opsteken |
araebisu-荒夷 | wildeman; barbaar (denigrerende term die door mensen in de hoofdstad wordt gebruikt om te verwijzen naar mensen uit het oosten van Japan) |
araigami-洗い髪 | pas gewassen (loshangend) haar (van vrouwen) |
aramushiro-粗筵 | los geweven rieten mat |
arrā-アッラー | Allah (naam van God bij moslims) |
arubatorosu-アルバトロス | albatros (zeevogel Diomedea) |
arubatorosu-アルバトロス | albatros (golfterm: dat men 3 slagen minder nodig heeft op een hole dan gemiddeld; ook wel double eagle genoemd) |
arupaka-アルパカ | alpaca (bergschaap Lama pacos ); alpaca (wol) |
asean-アセアン | Associatie van landen in Zuidoost Azië (Association of Southeast Asian Nations) |
aseru-焦る | gehaast [haastig; ongeduldig; rusteloos] zijn |
ashidai-足代 | ritprijs; vervoer(s)kosten; transportkosten |
asobihōkeru-遊び呆ける | de tijd doorbrengen met nutteloos vermaak |
asobinin-遊び人 | een losbol; playboy |
assaigan-圧砕岩 | een myloniet (een metamorfe steensoort, d.w.z. ontstaan uit een ander gesteente door metamorfose) |
atai-価 | prijs; waarde; kosten |
atamagonashini-頭ごなしに | meedogenloos; nietsontziend |
atamawari-頭割り | het delen van de kosten [uitgaven] (per persoon) |
atenashi-当て無し | doelloos zijn; in 't wilde weg |
atogaki-後書き | nawoord; epiloog; naschrift; postscriptum |
atokusare-後腐れ | overblijvende [resterende; niet geheel opgeloste] problemen (voor later) |
atomosufea-アトモスフェア | atmosfeer |
atomosufia-アトモスフィア | atmosfeer |
atsukamashii-厚かましい | schaamteloos |
atsuryokuhenshitsu-圧力変質 | het verschijnsel dat gesteenten in aardlagen onder druk veranderen [metamorfoseren] |
autobān-アウトバーン | autosnelweg |
awa-粟 | (tros)gierst (graansoort: Setaria italica) |
awatadashii-慌ただしい | gehaast; gejaagd; rusteloos; druk |
ayu-鮎 | ayu (vis: Plecoglossus altivelis) |
azatoi-あざとい | slim; sluw; berekenend; gewetenloos |
azen-唖然 | stomverbaasd; sprakeloos van verbazing |
azukarikin-預かり金 | aanbetaling; waarborgsom; deposito |
azuma-東 | het Oosten (van Japan) |
azumaebisu-東夷 | ruige krijger [samoerai] uit Oost-Japan |
azumakudari-東下り | historische term voor het vanuit Kyoto naar de oostelijke provincies (en Edo) reizen |
a・posuteriori-ア・ポステリオリ | a posteriori; achteraf beschouwd |
baa-ばあ | (onomatopee) troostend geluid (voor een kind) |
bai-梅 | (Prunus mume) Japanse abrikoos; Chinese pruim |
baiin-売淫 | prostitutie |
baiosensā-バイオセンサー | biosensor |
baiosu-バイオス | BIOS (computerterm: basic input/output system) |
baiosufia-バイオスフィア | biosfeer |
baisen-焙煎 | het branden, roosteren (b.v. van koffie) |
baishikuru・motokurossā-バイシクル・モトクロッサー | BMX-er; fietsmotorcrosser |
baishikuru・motokurosu-バイシクル・モトクロス | BMX; fietsmotorcross |
baishō-賠償 | compensatie; schadevergoeding; schadeloosstelling |
baishun-売春 | prostitutie |
baishun-買春 | (klandizie van) prostitutie; betaalde seks |
baishunfu-売春婦 | prostituee |
baishunsuru-買春する | een prostituee inhuren |
baita-売女 | prostituée; hoer; lichtekooi |
baiten-売店 | kiosk; winkeltje; stalletje; kraampje |
baizai-媒材 | oplosmiddel (verf) |
bakarashii-馬鹿らしい | dom; absurd; belachelijk; bespottelijk; ongerijmd; zinloos |
bakomakura-箱枕 | een doosvormig hoofdkussen |
baku-爆 | uitbarsting; ontploffing; explosie |
bakuatsu-爆圧 | luchtdruk door een explosie |
bakubaku-漠漠 | uitgestrekt; grenzeloos; eindeloos |
bakudai-莫大 | enorm [immens; kolossaal] zijn |
bakufū-爆風 | schokgolf; bomexplosie |
bakugatō-麦芽糖 | maltose; moutsuiker |
bakuha-爆破 | vernietiging door explosieven; het opblazen |
bakuhatsu-爆発 | explosie; ontploffing; uitbarsting |
bakuhatsubutsu-爆発物 | explosief; ontplofbare stof; springstof |
bakuhayaku-爆破薬 | springstof (van een explosief) |
bakuon-爆音 | geluid van een explosie |
bakuren-莫連 | schaamteloos [vrijpostig; zedeloos] zijn |
bakuretsu-爆裂 | explosie; ontploffing; uitbarsting |
bakusai-爆砕 | het opblazen; in stukken blazen (met explosieven) |
bakushi-爆死 | het omkomen [sterven; om het leven komen] door een explosie of een bom |
bakushin-爆心 | explosiecentrum; explosiehaard |
bakushisuru-爆死する | omkomen [sterven; om het leven komen] door een explosie of een bom |
bakuyaku-爆薬 | explosief; ontplofbare stof; springstof |
bakuyakuseibun-爆薬成分 | onderdeel van een explosief |
bakuyakutanchi-爆薬探知 | explosieven detectie |
ban-バン | (value-added network) netwerkdienst met toegevoegde waarde (een gehost serviceaanbod met aanvullende diensten) |
bandai-番台 | uitkijkpost [uitkijktoren] bij de ingang van een openbaar badhuis |
bandai-番台 | degene die op de op wacht zit in die uitkijkpost |
bangoya-番小屋 | wachtpost; wachthuisje; wachthok |
banishingu・kurīmu-バニシング・クリーム | cosmetische crème (met een laag vetgehalte, die goed in de huid intrekt) |
ban'ya-番屋 | wachtpost; wachthuis |
ban'yū-蛮勇 | roekeloosheid; onverschrokkenheid; overmoed |
ban'yūnaizaishinron-万有内在神論 | panentheīsme (filosofie) |
ban'yūzaishinron-万有在神論 | panentheīsme (filosofie) |
bara-薔薇 | roos (bloem) |
barauri-散売り | losse verkoop; het artikelen apart verkopen |
barubadosu-バルバドス | Barbados |
batsugun-抜群 | weergaloos [uitstekend; subliem; ongeëvenaard] zijn |
bea・toppu-ベア・トップ | (kleding) mouwloos met blote schouders |
benishida-紅羊歯 | herfstvaren (Dryopteris erythrosora) |
benpō-便法 | een handige manier [methode]; snelle oplossing; uitweg |
bensai-弁済 | afrekening; aflossing; terugbetaling; vereffening; betalingsregeling |
benshō-弁償 | compensatie; herstelbetaling; schadeloosstelling |
benshōsuru-弁償する | compenseren; schadeloosstellen |
berukuro-ベルクロ | klittenband; velcrostrip (genoemd naar het merk Velcro) |
bessō-別送 | verzending separaat [per aparte post] |
betsubin-別便 | separate post; post onder afzonderlijke omslag |
bideogēmu-ビデオゲーム | videospel |
bikuni-比丘尼 | (Kamakura- en Muromachi-periode) rondreizende vrouwelijke entertainer (die optrad verkleed als non); prostituee |
bin-便 | post; zending; postbezorging |
binsen-便箋 | briefpapier; postpapier |
bira-ビラ | poster; brochure; flyer |
bishiteki-微視的 | microscopisch; micro |
bo-慕 | (in kanji combinaties) verlangen; nostalgie; liefhebben; gehecht zijn aan; bewonderen |
bō-房 | monnik; klooster; kloostercel |
bōanki-棒暗記 | het klakkeloos uit het hoofd leren |
bobin-ボビン | spoel; klos |
bōbō-茫茫 | weids; uitgestrekt; grenzeloos |
bodaiju-菩提樹 | Bodhiboom, Ficus religiosa (oorspronkelijk uit India; onder deze boom zou Boeddha de verlichting bereikt hebben) |
bōdāresu-ボーダーレス | grenzeloos |
bōfū-防風 | (medicinale) plant, Saposhnikovia divaricata |
bōjakubujin-傍若無人 | arrogantie; onbeschoftheid; brutaliteit; schaamteloosheid |
bokkusu-ボックス | doos; kist; bak; kastje |
bokujū-墨汁 | Oost-Indische inkt |
bōman-暴慢 | arrogantie; brutaliteit; ongemanierdheid; schaamteloosheid |
bonten-梵天 | (andere naam voor) Chinese [oosterse] meloen (Cucumis melo) |
borokuso-襤褸糞 | geringschattend [kleinerend; waardeloos] zijn |
borutēji-ボルテージ | voltage (elektrospanning) |
bosabosa-ぼさぼさ | nietsdoen; lui; nutteloos; ledig |
bosanoba-ボサノバ | bossanova (Zuid-Amerikaanse muziek en dans) |
bosatto-ぼさっと | (onomatopee) afwezig; verstrooid; nietsdoend; nutteloos |
bōshi-帽子 | (afk. van) eboshi (traditioneel hoofddeksel aan het hof) |
bōshokuzai-防蝕剤 | (grond)verf om corrosie van metaal tegen te gaan |
bōsō-暴走 | het wild [doelloos] rondrennen; (bij honkbal) het roekeloos rennen naar de honken door een speler |
bōsui-紡錘 | spindel; klos; spoel |
bosunia・herutsegobina-ボスニア・ヘルツェゴビナ | Bosnië en Herzegovina |
bosutōku-ボストーク | Vostok, Sovjet-bemande kunstmatige satelliet (in 1961 voor het eerst gelanceerd) |
botan-牡丹 | boompioen (Paeonia suffruticosa) |
botomuresu-ボトムレス | bodemloos |
botsurinusukin-ボツリヌス菌 | Clostridium botulinum (bacterie die botulisme veroorzaakt) |
botsushumi-没趣味 | smakeloosheid; gebrek aan smaak [manieren]; vulgair [alledaags] zijn |
boyaboya-ぼやぼや | (onomatopee) afwezig; verstrooid; nietsdoend; nutteloos |
bu-部 | (in boekhouding) post (van inkomsten, uitgaven e.d.) |
buan・rōze-ヴァン・ロゼー | rosé wijn |
būbī-ブービー | poedelprijs; troostprijs (voor de één na laatste plaats) |
būbīshō-ブービー賞 | poedelprijs; troostprijs (voor de één na laatste plaats) |
buchōhō-不調法 | achteloosheid; onhandigheid; ontoereikendheid; gebrek aan manieren [kennis] |
budōtō-葡萄糖 | glucose; druivensuiker |
buenryo-無遠慮 | lompheid; brutaliteit; schaamteloosheid; directheid |
bukakkō-不格好 | vormloosheid; onhandigheid; onbeholpenheid |
bukitcho-不器用 | onhandigheid; onbekwaamheid; stunteligheid; tactloosheid |
bun-分 | status; positie |
bunko-文庫 | brievenbak; doos voor postpapier |
bunkōhō-分光法 | spectroscopie |
bunsōō-分相応 | overeenkomstig [in verhouding met] iemand's status [positie; middelen] |
burarito-ぶらりと | doelloos; terloops |
bureikō-無礼講 | een ongedwongen [informeel] feestje [uitje] (waarbij iedereen zichzelf kan zijn zonder te letten op status of positie) |
burēnsutōmingu-ブレーンストーミング | brainstorming (gezamenlijk overleg om tot oplossingen te komen) |
buri-振り | stijl; manier; pose; doen alsof |
burūberī-ブルーベリー | (Amerikaanse) bosbes (Vaccinium) |
busho-部署 | (iemands) baan; betrekking; afdeling; post |
bussheru-ブッシェル | bos; lading; schoof (graan) |
busshuman-ブッシュマン | Bosjesman (lid van een dwergstam in Afrika) |
butai'ishō-舞台衣装 | toneelkostuum |
butakusa-豚草 | alsemambrosia (plant, Ambrosia artemisiifolia) |
butsuryū-物流 | het vervoer van goederen van de producent naar de consument (verpakken, laden, lossen, vervoer, opslag van goederen, alsmede informatie-verstrekking) |
butsutekiryūtsū-物的流通 | het vervoer van goederen van de producent naar de consument (verpakken, laden, lossen, vervoer, opslag van goederen, alsmede informatie-verstrekking) |
buyūden-武勇伝 | levensverhaal van een held; ridderverhaal; (ironisch) heldenepos van kroegloper |
byōbō-渺茫 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; weidsheid |
byōbyō-渺渺 | uitgestrektheid; grenzeloosheid; weidsheid |
chāji-チャージ | prijs; tarief; kosten |
chāshū-チャーシュー | Char siu (Chinees gerecht van geroosterd varkensvlees) |
chekkupointo-チェックポイント | controlepost |
cherisuto-チェリスト | cellist; cellospeler |
chianōze-チアノーゼ | cyanose; blauwzucht |
chihōshoku-地方色 | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
chii-地位 | status; positie; situatie; rang |
chinmen-沈湎 | het zich laveloos drinken |
chinoke-血の気 | blos; kleur (van gezicht) |
chioryūsannatoriumu-チオ硫酸ナトリウム | natriumthiosulfaat; hypo |
chirashi-散らし | chirashi-sushi (sushigerecht gereserveerd in een kom waarbij de ingrediënten los en gemengd bovenop de sushirijst liggen) |
chiru-散る | smelten; oplossen; verdwijnen |
chishiryō-致死量 | een fatale [dodelijke] dosis [hoeveelheid] |
chobo-点 | punt; stip; schot in de roos |
chokozai-猪口才 | onbeschaamdheid; brutaliteit; schaamteloosheid |
chōnōryoku-超能力 | paragnosie; paranormale begaafdheid; buitenzintuiglijke waarneming |
chōnōryokusha-超能力者 | paragnost; helderziende |
choritsusuru-佇立する | stilstaan; bewegingloos staan |
chototsu-猪突 | roekeloosheid; overmoedigheid; onbezonnenheid; onbesuisdheid |
chōyō-朝陽 | oostzijde van een berg |
chōzai-調剤 | dosering (van medicijnen) |
chōzaigijutsuryō-調剤技術料 | kosten voor uitgifte van voorgeschreven medicatie |
chūcho-躊躇 | aarzeling; besluiteloosheid |
chūchosuru-躊躇する | aarzelen; weifelen; besluiteloos zijn; twijfelen |
chūdan-中段 | middenpositie (kendō) |
chūgen-中間 | midden; halverwege; middelste positie; centrum |
chūi-中位 | gemiddelde; midden; middelste rang [positie] |
chūkintō-中近東 | het Midden- en Nabije Oosten |
chūniku-中肉 | een middelgroot [middelmatig] postuur |
chūnikuchūzei-中肉中背 | een middelgroot [middelmatig] postuur |
chūsei-中性 | geslachtsloosheid; androgynie |
chūtō-中東 | het Midden-Oosten |
chūzai-駐在 | (afk. voor) politiepost met woonvertrekken (vaak buiten de stadsgrenzen, lokaal of op het platteland) |
chūzaisho-駐在所 | politiepost met woonvertrekken (vaak buiten de stadsgrenzen, lokaal of op het platteland) |
dabudabu-だぶだぶ | (onomatopee) flodderig; slobberig; afzakkend; los hangend; klotsend |
daekisensenshokutai-唾液腺染色体 | speekselklierchromosoom |
dahon-駄本 | een slecht [waardeloos] boek |
daichōkeishitsushō-大腸憩室症 | diverticulose; diverticulosis (darmaandoening) |
daigakuin-大学院 | postgraduate opleiding (na behalen van de master graad) |
daiichii-第一位 | eerste plaats [positie] |
daiichijisangyō-第一次産業 | primaire industry (landbouw, bosbouw en visserij) |
daikin-代金 | rekening; kosten; aankoopsom; verschuldigd bedrag |
daikokubashira-大黒柱 | kostwinner; toeverlaat |
dainamizumu-ダイナミズム | dynamisme (filosofie) |
dainichinyorai-大日如来 | Mahavairocana (in het Japans Esoterisch Boeddhisme de hoogste Boeddha van de Kosmos) |
dairekuto・mēru-ダイレクト・メール | postreclame; persoonlijk geadresseerde reclamepost |
dajaku-惰弱 | zwak [slap; apathisch; lusteloos; loom] zijn |
dakaisaku-打開策 | plan [oplossing] (om uit een impasse) te raken |
dame-駄目 | niet goed; niet nuttig; zinloos; nutteloos |
dameoshi-駄目押し | (in sport) nog een extra punt scoren (voor de zekerheid) in al gewonnen positie |
dankō-断郊 | het buiten (in velden of bossen) hardlopen |
dansensuru-断線する | (af)breken; (af)knappen; het begeven; losraken |
danshari-断捨離 | het grote opruimen, met als doel harmonie te bereiken (gebaseerd op 3 concepten van yoga: weigeren, weggooien, en loslaten van onnodige dingen) |
danshō-男娼 | (m.) prostitué; schandknaap |
danshoku-男色 | (mannelijke) homoseksualiteit |
darui-怠い | loom, sloom; lusteloos, traag |
dashiau-出し合う | het delen van de kosten; gezamenlijk bijdragen |
dashimae-出し前 | (iemand's) aandeel in de kosten [uitgaven] |
dasshū-脱臭 | ontgeuring; deodorisering; reukloos maken |
dasshūsuru-脱臭する | ontgeuren; deodoriseren; reukloos maken |
dasu-出す | op de post doen; (op)sturen; versturen; wegbrengen; afvaardigen |
deddo-デッド | nutteloos; ineffectief |
dekisokonai-出来損ない | een nietsnut ; waardeloos figuur [persoon] |
dengeki-電撃 | elektrische schok; elektroshock |
denkikeirenryōhō-電気痙攣療法 | elektroconvulsietherapie (ECT); elektroshocktherapie |
denkiryōkin-電気料金 | elektriciteitstarief; elektriciteitskosten |
denshikenbikyō-電子顕微鏡 | elektronenmicroscoop |
denshobato-伝書鳩 | postduif |
derinjāgenshō-デリンジャー現象 | Dellinger effect; Dellinger fade-out (plotselinge ionosferische storing) |
desuperēto-デスペレート | wanhopig; radeloos |
dī・pī・ī-ディー・ピー・イー | (Development Printing Enlargement) het post-productieproces van fotografische films: ontwikkelen, printen en vergroten |
dōbutsujojishi-動物叙事詩 | dierenepos; episch gedicht over dieren |
dōbutsuyuraikansenshō-動物由来感染症 | zoönose (infectie die van dier op mens kan overgaan) |
dōdemo-どうでも | in elke geval; koste wat het kost |
dōdōmeguri-堂堂巡り | het stemmen van Japanse parlementsleden, waarbij zij hun stembiljetten in een doos die op het podium staat stoppen |
dōdōshita-堂堂した | plechtig; statig; groots; imposant |
dōdōshita-堂堂した | openlijk; schaamteloos; zonder gêne; brutaal |
dōdōto-堂堂と | deftig; imposant |
dōgaku-道学 | ethiek; moraalfilosofie; morele filosofie; moraalwetenschap |
dōgi-胴着 | gewatteerd, mouwloos onderhemd |
dogimagi-どぎまぎ | opgewonden; boos; nerveus |
dogimagisuru-どぎまぎする | opgewonden raken; boos zijn; nerveus worden; de tegenwoordigheid van geest verliezen |
dōi-同位 | dezelfde rang [positie] |
dōi-胴衣 | gewatteerd, mouwloos onderhemd |
dojji・rain-ドッジ・ライン | Dodge Line, een financieel-economisch beleid opgesteld door Joseph Dodge (1890-1964) voor Japan na de Tweede Wereldoorlog |
dōkaku-同格 | dezelfde rang [positie]; gelijke; equivalent |
dōkaku-同格 | (grammatica) appositie; bijstelling |
dōkasayō-同化作用 | assimilatieproces; biosynthese |
dokomademo-何処までも | overal; altijd; eindeloos |
doku-毒 | kwaadaardigheid; boosheid; wrok |
dokuritsukokkakyōdōtai-独立国家共同体 | Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) (ex-Sovjetstaten) |
dokusenjō-独擅場 | monopoliepositie |
donarigoe-怒鳴り声 | stemverheffing (in boosheid); boze stem |
donchansawagi-どんちゃん騒ぎ | wild [luidruchtig; losbandig] vermaak; orgie |
donkan-鈍感 | ongevoeligheid; gevoelloosheid; tactloosheid |
doraibuin-ドライブイン | drive-in (bioscoop, restaurant, e.d. waar bezoekers in hun auto blijven zitten) |
doraibuin-ドライブイン | wegrestaurants; cafetaria's en winkels langs autosnelwegen |
doraibu・in・shiatā-ドライブ・イン・シアター | drive-inbioscoop; openluchtbioscoop |
dōrakumono-道楽者 | een levensgenieter; losbandig persoon; losbol; vrijbuiter |
doramusuko-どら息子 | een luie [losbandige] zoon |
dorosutekōka-ドロステ効果 | droste-effect (repeterend visueel effect) |
doryō-度量 | grootmoedigheid, ruimhartigheid, tolerantie, generositeit, vrijgevigheid |
