Kruisverwijzing
amen
lemma | meaning |
---|---|
abusutorakuto-アブストラクト | uittreksel; samenvatting |
adanami-徒波 | een wispelturig [grillig] karakter [temperament] |
ageita-上げ板 | (in een traditioneel theater) houten vloeren links en rechts waar het podium en de hanamichi (verhoogd pad naar toneel) samenkomen |
ai-合い | tesamen |
ai-相 | (in combinatie met een werkwoord) elkaar; samen |
aiaigasa-相合い傘 | samen onder één paraplu |
aihan-合判 | gezamenlijke handtekening; gemeenschappelijk zegel |
aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
aikuchi-合口 | (metselwerk) steunpunt; gezamenlijk uiteinde |
aimatte-相俟って | samen; in samenwerking met; gecombineerd met |
aimochi-相持ち | gezamenlijke eigendom |
aioi-相生い | het samengroeien; aan elkaar groeien |
aioi-相生い | het samen opgroeien (vanaf de geboorte) |
aisan-愛餐 | agapē, de gezamenlijke maaltijd ter nagedachtenis aan het laatste avondmaal van Jezus; een vriendenmaal |
aishō-相性 | affiniteit; goed samengaan; bij elkaar passen; chemie (tussen mensen) |
akaten-赤点 | een onvoldoende (cijfer op een toets of texamen) |
akehanasu-開け放す | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
akehanatsu-開け放つ | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
akuchi-悪血 | slecht bloed (bloed dat door ziekte een verkeerde samenstelling heeft) |
akufu-悪婦 | een vrouw met een slecht [opvliegend] karakter [humeur; temperament] |
akushu-握手 | een (handdruk ter) verzoening [vrede-sluiting]; samenwerking |
amanohara-天の原 | de lucht; de hemel; het firmament |
āmen-アーメン | amen |
amu-編む | samenstellen; redigeren (publicaties e.d.) |
angō-暗合 | dingen die toevallig met elkaar overeenkomen; een toevallige samenloop van omstandigheden |
ankokumen-暗黒面 | donkere [duistere; lelijke] kant [schaduwkant] van de samenleving, het leven, etc. |
anshachizu-暗射地図 | een blanko kaart (zonder plaatsnamen zoals wordt gebruikt op scholen) |
aramashi-あらまし | overzicht; samenvatting |
arasuji-粗筋 | overzicht; samenvatting; synopsis |
assaku-圧搾 | compressie; samenpersing |
assakukūki-圧搾空気 | samengeperste lucht; perslucht |
assakusuru-圧搾する | persen; samenpersen; samendrukken |
asshuku-圧縮 | compressie; samenpersing |
asshuku-圧縮 | het samenvatten [inkorten; condenseren; comprimeren] |
asshukugasu-圧縮ガス | samengeperst gas |
asshukukūki-圧縮空気 | samengeperste lucht; perslucht |
asshukuritsu-圧縮率 | compressibiliteit; samendrukbaarheid |
asshukusanso-圧縮酸素 | samengeperste zuurstof (in cilinder) |
asshukusuru-圧縮する | samenpersen; condenseren; inkorten; comprimeren |
atsumari-集まり | bijeenkomst; vergadering; samenkomst |
atsumeru-集める | concentreren; samen [bij elkaar] brengen |
au-合う | bij elkaar komen; samensmelten |
awaseru-合わせる | combineren; samenbrengen; samenvoegen; mengen |
awasete-合わせて | in totaal; alles bij elkaar [tezamen] |
bai-陪 | (in kanji combinaties) samenkomen; bijwonen; aanwezigheid |
baijō-陪乗 | het instappen [samenreizen] (in auto, boot, e.d., met iemand die hoger in rang is) |
bassui-抜粋 | abstract; uittreksel; samenvatting |
battera-バッテラ | sushi van een plak makreel op samengedrukte rijst |
bēshikku-ベーシック | basic; basis; minimum-; fundamenteel |
bessei-別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waar ieder zijn eigen familienaam aanhoudt) |
bēsu-ベース | basis; fundament; grond; grondslag |
bōgi-謀議 | samenzwering; beraming; komplot; geheim overleg |
burēnsutōmingu-ブレーンストーミング | brainstorming (gezamenlijk overleg om tot oplossingen te komen) |
chi-稚 | (in samenstellingen) jong; kinderlijk |
chiikineko-地域猫 | buurtkat; straatkat (een kat die niet van één eigenaar is, maar van meerdere bewoners gezamenlijk) |
chīmupurē-チームプレー | teamspel; goed samenspel binnen een team |
chīmuwāku-チームワーク | teamwerk; samenspel; samenwerking |
chokusen-勅撰 | keizer die zelf gedichten schrijft, of dichtbundels samenstelt |
chōreibokai-朝令暮改 | inconsequent [inconsistent; onsamenhangend; veranderlijk] gedrag [beleid]; onlogische maatregelen |
dai-だい | prefix of suffix in samengestelde woorden |
daigakkō-大学校 | hogere onderwijsinstelling opgericht in samenwerking met een overheidsinstantie |
daigan-代願 | voorbede; voorspraak; als tussenpersoon fungeren; bidden tot god {Boeddha] namens een ander |
