ophalen / op-ha-len ( ww )
1げる; げる [naar boven halen]
2りに [afhalen en meenemen]
3むかえに [iem. ophalen]
4おも [herinneringen, e.d,]
5みがきをかける [kennis, vaardigheden, e.d.]
6集金しゅうきんする [geld]
7回収かいしゅうする [vuilnis, e.d.]