doryokusuru-努力する | zich inspannen; pogen; hard werken; zich moeite getroosten |
dosakusa-どさくさ | verwarrende situatie; chaos; wanorde; verwarring |
dōseiai-同性愛 | homoseksualiteit |
dōseiaisha-同性愛者 | een homoseksueel |
dosu-ドス | DOS (computerterm: (disc operating system) |
dosu・bui-ドス・ブイ | DOS/V (computerterm: Japanse versie van DOS) |
earozoru-エアロゾル | aerosol |
eazōru-エアゾール | aerosol (een mengsel van stofdeeltjes of vloeistofdruppels in een gas) |
ea・ekusupuresu-エア・エクスプレス | luchtvervoer; luchtpost |
ea・mēru-エア・メール | luchtpost |
ea・sābisu-エア・サービス | luchtdienst; vervoer (van post, passagiers, vracht) door de lucht |
efu・wan-エフ・ワン | F1; Formule 1 (autosport) |
egui-蘞い | hard; harteloos |
eigakan-映画館 | bioscoop; filmzaal |
eigyōhi-営業費 | zakelijke kosten; bedrijfskosten |
eirin-営林 | bosbouw; bosbeheer |
ekafe-エカフェ | Economische commissie voor Azië en het Verre Oosten (ECAFE, Economic Commission for Asia and the Far East) |
ekiden-駅伝 | het stelsel van poststations in het oude Japan |
ekimei-駅名 | de naam van een spoorwegstation; de naam van een poststation [pleisterplaats] |
ekisha-駅舎 | (vroeger) de halteplaats voor postkoetsen, paarden, koeriers en reizigers (diende tevens als herberg) |
ekishibishon-エキシビション | tentoonstelling; expositie |
ekisupo-エキスポ | expo; expositie |
ekitei-駅逓 | (arch.) het transporteren van bagage van (post)station naar (post)station (zoals op de Tokaido route in de Edo periode) |
ekonomī・kurasushōkōgun-エコノミー・クラス症候群 | economyclass-syndroom; vliegtuigtrombose (door te krappe beenruimte) |
ekosaido-エコサイド | ecocide (vernietiging van ecosystemen) |
ekoshisutemu-エコシステム | ecosysteem |
ekusupo-エクスポ | expo; expositie |
endan-演壇 | rostrum; spreekgestoelte; podium |
enman-円満 | harmonie; vreedzaamheid; tevredenheid; zorgeloosheid |
epokē-エポケー | epoche (filosofie, opschorting van oordeel over de werkelijkheid) |
epuron-エプロン | voortoneel; proscenium |
epuron・sutēji-エプロン・ステージ | voortoneel; proscenium |
eshi-壊死 | necrose |
etoki-絵解き | het oplossen van een raadsel [mysterie] |
fea-フェア | beurs; tentoonstelling; expositie |
firosofī-フィロソフィー | filosofie |
fotomontāju-フォトモンタージュ | fotomontage; compositiefoto |
fuanshinkeishō-不安神経症 | angstneurose |
fubako-文箱 | (langwerpige) doos om brieven in te bewaren |
fubako-文箱 | (langwerpige) doos om brieven in te versturen\ |
fudan-不断 | besluiteloosheid |
fudebako-筆箱 | (kalligrafie) doos (m.n. van gelakt hout) voor schrijfpenselen |
fudeire-筆入れ | pennendoos; pennenkoker; etui; penselenkoker |
fugainai-腑甲斐無い | laf; slap; lusteloos; futloos; tam; bedeesd; nietswaardig |
fugi-不義 | onrechtvaardigheid; zedeloosheid; ongepastheid; wangedrag |
fuhatsudanshorihan-不発弾処理班 | Explosieven Opruimingsdienst (EOD) |
fujinami-藤波 | de golfbeweging van de wisteria bloemtrossen (in de wind) |
fukachiron-不可知論 | agnosticisme |
fukachironsha-不可知論者 | agnosticus |
fukachiteki-不可知的 | agnostisch |
fukafuka-ふかふか | (onomatopee) zacht; donzig, pluizig; afwezig; verstrooid; achteloos; onnadenkend |
fukai-深い | diep; bodemloos |
fukai-深い | compact; dik; ondoordringbaar (bos, mist, e.d.) |
fukanshō-不感症 | gevoelloosheid; zinloosheid; frigiditeit; (seksuele) ongevoeligheid |
fukassei-不活性 | inactiviteit; laksheid; dadeloosheid; inertie |
fūkōkei-風向計 | windvaan; anemoscoop |
fukokoroe-不心得 | indiscretie; wangedrag; roekeloosheid |
fukusō-服装 | kleding [kostuums] en accessoires |
fumibako-文箱 | (langwerpige) doos om brieven in te bewaren |
fumibako-文箱 | (langwerpige) doos om brieven in te versturen |
fumimochi-不身持ち | losbandigheid; wangedrag |
fumin-不眠 | slapeloosheid; slechte nachtrust |
fuminshō-不眠症 | slapeloosheid; insomnie |
funabin-船便 | verzending [vervoer] per schip; zeepost |
funachin-船賃 | tarief voor een overtocht per boot; veerprijs; passagekosten [verzendkosten] (per boot) |
funai-府内 | in (binnen) de prefectuur (van Osaka of Kyoto) |
funanori-船乗り | zeeman: matroos |
fundosuru-憤怒する | kwaad [boos; razend] worden |
fungō-吻合 | anastomose (verbinding tussen bloedvaten, darmen of zenuwen) |
funinjō-不人情 | onvriendelijkheid; gebrek aan medeleven; harteloosheid |
funkyū-紛糾 | complicatie; verwarring; verstoring; ontregeling; wanorde; chaos |
funman-憤懣 | woede; boosheid; nijd; wrevel; irritatie |
funtai-粉黛 | make-up; cosmetica (lett.: wit poeder en wenkbrauwpotlood) |
fun'iki-雰囲気 | sfeer; stemming; atmosfeer |
furaito・rekōdā-フライト・レコーダー | vluchtrecorder; zwarte doos |
furīhando-フリーハンド | (uit de) vrije hand [losse pols] |
furihodoku-振り解く | zich losrukken [bevrijden] |
furikae-振り替え | (bank) overschrijving; postwissel |
furimidasu-振り乱す | losschudden; in de war maken; los laten hangen (je haar) |
furippu-フリップ | omslaan; omdraaien; wegtikken; boos worden |
furudanuki-古狸 | oude rot; oudgediende; veteraan; (sluwe) oude vos |
furugitsune-古狐 | sluwe oude vos; listig mens |
fusa-房 | tros (bloemen, vruchten, e.d.) |
fusetsuhi-付設費 | kosten voor de constructie van een aanbouw [bijgebouw] aan een groter gebouw |
fushidara-ふしだら | slordig; slonzig; onverzorgd; haveloos |
fushidara-ふしだら | losbandig; verdorven; liederlijk; wulps; sletterig |
fushinsuru-腐心する | zijn uiterste best doen; alle moeite doen; zich veel inspanningen getroosten |
fushizuke-節付け | (muziek) compositie; het componeren |
fushoku-腐食 | corrosie; erosie; roest; bederf |
fushozon-不所存 | ondoordachtheid; tactloosheid; onverstandigheid; onvoorzichtigheid |
futamoji-二文字 | Chinese bieslook (Allium tuberosum) |
futebuteshii-ふてぶてしい | brutaal; schaamteloos; onbeschaamd |
futeishūso-不定愁訴 | psychosomatische symptomen; fysieke klachten (zonder aanwijsbare medisch-wetenschappelijke diagnose) |
futoku-不徳 | zedeloosheid; verdorvenheid; gebrek aan deugdzaamheid |
fuyō-不用 | onnodig [onbruikbaar; nutteloos] zijn |
fuyō-不要 | (in) onbruik; niet in zwang; nutteloosheid |
fuyōsha-扶養者 | kostwinner |
gaibutsu-外物 | (filosofie) dingen die bestaan in de objectieve wereld, onafhankelijk van het bewustzijn |
gaishō-街娼 | tippelaarster; straatprostituee |
gakkō-月光 | (afk. voor) Gakkō bosatsu (een bodhisattva) |
gakkōbosatsu-月光菩薩 | Gakkō bosatsu (een bodhisattva, die aan de rechterzijde van de Yakushi boeddha staat) |
gakudō-学堂 | studiezaal (b.v. in een kostschool e.d.); school |
gakuhi-学費 | onderwijsuitgaven; schoolkosten; inschrijvingsgeld voor een onderwijsinstelling |
gamushara-がむしゃら | roekeloosheid; onbezonnenheid |
gansekiken-岩石圏 | lithosfeer; aardkorst |
ganteikensa-眼底検査 | (oog) fundusonderzoek; oftalmoscopie; oogspiegelen |
ganzenai-頑是ない | naïef; onschuldig; hulpeloos |
gappon-合本 | bundeling (van losse publicaties) |
gara-ガラ | gala (kostuum; feest; voorstelling) |
garaaki-がら空き | onbeschermd [weerloos] zijn |
garan-伽藍 | boeddhistische tempel; boeddhistisch klooster |
gare-がれ | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
gareba-がれ場 | puinhelling (helling bestaande uit los gesteente) |
gareki-瓦礫 | puin; los gesteente; kiezels; grind |
gasatsu-がさつ | lomp; grof; onbehouwen; tactloos |
gattsu・pōzu-ガッツ・ポーズ | (Eng.: guts pose) een houding met één vuist (of twee vuisten) in de lucht bij een overwinning |
gedan-下段 | lage positie (kendō) |
gei-芸 | oude streeknaam in west-Hiroshima |
geibōi-ゲイボーイ | homoseksuele man; vrouwelijke man |
gengaku-玄学 | studie van de filosofie van Lao-tze en Chuang-tze |
genka-原価 | kostprijs |
genkakeisan-原価計算 | kostenberekening |
genshōgaku-現象学 | fenomenologie (stroming in de filosofie) |
gensogōsei-元素合成 | nucleosynthese |
gensūbunretsu-減数分裂 | meiose; reductiedeling (biologie) |
gē・pē・ū-ゲー・ペー・ウー | Russische Staats Politieke Administratie, de geheime politie (GPU: Gosudarstvennoe politicheskoe upravlenie) |
gibōshi-ギボウシ | hosta (plant) |
gibōshu-擬宝珠 | hosta (plant) |
ginkōyokin-銀行預金 | bankdeposito |
ginmaku-銀幕 | het witte doek; projectiescherm; bioscoopscherm; film(industrie) |
gissha-牛車 | ossenwagen; ossenkar |
gojūsantsugi-五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
gokubi-極微 | uiterst [microscopisch] klein zijn |
gokudō-極道 | losbandigheid |
gorimuchū-五里霧中 | radeloosheid; verbijsterd [in de war; verdwaald; de kluts kwijt] zijn |
gōseishashin-合成写真 | fotomontage; compositiefoto |
goshin-誤診 | verkeerde [foute] diagnose |
gosuperu・songu-ゴスペル・ソング | gospelsong; gospellied |
gōsutoraitā-ゴーストライター | ghostwriter |
gotoki-ごとき | (attributieve vorm van het hulpww. gotoshi) zoals; alsof; hetzelfde als |
gōzen-轟然 | een daverend [donderend] geluid (zoals van een explosie of een langs denderende truck of trein) |
gunba-軍馬 | legerpaard; strijdros; oorlogspaard |
gunki-軍記 | oorlogsverslag; heldensage; epos |
gunōshisu-グノーシス | gnosis (verborgen kennis van de onzichtbare, hogere wereld) |
gurasunosuchi-グラスノスチ | glasnost (Sovjetbeleid van openheid in de jaren tachtig) |
guriddo-グリッド | rooster; raster; net; netwerk |
gurīn・fī-グリーン・フィー | kosten voor het gebruik van een golfbaan |
guriru-グリル | (vlees)rooster |
guriru-グリル | geroosterd gerecht |
gurossarī-グロッサリー | glossarium; verklarende woordenlijst |
gurosu-グロス | lipgloss |
gurukōsu-グルコース | glucose |
gurūmī-グルーミー | somber; mistroostig; naargeestig; zwaarmoedig; duister |
gyoryū-魚竜 | ichthyosaurus (een uitgestorven geslacht van zeereptielen) |
gyōsō-形相 | boos gezicht; woeste [kwade] blik [gelaatsuitdrukking] |
gyū-牛 | koe; rund; stier; os |
gyū-牛 | de os (1 van de 28 Chinese sterrenbeelden) |
gyūsha-牛車 | ossenkar; ossenwagen |
hachiku-淡竹 | zwarte bamboe; henon bamboe (Phyllostachys nigra var. henonis) |
hadoron- ハドロン | (scheikunde) hadron, een subatomair deeltje dat uit quarks bestaat (de naam is afgeleid van het Griekse hadros, dat sterk betekent) |
hagimashiko-萩猿子 | Aziatische vink (Leucosticte arctoa) |
hahon-端本 | onvolledige reeks [serie] boeken; los [enkel] deel |
haien-廃園 | een verlaten [verwaarloosde] tuin |
haikai-徘徊 | zwerftocht; het doelloos rondlopen; ronddwalen |
haikan-廃館 | sluiting (van een museum; theater, bioscoop, etc.) |
haikyō-背教 | apostasie; afvalligheid van het geloof; geloofsverzaking |
haipo-ハイポ | hypo; natriumthiosulfaat (chemie) |
haitoku-背徳 | corruptie; zedeloosheid |
haiuē-ハイウェー | snelweg; autoweg; autosnelweg |
hajishirazu-恥知らず | schaamteloosheid; zonder schaamte zijn; geen schaamte kennen |
hajishirazu-恥知らず | een schaamteloos persoon; iemand die geen schaamte kent |
hakkuruberī-ハックルベリー | gewone [blauwe] bosbes (huckleberry) |
hako-箱 | doos; kist |
hako-箱 | de doos [kist] waarin een shamisen (Japans snaarinstrument) opgeborgen wordt |
hakogaki-箱書き | opschrift [handtekening; zegel] op een doos (ter authenticatie van de inhoud; b.v. een kunstwerk) |
hakoiri-箱入り | iets dat in een doos [kist] zit |
hakoiri-箱入り | iets dat kostbaar [dierbaar] is |
hakoniwaryōhō-箱庭療法 | zandspeltherapie (vorm van speltherapie, met het plaatsen van allerlei figuurtjes in een doos met zand) |
hakozen-箱膳 | doos met eetgerei voor één persoon |
hakozume-箱詰め | in een doos [kist] (gepakt) |
hakubai-白梅 | (witte) Japanse abrikoos (Prunus mume) |
hakuraku-剥落 | loslating (van tegels, dakpannen, e.d.) |
hakuro-白露 | de 15de zonnetermijn (van de 24) in de Oost-Aziatische kalender |
hamanabe-蛤鍋 | een maaltijdsoep [stoofpot] met mosselen [zeevruchten] |
hamanasu-浜梨 | Japanse roos (Rosa rugosa) |
hanagusuri-鼻薬 | snoep dat men geeft aan een kind om het te troosten [rustig te krijgen] |
hanamachi-花街 | rosse buurt; wijk met restaurants, geisha's en bordelen |
hanareru-放れる | zich losmaken van; bevrijd [losgelaten] worden |
hanareru-離れる | afstand doen van zijn baan [positie] |
hanasu-放す | loslaten; vrij laten; laten gaan |
hanbaiyosoku-販売予測 | verkoopprognose; verwachte verkoopcijfers |
handai-飯台 | doos met eetgerei voor één persoon |
handanchūshi-判断中止 | epoche (filosofie, opschorting van oordeel over de werkelijkheid) |
handoauto-ハンドアウト | folder; stencil; pamflet (informatiemateriaal voorafgaand aan persconferenties, symposia, etc.) |
hansetsu-反切 | spellingsysteem in de traditionele Chinese lexicografie (waarbij twee karakters worden gebruikt voor de uitspraak van een monosyllabisch karakter) |
hanshin-阪神 | (het gebied van de steden) Osaka en Kobe |
hanshinron-汎心論 | panpsychisme (filosofische leer) |
hanshinron-汎神論 | pantheïsme (filosofische leer) |
hantai-反対 | oppositie; verzet; tegenstand |
hanten-反転 | (fotografie) omzetting van een negatief beeld in een positief beeld (of vice versa) |
happa-発破 | het opblazen met explosieven (in mijnen, rotsen, e.d.) |
happa-発破 | explosieven |
happaku-八白 | de achtste van de 9 traditionele astrologische tekens (corresponderend met Saturnus en het Noordoosten) |
haradatsu-腹立つ | boos worden; ruzie maken |
haraguroi-腹黒い | boosaardig; kwaadwillig; gemeen |
hare-晴れ | gala (kostuum); een prachtig uitziende verschijning (bij een formele gelegenheid) |
harenchi-破廉恥 | schaamteloosheid |
haretsuon-破裂音 | een harde knal; (geluid van) een explosie |
haretsuon-破裂音 | (taalkunde) (ex)plosief; plofklank |
haridashi-張り出し | poster; aanplakbiljet; affiche |
harifuda-張り札 | poster; aanplakbiljet |
harubasho-春場所 | lente sumotoernooi (in Osaka in maart) |
hasshin-発信 | het versturen van berichten (via post, telegram, e-mail, radio, etc.) |
hasuppa-蓮っ葉 | ordinair [frivool; losbandig] zijn |
hatago-旅籠 | (Edo-periode) verblijfkosten in een herberg (logies en eten) |
hatagosen-旅籠銭 | (Edo-periode) verblijfskosten in een herberg (logies en maaltijden) |
hatahata-鱩 | zandvis (Arctoscopus japonicus) |
hatarakiguchi-働き口 | baan(tje); betrekking; werkkring; positie |
hatarakite-働き手 | kostwinner; iemand die werkt |
hatazao-旗竿 | torenkruid; torenmosterd (Arabis glabra) |
hatchibakku-ハッチバック | hatchback, auto met vijfde deur (en carrosserie met korte achterkant) |
hateshinai-果てしない | zonder einde; eindeloos |
hatsukagusa-二十日草 | boompioen (Paonia suffruticosa) |
hatten-発展 | de ontwikkeling in de relatie (tussen man en vrouw); een losbandig leven leiden; een actief sex leven hebben |
hayagawari-早変わり | eesnelle transformatie [grdaanteverandering]; metamorfose; snelle omkleding (van kostuum) |
hayashi-林 | bos; bosje; struikgewas |
hayashi-林 | (fig. in de betekenis van: heel veel) een bos; woud; bundel |
hayato-隼人 | benaming voor jongens in de Kagoshima-prefectuur |
hayauchi-早打ち | spoedkoerier; een zeer snel postpaard; het snel verzenden [bezorgen] {van een boodschap) |
hazureru-外れる | loskomen; los gemaakt worden |
hazusu-外す | losmaken; openmaken; ontsluiten; afdoen; uitdoen |
he-屁 | iets dat waardeloos is |
hedomodo-へどもど | de kluts kwijt; radeloos; in verwarring |
heichi-併置 | juxtapositie; nevenschikking; het naast elkaar [tegelijk] plaatsvinden |
heikan-閉館 | het dichtgaan [sluiten] (van een bioscoop, museum, bibliotheek etc.) |
heisetsu-併設 | juxtapositie; nevenschikking; het naast elkaar [tegelijk] plaatsvinden |
hejjingu-ヘッジング | indekking; afdekking (met tegengestelde posities op de financiële markt) |
hendōhi-変動費 | variabele kosten |
hendōhiyō-変動費用 | variabele kosten |
henge-変化 | metamorfose; transformatie |
henshin-変身 | metamorfose; transformatie |
hentai-変態 | transformatie; metamorfose |
heppoko-へっぽこ | slecht; inferieur (in vaardigheid); nutteloos |
heriosu-ヘリオス | Helios (zonnegod uit de Griekse mythologie) |
heriosukōpu-ヘリオスコープ | helioscoop; zonnekijker |
heterosekushuaru-へテロセクシュアル | heteroseksueel |
hiashi-日脚 | de beweging van de zon (van oost naar west) |
hidoi-酷い | wreed; gemeen; schandalig; genadeloos |
hifubyō-皮膚病 | huidziekte; dermatose |
higashi-東 | het oosten |
higashidonari-東隣り | aan de oostziide grenzend |
higashihankyū-東半球 | het oostelijk halfrond |
higashikaze-東風 | oostenwind; lentewind |
higashitimōru-東ティモール | Oost-Timor |
higasi-東 | het oosten |
higasi-東 | (sumo) de oostelijke kant van de ring |
higuma-羆 | de bruine beer (Ursus arctos) |
hikite-引き手 | (afk. voor) een theehuis dat klanten naar prostituees leidde (Edo periode) |
hikitechaya-引き手茶屋 | een theehuis dat klanten naar prostituees leidde (Edo periode) |
hikiwatashinedan-引き渡し値段 | leveringsprijs; bezorgkosten |
hikkai-筆海 | dichtwerk; compositie; zin |
hikōkeirokirokuki-飛行経路記録器 | vluchtrecorder; zwarte doos |
himadoru-暇取る | lang duren; veel tijd kosten; vertraging oplopen |
himanshō-肥満症 | obesitas; adipositas; vetzucht |
himatsubushi-暇潰し | vrijetijdsbesteding; tijddoder; tijd doelloos doorbrengen; jezelf bezig houden |
himoku-費目 | uitgavenpost; kostensoort |
hinageshi-雛罌粟 | de grote [gewone] klaproos (Papaver rhoeas) |
hippō-筆法 | compositieleer van teksten |
hiriki-非力 | machteloosheid; hulpeloosheid |