daigen-代言 | een pleidooi [het pleiten] namens een ander (advocatuur) |
daihen-代返 | (op school) bij het afroepen van namen van een presentielijst bevestigend antwoorden t.b.v een andere persoon (die zelf niet aanwezig is) |
daihitsu-代筆 | schrijven namens iem. anders |
daijesuto-ダイジェスト | samenvatting; uittreksel |
dangō-談合 | heimelijke afspraak; samenzwering; onwettige prijsafspraken |
dashiau-出し合う | het delen van de kosten; gezamenlijk bijdragen |
dekiai-出来合い | het samenwonen (zonder getrouwd te zijn) |
dekorēshon-デコレーション | decoratie; versiering; ornament |
diguriokurashī-ディグリオクラシー | academische meritocratie, een samenleving waarin het opleidingsniveau een van de belangrijkste criteria is voor het bepalen van de sociale status |
dō-同 | eenwording; samengaan |
dōdō-同道 | reis(tocht) in gezelschap van anderen; het samen reizen |
dogaishisuru-度外視する | negeren; veronachtzamen; geen rekening houden met |
dōkyo-同居 | samenwonen in een huis (b.v. met vriend(in) of (schoon)familie) |
don-ドン | erend prefix voor achternamen van mannen (b.v. Don Quichot) |
dōnen-同年 | jaargenoot; iemand die in hetzelfde jaar is geslaagd voor het Chinees keizerlijk examen (archaïsch) |
dorafuto-ドラフト | ploegen-samenstelling (honkbal) |
doroppuauto-ドロップアウト | drop-out; voortijdige schoolverlater; iem. die de samenleving de rug toekeert |
dōsei-同棲 | het samenleven [samenwonen] |
dōseki-同席 | naast elkaar zitten; samen zijn; aanwezig [bijeen] zijn |
dōsha-同車 | (samen) in dezelfde auto rijden [zitten] |
dōshi-同士 | tussen; onderling; wederzijds; onder elkaar; samen |
ea・kā-エア・カー | een auto die rijdt op samengeperste lucht |
fainaru-ファイナル | finale; eindwedstrijd; eindexamen |
fain・seramikkusu-ファイン・セラミックス | fijn keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
fandamentarisuto-ファンダメンタリスト | fundamentalist |
fandamentarizumu-ファンダメンタリズム | fundamentalisme |
fandamentaru-ファンダメンタル | fundamenteel; essentieel; elementair; basis- |
fandamentaruzu-ファンダメンタルズ | (economie) fundamentele voorwaarden; basisvoorwaarden; basisindicatoren |
firamento-フィラメント | filament; gloeidraad |
fuchaku-付着 | samenvoeging; aanhechting; bijvoeging |
fūchō-風潮 | tendens; trend (in de samenleving) |
fūfubessei-夫婦別姓 | het gebruik van verschillende achternamen bij een echtpaar (waarbij ieder de eigen familienaam aanhoudt) |
fugōsuru- 符合する | overeenkomen; samenvallen; corresponderen; overeenstemmen |
fukubun-複文 | (taalkunde) een samengestelde zin |
fukugō-複合 | samenstelling; mengsel; samengesteld geheel |
fukugōgo-複合語 | een samengesteld woord; samenstelling |
fukujūsuru-服従する | gehoorzamen |
fukuri-複利 | samengestelde rente |
fukurihō-複利法 | samengestelde rentemethode |
fukuzatsukei-複雑系 | een complex systeem (d.w.z. dat de eigenschappen van het geheel niet zijn af te leiden uit de eigenschappen van de samenstellende delen afzonderlijk) |
furamenko-フラメンコ | flamenco (Spaanse dans) |
fuseiseki-不成績 | slechte cijfers (voor een examen); slecht resultaat; slechte prestatie |
fusetsusuru- 符節する | overeenkomen; samenvallen met |
fushōfuzui-夫唱婦随 | (de opvatting:) een vrouw moet haar man gehoorzamen [moet doen wat haar man vraagt] |
fuzui-付随 | behorend bij; gerelateerd aan; samenhangend met |
fyūjon-フュージョン | samenvoeging; samensmelting, |
gakuin-学院 | (i.g.v. instellingsnamen) jeugdgevangenis (al dan niet met scholingsprogramma) |
gakurekishakai-学歴社会 | academische meritocratie, een samenleving waarin het opleidingsniveau een van de belangrijkste criteria is voor het bepalen van de sociale status |
ganryō-含量 | inhoud; samenstelling |
gappei-合併 | combinatie; samenvoeging; samensmelting; fusie |
gappyō-合評 | gezamenlijke kritiek [beoordeling; evaluatie] |
gasshō-合掌 | (in gebed) de handen samenvoegen |
gassō-合奏 | een ensemblestuk (muziek); samenspel |
gassuru-合する | samenvoegen; samenkomen; samenbrengen; verenigen; combineren; het eens zijn met |
gattai-合体 | samensmelting |
gege-下下 | mensen met een lage status; het gewone volk; de massa; de lagere klassen van de samenleving |
gemainshafuto-ゲマインシャフト | gemeenschap; samenleving |
gemainshafuto-ゲマインシャフト | (sociologie) Gemeinschaft (een samenleving met sterke affectieve bindingen en saamhorigheid) |
genjin-原人 | de eerste mens (Pithecanthropus-Erectus of Javamens) |
