Kruisverwijzing
negatie
lemma | meaning |
---|---|
akajizaisei-赤字財政 | overbesteding door de overheid; financieringstekort; negatieve balans; in de rode cijfers staan |
akkanjō-悪感情 | negatieve gevoelens t.o.v. iem.; wrok; bitterheid; vete |
akuhyō-悪評 | slechte [negatieve] recensie [kritieken]; beledigende opmerking(en) |
akukanjō-悪感情 | negatieve gevoelens t.o.v. iem.; wrok; bitterheid; vete |
akuzairyō-悪材料 | een ongunstige omstandigheid [voorwaarde] die de beurs negatief beïnvloedt; een negatieve factor |
ani-豈 | (met een negatie) in geen geval; niet in het minst; niet op welke manier dan ook |
anryū-暗流 | een onderstroom (fig.); een onzichtbare tendens (vaak in negatieve zin) |
fusokukin-不足金 | negatief saldo op een rekening; onvoldoende tegoed |
genban-原板 | een negatief (fotografie) |
gyakusenden-逆宣伝 | antipropaganda; negatieve propaganda |
hanten-反転 | (fotografie) omzetting van een negatief beeld in een positief beeld (of vice versa) |
in-陰 | yin; de schaduw; het negatieve; de negatieve [donkere] kant |
inga-陰画 | negatief (van een foto) |
insei-陰性 | negativiteit; het negatief zijn |
in'ion-陰イオン | anion (negatief geladen ion) |
jochō-助長 | goedbedoelde maar onnodige hulp die resulteert in iets negatiefs |
kinjiru-禁じる | (met negatie) niet te bedwingen; (zichzelf) niet in bedwang kunnen houden: |
kishō-気性 | temperament; aard; karakter (vaak met negatieve connotatie) |
kyōkō-強硬 | (negatief) halsstarrig [weerspannig; hardnekkig] zijn |
mai-まい | (negatieve veronderstelling) (dat) zal (waarschijnlijk) niet |
mainasuseichō-マイナス成長 | negatieve groei |
mizenkei-未然形 | (taalkunde) mizenkei (irrealis vorm; gebruikt als aansluitvorm voor optatief, negatief, passief, causatief) |
nanka-何か | (negatief bedoeld) dit soort; zulke |
nega-ネガ | negatief (fotografie) |
negatibu-ネガティブ | negatief (fotografie) |
negatibu-ネガティブ | negatief (elektrische polariteit) |
negatibu-ネガティブ | negatief (denken) |
ōrenzu-凹レンズ | concave [holle; negatieve] lens |
rokuni-碌に | voldoende; genoeg; behoorlijk; juist; correct (vaak gebruikt met negatie) |
rokuroku-碌碌 | (met negatie) niet voldoende [genoeg] zijn |
rokusuppo-碌すっぽ | voldoende; genoeg; behoorlijk; juist; correct (vaak gebruikt met negatie) |
shōkyokuteki-消極的 | negatief; passief; halfslachtig; weifelend |
sō-然う | (met negatie) niet zo veel; niet zo |
sugureru-優れる | (met negatie) niet goed (voelen, eruitzien, etc.) |
tekunosutoresu-テクノストレス | technostress (de negatieve invloed die het gebruik van computers heeft op de mens) |
ukegoshi-受け腰 | een verdedigende [negatieve] houding |
yohaku-余白 | witruimte; negatieve ruimte (in kunst en design) |
yomoya-よもや | (met negatie) haast ondenkbaar; onwaarschijnlijk |
zenzen-全然 | (met negatie) helemaal niet |