hiriri-ひりり | (tijdelijk) verdoofd; gevoelloos; geprikkeld |
hitoko-火床 | (vuur)haard; rooster; stookplaats |
hitomazu-一先ず | een tijdje [poosje]; voorlopig |
hitomoji-一文字 | grove bieslook (Allium fistulosum) |
hitorizumō-一人相撲 | (zinloos) gevecht zonder tegenstander; gevecht tegen windmolens |
hiyaku-秘鑰 | aanwijzing die een geheim of mysterie onthult; sleutel tot de oplossing |
hiyō-費用 | kosten; uitgaven |
hiyorimi-日和見 | opportunisme; afwachtende houding; besluiteloosheid; de kat uit de boom kijken |
hiyowa-ひ弱 | zwakte; fragiliteit; broosheid |
hiyowai-ひ弱い | zwak; broos; teer; ziekelijk |
hizara-火皿 | haardrooster |
hoanrin-保安林 | bosbescherming; bescherming van de bossen; boswachterij |
hōchi-放置 | achterlating; het achterlaten; overlaten; loslaten; laten rusten |
hodokeru-解ける | loskomen; losraken |
hōgyoku-宝玉 | edelsteen; kostbaar juweel |
hōitsu-放逸 | losbandigheid; liederlijkheid; genotzucht |
hōjicha-焙じ茶 | geroosterde (groene) thee |
hōjiru-焙じる | roosteren |
hōjū-放縦 | genotzucht; losbandigheid; onmatigheid |
hokasu-放す | loslaten; vrijlaten |
hōkei-包茎 | (med.) fimose |
hōken-宝剣 | een kostbaar [belangrijk; eervol] zwaard. |
hōki-宝器 | een kostbaar voorwerp [object] |
hokkigai-北寄貝 | surfmossel (Spisula sachalinensis) |
hōkōtanchiki-方向探知器 | radar; radiopeiler; richtingzoeker (radiosignalen) |
hokuhokutō-北北東 | het noordnoordoosten |
hokutō-北東 | het noordoosten |
homeosutashisu-ホメオスタシス | (fysiologie) homeostase; zelfregulering (van organismen) |
homo-ホモ | homosexueel; homo |
homosekushuaru-ホモセクシュアル | homoseksueel |
homo・fāberu-ホモ・ファーベル | (filosofie) homo faber (lett. de werkende mens) |
homo・habirisu-ホモ・ハビリス | Homo habilis (uitgestorven menssoort, die 2,3 tot 1,5 miljoen jaar geleden leefde in Oost-Afrika)) |
hōmuresu-ホームレス | dakloos; dakloze |
honetsugi-骨接ぎ | osteopathie; osteopaat |
honsenwatashi-本船渡し | (free on board) f.o.b. (met inbegrip van vervoerkosten tot in het schip) |
hōratsu-放埒 | losbandigheid |
hōshi-放恣 | losbandigheid; genotzucht |
hoshikuzu-星屑 | sterrenwolk; kosmische stof; veel sterren (aan de nachtelijke hemel) |
hōshō-報償 | compensatie; (schade)vergoeding; schadeloosstelling |
hōshō-放縦 | genotzucht; losbandigheid; onmatigheid |
hoshō-歩哨 | schildwacht; wachtpost; bewaker |
hoshō-補償 | compensatie; schadevergoeding; schadeloosheidstelling |
hoshōsuru-補償する | compenseren; schadeloosstellen; goedmaken; (schuld) vereffenen |
hosupisu-ホスピス | hospice; verpleeghuis voor terminale patiënten |
hosupitarizumu-ホスピタリズム | hospitalisme (ziekte ontstaan door verblijf in ziekenhuis) |
hosutesu-ホステス | gastvrouw; hostess |
hōtaikō-豊太閤 | Taikō Toyotomi (Toyotomi Hideyoshi) |
hyakkiyakō-百鬼夜行 | een hels spektakel; ware hel; verschrikkelijke chaos |
hyōshigi-拍子木 | hyōshigi, Japanse castagnetten; houten handkleppers |
i-慰 | (in kanji combinaties) troost; bemoediging; zorg; medeleven |
ianfu-慰安婦 | troostmeisje(s) |
ichi-位置 | positie; ligging; locatie |
ichiji-一時 | voor een poosje [tijdje]; eventjes; tijdelijk |
ichijishinogi-一時凌ぎ | noodoplossing; tijdelijke maatregel |
ichiranhyō-一覧表 | tabel; lijst; rooster; schema |
ichiyoku-一翼 | rol; positie (binnen een bedrijfsorganisatie e.d.) |
idea-イデア | (filosofie) denkbeeld; begrip |
ihichiōru-イヒチオール | ichtyol (of ichthammol of ammoniumbituminosulfonaat, ontstekingremmend middel in zalf) |
ihitsu-遺筆 | nagelaten geschrift [kalligrafie] van een overledene; postuum werk |
ijiwarui-意地悪い | gemeen; hatelijk; boosaardig; wraakzuchtig |
ikaru-怒る | boos [kwaad; woedend] worden; in woede uitbarsten; opspelen; (iem.) uitschelden |
ikeshaashaato-いけしゃあしゃあと | heel erg schaamteloos; hondsbrutaal |
ikezūzūshii-いけ図図しい | schaamteloos |
ikidaore-行き倒れ | op straat in elkaar zakken; bewusteloos [dood] op straat liggen |
ikikaeru-生き返る | weer bijkomen (na bewusteloosheid); weer tot leven komen |
ikisuji-粋筋 | rosse buurt; uitgaanswijk |
ikkoku-一刻 | een ogenblik(je); moment; tijdje; poosje; minuut |
ikkokusenkin-一刻千金 | elk moment is belangrijk [kostbaar;dierbaar]; tijd is geld |
ikutamōru-イクタモール | ichthammol (of ammoniumbituminosulfonaat of ichthyic, ontstekingremmend middel in zalf) |
in-院 | achtervoegsel achter postume boeddhistische namen |
inbai-淫売 | prostitutie; prostituee |
inchō-院長 | directeur (v.e. ziekenhuis); abt (van een klooster) |
ingō-因業 | hardvochtigheid; harteloosheid; genadeloosheid; meedogenloosheid |
ingō-院号 | erenaam van een keizer (tijdens het leven of postuum gegeven) |
inisharu・fī-イニシャル・フィー | (Eng.: initial fee) instapkosten; entreegeld |
inisharu・kosuto-イニシャル・コスト | aanvangskosten; beginkosten; startkosten |
inishiēshon・fī-イニシエーション・フィー | opstartkosten |
inkikusai-陰気臭い | somber; mistroostig; donker; droefgeestig |
innā・supēsu-インナー・スペース | de stratosfeer |
inochishirazu-命知らず | roekeloosheid; onstuimigheid |
inoshinsan-イノシン酸 | inosinezuur |
inpotensu-インポテンス | impotentie; machteloosheid; onvermogen |
inpu-淫婦 | losbandige vrouw; vrouw van lichte zeden; slet [prostituee] |
inran-淫乱 | losbandigheid; (zinnelijke) onmatigheid |
inrō-印籠 | opbergdoosje voor stempels, e.d. |
inrō-印籠 | (Edo periode) traditioneel Japans doosje (voor het meenemen van kleine voorwerpen), gehangen aan de obi |
insatsugaido-印刷ガイド | positie guide (drukwerk) |
insutanto・kōhī-インスタント・コーヒー | oploskoffie |
interuposuto-インテルポスト | (International Electronic Post) Internationale e-mail service |
in'in-陰陰 | eenzaam; verlaten; troosteloos |
in'itsu-淫逸 | losbandigheid |
in'utsu-陰鬱 | somberheid; troosteloosheid |
iperitto-イペリット | mosterdgas |
iran-違乱 | verwarring; wanorde; chaos |
iranu-要らぬ | onnodig; zinloos; overbodig |
iremono-入れ物 | container; vat; krat; kist; doos |
irokeshi-色消し | kleurloosheid; achromatisme |
iromachi-色町 | rosse buurt |
ironaoshi-色直し | het wisselen van kleding [kostuum] tijdens gelegenheden zoals een huwelijk |
iroyoi-色好い | positief; bemoedigend |
iru-煎る | bakken; roosteren; grillen |
isaku-遺作 | postuum werk (gepubliceerd na de dood van de auteur) |
iseiai-異性愛 | heteroseksualiteit |
isha-慰藉 | troost; vertroosting |
ishikifumei-意識不明 | bewusteloosheid; coma |
ishitsu-遺失 | verlies; vergetelheid; het verliezen; vergeten; (per ongeluk) achterlaten (b.v. een paraplu in de bioscoop) |
ishiyakiimo-石焼き芋 | zoete aardappel geroosterd [gepoft] op hete stenen |
ishō-衣装 | kostuum; toneelkleding |
ishu-意趣 | wrok; wrevel; boosaardigheid |
isōrō-居候 | iemand die parasiteert (zonder te betalen kost en inwoning geniet); uitvreter; parasiet |
isshokusokuhatsu-一触即発 | kritieke toestand; explosieve situatie |
issunbōshi-一寸法師 | Issun Boshi, de titel van een Japans sprookje |
isu-椅子 | stoel; zetel; positie |
isuka-交喙 | kruisbek (soort vink: Loxia curvirostra) |
isukumeru-射竦める | de vijand immobiliseren [op zijn positie vastpinnen] met een regen aan pijlen |
isuramugenrishugi-イスラム原理主義 | moslimfundamentalisme |
isurāmugenrishugi-イスラーム原理主義 | moslimfundamentalisme |
isuramu・fandamentarizumu-イスラム・ファンダメンタリズム | moslimfundamentalisme |
isūsei-異数性 | aneuploïdie (het hebben van een afwijkend aantal chromosomen) |
isūtai-異数体 | aneuploïde; heteroploïde (een individu met een abnormaal aantal chromosomen) |
īsutan-イースタン | oosters |
īsutan・rīgu-イースタン・リーグ | (honkbal competitie) Oostelijke divisie |
īsuto-イースト | oost |
itachigokko-鼬ごっこ | ratrace; felle jacht op [streven naar] een positie [resultaat]; genadeloze concurrentie; kat-en-muisspel |
itō-以東 | ten oosten [oostelijk] (van) |
itomaki-糸巻き | spoel; (garen)klos |
ī・mēru-イー・メール | e-mail; elektronische post |
jairo-ジャイロ | gyroscoop |
jairokonpasu-ジャイロコンパス | gyrokompas; gyroscopisch kompas; tolkompas |
jairosukōpu-ジャイロスコープ | gyroscoop |
janome-蛇の目 | (lett.: slangenoog) symbool van een omcirkelde stip; roos (van een schietschijf) |
jidaigeki-時代劇 | (historisch) kostuumdrama (toneel; film) |
jidaimono-時代物 | een historisch drama [toneelstuk; kostuumstuk] (uit de Edo periode of daarvoor) |
jihi-自費 | (iemands) kosten; uitgaven |
jihishuppan-自費出版 | zelfpublicatie; publicatie op eigen kosten |
jikanwari-時間割 | rooster; tijdschema; dienstregeling |
jikoanji-自己暗示 | (psychologie) autosuggestie; zelfsuggestie |
jikofutan-自己負担 | op eigen kosten |
jikubari-字配り | letterindeling; letterverdeling; positionering van letters [karakters] |
jinchigaku-人智学 | antroposofie |
jingasa-陣笠 | een lid van het Huis van Afgevaardigden dat geen speciale (regerings- of partij)post bekleedt |
jinjifusei-人事不省 | bewusteloosheid; onderbewustzijn |
jinjiidō-人事異動 | (veranderingen in de positie, rechten of lokatie van werknemers) personeelsreorganisatie; personeelsherstructurering |
jinjūkyōtsūkansenshō-人獣共通感染症 | zoönose (infectie die van dier op mens en v.v. kan overgaan) |
jinkenhi-人件費 | personeelskosten; arbeidsloon |
jinmashin-蕁麻疹 | netelroos; urticaria |
jinmenjūshin-人面獣心 | een monster [beest] in menselijke gedaante; een bruut; meedogenloos [wreed] mens |
jippi-実費 | werkelijke [huidige] kosten [uitgaven]; onkosten |
jiseki-次席 | de tweede [volgende] zetel [positie; rang] |
jiseki-次席 | de tweede [volgende] persoon in rang [positie] |
jisen-自薦 | het zichzelf aanbevelen [nomineren; voordragen] (b.v. voor een bepaalde positie of functie) |
jisensuru-自薦する | zichzelf aanbevelen [nomineren; voordragen] (b.v. voor een bepaalde positie of functie) |
jissen-実践 | (filosofie) praxis |
jisshōron-実証論 | positivisme |
jisshōshugi-実証主義 | positivisme |
jisshōtetsugaku-実証哲学 | positivisme |
jita-自他 | zichzelf en anderen; (filosofie) subject en object |
jitsuzairon-実在論 | realisme; externalisme (filosofie) |
jitteihō-実定法 | positief recht; vigerend recht; objectief recht |
jōbako-状箱 | doos om brieven in op te bergen |
jōbako-状箱 | doos met brieven die vroeger werd meegegeven aan een bode |
jobun-序文 | voorwoord; woord vooraf; avant-propos |
jōdan-上段 | bovenhoofdse positie (kendō) |
jōdoshinshū-浄土真宗 | Jōdoshinshū, Japanse Boeddhistische stroming |
jōnin-常任 | vaste positie [betrekking; baan] |
jorō-女郎 | prostituee (m.n. in de Edo-periode) |
josan-助産 | verloskunde; obstetrie |
josanpu-助産婦 | verloskundige; vroedvrouw |
jūbako-重箱 | een doos met meerdere lagen; stapeldoos |
jūgun'ianfu-従軍慰安婦 | troostmeisje (als prostituee gebruikte gevangene van de Japanse bezetters in WO II) |
jūgyūzu-十牛図 | Chinese Zen-kalligrafie van 10 ossenhoeders (toegeschreven aan Kakuan; ter verduidelijking van de leer via een vergelijking tussen herders en ossen) |
jūhō-重宝 | kostbare schat; kostbaarheid |
junia・bōdo・shisutemu-ジュニア・ボード・システム | Junior Raad van Bestuur systeem, waarbij jonge medewerkers binnen het bedrijf oplossingen mogen bedenken voor verschillende managementvraagstukken |
junsahashutsujo-巡査派出所 | (oude benaming voor) politiepost |
jūryokuhōkai-重力崩壊 | zwaartekracht(s)implosie; gravitatie-instorting |
kabā・chāji-カバー・チャージ | couvertkosten (in een restaurant) |
kabin-過敏 | (over)gevoeligheid; nervositeit |
kabosu-かぼす | kabosu (citrusvrucht: Citrus sphaerocarpa) |
kaeribana-返り花 | terugkeer in het werk na gestopt te zijn (b.v. van een prostituee of een acteur) |
kagai-花街 | rosse buurt; wijk met restaurants, geisha's en bordelen |
kagakuchōmiryō-化学調味料 | smaakversterker (zoals b.v. MSG, monosodium glutamaat) |
kageguchi-陰口 | kwaadsprekerij; boosaardige roddel [laster]; achterklap; geroddel achter iemand's rug |
kahenhiyō-可変費用 | variabele kosten |
kahōwayōeki-過飽和溶液 | oververzadigde oplossing |
kaibokupen-解墨ペン | pen voor Oost-Indische inkt |
kaibokusutikku-解墨スティック | Oost-Indische inktstift |
kaidashi-買い出し | groothandel; grossierderij |
kaieki-改易 | (hist.) het wegnemen van grondgebied, ambt of positie (op basis van strafrechtelijke vervolging, e.d.) |
kaigohoken-介護保険 | verpleegkosten verzekering; verzekering voor langdurige zorg |
kaihō-解放 | vrijlating; invrijheidstelling; bevrijding; verlossing |
kaii-魁偉 | enorm [imposant; indrukwekkend; imponerend] zijn |
kaiin-海員 | zeeman; matroos |
kaikan-開館 | het opengaan (van een bibliotheek, bioscoop, etc.) |
kaikan-開館 | het openen (van een nieuwe bibliotheek, bioscoop, etc.) |
kaiketsu-解決 | oplossing (van een probleem) |
kaiketsusuru-解決する | (een probleem) oplossen |
kaikyō-懐郷 | heimwee; nostalgie |
kaikyōjiin-回教寺院 | moskee |
kaikyū-懐旧 | nostalgie; verlangen naar vroeger; terugblik |
kaimyō-戒名 | postume boeddhistische naam |
kaishō-解消 | (m.b.t. probleem, moeilijkheid, stress e.d.) oplossing; opheffing |
kaishōsuru-解消する | oplossen; opgelost worden; annuleren; ontbinden; uiteenvallen |
kaitengi-回転儀 | gyroscoop |
kakaku-価格 | prijs; kosten; waarde |
kakarijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
kakaru-掛かる | kosten, duren (intr.) |
kaki-柿 | kaki boom {Diospyros kaki) |
kakinoshi-書き熨斗 | brief versierd met een 'noshi' (gekleurd papier gevouwen rond een gedroogde abalone) |
kakujitsu-確実 | deugdelijk [absoluut; zeker; positief; betrouwbaar; degelijk; solide] zijn |
kakutai-客体 | object (filosofie) |
kamae-構え | houding; positie; pose |
kamikaze-神風 | roekeloosheid; waaghalzerij |
kamishimo-裃 | samoeraikostuum (oude ceremoniële dracht) |
kan-款 | een post [item] op een begroting of berekening (accountants) |
kanamajiri-仮名交じり | schrift [compositie] in kanji en kana |
kango-閑語 | nutteloos [zinloos] gesprek; kletspraat |
kanjidashō-カンジダ症 | candidiasis; candidose; candida (schimmelinfectie) |
kankōhen-肝硬変 | levercirrose |
kankōmokusetsu-款項目節 | begrotingsposten van de oude Japanse belastingwet |
kanpai-乾杯 | een toost; proost! |
kanpeishōsha-官幣小社 | kanpei-shōsha (lage klassering van een Shintō heiligdom) |
kanraku-陥落 | degradatie; verlaging (rang, positie, e.d.) |
kanrihi-管理費 | adminstratiekosten |
kansai-関西 | de regio rond Kyoto, Osaka en Kobe |
kan'yūrin-官有林 | staatsbos |
kaojashin-顔写真 | dossier foto van een arrestant |
kaoshashin-顔写真 | dossier foto van een arrestant |
kaosu-カオス | chaos; wanorde; puinhoop |
kapitan-カピタン | opperhoofd van de Nederlandse handelspost in Nagasaki tijdens de Edo-periode |
kappamaki-河童巻き | een (hoso)maki van sushirijst en komkommer |
karafutoshishamo-樺太柳葉魚 | lodde (soort kleine zalm, Mallotus villosus) |
karan-禍乱 | chaos [wanorde] in de wereld |
karasawagisuru-空騒ぎする | veel drukte maken om niets; nodeloos ophef veroorzaken |
karashi-辛子 | mosterd |
karetsu-苛烈 | hard [meedogenloos; streng] zijn |
karinihaien-カリニ肺炎 | pneumocystose (Pneumocystis pneumonie) |
karotōsen-夏炉冬扇 | iets dat nutteloos is, zoals een haard in de zomer of een waaier in de winter |
karujiosukōpu-カルジオスコープ | cardioscoop |
karukaya-刈萱 | de fictionele hoofdpersoon Karukaya Dōshin van de Buddhistische legende Karukaya. |
karukuchi-軽口 | spraakzaamheid; loslippigheid |
karupatcho-カルパッチョ | carpaccio (dunne plakjes rauwe ossehaas) |
karute-カルテ | medisch dossier; patiëntenkaart |
kasegu-稼ぐ | werken; de kost verdienen; geld verdienen |
kaseki-化石 | fossiel |
kasekinenryō-化石燃料 | fossiele brandstof |
kasetto-カセット | casette (opbergdoos) |
kasu-滓 | minderwaardig [waardeloos] overschot [restant]; rotzooi; uitschot; waardeloze mensen |
katagaki-肩書き | functietitel; positie |
katazuku-片付く | afgehandeld [opgelost] zijn |
kāton-カートン | kartonnen doos [doosje] |
kāton-カートン | een slof sigaretten of sigaren; kartonnen grootverpakking met een aantal doosjes of pakjes bij elkaar |
kawariau-代わり合う | om de beurt gaan; elkaar aflossen |
kawarimi-変わり身 | (snelle) verandering van positie [houding; standpunt] |
kayō-可溶 | oplosbaarheid (in een vloeistof) |
kayoiji-通い路 | (hist.) hoofdweg met poststations en pleisterplaatsen |
kazaritateru-飾り立てる | uitvoerig [opzichtig] decoreren [versieren]; uitdossen; opdoffen |
kazoekirenai-数え切れない | ontelbaar; talloos; oneindig veel |
kā・torein-カー・トレイン | autotrein; autoslaaptrein |
kedarui-気怠い | lui; lusteloos |
kehheru-ケッヘル | Ludwig von Köchel (1800-1877), Oostenrijkse jurist en musicoloog (bekend van de catalogus van de werken van Mozart die hij samenstelde) |
keihan-京阪 | Kyoto en Osaka |
keihisakugen-経費削減 | kostenreductie |
keijō-計上 | het opnemen van alle kosten [bedragen] in een totale berekening |
keijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
keikeini-軽軽に | luchtig; achteloos; onvoorzichtig; gedachteloos |
keikiyosoku-景気予測 | zakelijke [economische] prognoses |
keikizuke-景気づけ | het oppeppen; opvrolijken; aanmoedigen; een boost geven |
keikōhosuieki-経口補水液 | orale rehydratieoplossing (tegen uitdroging) |
keisatsuhashutsujo-警察派出所 | (oude benaming voor) politiepost |
keisei-傾城 | escortdame; prostitué |
keishō-形勝 | voordelige positie; gunstige ligging; geschikt uitkijkpunt |