genrishugi-原理主義 | fundamentalisme |
genshoku-原色 | primaire kleur; fundamentele kleur |
genshū-現収 | het huidige inkomen (samentrekking van: genzai no shūnyū, 現在の収入) |
gezerushafuto-ゲゼルシャフト | (sociologie) Gesellschaft; winstmaatschappij (een samenleving gebaseerd op eigenbelang) |
gezerushafuto-ゲゼルシャフト | samenleving; maatschappij |
go-後 | later; (daar)na; na afloop van (in samenstellingen) |
gōbengaisha-合弁会社 | joint venture; samenwerkingsverband (bedrijven, organisaties, etc.) |
gōkaku-合格 | het slagen voor een examen [toets; test]; [zich] kwalificeren (voor) |
gōkakushahappyō-合格者発表 | de bekendmaking van de geslaagde (examen)kandidaten |
gōkakusuru-合格する | slagen voor een examen [toets; test]; (zich) kwalificeren (voor) |
gomyaku-語脈 | (semantische en grammaticale) woordkoppeling; samenstelling van twee woorden |
gōryū-合流 | samenvloeiing (van rivieren e.d.) |
gōryū-合流 | samenvoeging (van autowegen, of rijstroken) |
gōryū-合流 | samenvoeging [samengaan] (van politieke partijen of facties) |
gōseigo-合成語 | samengesteld woord; samenstelling |
gōshi-合資 | joint venture (samengaan van twee of meer ondernemingen) |
guru-ぐる | handlanger (bij een misdaad); samenzweerder |
gyōshū-凝集 | cohesie; concentratie; agglutinatie; opeenhoping; samenklontering |
gyōshuku-凝縮 | bundeling; samenvoeging |
gyōshukusuru-凝縮する | samenvoegen; bundelen |
hada-肌 | karakter; aard; temperament |
haiburiddo-ハイブリッド | mengsel; samenstelling |
haigō-配合 | combinatie; vermenging; samenvoeging |
haizai-配剤 | het samenstellen [klaarmaken; mengen] van medicijnen |
hai・sosaetī-ハイ・ソサエティー | de hogere klassen [kringen] in de samenleving [maatschappij] |
hai・tatchi-ハイ・タッチ | (high touch) de (broodnodige) menselijke inbreng in de technologische samenleving |
hajiiru-恥じ入る | zich (diep) schamen; zich beschaamd voelen |
hajiru-恥じる | zich schamen (voor) |
hakuchizu-白地図 | een blanco kaart [basiskaart] (een kaart die alleen de omtrek van landen, eilanden, etc. weergeeft, zonder plaatsnamen, e.d.) |
hanami-花見 | (lett. bloemen kijken) Japanse traditie om in de lente gezamenlijk de (voorbijgaande) schoonheid van de kersen- en pruimenbloesems te gaan bewonderen |
hashiru-走る | (samen) ervandoor gaan; wegvluchten; de benen nemen; van huis weglopen |
heihatsu-併発 | samenloop van omstandigheden; complicatie (bij ziekte) |
heison-併存 | coëxistentie; het naast elkaar bestaan [samenleven] |
hei・kyūbu-ヘイ・キューブ | hooiblok; blok samengeperste hooi |
hencho-編著 | geschreven en bewerkt [samengesteld] zijn (door) |
hensan-編纂 | compilatie; samenstelling; bewerking |
hensei-編成 | het samenstellen; compileren; in elkaar zetten |
hensei-編製 | het opstellen [samenstellen] van een familieregister [kiesregister, schoolkinderen register, e.d.] |
henshū-編集 | redactie; samenstelling; bewerking |
hikkishiken-筆記試験 | schriftelijk examen |
himachi-日待ち | (lett.: het wachten op de zon) een bijeenkomst waarbij mensen samen bidden en wachten op de opkomst van de zon (Shinto) |
hiseki-秘跡 | sacrament |
honshiken-本試験 | eindexamen; afsluitend examen |
hōshoku-奉職 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
hosomi-細み | een van de fundamentele principes van de shōfū- of Bashō-stijl in de Japanse poëzie, n.l. het streven naar verfijning en oprechtheid |
hyakkazensho-百科全書 | het samenstellen van een encyclopedie |
hyōkasuru-評価する | taxeren; ramen; (de waarde) schatten |
ichiba-市場 | markt (met kramen); marktplaats |
ichimi-一味 | bende; groepering; samenzwering; kliek; kartel |
ichiyazuke-一夜漬け | de hele nacht door studeren [blokken] voor een examen] |
igon-遺言 | testament; laatste wilsbeschikking |
igonjō-遺言状 | testament; laatste wilsbeschikking |
igonsho-遺言書 | testament; laatste wilsbeschikking |
iguzamu-イグザム | examen; test; tentamen |
iinokosu-言い残す | een testament achterlaten; je laatste woorden spreken |
iizama-好い様 | (ironisch spraakgebruik) netelige [moeilijke; lastige; beschamende] omstandigheid [situatie] |
ikkan-一貫 | samenhang; consistentie; coherentie |
ikkatsushingi-一括審議 | gezamenlijk overleg |
ikkatsushori-一括処理 | batchverwerking; gezamenlijke verwerking |
imei-遺命 | laatste wilsbeschikking; testament |
in-院 | achtervoegsel achter postume boeddhistische namen |
