aikyaku-相客 | medepassagier; kamergenoot; andere gast [loge] |
chūgen-中元 | zomergeschenk (veel Japanners geven tijdens het Obon festival geschenken aan mensen die het afgelopen half jaar veel voor hen hebben betekend) |
chūsūshinkei-中枢神経 | centrale zenuwen (hersenen en ruggenmerg) |
donā-ドナー | donor (iem. die iets doneert, zoals organen of beenmerg) |
enzui-延髄 | medulla oblongata; verlengde merg (verbinding van hersenen naar ruggenmerg) |
kotsuzui-骨髄 | beenmerg; medulla |
natsukusa-夏草 | zomergras |
natsusaku-夏作 | zomergewassen, (zoals o.a. maïs, bonen, aubergine) die groeien in de zomer, en worden geoogst in de herfst of winter |
nōsekizuieki-脳脊髄液 | hersenvocht; ruggenmergsvocht (liquor cerebrospinalis) |
rūmumeito-ルームメイト | kamergenoot; huisgenoot |
rūmumēto-ルームメート | kamergenoot; huisgenoot |
sekizui-脊髄 | ruggenmerg |
suijaku-衰弱 | zwakte; uitputting; uitmergeling; wegtering |
suizan-衰残 | uitgemergeld [afgemat] zijn |
yasehosoru-瘦せ細る | dunner worden; vermageren; uitgemergeld raken |
yunisefu-ユニセフ | UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties (United Nations International Children's Emergency Fund, nu genoemd: United Nations Children's Fund) |
zenkon-前根 | voorste wortel (van de ruggenmergszenuw) |
zui-髄 | merg; medulla |
zuieki-髄液 | hersenvocht; ruggenmergsvocht (liquor cerebrospinalis) |