keitō-鶏頭 | zilveren hanenkam (plant, Celosia argentea) |
kekkafuza-結跏趺坐 | lotus positie (bij yoga); padmasana |
kekkaku-結核 | tuberculose (tbc) |
kenbikyō-顕微鏡 | microscoop |
kenbikyōkensa-顕微鏡検査 | microscopisch onderzoek |
kenbikyōsetsuganrenzu-顕微鏡接眼レンズ | oculair van een microscoop |
kendon-慳貪 | (afk. voor) een doos [kist] voor her vervoer van gerechten (noedels) |
kendon-慳貪 | (afk. voor) een prostituee (Edo periode) |
kendonbako-倹飩箱 | een doos [kist] voor her vervoer van gerechten (noedels) |
kendonjorō-倹飩女郎 | (afk. voor) een prostituee (Edo periode) |
kenjin-堅陣 | bolwerk; sterke positie; versterking |
kenjō-献上 | schenking [het schenken] van iets aan iemand die hoger in rang of sociale positie is |
kenkan-顕官 | (onder het Ritsuryo-systeem) lagere regeringsposities [functies] die als belangrijk werden beschouwd |
kenkin-兼勤 | een extra functie [positie] hebben |
kenkinsuru-兼勤する | twee functies combineren; een tweede functie [positie] bekleden |
kenkōhoken-健康保険 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
kenkyō-検鏡 | microscopisch onderzoek |
kenmonjo-検問所 | controlepost; checkpoint |
kenmonsho-検問所 | controlepost; checkpoint |
kennin-兼任 | het tegelijkertijd dienen; twee posten tegelijk bekleden |
kenpai-献杯 | het een toost uitbrengen; proosten |
kenpo-健保 | zorgverzekering; ziektekostenverzekering |
ken'an-懸案 | lopende kwestie; onopgeloste [onbeantwoorde] vraag |
keotosu-蹴落とす | met ellenbogenwerk hogerop komen; carrière maken ten koste van anderen |
kerorito-けろりと | nonchalant; achteloos; alsof er niets was gebeurd |
keshi-芥子 | papaver; klaproos |
keshiin-消印 | poststempel; afstempeling |
keshikaran-怪しからん | schandalig; onvergeeflijk; schaamteloos; grof |
keshō-化粧 | make-up; opmaak; cosmetica |
keshōbako-化粧箱 | make-updoos; beautycase |
keshōhin-化粧品 | schoonheidsproduct; cosmetisch product |
kessenshō-血栓症 | trombose |
kēsu-ケース | koffer; tas; doos; kist; omhulsel; houder; etui |
ketsuin-欠員 | vacature; openstaande betrekking [positie; post] |
kī-キー | sleutel (van een slot); sleutel (fig.: aanwijzing; oplossing) |
ki-気 | lucht; atmosfeer |
kiatsu-気圧 | atmosferische druk; luchtdruk |
kibako-木箱 | houten doos; kist; krat |
kibishii-厳しい | streng; strict; scherp; hard; wreed; meedogenloos |
kichō-貴重 | kostbaar [waardevol] zijn |
kichōhin-貴重品 | kostbaarheden |
kieuseru-消え失せる | (uit het zicht) verdwijnen; spoorloos verdwijnen; vervliegen |
kifu-棋譜 | notatie van de positie van go-stenen [shogi-stukken] |
kigaru-気軽 | luchthartigheid; zorgeloosheid |
kihai-跪拝 | kniebuiging; teraardewerping; prosternatie; knielend aanbidden [vereren] |
kiichigo-木苺 | framboos |
kijibato-雉鳩 | Oosterse tortel(duif) (Streptopelia orientalis) |
kikairon-機械論 | (filosofie) mechanisme |
kikazaru-着飾る | zich mooi aankleden; zich opdoffen [uitdossen]; mooie [sjieke] kleren aantrekken |
kiketsu-帰結 | (taalkunde) apodosis (hoofdzin die volgt op een bijzin) |
kikuzure-着崩れ | verfomfaaid [vormeloos; versleten; afgedragen] zijn |
kikyō-棄教 | apostasie; afvalligheid van het geloof; geloofsverzaking |
kimayoi-気迷い | besluiteloosheid |
kinboshi-金星 | gouden ster; roos (van een schietschijf) |
kinchō-緊張 | spanning; nervositeit |
kindengyokurō-金殿玉楼 | een kostbaar gedecoreerd paleis; prachtig [majestueus] gebouw |
kinema-キネマ | (archaïsch) cinema; bioscoop |
kinmokusei-金木犀 | geurende [zoete] Osmanthus (Osmanthus fragrans aurantiacus) |
kin'en-筋炎 | myositis (spierontsteking) |
kiosuku-キオスク | kiosk |
kiraku-気楽 | relaxed [zorgeloos; luchthartig] zijn |
kireisappari-奇麗さっぱり | brandschoon; smetteloos |
kiri-桐 | Anna Paulownaboom (Paulownia tomentosa) |
kirihanasu-切り放す | afsnijden; afhakken; lossnijden; doorsnijden |
kirinashi-限無し | eindeloos; grenzeloos; onbeperkt |
kiritanpo-切りたんぽ | Japans gerecht van fijngestampte rijstcilinders op (cederhouten) stokjes geroosterd boven een vuur |
kishōtenketsu-起承転結 | compositie en ontwikkeling van een tekst |
kishukugakkō-寄宿学校 | internaat; kostschool; alumnaat |
kishukusha-寄宿舎 | kosthuis; pension; hostel |
kiso-起訴 | strafvervolging; rechtsvervolging; prosecutie; aanklacht |
kisu-キス | (bij biljarten) klos |
kitamakura-北枕 | ligging met het hoofd naar het noorden gericht (traditionele positie voor dode lichamen; maar taboe voor het gewone slapen) |
kitsune-狐 | vos |
kitsuneken-狐拳 | vos-jager-dorpshoofd (een soort kansspel als steen-papier-schaar) |
kitte-切手 | postzegel |
kittearubumu-切手アルバム | postzegelalbum |
kittechō-切手帳 | postzegelalbum |
kitteshūshūka-切手収集家 | postzegelverzamelaar |
kitto-キット | set; uitrusting; pakket; bouwdoos; bouwpakket; (gereedschaps)kist |
kiyosuku-キヨスク | kiosk |
kizukai-気遣い | angst; vrees; bezorgdheid; nervositeit |
ko-狐 | (in kanji combinaties) vos |
kōan-公案 | (Zen Boeddhisme) kōan, een schijnbaar onoplosbaar vraagstuk (voorgelegd door een meester aan een leerling) |
kōbai-紅梅 | roodbloeiende Japanse abrikoos |
kōban-交番 | politiepost (vanaf 1994 de officiële benaming; voorheen 巡査派出所 en 警察派出所) |
kobukai-木深い | diep in het bos [woud] |
kochi-東風 | oostelijke wind; oostenwind |
kōda-コーダ | deel van een muzikale compositie dat zich na de climax van het stuk afspeelt; eindsectie van een compositie |
kōdai-高台 | hoog gebouw; hoogte; hoog land; hoge stand [positie] |
kōdo-黄土 | löss (gele aarde) |
kōdoresu-コードレス | draadloos |
kōgaikotsu-口蓋骨 | verhemeltebeen (os palatinum) |
kōgakukenbikyō-光学顕微鏡 | optische microscoop |
kogara-小柄 | kleine gestalte; klein postuur |
kogashi-焦がし | rijstemeel; gerstemeel (van geroosterd en gemalen rijst of gerst) |
kogasu-焦がす | roosteren; (ver)schroeien |
kōgōsei-光合成 | fotosynthese |
kohada-小鰭 | middelgrote vis (m.n. de middelgrote konoshiro) |
kōhi-工費 | bouwkosten; aanlegkosten |
koi-古意 | nostalgisch gevoel (voor het verleden) |
koikoku-鯉こく | karper gekookt in misosoep |
koji-居士 | een achtervoegsel aan de postume naam van mannen |
kōjin-行人 | de titel van een roman van Natsume Soseki |
kojōrakujitsu-孤城落日 | het zich helemaal [hopeloos] alleen en verlaten voelen |
kōjōsei-恒常性 | (fysiologie) homeostase; zelfregulering (van organismen) |
kōka-高価 | hoge prijzen [kosten]; duur [kostbaar] zijn |
koke-苔 | mos (plant) |
kokeienogu-固形絵具 | harde verfstof; verf in vaste vorm (b.v. in blokjes in een verfdoos) |
kōki-後記 | postscriptum (PS); naschrift |
kōkiatsu-高気圧 | hoge luchtdruk; hoge atmosferische druk |
kōkinshō-拘禁症 | gevangenispsychose |
kokonatsu-ココナツ | kokosnoot |
kokonattsu-ココナッツ | kokosnoot |
kokonattsu・jūsu-ココナッツ・ジュース | kokossap |
kokonattsu・miruku-ココナッツ・ミルク | kokosmelk |
kokonattsu・oiru-ココナッツ・オイル | kokosolie |
kokoroe-心得 | (tijdelijk} een positie bekleden [als plaatsvervanger optreden] |
kokoronai-心ない | harteloos; gevoelloos; wreed; hardvochtig |
kokoronai-心ない | achteloos; onoplettend; gedachteloos |
kokoyashi-ココ椰子 | kokospalm; klapperboom (Cocos nucifera) |
kōkūbin-航空便 | luchtpost |
kokuheishōsha-国幣小社 | kokuhei-shōsha (lage klassering van een Shintō heiligdom van een prefectuur) |
kokuminkenkōhoken-国民健康保険 | Nationale Ziektekostenverzekering; Zorgverzekering |
kokusaijin-国際人 | internationaal ingestelde persoon; kosmopoliet; wereldburger |
kokusaikankaku-国際感覚 | kosmopolitische [internationale] manier van denken |
kokusaitoshi-国際都市 | wereldstad; kosmopolis |
kōkūyūbin-航空郵便 | luchtpost |
kokuyūrin-国有林 | staatsbos; aan de staat behorend bos |
kōkyū-恒久 | permanentie; bestendigheid; duurzaamheid; eeuwigheid; eindeloosheid |
komebitsu-米櫃 | kostwinner; kostwinning; bron van inkomsten |
komonryō-顧問料 | advieskosten; adviesvergoeding |
konoshiro-鮗 | Konosirus punctatus (een vis uit de familie van Haringachtigen) |
konran-混乱 | verwarring; wanorde; chaos |
konransuru-混乱する | in verwarring [wanorde; chaos] zijn |
konton-混沌 | chaos; wanorde |
koperunikusutekitenkai-コペルニクス的転回 | Copernicaanse revolutie [omwenteling] (een radicale heroriëntatie van een wetenschap of filosofie) |
koppen-骨片 | spicule (in sponzen); scleriet (een verhard deel van het geleedpotige exoskelet) |
kopura-コプラ | kopra (gedroogd kiemwit van de kokosnoot) |
kōran-高欄 | lage scheidingswand onder de voor- en achterkant van een ossenkar |
korona-コロナ | (astronomie) zonnecorona (buitenste atmosfeer van de zon) |
koroshiamu-コロシアム | het Colosseum (in Rome) |
kōru・gāru-コール・ガール | callgirl; luxe prostituee die zich telefonisch of via het internet laat bestellen |
kosain-コサイン | cosinus (wiskunde) |
kōshi-格子 | traliewerk; rooster; trellis |
kōshi-格子 | (afk. voor) traliedeur; roosterdeur |
kōshido-格子戸 | traliedeur; roosterdeur |
koshiji-越路 | Koshiji ( oude plaatsnaam) |
koshimaki-腰巻き | Japanse onderkleding onder vrouwenkostuums gedragen in Nō-theater |
koshirae-拵え | (toneel) zich aankleden; kostuum aantrekken; make-up aanbrengen, e.d. |
kōshō-公娼 | erkende [geregistreerde] prostitutie [prostituee] (vanaf Kamakura periode tot aan 1958) |
kosobo-コソボ | Kosovo |
kōsokudōro-高速道路 | snelweg; autoweg; autosnelweg |
kōsōun-高層雲 | altostratus (egale grijze wolkenlaag) |
kosuchūmu-コスチューム | kostuum; kledij; pak; klederdracht |
kosuchūmu・purē-コスチューム・プレー | kostuumstuk (toneel) |
kosumonōto-コスモノート | kosmonaut; ruimtevaarder |
kosumoporisu-コスモポリス | kosmopolis; wereldstad |
kosumoporitan-コスモポリタン | kosmopoliet; wereldburger |
kosumoporitan-コスモポリタン | kosmopolitisch |
kosumosu-コスモス | cosmos (Cosmos bipinnatus) |
kosupure-コスプレ | kostuumstuk (toneel) |
kosutarika-コスタリカ | Costa Rica |
kosuto-コスト | kosten; prijs |
kosutozōka-コスト増加 | kostenstijging; stijging van de kosten |
kosuto・infure-コスト・インフレ | kosteninflatie (inflatie als gevolg van doorberekenen van de stijging van de productiekosten aan de consument) |
kosuto・infurēshon-コスト・インフレーション | kosteninflatie (inflatie als gevolg van doorberekenen van de stijging van de productiekosten aan de consument) |
kosuto・pafōmansu-コスト・パフォーマンス | kostenefficiëntie; prijs-prestatieverhouding |
koteihi-固定費 | vaste kosten; vaste lasten; uitgaven |
kotsubako-骨箱 | kist [doos] met de as [botten] van een overledene; doos waarin een urn wordt bewaard |
kōtsūhi-交通費 | vervoerkosten; transportkosten; reiskosten; ritprijs |
kotsusoshōshō-骨粗鬆症 | osteoporose; bontontkalking |
koudaimuhen-広大無辺 | grenzeloosheid; oneindigheid; uitgestrektheid |
kouganmuchi-厚顔無恥 | schaamteloosheid; gewetenloosheid |
kōzairyō-好材料 | gunstige voorwaarden, die een positief effect hebben op de beurs; een hausse |
kōzu-構図 | compositie (b.v. van een schilderij); structuur; schema |
kuchibashiru-口走る | achteloos [onopzettelijk; zonder er bij na te denken] iets zeggen; eruit flappen |
kuchigaru-口軽 | loslippigheid; babbelziek [praatgraag] zijn |
kudaranai-下らない | waardeloos; onbeduidend |
kūhatsu-空発 | explosie zonder het beoogde effect; het voortijdig afgaan van een wapen |
kūi-空位 | vacature; vacante positie; interim positie |
kuibuchi-食い扶持 | de prijs [kosten] voor het eten [de maaltijden] |
kuishiro-食い代 | prijs [kosten] voor het eten [de maaltijden] |
kuitaosu-食い倒す | je consumptie (eten en drinken) niet betalen; op iemand ander's kosten leven |
kūki-空気 | lucht; atmosfeer |
kūkyo-空虚 | leegte; leegheid; zinloosheid; nietszeggendheid |
kūpe-クーペ | coupé (tweedeurs carrosserietype voor personenauto's) |
kuragae-鞍替え | verandering van baan [positie; houding]; omschakeling |
kurai-位 | klasse; rang(orde); (sociale) positie; titel |
kurai-位 | de positie [rang] van keizer; de troon; de kroon |
kurai-暗い | donker (fig.); somber; hopeloos; wanhopig |
kuraidaore-位倒れ | de situatie waarin iem. wel een hoge positie bezit, maar zonder de daarbij behorende inkomsten |
kuraimake-位負け | het diep onder de indruk zijn van [geïmponeerd zijn door] de hoge positie van een ander [een tegenstander] |
kuraimake-位負け | het onwaardig zijn aan [niet de kwaliteiten hebben voor] zijn titel [positie]; tekort schieten |
kuraimakesuru-位負けする | diep onder de indruk zijn van [geïmponeerd zijn door] de hoge positie van een tegenstander |
kuraimakesuru-位負けする | niet de kwaliteiten hebben voor zijn titel [positie]; tekort schieten |
kurainuke-位抜け | een scheldwoord voor iem. die ten onrechte een hoge rang [positie] heeft (omdat hij die hij niet verdient of er niet de kwaliteiten voor heeft) |
kurainusubito-位盗人 | een scheldwoord voor iem. die ten onrechte een hoge rang [positie] heeft (omdat hij die hij niet verdient of er niet de kwaliteiten voor heeft) |
kurairon-位論 | het dispuut [de strijd; de twist] om de positie de van keizer |
kuraisuru-位する | een bepaalde rang [positie; plaats] innemen [bezitten] |
kuraiyama-位山 | de berg van de rangen (voor het opklimmen tot een hogere positie) |
kuraizuke-位付け | het toekennen van een rang(orde) [positie; klasse] |
kuramono-暗者 | een prostituee in de Edo periode |
kurashikiryō-倉敷料 | opslagkosten; huurkosten voor een opslagruimte [magazijn] |
kurasu-暮らす | de kost verdienen |
kurasutā-クラスター | cluster; tros |
kurau-食らう | leven; bestaan; aan de kost komen |
kurayami-暗闇 | hopeloosheid; somber [wanhopig; moedeloos] zijn over de toekomst |
kureosōto-クレオソート | creosoot; creosootolie |
kuretake-呉竹 | zwarte bamboe (Phyllostachys nigra var. henonis) |
kurisutaruzoku-クリスタル族 | universitaire studentes vernoemd naar personage uit: なんとなく、クリスタル (Somehow, Crystal), roman uit de Japanse postmoderne literatuur van Tanaka Yasuo |
kuroboshi-黒星 | zwarte vlek; roos (van schietschijf) |
kurochiku-黒竹 | zwarte bamboe (Phyllostachys nigra) |
kurogaki-黒柿 | Kurogaki, een groenblijvende boom, van de familie van de kaki bomen (Diospyros kaki) met donkere vruchten |
kuroji-黒字 | in het zwart staan (positief saldo in boekhouding) |
kuroshio-黒潮 | Kuroshio, Japanse zeestroom in de Stille Oceaan |
kurosukantorī-クロスカントリー | crosscountry; veldlopen |
kurosukantorī・sukī-クロスカントリー・スキー | langlaufen; crosscountryskiën |
kurōto-玄人 | geisha; animeermeisje; prostituee |
kurōzuappu-クローズアップ | close-up (fotografie) |
kurōzu・appu-クローズ・アップ | (fotografie) close-up; detailopname; opname van vlakbij |
kuru-来る | bezorgd worden (post, etc.) |
kurumadai-車代 | ritprijs (taxi, bus, etc.); reiskosten; transportkosten |
kusagoe-草肥 | compost (van gemaaid gras) |
kusaichigo-草苺 | soort framboos (Rubus hirsutus) |
kusanaginotsuruki-草薙の剣 | Kusanagi no Tsurugi (andere naam voor) het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
kusaru-腐る | depressief [moedeloos; neerslachtig] zijn [worden] |
kusazōshi-草双紙 | kusazōshi (houtsnede prentenboeken in de Edo periode) |
kūseki-空席 | lege [onbezette] stoel [plek]; vacature; vrije positie |
kusemono-曲者 | verdacht-uitziende [louche] persoon; (oude) sluwe [slimme] vos |
kusodokyō-糞度胸 | roekeloosheid; waaghalzerij; overmoed |
kutsubako-靴箱 | schoenendoos |
kūya-空也 | Kūya (ook wel Kōya of Kōshō genoemd), een Tendai monnik (903 - 972) |
kyakutai-客体 | object (filosofie) |
kyamisōru-キャミソール | (mouwloos) hemd(je); topje |
kyaperin-キャペリン | lodde (soort kleine zalm, Mallotus villosus) |
kyatchi・ando・rirīsu-キャッチ・アンド・リリース | (een vis, o.a.) vangen en weer loslaten [vrijlaten] |
kyōan-教案 | lesplan; lesrooster |
kyōhakuseishōgai-強迫性障害 | OCS, obsessieve-compulsieve stoornis (Eng.: OCD, obsessive–compulsive disorder); dwangneurose |
kyōji-驕児 | een egoïstische [losbandige] jonge man [vrouw] |
kyōkan-凶漢 | slechterik; boosaardige man; schurk |
kyōkō-強硬 | (positief) onverzettelijk [drastisch; standvastig; onwrikbaar; onbuigzaam] zijn |
kyoku-局 | postkantoor |
kyokumen-局面 | spelsituatie [positie] bij go of shogi; speelbord van go of shogi |
kyokusui-曲水 | water dat stroomt rond een tuin of bos, of onderaan een berg |
kyokutō-極東 | Het Verre Oosten |
kyomu-虚無 | het niets; de leegte; zinloosheid |
kyōna-京菜 | bladmosterd (Brassica rapa var. nipposinica) |
kyōrakushugi-享楽主義 | epicurisme (filosofie van Epicurus); hedonisme; genotzucht |
kyorokyoro-きょろきょろ | rusteloos; onwennig |
kyōryū-恐竜 | dinosaurus |
kyoseigyū-去勢牛 | gecastreerde stier; os |
kyoshiteki-巨視的 | macroscopisch; macro |
kyoshō-巨匠 | meester; maestro; virtuoos |
kyōshū-郷愁 | nostalgie; heimwee |
kyoten-拠点 | basis; steunpunt; bolwerk; zekere positie |
kyoyōsenryō-許容線量 | maximaal toelaatbare dosis |
kyūkyūiryōshitsu-救急医療室 | eerste hulpafdeling; EHBO-post; spoedeisende hulppost |
kyūpī-キューピー | Kewpie (figuur gebaseerd op Cupido, in 1909 gecreëerd door Rose O'Neill; als logo gebruikt door Kewpie Corporation, producent van o.a. mayonaise) |
kyūsai-救済 | hulp; steun; redding; verlossing; bijstand |
kyūsei-九星 | de 9 traditionele astrologische tekens (worden gebruikt bij het maken van horoscopen) |