inbō-陰謀 | (jur.) samenzwering |
inbōron-陰謀論 | complottheorie; samenzweringstheorie |
intādishipurinarī-インターディシプリナリー | interdisciplinair (samenwerking tussen verschillende takken van wetenschap) |
isei-異姓 | andere achternaam; verschillende achternamen |
isho-遺書 | testament |
issho-一緒 | (te)samen; gezamenlijk |
isuramugenrishugi-イスラム原理主義 | moslimfundamentalisme |
isurāmugenrishugi-イスラーム原理主義 | moslimfundamentalisme |
isuramu・fandamentarizumu-イスラム・ファンダメンタリズム | moslimfundamentalisme |
ittaika-一体化 | integratie; opneming; inpassing; samenvoeging |
ittaikasuru-一体化する | integreren; samenvoegen |
iyakuhin-医薬品 | geneesmiddel; medicijn; medicament |
jiban-地盤 | (onder)grond; bodem; fundament |
jinki-人気 | het temperament [de stemming] van mensen in een bepaald gebied |
jinmeiyōkanji-人名用漢字 | lijst van officieel toegelaten karakters om eigennamen weer te geven in de familieregisters |
jintai-靱帯 | ligament; bindweefselband |
jintēze-ジンテーゼ | synthese; samenvoeging; integratie |
jippahitokarage-十把一絡げ | alles bij elkaar genomen; alles tegelijk; samenvattend geheel; generalisering |
jishohenshū-辞書編集 | lexicografie; het samenstellen van een woordenboek |
jishohenshūsha-辞書編集者 | lexicograaf; samensteller van een woordenboek |
jō-譲 | (in samenstellingen) geven; overhandigen; toekennen; doorgeven; verkopen |
jōhōkashakai-情報化社会 | informatiemaatschappij; kennismaatschappij; informatiesamenleving |
jōkū-上空 | lucht; luchtstreek; hemel; firmament |
jōryūshakai-上流社会 | de hogere klassen [kringen] in de samenleving [maatschappij] |
jōyōkanji-常用漢字 | de officiële lijst van kanji die elke Japanse student tenminste moet kennen bij het afleggen van het examen voor het voortgezet onderwijs in Japan |
juken-受験 | het afleggen [maken] van een examen |
jukensensō-受験戦争 | examenoorlog, de felle competitie bij toelatingsexamen(s) (voor scholen of universiteiten) |
jukensha-受験者 | examinandus; examenkandidaat |
jukensuru-受験する | examen doen |
juku-塾 | privéschool; stoomcursus (ter voorbereiding op toelatingsexamen voor middelbare scholen en universiteiten) |
jukugo-熟語 | een samenstelling (samengesteld woord); kanji combinaite |
jukurensuru-熟練する | zich bekwamen (in); vakkundig [ervaren] worden |
jukusei-塾生 | student aan een privéschool (voor extra onderwijsdoeleinden ter voorbereiding van toelatingsexamens aan middelbare scholen) |
jukutō-塾頭 | hoofdonderwijzer [docent; leraar] aan een privéschool (voor extra onderwijsdoeleinden ter voorbereiding van toelatingsexamens aan middelbare scholen) |
junshusuru-遵守する | naleven; gehoorzamen; zich houden aan; eerbiedigen |
ka-菓 | wordt samen met telwoord gebruikt om aantal vruchten te tellen |
kagōbutsu-化合物 | chemische samenstelling [verbinding] |
kaisei-改正 | wijziging; verandering; verbetering; amendement; revisie |
kakinuki-書き抜き | een korte samenvatting; resumé |
kakioki-書き置き | (achtergelaten) brief (bij zelfmoord); testament |
kaname-要 | het essentiële [belangrijkste] punt (waar alles om draait); fundament; hoeksteen |
kankei-奸計 | samenzwering; complot; sinister [gemeen] plan; sluwe list |
kanningu-カンニング | bedrog [spieken] bij een examen |
kannonbiraki-観音開き | openslaande deuren [ramen] |
kansaku-奸策 | samenzwering; complot; sinister [gemeen] plan; sluwe list |
karamiau-絡み合う | verstrengeld raken; (samen) betrokken verwikkeld] raken (in) |
kasei-化成 | chemische synthese [samenstelling] |
kaseihin-化成品 | chemisch samengestelde producten [goederen] |
kaseihiryō-化成肥料 | samengestelde kunstmest |
kata-方 | achtervoegsel achter persoonsnamen (erend) |
katagi-気質 | temperament; aard; karakter |
katen-加点 | de optelling en notering van scores en punten van testen, examens, wedstrijden, etc. |
kazarimono-飾り物 | ornament; decoratie; versiering |
kē-ケー | k, afk. voor Korea (in samenstellingen, zoals k-pop) |
kehheru-ケッヘル | Ludwig von Köchel (1800-1877), Oostenrijkse jurist en musicoloog (bekend van de catalogus van de werken van Mozart die hij samenstelde) |
keigun-鶏群 | een samenkomst [bijeenkomst] van gewone mensen |
keiretsu-系列 | serie; (samen)stelsel; opeenvolging |
keiretsu-系列 | conglomeraat; samengestelde onderneming |
keishiki-形式 | (fil.) de structuur van de verschillende elementen tesamen; de essentiële vorm van iets; het essentiële kenm |
