angai-案外 | brutaliteit; onbeleefdheid; lompheid |
burei-無礼 | onbeleefdheid; ongemanierdheid; onbeschaafdheid |
busahō-無作法 | onbeleefdheid; slechte manieren; inbreuk op de etiquette |
chōeki-懲役 | (onbeleefd taalgebruik) aanspreektitel van gedetineerden |
fushinsetsu-不親切 | onvriendelijkheid; onaardigheid; onbeleefdheid; lompheid |
omae-御前 | (informeel, soms onbeleefd, tussen gelijken) jij |
ryogai-慮外 | onbeleefd zijn |
shikkei-失敬 | onbeleefd; onbeleefdheid |
shitsurei-失礼 | onbeleefdheid; ongemanierdheid; onhoffelijkheid |
shitsureisuru-失礼する | onbeleefd zijn |
tazai-多罪 | (een beleefde term om je te verontschuldigen voor onbeleefdheid, nalatigheid, e.d.) excuses (voor...) |
yosomono-余所者 | (geen standaard term, soms onbeleefd) buitenlander; vreemdeling; buitenstaander; outsider |