kyūsei-救世 | heil; redding; verlossing |
kyūseishu-救世主 | de Verlosser; Messias |
madamu-マダム | eigenaresse; hospita; directrice; gastvrouw in een bar |
madoguchihanbai-窓口販売 | balieverkoop (verkoop rechtstreeks aan de balie, met name van verzekeringsproducten, beleggingsfondsen, staatsobligaties, etc. in bank of postkantoor) |
madorosu-マドロス | matroos; zeeman |
maebaraidaikin-前払い代金 | vooruitbetaalde kosten |
maebaraihiyō-前払い費用 | vooruitbetaalde kosten |
maeiwai-前祝い | viering vooraf; al van te voren toosten [drinken] op (komend) succes |
mahōbin-魔法瓶 | thermosfles |
maikurosofuto-マイクロソフト | Microsoft (naam Amerikaans computerbedrijf) |
maitake-舞茸 | (lett. dansende paddestoel) eikhaas (paddestoel, Grifola frondosa) |
mājinaru・kosuto-マージナル・コスト | (economie) marginale kosten; grenskosten |
makanai-賄い | maaltijden; kost; vol pension |
makkintosshu-マッキントッシュ | mackintosh, regenjas |
makkintosshu-マッキントッシュ | mackintosh, waterdichte stof |
makkintosshu-マッキントッシュ | Macintosh, computer (van Apple) |
makkura-真っ暗 | uitzichtloosheid |
makurokosumosu-マクロコスモス | macrokosmos |
makurosukopikku-マクロスコピック | macroscopisch |
makuwauri-真桑瓜 | (andere naam voor) Chinese [oosterse] meloen (Cucumis melo) |
manē・ōdā-マネー・オーダー | postwissel |
mangekyō-万華鏡 | caleidoscoop |
mankimaehensaihoshōryō-満期前返済保償料 | obligatielening met vervroegde aflossing |
manman-漫漫 | uitgestrekt [grenzeloos; onmetelijk groot] zijn |
manpitsu-漫筆 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
manroku-漫録 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
marinā-マリナー | zeeman; zeevaarder; matroos |
maruchibokkusu-マルチボックス | multibox (draagbare aansluitingsdoos met meerdere connectoren) |
maruyaki-丸焼き | voedsel in z'n geheel braden [roosteren] |
maruyaki-丸焼き | vlees dat in z'n geheel gebraden [geroosterd] is (b.v. een hele varken of kalkoen) |
masatsutekishitsugyō-摩擦的失業 | frictiewerkloosheid; wrijvingswerkeloosheid |
masutādo-マスタード | mosterd |
masutādogasu-マスタードガス | mosterdgas |
matanitī・doresu-マタニティー・ドレス | positiejurk; zwangerschapsjurk |
matsubabotan-松葉牡丹 | mosroos; zonroos; portulakroosje (Portulaca grandiflora) |
matsubara-松原 | dennenbos |
matsukasaika-松毬烏賊 | inktvis ingesneden met vierkante inkepingen en dan geroosterd |
matsukasakai-松毬貝 | zoetwatermossel (Pronodularia japanensis) |
matsukasatokage-松毬蜥蜴 | pijnappelskink; dennenappelskink (hagedissoort: Tiliqua rugosa) |
matsutake-松茸 | matsutake, eetbare bospaddenstoel (Tricholoma matsutake) |
mawata-真綿 | vloszijde |
mayoibashi-迷い箸 | eetstokjes die men besluiteloos van gerecht naar gerecht beweegt zonder iets te nemen (onjuist gebruik van eetstokjes) |
mecha-滅茶 | het absurd [onredelijk; roekeloos; onmatig; buitensporig] zijn |
mechamecha-滅茶滅茶 | wanorde; warboel; chaos |
mēdē-メーデー | SOS; noodsignaal |
meiru-メイル | email; mail; post |
mejiro-目白 | Japanse brilvogel (Zosterops japonicus) |
mekanizumu-メカニズム | (filosofie) mechanisme |
mekurameppō-盲滅法 | roekeloosheid |
mendōkusai-面倒臭い | lastig; vervelend; te veel moeite kostend |
menshoku-免職 | ontheffing van een taak; ontslag; verlof [bevel] om weg te gaan (van een officiële positie) |
mentooshi-面通し | osloconfrontatie; opstelling [parade] van verdachten voor identificatie door de ooggetuige(n) |
menwari-面割り | osloconfrontatie; opstelling [parade] van verdachten voor identificatie door de ooggetuige(n) |
mēru-メール | mail; post(zending) |
mēru・ōdā-メール・オーダー | postorder |
messhu-メッシュ | gaas; rooster; traliewerk |
metamorufōze-メタモルフォーゼ | metamorfose |
metasekoia-メタセコイア | watercipres; Chinese mammoetboom (Metasequoia glyptostroboides) |
mettana-滅多な | onbezonnen; onbesuisd; roekeloos |
mettani-滅多に | roekeloos; onbesuisd |
mettsosopurano-メッツォソプラノ | mezzosopraan |
meutsuri-目移り | afgeleid zijn; gebrek aan concentratie; besluiteloosheid |
mezo・sopurano-メゾ・ソプラノ | mezzosopraan (een middelhoge vrouwelijke zangstem tussen de sopraan en alt) |
mi-身 | (maatschappelijke) status; positie |
mikagiru-見限る | opgeven; loslaten; in de steek laten |
mikaiketsu-未解決 | iets dat nog niet opgelost [nog niet geregeld] is |
mikurokosumosu-ミクロコスモス | microkosmos |
mimoza-ミモザ | mimosa (Acacia dealbata) |
mimoza-ミモザ | mimosa (plant, Leguminosae) |
minamiosechia-南オセチア | Zuid-Ossetië |
minishiatā-ミニシアター | klein theater; kleine bioscoop |
mini・shiatā-ミニ・シアター | filmhuis; kleine bioscoop |
minoshirokin-身代金 | losgeld |
miren-未練 | blijvende [kwijnende] affectie [genegenheid]; niet willen opgeven; niet kunnen loslaten; spijt |
misoshiru-味噌汁 | misosoep |
misshingu・rinku-ミッシング・リンク | ontbrekende schakel (in de evolutietheorie, een fossiele overgangsvorm) |
miuke-身請け | losgeld; losprijs |
mizuage-水揚げ | het uitladen; lossen |
mizuna-水菜 | bladmosterd (Brassica rapa var. nipposinica) |
mobairu-モバイル | draagbaar; verplaatsbaar; draadloos |
mochi-持ち | kosten; uitgaven |
mochiami-餅網 | rooster voor het grillen van rijst cakes (mochi) |
mochiba-持ち場 | iemand's werkplek [wachtpost; standplaats] |
mochiyoru-持ち寄る | (lasten; kosten) bundelen; samenvoegen; verdelen |
mogidō-没義道 | onmenselijkheid; wreedheid; meedogenloosheid |
mojimoji-もじもじ | (onomatopee) terughoudend; aarzelend; friemelend; rusteloos |
mokumokuto-黙黙と | stilzwijgend; zwijgzaam; geruisloos; zonder iets te zeggen |
mōningu・doresu-モーニング・ドレス | jacquet (kostuum) |
monitaringu・posuto-モニタリング・ポスト | controlepost |
monoiri-物入り | uitgaven; (hoge) kosten |
monosabiru-物寂びる | zich verlaten [eenzaam; verwaarloosd; troosteloos] voelen |
monosabishii-物寂しい | eenzaam; verlaten; troosteloos |
monosuru-物する | (in Klassiek Japans wordt monosuru gebruikt met verschillende betekenissen, zoals o.a.:) zijn; gaan; komen |
monoui-物憂い | lusteloos; futloos; apathisch; melancholisch |
monsutera-モンステラ | gatenplant; monstera (deliciosa) |
montājushashin-モンタージュ写真 | compositiefoto |
montoshū-門徒宗 | (informele naam voor Jōdoshinshū) Japanse Boeddhistische stroming |
mori-森 | bos; woud |
morigaaru-森ガール | zachte, losse [wijde] stijl van vrouwenkleding (met als thema een meisje in het bos); meisje dat zulke kleding draagt |
mōshin-盲進 | roekeloosheid; onbesuisdheid; onbezonnenheid |
mosugurīn-モスグリーン | mosgroen |
mosuku-モスク | moskee |
mosuremu-モスレム | moslim |
mosurin-モスリン | mousseline (los geweven stof van katoen, wol of zijde) |
motokurosu-モトクロス | motorcross |
mottainai-勿体ない | oneerbiedig; respectloos; goddeloos |
mubō-無謀 | roekeloosheid; ondoordachtheid; onvoorzichtigheid |
mubōunten-無謀運転 | het onvoorzichtig [roekeloos] autorijden |
muda-無駄 | nutteloosheid; zinloosheid |
muen-無塩 | zoutvrij; zoutloos; zonder zout |
mugen-無限 | onbegrensdheid; grenzeloosheid; onbeperktheid; oneindigheid |
mugicha-麦茶 | (geroosterde) gerstthee |
mugoi-惨い | wreed; genadeloos; meedogenloos; gruwelijk |
muhen-無辺 | oneindigheid; grenzeloosheid |
muhō-無法 | onwettigheid; wetteloosheid; onrecht |
muhōchitai-無法地帯 | wetteloos [rechtenloos] gebied, wetteloze zone |
muhyōjō-無表情 | uiterlijke onbewogenheid; expressieloos [strak] gezicht; uitdrukkingsloosheid |
mui-無位 | (persoon) zonder enige rang [stand; positie] |
mui-無為 | ledigheid; inactiviteit; werkloosheid |
muigi-無意義 | zinloos [onbetekenend; onbelangrijk] zijn |
muimi-無意味 | zonder betekenis zijn; betekenisloosheid; zinloosheid; onzin |
muin-無韻 | (poëzie) rijmloos zijn |
muishiki-無意識 | bewusteloosheid; onderbewustzijn |
mujihi-無慈悲 | genadeloosheid; meedogenloosheid; wreedheid |
mujirushi-無印 | merkloos [zonder label] zijn |
mujō-無情 | harteloosheid; hardvochtigheid; wreedheid\ |
mujō-無情 | gevoelloosheid |
mukaibi-向かい火 | vuur dat wordt aangestoken om bosbranden te bestrijden |
mukan-無官 | iemand die geen officiële functie [positie; rang] bij de overheid heeft |
mukangae-無考え | ondoordachtheid; achteloosheid; onbezonnenheid; roekeloosheid |
mukankaku-無感覚 | ongevoeligheid; gevoelloosheid; lusteloosheid; apathie |
mukatsuku-むかつく | geïrriteerd [boos] zijn; zich beledigd voelen |
mukei-無形 | geest; spiritueel [abstract; vormloos; ontastbaar] zijn |
muketsu-無血 | bloedeloos; zonder bloedvergieten |
mukiteki-無機的 | levenloos; geesteloos; futloos; saai |
mukokuseki-無国籍 | stateloos (zonder nationaliteit) |
mukōmizu-向こう見ず | onbezonnen; halsoverkop; roekeloos; overhaast |
mumei-無名 | naamloos; zonder naam; niet ondertekend |
mumoji-無文字 | schriftloos; zonder schrift |
muneyake-胸焼け | (brandend) maagzuur; pyrosis |
muon-無音 | geluidloosheid |
murasaki-紫 | de plant Lithospermum erythrorhizon, paars parelzaad |
mūrugai-ムール貝 | mossel |
muryō-無料 | gratis; kosteloos; voor niets |
muryoku-無力 | machteloosheid |
museki-無籍 | statenloos zijn; geen nationaliteit hebben |
musen-無線 | draadloos zijn; draadloze verbinding |
mushin-無心 | levenloos zijn |
mushin-無心 | dringend [vrijpostig] verzoek |
mushoku-無職 | werkeloos [zonder werk] zijn; geen baan [beroep] hebben |
musō-無双 | ongeëvenaard [weergaloos; zonder weerga] zijn |
musurimu-ムスリム | (van Arabisch: Muslim) moslim |
mutsū-無痛 | pijnloosheid |
muyami-無闇 | gedachteloos; zonder na te denken; roekeloos |
muyō-無用 | nutteloos [onbruikbaar; onnodig; overbodig; onbevoegd] zijn |
muzōsa-無造作 | achteloosheid; zorgeloosheid |
muzumuzu-むずむず | ongeduld; nervositeit |
nabusutā-ナブスター | voorheen: Navstar GPS; nu Global Positioning System (GPS) |
nagaimo-長芋 | Chinese yam (Dioscorea batatas) |
nagusameru-慰める | troosten; opbeuren |
naichingēru-ナイチンゲール | nachtegaal (zangvogel, Luscinia megarhynchos) |
naiyōmihon-内容見本 | een prospectus; een proefversie; voorbeeldbladzijden |
naiyōshōmei-内容証明 | een speciale postzending, zoals een aangetekende brief of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
naiyōshōmeiyūbin-内容証明郵便 | een speciale postzending, zoals b.v. een aangetekende brief [pakket] of een brief [pakket] met bijgevoegde inhoudsverklaring |
nakai-仲居 | [料亭などで、料理を運んだりして客に応接する女性; (仲居)] een gastvrouw; hostess |
namaiki-生意気 | verwaandheid; vrijpostigheid; onbeschaamdheid; brutaliteit |
namaji-なまじ | onnadenkendheid; roekeloosheid; onbedachtzaamheid |
nameko-滑子 | nameko; goudkopje (paddenstoel, Pholiota microspora) |
namidakin-涙金 | smartegeld; vergoeding [compensatie]; een kleine som geld gegeven uit medelijden [als troost] (b.v. na een breuk in een relatie) |
nannantō-南南東 | het zuidzuidoosten |
nantō-南東 | het zuidoosten |
naoru-直る | (op de oorspronkelijke positie) terugkomen |
naridoshi-生り年 | mastjaar (bij bosbouw en natuurbeheer een benaming voor een jaar waarin bomen en planten veel meer vrucht dragen dan normaal) |
nasakeshirazu-情け知らず | genadeloosheid; harteloosheid |
nasakeshirazu-情け知らず | een genadeloos [harteloos] iemand |
nashikuzushi-済し崩し | (schulden) afbetalen in termijnen; aflossingsplan; afbetalingsregeling |
nata・de・koko-ナタ・デ・ココ | kokosgel (gelei uit gefermenteerd kokoswater) |
natsukashii-懐かしい | dierbaar; nostalgisch; verlangend (naar) |
natsukodachi-夏木立 | een bos dat in de zomer dicht begroeid is |
ne-値 | prijs; waarde; kosten |
nedan-値段 | de prijs; de kosten |
nefurōze-ネフローゼ | nefrose (nierziekte) |
negima-葱鮪 | eenpansgerecht van bosui en tonijn |
nejiro-根城 | hoofdkwartier; commandopost |
nenashigusa-根無し草 | eendenkroos (waterplant, Lemna) |
nenchū-粘稠 | stroperigheid; viscositeit; dik-vloeibaarheid |
nendokei-粘度計 | viscosimeter; viscositeitsmeter |
nendosokutei-粘度測定 | viscosimetrie |
nenmakuen-粘膜炎 | slijmvliesontsteking; mucositis |
nensei-粘性 | viscositeit; stroperigheid; kleverigheid |
nenseiritsu-粘性率 | viscositeitscoëfficiënt; mate van viscositeit |
niage-荷揚げ | het lossen [uitladen] (van goederen) |
nibui-鈍い | bot (fig.); gevoelloos; traag van begrip |
nibui-鈍い | dof; vaag; kleurloos; onduidelijk; vaag |
niishimamori-新島守 | nieuwe eilandbewaker (personage in de klassieke Japanse gedichtenbundel Man'yōshū) |
nikkō-日光 | (afk. voor) Nikkō bosatsu (een bodhisattva) |
nikkōbosatsu-日光菩薩 | Nikkō bosatsu (een bodhisattva, die aan de linkerzijde van de Yakushi boeddha staat) |
niku-肉 | het postuur [de grootte; dikte; omvang] van iemand |
nimaime-二枚目 | tweede positie in een sumo-rang |
ninmenjūshin-人面獣心 | bruut; monster; wreed [harteloos; beestachtig] persoon |
nishin-二伸 | postscriptum (PS); naschrift |
nisokunowaraji-二足の草鞋 | (lett. twee paar strosandalen dragen) twee petten op hebben; twee ijzers in het vuur hebben |
nisshabyō-日射病 | zonnesteek; heliosis |
nitoroserurōsu-ニトロセルロース | schietkatoen; nitrocellulose |
nitorosoamin-ニトロソアミン | nitrosamine (N-nitrosoverbinding) |
nitsumaru-煮詰まる | tot een oplossing [conclusie] komen (van een discussie, onderzoek, enz.) |
nittei-日程 | agenda; dagplanning; rooster; tijdschema; dagelijkse routine |
niyaku-荷役 | het laden en lossen (van schepen) |
nōbaidoku-脳梅毒 | neurosyfilis |
noboriayu-上り鮎 | jonge ayu (vissen: Plecoglossus altivelis) die stroomopwaarts zwemmen (in de lente) |
noboribune-上り船 | een schip dat stroomopwaarts vaart; de boot die vaart van het platteland richting de streek van Kyoto-Osaka |
noboru-昇る | (in rang, positie, e.d.) stijgen; opklimmen (tot); bevorderd worden (tot) |
nōburando-ノーブランド | merkloos |
nōgyō-農業 | boerenbedrijf; landbouw; veeteelt; bosbouw |
nohohonto-のほほんと | nonchalant; achteloos |
noirōze-ノイローゼ | neurose |
nokonoko-のこのこ | onverschillig; schaamteloos |
nōkotsudō-納骨堂 | columbarium; ossuarium; urnengalerij (met de beenderen van overledenen) |
nomenome-のめのめ | schaamteloos; onbeschaamd |
nonbiri-のんびり | op zijn gemak; ontspannen; rustig; relaxed; zorgeloos |
nonki-呑気 | zorgeloosheid; nonchalance; onbezorgdheid |
nonsharan-ノンシャラン | nonchalant; achteloos; onverschillig |
nopperi-のっぺり | zonder variatie; uitdrukkingsloos |
noramusuko-のら息子 | een luie [losbandige] zoon |
norarikurari- のらりくらり | (onomatopee) lui; doelloos; vaag, ontwijkend |
nōsekizuieki-脳脊髄液 | hersenvocht; ruggenmergsvocht (liquor cerebrospinalis) |
nosutarujia-ノスタルジア | nostalgie |
nōyōeki-濃溶液 | geconcentreerde oplossing |
nozokikarakuri-覗き機関 | kijkkast; kijkdoos; rarekiek |
nozokimegane-覗き眼鏡 | kijkkast; kijkdoos; rarekiek |
nozokimegane-覗き眼鏡 | waterkijker; hydroscoop (kastje met lens om onder wateroppervlak te kijken) |
nō・surību-ノー・スリーブ | mouwloos; mouwloze kleding |
nuigurumi-縫い包み | een dierenkostuum |
nukaboshisō-糠星草 | Luzula plumosa (plant) |
nukenuke-ぬけぬけ | brutaal; schaamteloos; vrijpostig |
nukeru-抜ける | uitvallen; loslaten; loskomen |
nurakura-ぬらくら | lui; gemakzuchtig; sloom; doelloos |
nyūin-入院 | in een tempel of klooster gaan (wonen) als monnik (en zijn huis verlaten) |
nyūtō-乳糖 | lactose; melksuiker |
nyū・dīru-ニュー・ディール | reeks economische maatregelen van de Amerikaanse president F. Roosevelt om de Grote Depressie van 1929 te overwinnen |
ōbāfurō-オーバーフロー | (scheepvaart) overflow (wanneer een schip brandstof verliest bij het laden of lossen) |
ōbārōn-オーバーローン | overtollige lening, het verschijnsel dat banken in Japan meer uitleenden dan de som van hun kapitaal en deposito's |
oburāto-オブラート | hostie; ouwel |
ōchaku-横着 | brutaal [verwaand; schaamteloos; lomp] zijn |
ōdā-オーダー | (klooster) orde; congregatie |
odake-雄竹 | (lett. mannelijke bamboe) hooggroeiende bamboe (Phyllostachys) |
ōdo-黄土 | löss (gele aarde) |
ofumi-御文 | brieven aan volgelingen [studenten] van de Jōdoshin sekte om de leer daarvan in eenvoudige termen uit te leggen |
ōgandī-オーガンディー | organdie; glasbatist (zeer dun Oost-Indisch weefsel) |
ōgandī-オーガンディー | organdie; glasbatist (zeer dun Oost-Indisch weefsel) |
ohyō-大鮃 | heilbot (Hippoglossus stenolepis) |
okiji-置き字 | literaire schrijfstijl in brieven waarin bijwoorden, voegwoorden, e.d. in kanji worden geschreven (b.v. oyoso 凡, mata 又) |
ōkō-横行 | het doelloos rondlopen [zich verplaatsen; zich voortbewegen]; het zijwaarts zich verplaatsen [voortbewegen] |
okoru-怒る | boos [kwaad; woedend] worden; in woede uitbarsten |
okura-オクラ | okra (plant: Abelmoschus esculentus) |
okuriookami-送り狼 | een wolf die iemand die in de bergen of bossen loopt een tijd lang achtervolgt en dan plotseling aanvalt |
okyan-お侠 | brutaal [schaamteloos; vrijpostig; baldadig] meisje |
ōkyū-応急 | noodoplossing; tijdelijke oplossing; lapmiddel |
omeome(to)-おめおめ(と) | schaamteloos; onbeschaamd |
ominaeshi-女郎花 | goudvaleriaan (Patrinia scabiosifolia) |
omoiamaru-思い余る | niet meer weten wat te doen; besluiteloos zijn; iets niet meer kunnen volhouden |
omowaku-思惑 | verwachting; anticipatie; vooruitzicht; voorspelling; prognose |
ōmubyō-オウム病 | papegaaienziekte; psittacosis |
onara-おなら | iets dat waardeloos is |
onigiri-お握り | onigiri, een rijstbal (rond of driehoekig), vaak gevuld en met een stuk nori (geroosterde zeewier) eromheen gevouwen |