keizaisōgoenjokaigi-経済相互援助会議 | Comecon, Council for Mutual Economic Assistance (een economisch samenwerkingsverband tussen communistische landen, opgericht in 1949) |
kenkashokubutsu-顕花植物 | fanerogamen; zaadplanten |
kesshū-結集 | samentrekking; bijeenbrenging; mobilisatie; verbinding |
kibangan-基盤岩 | grondgesteente; moedergesteente; fundament |
kibu-基部 | basis; fundament; fundering |
kigokoro-気心 | temperament; geaardheid; karakter; inborst |
kihin-気稟 | aangeboren karakter [aard; temperament] |
kihon-基本 | basis; fundament; standaard |
kihonteki-基本的 | fundamenteel; basaal; standaard |
kijiku-基軸 | basis; fundament; hoeksteen |
kimariwarui-決まり悪い | zich schamen; verlegen [beschaamd] zijn |
kimatsushiken-期末試験 | tentamen aan het eind van een semester |
kinshuku-緊縮 | samentrekking; inkrimping |
kippu-きっぷ | aard; karakter; temperament |
kiregire-切れ切れ | onsamenhangend |
kishitsu-気質 | temperament; aard; karakter |
kishō-気性 | temperament; aard; karakter (vaak met negatieve connotatie) |
kitamakura-北枕 | ligging met het hoofd naar het noorden gericht (traditionele positie voor dode lichamen; maar taboe voor het gewone slapen) |
kitei-基底 | basis; fundament |
kōdoku-講読 | leescollege (met tekstverklaring en discussie als onderdelen); het gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
kōdokusuru-講読する | gezamenlijk een tekst lezen en bespreken |
kōgai-梗概 | beknopte beschrijving; overzicht; samenvatting |
kōkechi-纐纈 | (tie-and-dyemethode) knoopverven (verftechniek uit de Nara-periode, waarbij de stof eerst werd samengeknoopt en dan geverfd) |
kōken-貢献 | bijdrage (m.n. aan de samenleving) |
kokkashiken-国家試験 | staatsexamen |
kokoroiki-心意気 | karakter; neiging; inborst; temperament; geaardheid |
koku-黒 | (in samenstellingen) zwart |
kokusaikyōryoku-国際協力 | internationale samenwerking |
kokyū-呼吸 | (goede) samenwerking [coördinatie]; harmonie |
komekon-コメコン | Comecon (Council for Mutual Economic Assistance), een economisch samenwerkingsverband tussen communistische landen (opgericht in 1949) |
kominterun-コミンテルン | Komintern (de Communistische Internationale, samenwerkingsverband van communistische partijen, opgericht in 1919) |
konbinēshon-コンビネーション | combinatie; samenstelling; verbinding |
konbinēshon-コンビネーション | het combineren; samenspel |
kōninkaikeishishiken-公認会計士試験 | accountantsexamen; CPA-examen (CPA = Certified Public Accountant) |
konkyo-根拠 | basis; grond(slag); fundament |
konpon-根本 | basis; fundament; grondslag |
konponshugi-根本主義 | fundamentalisme |
konponshugisha-根本主義者 | fundamentalist |
konponteki-根本的 | fundamenteel; essentieel; elementair; wezenlijk |
konsei-混成 | mengeling; vermenging; mengsel; samenstelling |
konzai-混在 | het naast elkaar bestaan; samengaan; vermengen |
konzatsu-混雑 | vermenging; samensmelting |
koraborēshon-コラボレーション | samenwerking; medewerking; collaboratie |
kōsa-交差 | kruising; het (elkaar) kruisen; samenkomen |
koshahon-古写本 | oud (handgeschreven) manuscript; codex; samengebonden bundel perkamenten |
koshōhon-古抄本 | oud (handgeschreven) manuscript; codex; samengebonden bundel perkamenten |
kotsuage-骨上げ | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
kotsuhiroi-骨拾い | de ceremonie waarbij de familieleden na de crematie gezamenlijk uit de as van de overledene de overgebleven botjes zoeken en in een urn doen |
kozotte-挙って | zonder uitzondering; allen tezamen; iedereen |
kuiawase-食い合わせ | eten dat niet bij elkaar past [dat beter niet samen wordt gegeten]; ingrediënten die samen niet smaken |
kumiau-組み合う | samengaan; zich verenigen; een vereniging [verbond] vormen |
kumiawase-組み合わせ | combinatie; samenvoeging; sortering |
kumiawaseru-組み合わせる | combineren; samenvoegen |
kumikaeru-組み換える | herschikken; herindelen; opnieuw samenstellen |
kumikawasu-酌み交わす | elkaar inschenken; elkaar's glazen vullen; samen iets drinken |
kumitate-組み立て | assemblage; montage; samenvoeging |
kumitateru-組み立てる | assembleren; monteren; samenvoegen; in elkaar zetten [passen] |
kumu-組む | (zich) verenigen; samengaan; aansluiten (bij) |
kumu-組む | samenstellen; (op)zetten |
kun-君 | de heer; meneer (aanspreektitel, achtervoegsel achter persoonsnamen) |
