daha-打破 | vernietiging; nederlaag; verlies; omverwerping |
datō-打倒 | nederlaag; omverwerping; val |
haiboku-敗北 | nederlaag |
haisen-敗戦 | nederlaag (in een oorlog, strijd, e.d.) |
ippai-一敗 | één verliespartij; één nederlaag |
kachimake-勝ち負け | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
kanpai-完敗 | complete [verpletterende] nederlaag; totale mislukking |
kechirasu-蹴散らす | rondschoppen; een nederlaag toebrengen |
make-負け | verlies; nederlaag |
makeikusa-負け戦 | nederlaag; verloren veldslag [strijd; oorlog] |
makeiro-負け色 | (voor)tekenen van een nederlaag [verlies] |
makeoshimi-負け惜しみ | een slechte verliezer; onwil [tegenzin] om je nederlaag toe te geven |
maruzon-丸損 | een totaal fiasco; compleet verlies; totale nederlaag |
oomonogui-大物食い | omverwerping; verrassende wending [nederlaag; overwinning] |
sekihai-惜敗 | een nipte nederlaag; het met een kleine marge verliezen |
shiyū-雌雄 | overwinning en nederlaag |
shōbu-勝負 | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
shōhai-勝敗 | winnen of verliezen; overwinning of nederlaag; winst of verlies |
taihai-大敗 | een zware [verpletterende] nederlaag |
zanpai-惨敗 | een zware [verpletterende] nederlaag |
zenmetsu-全滅 | totale [verpletterende] nederlaag |