onnamusubi-女結び | vrouwenknoop, een platte knoop waarbij de eerste knoop en de tweede knoop elkaar kruisen (komt sneller los dan de mannenknoop) |
onrī-オンリー | (direct na de Tweede Wereldoorlog) een prostituee die één buitenlander (van de bezettingsmacht) als enige klant had |
oobagibōshi-大葉擬宝珠 | Hosta sieboldiana |
ooburoshiki-大風呂敷 | een grote furoshiki (doek waarmee men in Japan dingen inpakt om te dragen) |
oogara-大柄 | zwaar postuur; grote gestalte |
oomon-大門 | poort van Shin Yoshiwara (een bordeel in Edo-periode) |
oomono-大物 | een belangrijk [kostbaar] iets |
opojishon-オポジション | oppositie; weerstand; verzet; tegenstand |
ōpun・pojishon-オープン・ポジション | vacante positie [functie; betrekking]; vacature |
ōpun・pojishon-オープン・ポジション | valutapositie waarbij het saldo van de vorderingen en verplichtingen in vreemde valuta verschilt |
oribako-折り箱 | vouwdoos(je) (gemaakt van karton of dun hout) |
orientarizumu-オリエンタリズム | oriëntalisme; oosterse stijl |
oriento-オリエント | de Orient; het Oosten |
orikaeshi-折り返し | direct antwoord; antwoord per kerende post |
oriku-折句 | Japans acrostichon (in haiku, waka, en tanka gedichten) |
oroshiuri-卸売り | groothandel; grossierderij |
orugōru-オルゴール | muziekdoos (van Duits [Nederlands]: Orgel) |
ōsaka-大阪 | Osaka (stad) |
ōsaka-大阪 | Osaka (prefectuur) |
oscar-オスカー | Oscar; Academy Award |
oshii-惜しい | kostbaar; belangrijk; waardevol |
oshirosukōpu-オシロスコープ | oscilloscoop |
oshitsukegamashii-押し付けがましい | opdringerig; brutaal; aanmatigend; vrijpostig |
osukā-オスカー | Oscar (filmprijs) |
osukā-オスカー | Oscar (voornaam) |
osukāshō-オスカー賞 | Oscar (filmprijs) |
osumiumu-オスミウム | osmium |
osupā-オスパー | OSPER (ocean space explorer) |
ōsutoria-オーストリア | Oostenrijk |
otchokochoi-おっちょこちょい | achteloos; onachtzaam; onzorgvuldig; suf; onnozel |
otchokochoi-おっちょこちょい | een achteloos [onachtzaam; onzorgvuldig; suf; onnozel] persoon |
ōte-王手 | schaak (positie waarbij de koning van de tegenstander direct wordt aangevallen; bij schaakspel, shogi, e.d.) |
otokogurui-男狂い | mannengek [gek op mannen; losbandig] zijn |
otokomusubi-男結び | mannenknoop, een platte knoop waarbij de eerste knoop en de tweede knoop evenwijdig lopen (is niet makkelijk los te trekken) |
otokozuki-男好き | lichtzinnigheid; losbandigheid; een verliefde [losbandige] vrouw |
otsutome-御勤め | (arch.) betaling aan een prostituee |
ottegaki-追って書き | een postscriptum (PS); nawoord |
oushi-牡牛 | stier; os; bul |
pāfekuto-パーフェクト | perfect; foutloos; volmaakt |
pandoranohako-パンドラの箱 | de doos van Pandora |
panpan-パンパン | prostituee (in de jaren van de bezetting van Japan door Amerika na de Tweede Wereldoorlog) |
parapara-ぱらぱら | (onomatopee) schaars; verspreid; (van iemands haar) piekerig; in losse plukken geknipt |
peiofu-ペイオフ | depositoverzekering bij een faillissement |
peke-ペケ | niet goed; fout; niets; nutteloos; kan niet; mislukking |
penshon-ペンション | pension; kosthuis |
pēsosu-ペーソス | pathos |
pianisuto-ピアニスト | pianist; pianospeler |
pike-ピケ | stakerspost; stakingspiket; stakingswacht (een staker die werkwilligen tegenhoudt) |
piketto-ピケット | stakingspost (wacht om stakingsbrekers tegen te houden) |
pirafu-ピラフ | pilav (rijstgerecht uit het Midden-Oosten) |
pī・emu-ピー・エム | (post meridiem) na de middag |
pī・esu-ピー・エス | postscript(um); naschrift |
pī・tī・esu・dī-ピー・ティー・エス・ディー | (post-traumatic stress disorder) posttraumatische stressstoornis |
poji-ポジ | positief (fotografie) |
pojishon-ポジション | positie; plaats; rang |
pojitibu-ポジティブ | positief (fotografie) |
pojitibu-ポジティブ | positief (elektrische polariteit) |
pojitibu-ポジティブ | ositief (denken) |
pojitibu・apurōchi-ポジティブ・アプローチ | positieve aanpak [benadering; houding] |
pojitibu・shinkingu-ポジティブ・シンキング | positief denken; optimisme |
pokarito-ぽかりと | leeg; afwezig; wezenloos |
pokatto-ぽかっと | leeg; afwezig; wezenloos |
popī-ポピー | klaproos |
poroshatsu-ポロシャツ | poloshirt |
posutā-ポスター | poster; affiche |
posuto-ポスト | post; berichten |
posuto-ポスト | postvakje; mailbox; (openbare) brievenbus |
posuto-ポスト | positie; status |
posutosukuriputo-ポストスクリプト | postscript(um); naschrift; PS |
potto-ポット | thermosfles |
pōzu-ポーズ | pose; houding |
punto-ぷんと | boos; mopperend; mokkend |
purasu-プラス | plus; plus (+) teken; anode; positiviteit |
purasuseichō-プラス成長 | positieve groei |
pureparāto-プレパラート | preparaat (voor microscopisch onderzoek) |
purēsu・kikku-プレース・キック | trap tegen de bal vanuit een stilstaande positie (sportterm) |
pure・orinpikku-プレ・オリンピック | de pre-Olympische Spelen (gehouden een jaar voor de echte OS) |
puripuri-ぷりぷり | boos; geïrriteerd |
purosutaguranjin-プロスタグランジン | prostaglandine |
raisho-来書 | binnenkomende post; binnengekomen [ontvangen] brief |
rajiokyoku-ラジオ局 | radiostation |
rakkyō-辣韮 | (Chinese) lente-ui [bosui] (Allium chinense) |
rakuhatsu-落髪 | het zich laten kaalscheren voor men in een (boeddhistisch) klooster gaat; tonsuur |
rakujin-楽人 | een zorgeloos persoon; iemand die een zorgeloos leventje leidt |
rakuseki-落籍 | een voorschot betaald aan de baas van een prostitué of geisha (met het doel haar vrij te kopen) |
rakushō-落掌 | het ontvangen van post of goederen |
rakushu-落手 | het ontvangen van post of goederen |
rakushusuru-落手する | post of goederen ontvangen |
rakutenka-楽天家 | een optimist; een relaxed [zorgeloos] persoon |
rakutenteki-楽天的 | optimistisch; zorgeloos; vrolijk |
rakutō-洛東 | ten oosten van de hoofdstad (Kyoto); In Kyoto ten oosten van de Kamo-rivier (鴨川) |
ramadan-ラマダン | Ramadan (vastenmaand voor Moslims) |
ranbatsu-濫伐 | roekeloze [overmatige] ontbossing |
ranchikisawagi-乱痴気騒ぎ | wild [luidruchtig; losbandig] vermaak; orgie |
rangoku-乱国 | een land in chaos [wanorde; wetteloze toestand] |
rangyō-乱行 | gewelddadig gedrag; wangedrag; losbandigheid |
rankingu-ランキング | ranking; rangschikking; ranglijst; klassement; positionering |
ranku-ランク | rang; positie; status |
ranningu・kosuto-ランニング・コスト | algemene, lopende (bedrijfs)kosten (kosten voor onderhoud, beheer en exploitatie) |
ransōun-乱層雲 | nimbostratus (laaghangend donker wolkendek) |
ransui-乱酔 | stomdronken [laveloos; ladderzat] zijn |
rao-ラオ | bamboebuisje dat de ganzenhals van een kiseru (tabakspijp) verbindt met het mondstuk (oorspronkelijk werd hiervoor bamboe uit Laos gebruikt) |
raosu-ラオス | Laos |
rarī-ラリー | sterrit (autosport) |
rashishokubutsu-裸子植物 | gymnosperm; naaktzadige plant |
rasseru-ラッセル | Bertrand Russell (filosoof en wetenschapper, 1872-1970) |
rau-ラウ | bamboebuisje dat de ganzenhals van een kiseru (tabakspijp) verbindt met het mondstuk (oorspronkelijk werd hiervoor bamboe uit Laos gebruikt) |
razuberī-ラズベリー | framboos |
reiketsu-冷血 | harteloosheid; ongevoeligheid |
reikoku-冷酷 | wreedheid; meedogenloosheid; harteloosheid |
rekishitetsugaku-歴史哲学 | geschiedenisfilosofie |
reputosupirashō-レプトスピラ症 | leptospirose |
ressuru-列する | behoren bij; in een bepaalde positie zijn |
resu-レス | löss (kleigrond) |
resu-レス | (van Engels achtervoegsel) zonder; -loos |
retsui-劣位 | inferioriteit; ondergeschiktheid; ondergeschikte positie |
riburōsu-リブロース | ribulose (chemie) |
rin-林 | (in kanji combinaties) bos; woud |
rin-燐 | fosfor; fosforus (chem. element) |
rindō-林道 | bosweg; bospad |
ringerueki-リンゲル液 | (med.) Ringer oplossing (infusie vloeistof) |
ringyō-林業 | bosbouw |
rinin-離任 | beëindiging van functie [positie; werkplek] |
rinkan-林間 | in het bos |
rinsan-林産 | bosbouw (productie) |
rinsanbutsu-林産物 | bosbouw product |
rippugurosu-リップグロス | lipgloss |
rippuku-立腹 | woede; boosheid |
riyōryōkin-利用料金 | gebruikstarief; gebruikskosten |
rō-ロー | laag; goedkoop; lage rang [positie]; laagste versnelling (auto) |
rō-楼 | toren; uitkijkpost; hoog gebouw |
rogin-路銀 | reiskosten |
rogosu-ロゴス | logos; (filosofie) de rede; (Bijbeltaal) het Woord |
rojin・baggu-ロジン・バッグ | rosin zakje; harszakje (zakje gevuld met hars van dennenbomen, gebruikt bij honkbal door werpers om hun grip op de bal te verbeteren) |
rōjin・baggu-ロージン・バッグ | rosin zakje; harszakje (zakje gevuld met hars van dennenbomen, gebruikt bij honkbal door werpers om hun grip op de bal te verbeteren) |
rōkaru・karā-ローカル・カラー | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
rokudōrinne-六道輪廻 | eindeloze transmigratie van de ziel door zes werelden [bestaansniveaus] (Boeddhistisch filosofie); cyclus van wedergeboorte; zielsverhuizing |
rosē-ロゼー | rosé (wijn) |
rōsō-老荘 | de eerste karakters van de twee namen van de Chinese filosofen (in the Taoïstische traditie) Lao Zi (老子) en Zhuang Zi (荘子) |
rōsu-ロース | (Eng. roast) braadstuk; een stuk geroosterd vlees; (mager) vlees dat geschikt is om te roosteren [grillen] |
rōsuhamu-ロースハム | geroosterde ham |
rōsutā-ロースター | dienstrooster; werkschema |
rōsuto-ロースト | roosteren; grillen |
rosutoru-ロストル | rooster (ijzeren raamwerk) |
rōsuto・bīfu-ロースト・ビーフ | rosbief |
rōtēshon-ローテーション | afwisseling; aflossing; toerbeurt |
royō-路用 | reiskosten |
rozario-ロザリオ | rozenkrans; bidsnoer; paternoster |
roze-ロゼ | rosé (wijn) |
rozē-ロゼー | rosé (wijn) |
rōzeki-狼藉 | chaos; wanorde |
rozettaishi-ロゼッタ石 | de Steen van Rosetta |
ruibosu-ルイボス | rooibos (Aspalathus linearis); rooibosthee |
runge-ルンゲ | longen (Duits: Lunge); tuberculose |
runge・kuttahō-ルンゲ・クッタ法 | de Runge-Kuttamethode (een numerieke methode om differentiaalvergelijkingen op te lossen, van de Duitse wiskundigen Carl Runge en Martin Kutta) |
rūzu-ルーズ | los; slap; slordig; ongebonden; onnauwkeurig |
rūzurīfu-ルーズリーフ | losbladig notitieboek; losbladig (papier) |
ryōkin-料金 | tarief; prijs; kosten |
ryōkishin-猟奇心 | curiositeit; nieuwsgierigheid |
ryokka-緑化 | aanplant van bomen; bebossing; vergroening |
ryūha-流派 | individueel opgerichte scholen in Japanse tradities in b.v. kunst, filosofie, religie, budō, e.d. |
ryūtō-竜灯 | (lett. drakenlicht) het lichten [fosforescentie] op de zee |
sabaku-捌く | (problemen) oplossen; afhandelen |
sābisuryō-サービス料 | servicekosten |
sābisu・kosuto-サービス・コスト | servicekosten |
sādo-サード | derde [plaats; positie}; nummer drie |
sagimai-鷺舞 | reigerdans (festivaldans met witte reigerkostuums) |
sagyōkeikakuhyō-作業計画表 | werkplan; werkschema; werkrooster |
saibanhiyō-裁判費用 | rechtskosten; gerechtelijke kosten |
saido・bentsu-サイド・ベンツ | zijsplitten (kostuum) |
saikosomatikku-サイコソマティック | psychosomatisch (van lichaam en ziel samen) |
saimin-催眠 | hypnose |
saiminjutsu-催眠術 | hypnose |
saimushōkan-債務償還 | terugbetaling [aflossing] van een schuld |
sairento-サイレント | stil; geluidloos; rustig |
sairento-サイレント | zwijgend; stom; toonloos (van letter) |
sairō-豺狼 | een hebzuchtig en wreed [meedogenloos] persoon |
saisankakaku-採算価格 | kostendekkende [winstgevende] prijs |
saisanware-採算割れ | onder de kostprijs verkopen; onrendabel zijn |
saisō-採草 | grasmaaien voor veevoer of compost |
saiteki-最適 | uiterste geschiktheid; beste oplossing [voorwaarde] |
sajikagen-匙加減 | recept; dosering; voorschrift |
sakazukigoto-杯事 | met een drankje [een toost] een gelofte [afspraak] bezegelen |
sakibashiru-先走る | brutaal [vrijpostig] zijn |
sakkyoku-作曲 | muziekcompositie |
sakkyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
sakuretsu-炸裂 | zware ontploffing; explosie; heftige uitbarsting |
sāmosutatto-サーモスタット | thermostaat |
sanba-産婆 | verloskundige; vroedvrouw |
sanfujinka-産婦人科 | verloskunde en gynaecologie |
sanjo-産所 | kraamkamer; verloskamer (in ziekenhuis) |
sanka-産科 | verloskunde |
sankahi-参加費 | deelnamekosten |
sankai-産科医 | verloskundige |
sanpatsu-散発 | het sporadisch [met tussenposen] voorkomen |
sanriku-三陸 | (algemene term voor) de 3 oude gebiedsdelen Rikuzen, Rikuchu en Mutsu (in het noordoosten van Honshu, nu de prefecturen Aomori, Iwate en Miyagi) |
sanrin-山林 | bergen en bossen |
sanrin-山林 | een bos in de bergen |
sanshitsu-産室 | kraamkamer; verloskamer (in ziekenhuis) |
sanshunojingi-三種の神器 | de drie heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
santo-三都 | de drie grote steden (in de Edo-periode: Edo, Kyoto, en Osaka) |
sanzendaisensekai-三千大千世界 | de grenzenloze kosmos [drieduizend werelden} na Boeddha's verlichting |
san'in-産院 | kraamkliniek; verloskundig centrum |
sappūkei-殺風景 | eentonigheid; smakeloosheid |
sarome-サロメ | Salome (toneelstuk van Oscar Wilde) |
sashidashinin-差出人 | afzender; verzender; iem. die post of goederen verzendt |
sashikomi-差し込み | stekker; contactdoos (electra) |
sashikuru-差し繰る | aanpassen van een rooster, schema of tijd, zodat het je goed uit komt |
satogokoro-里心 | heimwee; nostalgie |
satoyama-里山 | bergen en bossen nabij een bevolkt gebied (waarbij de bewoners in hun levensbehoeften daarvan afhankelijk zijn) |
se-瀬 | positie; reputatie; status |
sebiro-背広 | herenkostuum; pak |
seibaisūsei-正倍数性 | euploïdie (het hebben van een complete set chromosomen) |
seibaisūtai-正倍数体 | euploïde (een individu met een complete set chromosomen) |
seidenyūdō-静電誘導 | elektrostatische inductie; influentie |
seiiki-西域 | gebieden van het Midden-Oosten aan de westelijke grenzen van China |
seikai-正解 | juiste [goede; correcte] oplossing [antwoord] |
seikatsukyū-生活給 | loon berekend op basis van de kosten van levensonderhoud van de werknemer (rekening houdend met leeftijd, dienstjaren en gezinssituatie) |
seikeihi-生計費 | kosten van levensonderhoud |
seikeihishisū-生計費指数 | kosten voor het levensonderhoud index |
seikoku-正鵠 | doelwit; roos; mikpunt |
seikōtōtei-西高東低 | hoge barometerdruk in het westen, lage druk in het oosten |
seikotsu-整骨 | osteopathie |
seikotsushi-整骨師 | osteopaat |
seikyōkai-正教会 | de oosters-orthodoxe kerk; de orthodoxe katholieke kerk |
seion-清音 | (binnen de fonetiek) stemloos |
seiryokuzetsurin-精力絶倫 | een groot [grenzenloos] seksueel uithoudingsvermogen |
seisakukatsudōhi -政策活動費 | onkostenvergoeding voor beleidsactiviteiten (aan fractieleden door hun eigen partij) |
seishi-静止 | stilstand; stagnatie; bewegingloosheid |
seishinbyō-精神病 | psychose |
seitaikei-生態系 | ecosysteem |
sekando・ran-セカンド・ラン | tweede reeks van een filmvoorstelling (in een andere bioscoopzaal) |
seki-席 | positie; volgorde; rang |
sekirin-赤燐 | rode fosfor |
sekisho-関所 | grenspost; controlepost |
sekiyu-石油 | petroleum; kerosine; olie |
sekkachi-せっかち | haastig; ongeduldig; rusteloos |
sekkaku-折角 | zeldzaam; kostbaar; belangrijk |
sekken-節倹 | kostenbesparing; zuinigheid |
sekkotsu-接骨 | osteopatie; behandeling [genezing] van botten en gewrichten |
sekkyokuteki-積極的 | positief; constructief; zelfverzekerd; zelfbewust; ambitieus; ondernemend |
seminā-セミナー | congres; studiedag; studiebijeenkomst; symposium |
sen-煎 | (in kanji combinaties) roosteren; grillen |
senka-戦渦 | de chaos [staat van beroering] in oorlogstijd |
sensha-洗車 | het wassen van autos, treinstellen, etc. |
senshokutai-染色体 | chromosoom |
sensōshinkeishō-戦争神経症 | oorlogsneurose |
sento・pōru-セント・ポール | de heilige Paulus, de apostel |
sen'iso-繊維素 | fibrine; cellulose |
serurōsu-セルロース | cellulose |
sessha-接写 | close-up fotografie; een close-up foto nemen |
sesshu-摂取 | (boeddhisme) redding [verlossing; bevrijding] van levende wezens |
setsudansuru-切断する | afsnijden; doorsnijden; uit elkaar halen; loskoppelen |
sewashinai-せわしない | onrustig; rusteloos; druk |
shaashaa-しゃあしゃあ | schaamteloos; brutaal |
shahi-舎費 | onderhoudskosten van een slaapzaal, die de bewoners moeten betalen |
shajishitsu-写字室 | scriptorium; schrijfvertrek in kloosters |
shakaitekihiyō-社会的費用 | (economie) maatschappelijke kosten |
shakkaryō-借家料 | de (prijs; kosten van de) huur (van een huis), huishuur(prijs) |
shakusuru-釈する | uitleggen; verklaren; oplossen (raadsel); interpreteren |
shashinkan-写真館 | fotostudio |
shashinshokuji-写真植字 | fotocompositie |
shashin'ya-写真屋 | fotostudio; fotowinkel; fotozaak; fotohandel; fotograaf |
shayōzoku-社用族 | werknemers die genieten van een hoge levensstandaard op kosten van de baas (via hoge onkostennota's) |
shiatā-シアター | bioscoop |
shibire-痺れ | verlamming; verstijving; gevoelloosheid |
shibireru-痺れる | gevoelloos worden; het slapen van ledematen (tintelend gevoel door beknelling) |
shibōkatashō-脂肪過多症 | obesitas; adipositas; vetzucht |
shibōkyūin-脂肪吸引 | liposuctie; verwijdering van vetophopingen |
shibutsu-死物 | een (dood; levenloos) voorwerp [ding]; een nutteloos voorwerp [ding] |
shichidō-七道 | de 7 districten van het oude Japan (Tōkaidō, Tōsandō, Hokurikudō, San'yōdō, San'indō, Nankaidō en Saikaidō) |
shichihenge-七変化 | een Kabuki dans waarbij de acteur zeven keer van kostuum wisselt |