kurumeru-包める | samenklonteren; samenvoegen; opstapelen; optellen |
kyōbō-共謀 | samenzwering; samenspanning; complot |
kyōcho-共著 | co-auteurschap; gezamenlijk werk |
kyōchō-協調 | samenwerking; eendracht; overeenstemming |
kyōchōkainyū-協調介入 | gezamenlijk optreden; gecoördineerde interventie [tussenkomst] |
kyōchōyūshi-協調融資 | gezamenlijke financiering; co-financiering; medefinanciering |
kyōdō-共同 | samenwerking; medewerking; coöperatie |
kyōdō-協同 | coöperatie; samenwerking; medewerking |
kyōdōbōgi-共同謀議 | samenzwering; samenspanning; complot |
kyōdōkeiei-共同経営 | gezamenlijk beheer [management] |
kyōdōkumiai-協同組合 | coöperatie; samenwerking(sverband); partnership |
kyōdōseimei-共同声明 | gezamenlijke verklaring [proclamatie] |
kyōdōsengen-共同宣言 | gezamenlijke verklaring; gezamenlijk communiqué |
kyōdōshakai-共同社会 | samenleving; gemeenschap |
kyōdōshakai-共同社会 | (sociologie) Gemeinschaft (een samenleving met sterke affectieve bindingen en saamhorigheid) |
kyōdōshusshi-共同出資 | gemeenschappelijke [gezamenlijke] investering |
kyōdōsuru-共同する | samenwerken; zich verenigen; de handen ineenslaan |
kyōei-共栄 | (gezamenlijke) voorspoed |
kyōen-共演 | (film, toneelstuk, muziek) samenspelen; samen de hoofdrol delen |
kyōgen-狂言 | Kyōgen, traditioneel komisch Japans theater (vormt samen met Nō het Nōgaku theater) |
kyōikukihonhō-教育基本法 | de (Japanse) Fundamentele Onderwijswet |
kyōjo-共助 | samenwerking |
kyōryoku-協力 | samenwerking; medewerking; coöperatie |
kyōryokusuru-協力する | samenwerken |
kyōwa-共和 | (politieke) samenwerking |
kyūdai-及第 | het slagen voor een examen |
kyūdaisuru-及第する | slagen voor een examen |
kyūyakuseisho-旧約聖書 | het Oude Testament |
machiai-待合 | afspraak; samenkomst; ontmoeting |
makimono-巻物 | perkamentrol; makimono |
mākushītohōshiki-マークシート方式 | examenformulier; testformulier |
masutā-マスター | zich bekwamen; beheersen |
matomaru-纏まる | ordelijk gemaakt worden; samenkomen; verzameld worden |
matomaru-纏まる | vervolledigd worden; afgerond [samengevat] worden |
matomeru-纏める | samenvatten |
matorikkusu-マトリックス | matrix; basis; grond(massa); fundament |
mazeawaseru-混ぜ合わせる | samenvoegen; bij elkaar voegen; (ver)mengen |
mazegaki-交ぜ書き | het in kana schrijven van sommige kanji in samengestelde woorden |
mechakucha-滅茶苦茶 | onsamenhangendheid; onredelijkheid; ongerijmdheid |
meibo-名簿 | naamlijst [namenlijst] (van leden, inclusief adresgegevens e.d.) |
menbokunai-面目ない | beschaamd; beschamend; schandalig |
menrui-麺類 | (alle soorten) noodles (b.v. udon, soba, ramen) |
menuki-目貫 | zwaard ornament (op het gevest) |
michiyuki-道行き | (Kabuki theater) scène waar een man en vrouw samen (in het geheim) ervandoor [op reis] gaan |
migarasōken-身柄送検 | doorsturing [verwijzing; renvooiering] van een strafzaak tezamen met de verdachte |
misshū-密集 | massa; concentratie; samenvoeging; menigte; zwerm; (rugby) scrum |
mittomonai-みっともない | schandelijk; beschamend; ongepast; onbehoorlijk; onfatsoenlijk; onbetamelijk |
mizusakazuki-水杯 | het ritueel van het gezamenlijk inschenken en drinken van water waarbij men voorgoed afscheid neemt van elkaar |
mochiyoru-持ち寄る | (lasten; kosten) bundelen; samenvoegen; verdelen |
moderunorojī-モデルノロジー | studie [wetenschap] van de moderne tijd [moderne samenleving] |
momijioroshi-紅葉下ろし | samen geraspte daikon (rettich) en togarashi (rode peper); geraspte daikon en geraspte wortel |
mondai-問題 | opdracht; vraag (v.e.tentamen b.v.) |
monoguramu-モノグラム | monogram (dooreengevlochten letters; samengevoegde letters of karakters) |
muenshakai-無縁社会 | een samenleving waarin persoonlijke relaties vrijwel geen rol spelen |
muhōnnin-謀反人 | rebel; verrader; muiter; samenzweerder |
mushisuru-無視する | negeren; veronachtzamen; minachten |
musubitsuku-結び付く | samenhangen; verbonden zijn (aan; met); samenkomen |
myakuraku-脈絡 | context; samenhang; logisch verband |
na-名 | (slechts) in naam ; uiterlijk; uiterlijke schijn; voorwendsel; excuus; (in) naam (van); op titel van; namens |
naiō-内応 | samenzwering; heulen (met de vijand); verraad (door het doorgeven van geheime informatie aan de vijand) |
naitsū-内通 | samenzwering; heulen (met de vijand); verraad (door het doorgeven van geheime informatie aan de vijand) |
naitsūsha-内通者 | samenzweerder; collaborateur; verrader |
nan-軟 | (in samenstellingen) zachtheid; zacht zijn |
nanoru-名乗る | namen geven aan vogels en insecten naar het geluid dat ze maken |
nareau-馴れ合う | samenspannen; samenzweren |
naritatsu-成り立つ | bestaan uit; samengesteld zijn uit; gevormd worden door |
neriawaseru-練り合わせる | kneden; samenkneden; iets tot één geheel kneden |
netsugi-根継ぎ | versteviging [reparatie] van fundamenten (van een gebouw, m.n. pilaren) |
nigakkimatsushiken-二学期末試験 | (laatste) examen aan het einde van het tweede semester |
nigirizushi-握り鮨 | een soort sushi waarbij een reepje vis (omelet, e.d.) op een samengeknepen blokje sushirijst wordt gelegd |
nininsankyaku-二人三脚 | tijdelijke samenwerking (voor een bepaalde taak) |
noriawaseru-乗り合わせる | (toevallig) met iemand samen reizen [in dezelfde auto, trein, boot, etc.) |
nyūgakushiken-入学試験 | toelatingsexamen |
nyūshi-入試 | toelatingsexamen |
nyū・seramikkusu-ニュー・セラミックス | nieuw keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
ōbārappu-オーバーラップ | overlapping; gedeeltelijk samenvallen |
okimono-置物 | ornament in een nis of op een boeddhistisch [shintoïtisch] altaar |
okotaru-怠る | verwaarlozen; veronachtzamen; nalaten; achterwege laten |
osusowake-お裾分け | het delen van iets met anderen; het samen delen |
osusowakesuru-お裾分けする | iets samen [met anderen] delen |
otokodate-男伊達 | iemand die opkomt [strijdt] voor de zwakkeren (in de samenleving) |
otokodate-男伊達 | het opkomen [strijden] voor de zwakkeren (in de samenleving) |
ō・ī・shī・dī-オー・イー・シー・ディー | (Organization for Economic Cooperation and Development) Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) |
pāchimentoshi-パーチメント紙 | perkamentpapier |
pītā・pan・shindorōmu-ピーター・パン・シンドローム | peterpansyndroom; peterpancomplex (mannen die zich niet kunnen aanpassen aan de volwassen samenleving) |
pitekantoropusu・erekutosu-ピテカントロプス・エレクトス | Javamens (Homo erectus javanicus) |
ponītēru-ポニーテール | paardenstaart (haardracht met het haar samengebonden in een staart) |
porutamento-ポルタメント | portamento (een muziekterm die aangeeft dat een toon zonder onderbreking moet overlopen in een andere toon) |
pūru-プール | pot; gezamenlijke inzet (bij gokspelen) |
raionzu・kurabu-ライオンズ・クラブ | Lions Club (een charitatieve vereniging van zakenlieden, waarvan de leden op vriendschappelijke basis samenwerken) |
rajikaru-ラジカル | fundamenteel |
rakudai-落第 | het zakken voor een examen; afgewezen worden |
rakudaisuru-落第する | zakken voor een examen; afgewezen worden |
rāmen-ラーメン (拉麺) | ramen (Chinese stijl noedels en noedelsoep) |
ran-覧 | (gebruikt als erende vorm in samenstellingen voor 見る) zien; kijken |
ratekase-ラテカセ | ratecase is een samengesteld woord voor een audioapparaat dat de drie functies van radio, televisie en cassettedeck combineert |
reiten-礼典 | etiquette; ceremonie; ritueel; sacramenten |
rejime-レジメ | resumé; samenvatting; overzicht; synopsis |
rejume-レジュメ | resumé; samenvatting; overzicht; synopsis |
rekishō-暦象 | astronomische almanak met de omlooptijd van hemellichamen (planeten, manen sterren, e.d.) |
rekishō-暦象 | hemellichamen |
renkei-連携 | samenwerking; medewerking |
renkeikyōka-連携強化 | versterking van de samenwerking |
rensaku-連作 | gezamenlijk auteurschap (met meerdere auteurs die ieder een deel van het boek schrijven) |
riekishakai-利益社会 | (sociologie) Gesellschaft; winstmaatschappij (een samenleving gebaseerd op eigenbelang) |
rikusho-六書 | de zes categorieën van de samenstelling en het gebruik van Chinese karakters [kanji] |
rinkaku-輪郭 | schets; ontwerp; samenvatting; overzicht |
roban-露盤 | een vierkante plaat bovenin een pagode, waarop de sōrin (lang verticaal ornament is geplaatst |
rōnin-浪人 | iemand die het toelatingsexamen voor de universiteit niet heeft gehaald (en moet wachten op een volgende kans) |
rōsō-老荘 | de eerste karakters van de twee namen van de Chinese filosofen (in the Taoïstische traditie) Lao Zi (老子) en Zhuang Zi (荘子) |
ryakki-略記 | samenvatting; korte beschrijving [schets] |
ryakugen-略言 | samenvatting; kort overzicht; synopsis; korte verklaring |
ryakuhitsu-略筆 | overzicht; synopsis; samenvatting |
ryakujutsu-略述 | korte samenvatting; kort overzicht |
ryakusetsu-略説 | korte uitleg; samenvatting; (kort) overzicht |