shichiseki-七赤 | 7de van de 9 astrologische tekens in de Onmyōdō kosmologie (horoscoop en waarzeggerij; verwant aan planeet Venus, windrichting west en element metaal) |
shichuēshon-シチュエーション | situatie; toestand; omstandigheden; positie |
shidōryō-指導料 | advieskosten |
shidōyōroku-指導要録 | studentendossier |
shifuto-シフト | verschuiving; verplaatsing; wisseling van positie (honkbal) |
shigō-諡号 | postuum toegekende naam [titel] |
shigohenka-死後変化 | post mortem [postmortaal] interval (PMI) |
shiharaisaimu-支払い債務 | betalingsverplichting; aflossen van schuld |
shihi-私費 | privé uitgaven; persoonlijke kosten |
shihō-詩法 | prosodie |
shiiresaki-仕入れ先 | leverancier; groothandelaar; grossier |
shijōkinrirendōgatayokin-市場金利連動型預金 | aan de marktrente gekoppelde deposito; deposito tegen marktrente |
shijutsu-施術 | tweegbrenging van hypnose of toediening van moksa therapie |
shikikan-指揮艦 | commandoschip |
shikkyaku-失脚 | misstap; uitglijder; val; ondergang; verlies van positie |
shimau-仕舞う | (arch.) een prostituee inhuren voor een aantal dagen |
shimeitehai-指名手配 | gezocht worden door de politie; op de lijst [poster] met door de politie verdachte [gezochte] personen staan |
shīmuresu-シームレス | naadloos |
shinario・raitā-シナリオ・ライター | scenarioschrijver |
shinbunbaiten-新聞売店 | krantenkiosk; krantenstalletje |
shinbun'ya-新聞屋 | krantenkiosk; krantenstalletje |
shinchō-身長 | lichaamslengte; gestalte; postuur |
shindan-診断 | diagnose |
shindangaku-診断学 | diagnostiek |
shindansuru-診断する | diagnosticeren; een diagnose stellen |
shinekon-シネコン | bioscoopcomplex; multiplexbioscoop (bioscoop met een groot aantal filmzalen) |
shinema-シネマ | cinema; bioscoop |
shinema・konpurekkusu-シネマ・コンプレックス | bioscoopcomplex; multiplexbioscoop (bioscoop met een groot aantal filmzalen) |
shinibana-死に花 | postume eer; eer [erkenning] op het einde van het leven |
shinishizumu-シニシズム | cynisme (filosofie) |
shinkeiseimushokuyokushō-神経性無食欲症 | anorexia nervosa |
shinkeiseitaishokushō-神経性大食症 | boulimia nervosa |
shinkeishitsu-神経質 | zenuwachtigheid; nervositeit |
shinkeishō-神経症 | neurose; zenuwaandoening |
shinken-神剣 | het goddelijke zwaard (een van de 3 heilige kostbaarheden van Japan (spiegel, zwaard en juwelen) |
shinkinshō-真菌症 | schimmelinfectie; mycose |
shinko-新子 | jonge vis (m.n. de jonge konoshiro) |
shinkyoku-新曲 | nieuwe compositie [muziekstuk] |
shinmiri-しんみり | somber; troosteloos; gedeprimeerd |
shinnyo-信女 | achtervoegsel voor de postume Boeddhistische naam van een vrouw |
shinopia-シノピア | sinopia (voortekening in houtskool van een frescoschildering) |
shinpojiumu-シンポジウム | symposium |
shinrin-森林 | bos; woud |
shinrinkasai-森林火災 | bosbrand |
shinrinyoku-森林浴 | (lett. bos baden) tot rust komen [relaxen] in het bos |
shinshoku-侵食 | erosie |
shinshoku-浸食 | erosie; corrosie |
shintekigaishōgosutoresushōgai-心的外傷後ストレス障害 | (PTSS) posttraumatisch stresssyndroom; posttraumatische stressstoornis (PTSD, post-traumatic stress disorder) |
shintō-浸透 | osmose; infiltratie; percolatie; doorsijpeling |
shintōatsu-浸透圧 | osmotische waarde [druk] |
shinzōshinkeishō-心臓神経症 | hartneurose; neurotische hartaandoening |
shiozake-塩鮭 | gezouten zalm (vaak gegrild gegeten bij een traditioneel Japans ontbijt, samen met een kom rijst en misosoep) |
shippi-失費 | uitgaven; (uitbetaalde) kosten |
shirakeru-白ける | bedorven [verpest] worden (sfeer); verveeld raken; saai worden; lusteloos worden |
shiraume-白梅 | (witte) Japanse abrikoos (Prunus mume) |
shirigaru-尻軽 | losbandigheid; onbezonnenheid |
shirigaruon'na-尻軽女 | losbandige [wulpse] vrouw; slet; hoer; snol |
shiringu-シリング | schilling (vroegere Oostenrijkse munt) |
shiroi-白い | schoon; smetteloos |
shisei-姿勢 | (lichaams)houding; postuur |
shishō-私娼 | niet erkende [niet geregistreerde; illegale] prostitutie [prostituee] |
shishobako-私書箱 | een postbus (voor particulieren, in een postkantoor, m.n. hoofdkantoor; sinds 1872) |
shishokan-私書函 | (oude benaming voor) postbus |
shishutsu-支出 | uitgaven; betalingen; kosten |
shisōka-思想家 | een denker; filosoof |
shisutemu・kitchin-システム・キッチン | systeem keuken (een keuken die uit losse elementen naar keuze wordt opgebouwd) |
shitabataraki-下働き | ondergeschikte (positie); werk als ondergeschikte |
shitaku-支度 | aankleding; kostuum |
shitanui-下縫い | het los [tijdelijk] aan elkaar naaien; rijgsteken |
shitappa-下っ端 | ondergeschikt; van lagere rang [positie] |
shitayaku-下役 | ondergeschikte rol [positie; rang] |
shito-使徒 | apostel; discipel; volgeling |
shiyōryō-使用料 | gebruikskosten; huur |
shizenhontai-自然本体 | (judo) natuurlijke basishouding [aanvalspositie] (voeten op één lijn) |
shizentai-自然体 | natuurlijke [ontspannen] (lichaams)houding [pose] |
shī・ai-シー・アイ | samengestelde index (Composite Index) |
shī・dī-シー・ディー | (certificate of deposit) depositocertificaat; depositobewijs |
shō-ショー | tentoonstelling; vertoning; expositie |
shōfu-娼婦 | prostituee; hoer |
shōgen-証言 | getuigenis; getuigenverklaring; depositie |
shohō-書法 | compositieleer van het schrijven; schrijfstijl |
shokan-書函 | brievenbak; opbergdoos voor brieven |
shokei-書痙 | schrijfkramp; grafospasme |
shokuensui-食塩水 | zoutoplossing |
shokuhi-食費 | de prijs [kosten] voor het eten [de maaltijden] |
shokui-職位 | positie; rang; functie |
shokusaichi-植栽地 | bebost [beplant] gebied |
shokusuru-食する | de kost verdienen |
shōmonai-しょうも無い | onzinnig; onnozel; dom; dwaas zinloos; nutteloos |
shonbori-しょんぼり | moedeloosheid; neerslachtigheid |
shonyū-初乳 | colostrum; biest; voormelk (de eerste melk na een bevalling) |
shosei-書生 | inwonende student, die voor de hoofdbewoner werkzaamheden doet voor kost en inwoning |
shōshu-摂取 | (boeddhisme) redding [verlossing; bevrijding] van levende wezens |
shōsōin-正倉院 | de naam voor een repositorium [magazijn] voor kunstschatten van een boeddhistische tempel (zoals de Todai-ji, in Nara) |
shōuchū-小宇宙 | microkosmos |
shōzoku-装束 | kleding; kledij; kostuum |
shūdōin-修道院 | klooster |
shūdōjo-修道女 | (katholieke) non; kloosterzuster |
shūdōni-修道尼 | non; kloosterzuster |
shūdōshi-修道士 | monnik; kloosterbroeder |
shūdōsō-修道僧 | monnik; kloosterbroeder |
shui-主位 | leidende [beste] positie; hoogste rang |
shui-首位 | eerste plek; koppositie; leidende positie |
shukaku-主客 | hoofdzaak en bijzaak; subject en object (filosofie) |
shukuba-宿場 | (Edo periode) poststation; pleisterplaats |
shukueki-宿駅 | pleisterplaats; poststation (om van paarden te wisselen) |
shukuhakuhi-宿泊費 | verblijfskosten; overnachtingskosten |
shukuzu-縮図 | microkosmos |
shunjun-逡巡 | aarzeling; besluiteloosheid |
shunpō-皴法 | in oosterse schilderijen een techniek waarbij extra inkt wordt toegevoegd om de oneffenheden van bergen, rotsen, e.d. realistischer weer te geven |
shuppanhi-出版費 | publicatiekosten |
shuppi-出費 | kosten; uitgaven |
shuppin-出品 | het tentoonstellen [laten zien]; expositie; uitstalling |
shuppinbutsu-出品物 | een geëxposeerd stuk [werk]; een expositiestuk |
shuppinmokuroku-出品目録 | (expositie)catalogus |
shuppinsha-出品者 | exposant; inzender |
shuppinsuru-出品する | tentoonstellen; exposeren; uitstallen; (iets) inzenden voor een tentoonstelling [veiling] |
shūsaku-習作 | een voorstudie [oefenstuk] (voor een kunstwerk of muziekstuk); compositie |
shutai-主体 | subject (filosofie) |
shutchin-出陳 | inzending voor een tentoonstelling; het exposeren |
shutchōhi-出張費 | reiskosten |
shutchōryohi-出張旅費 | (zakelijke) reiskosten |
sodenashi-袖なし | mouwloos; mouwloze kleding |
sodenashi-袖無し | mouwloos; zonder mouwen; mouwloze kleding |
soegaki-添え書き | bijgevoegde notitie; postscriptum (PS) |
sofuto・rōn-ソフト・ローン | zachte lening (met gunstige aflossingsvoorwaarden) |
sōgakari-総掛かり | totale kosten [besteding] |
sōgana-草仮名 | man'yōgana geschreven in cursieve (sōsho) stijl |
sōgaran-僧伽藍 | boeddhistische tempel; boeddhistisch klooster |
sogoshisu-総合指数 | samengestelde index (Composite Index) |
sōketsu-雙闕 | een poort met een wachttoren [uitkijkpost] links en rechts ervan |
soketto-ソケット | (elektriciteit) fitting; contactdoos |
sokonashi-底無し | bodemloos; onpeilbaar |
sokonuke-底抜け | bodemloos |
sokonuke-底抜け | onbegrensd; grenzeloos; extreem |
sokonuke-底抜け | roekeloos; onvoorzichtig; indiscreet |
sokoshirenai-底知れない | bodemloos; onbegrensd; onmetelijk |
sokudatsubin-速達便 | expressepost; expresbrief |
sokyū-遡及 | retrospectie; terugblikkend |
someiyoshino-染井吉野 | Yoshino kersenboom (Prunus yedoensis) |
songaibaishō-損害賠償 | schadevergoeding; schadeloosstelling; tegemoetkoming [vergoeding; compensatie] voor geleden schade |
sonobashinogi-其の場凌ぎ | een tijdelijke maatregel; noodoplossing; een aktie ondernemen voor een tijdelijke oplossing |
soraai-空合い | het weer; atmosferische conditie |
soramimi-空耳 | net doen alsof je iets niet hoort; Oost-Indisch doof |
sōrā・mirā-ソーラー・ミラー | zonnespiegel; helioscoop |
sorewasateoki-それはさておき | los daarvan; behalve dat; afgezien van dat; dat buiten beschouwing gelaten |
sōrin-叢林 | dichte bebossing; dichtbegroeid bos |
sorin-疎林 | open bos; een bos met weinig bomen |
sorō-疎漏 | nalatigheid; onzorgvuldigheid; roekeloosheid |
sōryō-送料 | verzendkosten |
soryūshon-ソリューション | oplossing (chemisch); ontbinding |
sōsharu・danpingu-ソーシャル・ダンピング | lagere productiekosten door het werken met zeer goedkope arbeidskrachten |
sōsharu・kosuto-ソーシャル・コスト | (economie) maatschappelijke kosten |
soshōhiyō-訴訟費用 | proceskosten |
sōutsubyō-躁鬱病 | manisch-depressieve psychose |
sōzai-惣菜 | alledaagse kost |
sugao-素顔 | echt gezicht (zonder modificatie zoals met fotoshoppen e.d.) |
sugata-姿 | (in) kleding [kostuum] |
sugoude-凄腕 | expertise; virtuositeit; uitstekende techniek |
suiba-酸葉 | veldzuring (plant: Rumex acetosa) |
suihei-水兵 | matroos; zeeman |
suishoku-水食 | erosie (door water) |
suiyō-水溶 | wateroplosbaar zijn |
suiyōeki-水様液 | op water lijkende oplossing |
suiyōeki-水溶液 | waterige oplossing (oplossing waarbij water het oplosmiddel is) |
sukarappu-スカラップ | (Eng.: scallop) kammossel; sint-jakobsschelp |
sukatorojī-スカトロジー | scatologie; studie van (fossiele) excrementen |
sukejūru-スケジュール | schema; rooster; programma |
sukoaringu・pojishon-スコアリング・ポジション | (honkbal) scoringspositie (d.w.z. een loper op het tweede of derde honk) |
sukuranburu・rēsu-スクランブル・レース | een vorm van motor-cross door natuurlijk terrein |
sukuriputoraitā-スクリプトライター | scenarioschrijver |
sunda-済んだ | klaar; af; beëindigd; opgelost |
sunēkuuddo-スネークウッド | letterhout of slangenhout (hout met een natuurlijke tekening lijkend lettersschrift of op slangenhuid, van de tropische boom Brosimum guianense) |
sunnari-すんなり | (onomatopee) probleemloos; gemakkelijk; vlot; gladjes |
supindoru-スピンドル | klos; spoel; as; spil |
supurēkan-スプレー缶 | aerosol spray |
supūru-スプール | spoel; klos; haspel |
suraidingu・shisutemu-スライディング・システム | glijdende schaal systeem (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van kosten van levensonderhoud en consumptieprijzen) |
suraidingu・sukēru-スライディング・スケール | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
suraidosei-スライド制 | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
surakku-スラック | speling; slapte; slap [los] zittend deel |
surekkarashi-擦れっ枯らし | wereldwijs; blasé; schaamteloos |
surekkarashi-擦れっ枯らし | een wereldwijs [blasé; schaamteloos] persoon |
surī・pīsu-スリー・ピース | een driedelig pak [kostuum] |
sutādasuto-スターダスト | sterrenstof; sterrenwolk; kosmische stofdeeltjes |
sutandingu・sutāto-スタンディング・スタート | staande start (start vanuit staande positie) |
sutandoarōn-スタンドアローン | losstaand; zelfstandig werkend (computer) |
sutanpu-スタンプ | postzegel |
sutansu-スタンス | houding; pose; positie |
suteitasu-ステイタス | status; positie; aanzien |
suteru-捨てる | afdanken; afzweren; afstand doen (van); opgeven; loslaten (fig.) |
sutēshon-ステーション | spoorwegstation; radiostation |
sutētasu-ステータス | status; positie; aanzien |
sutorobo-ストロボ | stroboscoop; stroboscooplamp |
sutorobosukōpu-ストロボスコープ | stroboscoop |
sūtsu-スーツ | pak; kostuum; mantelpak |
suwaridako-座り胼胝 | eelt op de voeten door het zitten in seiza positie |
suzunari-鈴生り | tros (b.v. van vruchten); opeenhoping; massa; (over)vol met mensen; volgepropt zijn |
taba-束 | bundel; bos; schoof |
tachiban-立ち番 | wachter; wachtpost; uitkijk |
tachikurami-立ち眩み | duizeligheid bij (op)staan; orthostatische hypotensie |
tachinbō-立ちん坊 | in staande positie |
tachisugata-立ち姿 | staande figuur [gestalte]; pose |
tachitsukusu-立ち尽くす | stil (blijven) staan; bewegingloos staan |
taedae-絶え絶え | zwak; krachteloos; fragiel |
taihi-堆肥 | compost; mest |
taihitsumi-堆肥積み | composthoop |
taijōhōshin-帯状疱疹 | herpes zoster; gordelroos |
taiki-大気 | lucht; atmosfeer |
taikiatsu-大気圧 | atmosferische druk |
taikyo-太虚 | hemel; heelal; universum; kosmos |
taikyo-太虚 | de grote leegte (Chin. filosofie) |
taimu・sukejūru-タイム・スケジュール | tijdschema; rooster; dienstregeling |
taisekisayō-堆積作用 | sedimentatie; depositie proces |
taishō-大正 | Taisho, regeringsperiode (1912-1925) van keizer Yoshihito (1879-1926) |
taishoku-耐食 | corrosie resistentie; roestbestendigheid |
taitoru-タイトル | rang; maatschappelijke positie; academische titel |
taiwanbōzu-台湾坊主 | atmosferische depressie [cycloon] in de Oost-Chinese Zee |
taiyōkyō-太陽鏡 | helioscoop; zonnekijker |
taizaihi-滞在費 | verblijfkosten |
takai-高い | duur; kostbaar |
takame-高め | hoogte; hoge positie |
takana-高菜 | Japanse grote rode mosterdplant (Brassica juncea var. integrifolia) |
takishīdo-タキシード | smoking (herenkostuum) |
tamatebako-玉手箱 | een mysterieuze doos (die niet geopend had mogen worden) uit het Japanse volksverhaal Urashima Tarō |
tamatebako-玉手箱 | waardevolle schat (die niet zomaar aan iedereen wordt getoond); ;doos van Pandora |
tamerau-躊躇う | aarzelen; weifelen; besluiteloos zijn; twijfelen |
tan-タン | tong (vleesgerecht, zoals ossentong) |
tanchiken-探知犬 | snuffelhond (voor explosieven, drugs, e.d.) |
tanden-丹田 | plexus solaris [zonnevlecht] (punt onder de navel; focus punt voor innerlijke meditatie; in oosterse geneeskunde beschouwd als belangrijk energiepunt) |
tanhai-炭肺 | stoflong; mijnwerkerslong (anthracose) |
tankōbon-単行本 | een los boek (als zelfstandig werk gepubliceerd, in tegenstelling tot een boek dat deel uitmaakt van een serie) |
tanku-短躯 | klein postuur; kleine gestalte |
tanku・toppu-タンク・トップ | (kleding) topje; mouwloos T-shirt |
tanza-端座 | (bij Zen meditatie) de correcte [voorgeschreven] zitpositie |
tan'onsetsu-単音節 | monosyllabe |
tarumi- 弛み | slapte; krachteloosheid; verslapping |
tarutaru・sōsu-タルタル・ソース | tartaarsaus (mayonaise met mosterd, kappertjes, augurk, e.d.) |
tatsumi-辰巳 | het zuidoosten |
tatsuse-立つ瀬 | de eigen positie [situatie]; aanzien |
tattoi-尊い | waardevol; kostbaar; onschatbaar |
tebako-手箱 | doosje; kistje |
tebanasu-手放す | laten gaan; loslaten; afstand doen van; opgeven; van de hand doen |
tēbē-テーベー | tuberculose (TB) |
tebunko-手文庫 | kleine doos voor schrijfmaterialen [brieven] |
tēburu・chāji-テーブル・チャージ | couvert-kosten (restaurant) |
tegoto-手事 | listen [trucjes] van prostitués om klanten binnen te lokken |
tehidoi-手酷い | streng; strikt; hard; genadeloos; hardvochtig |
teike-手生け | eigen bloemschikcompositie; zelf een bloemstuk maken |
teikiatsu-低気圧 | lage luchtdruk; lage atmosferische druk |
tekibishii-手厳しい | streng; hard; meedogenloos; wreed |
tekiryō-適量 | juiste [passende] hoeveelheid; optimale dosis [dosering] |
tekka-鉄火 | gewelddadigheid; boosaardigheid |
tekunosutorakuchā-テクノストラクチャー | (van het Engelse technostructure) een netwerk van vakbekame personen die grip houden; controle houden over de economie binnen de eigen organisatie |
tekunosutoresu-テクノストレス | technostress (de negatieve invloed die het gebruik van computers heeft op de mens) |
temadoru-手間取る | meer tijd en moeite kosten dan verwacht |
temashigoto-手間仕事 | werk dat veel tijd en moeite kost; stukwerk |
temonaku-手もなく | makkelijk; zonder problemen; moeiteloos |
tendāroin-テンダーロイン | (rundvlees) ossenhaas; lendenbiefstuk |
tenjihin-展示品 | tentoongesteld [geëxposeerd] voorwerp [kunstwerk] |
tenjikai-展示会 | tentoonstelling; expositie |
tenka-転化 | transformatie, transfiguratie; metamorfose |
tenkaippin-天下一品 | uniek [bijzonder, weergaloos; ongeëvenaard] zijn |
tenma-伝馬 | postpaard; pakpaard |
tenrankai-展覧会 | tentoonstelling; expositie |
tenshin-転身 | verandering van baan [positie; functie; carrière] |
tenshin-転進 | verandering van positie (troepen; leger) |
ten'yawan'ya-てんやわんや | (totale) verwarring; wanorde; chaos |
tērādo・sūtsu-テーラード・スーツ | maatpak; maatkostuum |
tesūryō-手数料 | provisie(kosten); courtage; afhandelingskosten |
tesutimoniarukōkoku-テスティモニアル広告 | reclameboodschap waarin een (bekend) persoon vertelt over positieve ervaringen met een product of bedrijf |
tesutosuron-テストステロン | testosteron |
tetsugaku-哲学 | filosofie |
tetsugakusha-哲学者 | filosoof |
tetsujin-哲人 | wijze man; filosoof; wijsgeer |
tetsumenpi-鉄面皮 | schaamteloosheid; onbeschaamdheid; brutaliteit |
tetsuri-哲理 | filosofie; filosofische begrippen [principes] |
tō-東 | (in kanjicombinaties) oost |
tōbu-東部 | het oostelijk deel; het oosten |
todokemono-届け物 | bezorging; (post)bestelling; levering |
tōfū-東風 | oostelijke wind; oostenwind |
tōgoku-東国 | oostelijk land; oostelijke provincie [regio] |
tōgyo-統御 | machtspositie; heerschappij; controle; beheer |
tōhachiken-藤八拳 | vos-jager-dorpshoofd (een soort kansspel als steen-papier-schaar) |
tōhō-東方 | het oosten; oostelijke richting |
tōhoku-東北 | het noordoosten |
tōhoku-東北 | de noordoostelijke regio van (het hoofdeiland) Honshu in Japan |
tōhokutō-東北東 | het oostnoordoosten |
tōji-蕩児 | losbol; libertijn; lichtmis |
tōkaidōgojūsantsugi-東海道五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
tōkaku-統覚 | (filosofie) apperceptie |
tōkei-東経 | oosterlengte |
tokekomu-溶け込む | samensmelten; oplossen (in) |
tokeru-溶ける | oplossen; smelten; dooien |
tokeru-解ける | opgelost worden |
tokeru-解ける | los raken |
tokiarai-解き洗い | het wassen van een kimono in delen (na het loshalen van de stiknaden) |
toku-解く | losmaken; openmaken; ontbinden; uitpakken |
toku-解く | oplossen; ophelderen |
tokubetsukaikei-特別会計 | speciale rekening (staat los van de algemene rekening en wordt beheerd door de nationale of lokale overheid in Japan) |
tokutenken-得点圏 | (honkbal) scoringspositie (d.w.z. een loper op het tweede of derde honk) |
tōkutsu-盗掘 | illegale opgraving (van grondstoffen, historische kostbaarheden e.d.) |
tomozuna-纜 | tros; kabeltouw; meertros |
tōnan-東南 | het zuidoosten |
tōnantō-東南東 | het oostzuidoosten |
ton'ya-問屋 | groothandelaar; grossier |
tōō-東欧 | Oost-Europa |
toppu-トップ | top; toppositie; topniveau; hoogste; beste; eerste |
toratsugumi-虎鶫 | oostelijke goudlijster (Zoothera dauma) |
torihazusu-取り外す | weghalen; afhalen; loshalen; uit elkaar halen |
torikumu-取り組む | (een probleem); aanpakken; proberen op te lossen; worstelen (met) |
tōro-当路 | gezaghebbende positie |
tosainu-土佐犬 | tosa (hondenras) |
tōsandō-東山道 | Tōsandō, een van de zeven oude wegen in het gebied tussen de Tōkaidō en de Hokurikudō, en onderdeel van de Gokishichidō (五畿七道) |
tōshi-透視 | (medisch) fluorescopie; röntgen; radioscopie |
toso-屠蘇 | toso, een kruidige sake (wordt vooral met Nieuwjaar gedronken) |
tōsuto-トースト | toast (geroosterd brood) |
tōsuto-トースト | toost (heildronk; feestdronk) |
tōto-東都 | oostelijke hoofdstad (Edo; Tokio) |
tōtoi-尊い | waardevol; kostbaar; onschatbaar |
totsurenzu-凸レンズ | convexe [bolle; positieve] lens |
tōyō-東洋 | het Oosten; de Oriënt |
tōzai-東西 | oost en west; het Oosten en het Westen |
tsentonā-ツェントナー | centenaar (oude gewichtsmaat, was in Duitsland 50kg; Zwitserland en Oostenrijk 100kg) |
tsugi-次 | post station (op de oude Tōkaidō route) |
tsūhan-通販 | (afk. voor) postorder; internethandel; online winkelen |
tsuigō-追号 | postume titel [naam]; titel [naam] die na iemands dood wordt toegekend (b.v. aan een overleden keizer) |
tsuiroku-追録 | addendum; naschrift; postscriptum |
tsuishin-追伸 | postscriptum (PS); naschrift |
tsuizō-追贈 | toekenning van een postume onderscheiding [rang] |
tsūjōyūbin-通常郵便 | normale [reguliere] post |
tsukeru-着ける | op een positie zetten; laten plaatsnemen |
tsukiban-月番 | maanddienst; iemand die een maand lang dienst doet (en dan wordt afgelost) |
tsūkinteate-通勤手当 | reiskostenvergoeding |
tsukune-捏ね | (afk. voor) een (Chinese) yam (zoete aardappel, Dioscorea oppositifolia) |
tsukuneimo-捏ね芋 | een (Chinese) yam (zoete aardappel, Dioscorea oppositifolia) |
tsumaranai-詰まらない | onbeduidend; nutteloos |
tsumigoe-積み肥 | compost; mest |
tsūpīsu-ツーピース | tweedelig kostuum |
tsūshinhanbai-通信販売 | postorder; internethandel; online winkelen |
tsūshinkyōiku-通信教育 | open onderwijs; schriftelijk onderwijs; afstandsonderwijs (via internet, radio, post, etc.) |
tsuta-蔦 | Japanse wilde wingerd (Eng.: Boston ivy; Parthenocissus tricuspidata) |
tsutomeguchi-勤め口 | baan; positie; functie |
ubagai-姥貝 | surfmossel (Spisula sachalinensis) |
uchidasu-打ち出す | bosseleren; in reliëf maken [slaan] |
uchisueru-打ち据える | meedogenloos slaan; afranselen |
uchū-宇宙 | universum; ruimte; kosmos; heelal |
udonge-優曇華 | (plant) ficus racemosa |
ue-上 | hoge rang [status; positie] |
ujiuji-うじうじ | (onomatopee) aarzelend; besluiteloos |
ukan-有官 | iemand met een officiële functie [rang; positie] bij de overheid; een ambtenaar |
ukedasu-請け出す | aflossen; afbetalen |
ukiagaru-浮き上がる | ontsnappen aan; zich losmaken [bevrijden] |
ukikusa-浮き草 | veelworteling kroos (Spirodela polyrhiza) |
ukiyobanare-浮き世離れ | wereldvreemdheid; het los van [onverschillig voor] de werkelijkheid [realiteit] zijn |
ukkari-うっかり | (onomatopee) vergeetachtig; afwezig; gedachtenloos; onbewust; ongemerkt |
umamichōmiryō-うま味調味料 | smaakversterker (zoals b.v. MSG, monosodium glutamaat) |
umanori-馬乗り | schrijlingse zitpositie (alsof je op een paard zit, soms om iemand in bedwang te houden) |
ume-梅 | Japanse abrikoos (boom: Prunus mume) |
ume-梅 | Japanse abrikoos (vrucht) |
umisen'yamasen-海千山千 | (fig.) een geslepen persoon; een oude rot; een sluwe vos |
unchin-運賃 | vervoerstarief; verzendkosten; vrachtkosten |
uneriguji-うねり串 | een draaispit [pin] om vis te roosteren |
unerigushi-うねり串 | een draaispit [pin] om vis te roosteren |
unmu-雲霧 | sombere gevoelens; mistroostigheid |
unsōhi-運送費 | transportkosten |
uragaki-裏書き | endossement; bevestiging |
urotaeru-狼狽える | in de war [van de wijs; van z’n apropos; overstuur] raken |
uruka-鱁鮧 | gezouten ingewanden en kuit van Ayu (vis: Plecoglossus altivelis) |
ushi-牛 | rund; koe; stier; os |
ussō-鬱蒼 | dichte bebossing; donkere [dicht op elkaar staande] bomen |
uwatsuku-浮つく | wispelturig [lichtzinnig; rusteloos] zijn [worden] |
wabishii-侘しい | verdrietig; triest; troosteloos; somber; pijnlijk |
waindoappu-ワインドアップ | (honkbal) de werppositie van de pitcher |
wairubyō-ワイル病 | ziekte van Weil (vorm van leptospirose) |
waiyaresu-ワイヤレス | draadloze communicatie; draadloos |
waiyaresujūden-ワイヤレス充電 | draadloos opladen |
waiyaresu・kībōdo-ワイヤレス・キーボード | draadloos toetsenbord |
wakaayu-若鮎 | jonge ayu (vis: Plecoglossus altivelis) (in Japanse poëzie symbool voor de lente) |
wakegi-分葱 | bosui; lente-ui |
waruagaki-悪足掻き | nutteloos [vergeefs] verzet [tegenstribbeling] |
warubireru-悪びれる | (dit w.w. wordt gebruikt in ontkennende zinnen) te verlegen zijn; zich klein [minderwaardig] voelen; rusteloos [zenuwachtig] zijn |
warugi-悪気 | kwade bedoelingen [opzet]; boosaardigheid; kwaadwillendheid |
wasurenagusa-忘れな草 | vergeet-mij-niet(je) (Myosotis) |
wata-綿 | katoenplant (Gossypium) |
watatsumi-海神 | zeegod; (Gr.) Poseidon; (Rom.) Neptunus |
webuhosutingu-ウェブホスティング | webhosting |
windouzu-ウィンドウズ | Windows (het computerbesturingssysteem van Microsoft) |
wōtā・kurozetto-ウォーター・クロゼット | wc; watercloset; toilet |
yabo-野暮 | ongemanierdheid; lompheid; smakeloosheid |
yabu-藪 | struikgewas; kreupelhout; bosje |
yadake-矢竹 | pijlbamboe (Pseudosasa japonica) |
yadochin-宿賃 | verblijfskosten; hotelprijs |
yadonashi-宿無し | dakloos; zonder woon- of verblijfplaats |
yadonushi-宿主 | waard; herbergier; (hotel)eigenaar; hospita; gastheer |
yakamashii-喧しい | streng; meedogenloos; onverbiddelijk; veeleisend |
yakata-屋形 | (Heian periode) hofkoets (getrokken door ossen) |
yakeru-焼ける | afbranden; verbrand [gebakken; geroosterd] worden |
yaki-焼き | het bakken; grillen; roosteren; braden |
yakiami-焼き網 | een grill-gaasrooster (voor vis, etc.) |
yakibuta-焼き豚 | gegrild [geroosterd] varkensvlees |
yakidōfu-焼き豆腐 | gegrilde [geroosterde] tofu [tahoe] |
yakigome-焼き米 | geroosterde rijst |
yakiimo-焼き芋 | geroosterde [gepofte] zoete aardappel |
yakinori-焼き海苔 | geroosterde zeewier |
yakishio-焼き塩 | geroosterd zout |
yakitori-焼き鳥 | spiesjes met geroosterde kipblokjes |
yaku-ヤク | jak (soort rund: Bos grunniens) |
yakugae-役替え | verandering van (stand)plaats, rol of positie |
yakugara-役柄 | iemands rol [positie]; de aard [kenmerken] van iemands positie |
yakumuki-役向き | iemands rol [positie]; de aard [kenmerken] van iemands positie |
yakusuru-扼する | een sleutelpositie innemen |
yamaban-山番 | berggids; boswachter |
yamabato-山鳩 | Oosterse tortel(duif) (Streptopelia orientalis) |
yamabatoiro-山鳩色 | geelblauw (de kleur van de veren van de Oosterse tortelduif) |
yamaimo-山芋 | Japanse bergyam (Dioscorea japonica ) |
yamakaji-山火事 | bosbrand |
yamanoimo-山の芋 | Japanse bergyam (Dioscorea japonica ) |
yamatoimo-大和芋 | Japanse yam (soort aardappel, Dioscorea japonica) |
yami-闇 | hopeloosheid; uitzichtloosheid |
yamikumo-闇雲 | iets doen zonder erover na te denken over de consequenties; onnadenkendheid; roekeloosheid; willekeur |
yamikumo-闇雲 | vaag; doelloos; willekeurig; onnadenkend; roekeloos |
yaminooku-闇の奥 | The Heart of Darkness, de titel van een roman uit 1902 van Joseph Conrad (1857-1924) |
yamiyami-闇闇 | hulpeloos toekijken (bij wat er gebeurt) |
yashinomi-椰子の実 | kokosnoot |
yashiyu-椰子油 | kokosolie |
yasugenashi-安げ無し | niet vredig; rusteloos; onrustig |
yasui-安い | frivool; zorgeloos; onvoorzichtig; indiscreet |
yatara-矢鱈 | roekeloosheid; willekeur; lukraak [ongenuanceerd] zijn |
yatō-野党 | oppositiepartij |
yatōkōho-野党候補 | oppositiekandidaat |
yō-洋 | oost en west |
yō-陽 | yang; het licht; de zon; het positieve; de positieve [lichte] kant |
yōbai-溶媒 | oplosmiddel |
yochokin-預貯金 | deposito's en spaargeld |
yōeki-溶液 | oplossing (vloeistof) |
yōfujaku-用不著 | prul; iets dat overbodig [nutteloos] is |
yōfuku-洋服 | westerse kleding (kostuum; jurk) |
yogo-予後 | prognose |
yōhin-洋品 | westerse artikelen (veelal kleding, accessoires, cosmetica, etc.) |
yōikuhi-養育費 | de kosten van de zorg voor [opvoeding van] kinderen |
yōion-陽イオン | kation (positief geladen ion) |
yoitsubureru-酔い潰れる | stomdronken worden; zich bewusteloos drinken; comazuipen |
yōkai-溶解 | oplossing (chemisch); ontbinding |
yōkaisuru-溶解する | iets oplossen (in); vloeibaar maken |
yoken-予見 | verwachting; voorspelling; prognose; voorkennis |
yōki-容器 | container; verpakking (vat, kist, doos, etc.) |
yokin-預金 | banktegoed(en); deposito |
yoko-横 | zijkant (van een doos, etc.) |
yōkyūbaraiyokin-要求払い預金 | aanbetaling [deposito] op verzoek |
yōsei-陽性 | positiviteit (scheikunde) |
yōshanai-容赦ない | meedogenloos; onbarmhartig |
yōshō-要衝 | een (strategisch) belangrijke positie [plaats]; essentieel punt; zaak van levensbelang |
yotei-予定 | plan; programma; schema; rooster |
yowai-弱い | zwak; onbeholpen; hulpeloos |
yowatari-世渡り | het de kost verdienen; levensonderhoud |
yowayowashii-弱弱しい | zwak; kwetsbaar; broos |
yoyatō-与野党 | regeringspartijen [coalitiepartijen] en oppositiepartijen |
yū-郵 | postkantoor; postdienst |
yūbin-郵便 | post (brieven, etc.) |
yūbin-郵便 | postbezorging; postbedrijf |
yūbinbako-郵便箱 | brievenbus (op straat of in een postkantoor) |
yūbinbangō-郵便番号 | postcode |
yūbinchokin-郵便貯金 | post(spaar)bank |
yūbinhaitatsu-郵便配達 | postbezorging; postbestelling |
yūbinhaitatsu-郵便配達 | postbode; postbezorger |
yūbinhaitatsunin-郵便配達人 | postbezorger; postbode |
yūbinkawase-郵便為替 | postwissel |
yūbinkitte-郵便切手 | postzegel |
yūbinkyoku-郵便局 | postkantoor |
yūbinryōkin-郵便料金 | verzendkosten; portokosten |
yūbinshokan-郵便書簡 | postblad (invouwbaar postpapier met opgedrukte postzegel) |
yūbinuke-郵便受け | persoonlijke brievenbus; postbus (aan huis) |
yuda-ユダ | Judas (een van de 12 apostelen) |
yūdai-雄大 | groots [prachtig; majestueus; magnifiek; indrukwekkend; imposant] zijn |
yuibutsubenshōhō-唯物弁証法 | dialectisch materialisme (een natuur- en wetenschapsfilosofie) |
yuishiki-唯識 | boeddhistische filosofie dat alle objecten worden gemanifesteerd door bewustzijn |
yuishinron-唯心論 | spiritualisme (filosofie) |
yūjo-遊女 | meisje van plezier; prostituee; hoer |
yūjūfudan-優柔不断 | besluiteloosheid |
yūkaku-遊郭 | rosse buurt met vergunning (afgeschaft in Japan in 1957) |
yukashii-床しい | nostalgisch |
yūken-郵券 | postzegel |
yukidaore-行き倒れ | op straat in elkaar zakken; bewusteloos [dood] op straat liggen |
yukima-雪間 | tussenpoos [pauze] in de sneeuwval |
yukiwarisō-雪割草 | Primula farinosa |
yūkun-遊君 | courtisane; prostituee |
yuna-湯女 | een prostituee in een badhuis |
yunibāsu-ユニバース | het universum; heelal; de kosmos |
yunikōn-ユニコーン | Eenhoorn (sterrenbeeld Monoceros) |
yūri-遊里 | rosse buurt; buurt of wijk met veel bordelen |
yūri-遊離 | scheiding; afzondering; losmaking; vrijmaking; bevrijding |
yūroyokinkinri-ユーロ預金金利 | euro-depositorente |
yurui-緩い | los(jes); zacht; mild; vrijgevig |
yurumaru-緩まる | losser worden |
yurumeru-緩める | losser [slapper] worden; los gaan; (zich) ontspannen |
yuruyaka-緩やか | los [vrij; ongedwongen; laks; toegeeflijk] zijn |
yuruyuru-緩緩 | langzaam (aan); rustig; losjes |
yusei-油性 | goed oplosbaar in olie zijn |
yūsei-郵政 | postdienst; posterijen |
yūseidaijin-郵政大臣 | vroeger: Minister van post en telecommunicatie, tegenwoordig: Minister van binnenlandse zaken en communicatie |
yūseijigyōchō-郵政事業庁 | postdiensten; posterijbedrijven; postagentschap |
yūseishō-郵政省 | vroeger: Ministerie van post en telecommunicatie, tegenwoordig geïntegreerd in Mnisterie van binnenlandse zaken en communicatie |
yūsen-郵船 | postboot |
yūshibunretsu-有糸分裂 | mitose; kerndeling (biologie) |
yūshō-有償 | compensatie; schadeloosstelling |
yūsō-郵送 | post; postzending |
yūsōhi-郵送費 | portokosten; verzendkosten |
yūsōryō-郵送料 | portokosten; verzendingskosten |
yūsōsuru-郵送する | per post versturen [zenden] |
yūtai-郵袋 | postzak; postbodentas |
yūtō-遊蕩 | losbandigheid; onmatigheid; lichtzinnigheid; van losse zeden |
yuttari-ゆったり | losjes; ruim |
yūyarō-遊冶郎 | een levensgenieter; losbandig persoon; losbol; vrijbuiter |
yuzu-柚 | yuzu, Japanse citrusvrucht (Citrus junos) |
yū・etchi・efu-ユー・エッチ・エフ | ultra-hoge frequenties (tussen 300 en 3000 MHz in het radiospectrum) |
zaihō-財宝 | rijkdom; schatten; kostbaarheden |
zakotsu-坐骨 | zitbeen (os ischii) |
zakotsu-座骨 | zitbeen; os ischii |
zankoku-残酷 | wreedheid; bruutheid; genadeloosheid |
zannenshō-残念賞 | troostprijs |
zāsai-ザーサイ | ingelegde mosterdkool uit Sichuan (Chinese provincie); ingemaakte Sichuan groente; (Eng. Szechuan [Szechwan] pickles); (Chn. zhacai) |
zatsuboku-雑木 | gemengd bos (bestaande uit verschillende soorten bomen) |
zatsueki-雑役 | klusje(s); (losse) karweitjes; corvee |
zayaku-座薬 | zetpil; suppositorium |
zazai-座剤 | zetpil; suppositorium |
zehi-是非 | beslist; zeker; hoe dan ook; ten koste van alles |
zehitomo-是非とも | in ieder geval; wat er ook gebeurt; ten koste van alles |
zeijaku-脆弱 | zwakheid; breekbaarheid; broosheid |
zekka-絶佳 | prachtig [imposant] zijn |
zekkashinkei-舌下神経 | nerves hypoglossus (12de hersenzenuw) |
zemi-ゼミ | congres; studiedag; studiebijeenkomst; symposium |
zemināru-ゼミナール | congres; studiedag; studiebijeenkomst; symposium |
zengofukaku-前後不覚 | bewusteloosheid |
zenkyoku-全曲 | de gehele compositie [voorstelling; muziekopname] |
zenmai-薇 | koningsvaren (Osmunda japonica) |
zennō-前脳 | voorhersenen; prosencefalon |
zenrin-禅林 | zentempel; plaats (b.v. in een bos) waar volgelingen van het zenboeddhisme bijeenkomen |
zenritsusen-前立腺 | prostaat (klier) |
zenritsusenen-前立腺炎 | prostatitis; prostaatontsteking |
zenritsusengan-前立腺癌 | prostaatkanker |
zenshō-前哨 | buitenpost; afgelegen standplaats |
zenshōsen-前哨戦 | voorpostengevecht; schermutseling |
zentōkotsu-前頭骨 | voorhoofdsbeen (os frontale) |
zesshō-絶勝 | weergaloos [prachtig; geweldig] zijn |
zetsubōteki-絶望的 | wanhopig; radeloos; vertwijfeld |
zetsuen-舌炎 | glossitis; tongontsteking |
zōki-雑木 | gemengd bos (bestaande uit verschillende soorten bomen) |
zokutō-続投 | het blijven doorwerken (zonder eindtijd of aflossing) |
zoru-ゾル | sol; colloïdale oplossing |
zuboshi-図星 | doelwit; roos (middelpunt van een schietschijf) |
zubutoi-図太い | schaamteloos; brutaal |
zuieki-髄液 | hersenvocht; ruggenmergsvocht (liquor cerebrospinalis) |
zuisō-随想 | vrije [losse] bespiegelingen [gedachten; herinneringen] |
zukkokeru-ずっこける | naar beneden glijden [slippen; vallen]; loslaten; loskomen |
zūtai-図体 | (groot; dik; zwaar) lichaam [postuur] |
zūzūshii-図図しい | schaamteloos |