ryōritsu-両立 | co-existentie; verenigbaarheid; het goed samengaan |
ryūsanshi-硫酸紙 | perkamentpapier |
saboru-サボる | spijbelen; (werk) veronachtzamen; onproductief zijn |
saibōyūgō-細胞融合 | celfusie; celsamensmelting |
saikosomatikku-サイコソマティック | psychosomatisch (van lichaam en ziel samen) |
sakarau-逆らう | niet gehoorzamen; rebelleren |
sakubō-策謀 | (krijgs)list, plan; complot; intrige; samenzwering |
sakuramento-サクラメント | sacrament |
samarī-サマリー | samenvatting; kort overzicht |
san-纂 | (in kanji combinaties) verzamelen; samenstellen |
sangun-三軍 | het gehele leger; de gezamenlijke strijdkrachten (landmacht, marine en luchtmacht) |
sarome-サロメ | Salomé (in de Bijbel, de dochter van Herodias, Nieuwe Testament) |
sashizoe-差し添え | een kort zwaard (dat samen met een groot zwaard door de samoerai werd gedragen) |
seibutsu-生物 | (in samenstellingen) bio-; biologisch |
seigōsei-整合性 | samenhang; gebondenheid; consistentie |
seikenjuritsu-政権樹立 | vorming [samenstelling] van een regering; kabinetsformatie |
seisei-整斉 | orde; regeling; samenstelling; rangschikking |
seishitsu-性質 | aard; karakter; temperament |
seisho-聖書 | Bijbel; Testament |
seizoroi-勢揃い | samenkomst; het bijeenkomen; zich verzamelen |
sejō-世情 | de toestand van de wereld [samenleving] |
senjutsu-撰述 | het samenstellen; schrijven; redigeren |
sensuru-撰する | samenstellen (van woordenboeken e.d.) |
sessatakuma-切瑳琢磨 | samenwerken met als doel de wederzijdse cultivering van kennis |
setsuzokusuru-接続する | verbinden; aansluiten; samenvoegen; vastmaken |
shakai-社会 | maatschappij; samenleving; gemeenschap; wereld; kring |
shakaijin-社会人 | een (volwassen) werkend lid van de samenleving |
shakaimen-社会面 | (in een krant) de pagina met berichten over algemene [lokale] gebeurtenissen in de samenleving |
shibori-絞り | het knoopverven (samenknopen van stof en dan zo verven) |
shichō-思潮 | gedachtengang in de samenleving; hoe er in het algemeen (over iets) gedacht wordt; de trend in de publieke opinie |
shidoromodoro-しどろもどろ | onsamenhangend; verward |
shihōshiken-司法試験 | balie-examen (examen dat een advocaat moet afleggen om te worden toegelaten tot de balie van een rechtsgebied) |
shiken-試験 | examen; tentamen; test |
shikenkijutsu-試験期日 | examendatum (en tijd) |
shikuramen-シクラメン | cyclaam (plant, Cyclamen persicum) |
shimeijunni-指名順に | in de volgorde waarin de namen worden afgeroepen |
shimojimo-下下 | mensen met een lage status; het gewone volk; de massa; de lagere klassen van de samenleving |
shinbutsushūgō-神仏習合 | (theoretische) samenvloeiing van shinto en boeddhisme |
shinsen-新選 | (op)nieuw samengesteld [geselecteerd; bewerkt] zijn |
shinshi-進士 | (Oud China) iemand die is geslaagd voor een examen om in overheidsdienst te treden |
shinshi-進士 | (Nara-Heian periode in Japan) iemand die na een overheidsexamen in het Ministerie van Riten en Ceremoniën wordt toegelaten |
shin'yakuseisho-新約聖書 | het Nieuwe Testament |
shiozake-塩鮭 | gezouten zalm (vaak gegrild gegeten bij een traditioneel Japans ontbijt, samen met een kom rijst en misosoep) |
shippaisuru-失敗する | mislukken; zakken (voor een examen, etc.); tekortschieten; iets verknallen [verknoeien]; een flater slaan; een domme fout begaan |
shirimetsuretsu-支離滅裂 | inconsistentie; onsamenhangendheid |
shiryōhensan-史料編纂 | bundeling, samenvoeging historisch materiaal |
shisei-市井 | een plek waar mensen samenkomen (vroeger in China was dat rond de waterput); dorp; straat; plein |
shitagau-従う | gehoorzamen; (na)volgen |
shitaji-下地 | fundering; fundament; basis |
shitajita-下下 | mensen met een lage status; het gewone volk; de massa; de lagere klassen van de samenleving |
shī・ai-シー・アイ | samengestelde index (Composite Index) |
shōmakyō-照魔鏡 | een spiegel die ware aard van de mens [samenleving] onthult |
shubiikkan-首尾一貫 | samenhang; consistentie; cohesie |
shūchūsuru-集中する | centraliseren; samenbrengen |
shugendō-修験道 | Japans berg ascetisme (een samensmelting van verschillende religieuze stromingen, zoals Boeddhisme en Shinto) |
shūgi-宗義 | fundamentele doctrine van een geloofsgemeenschap [sekte] |
shūgō-集合 | bijeenkomst; samenkomst |
shūkai-集会 | vergadering; samenkomst; bijeenkomst |
shūketsu-集結 | het (op één plek) samenkomen [verzamelen; bijeenkomen] |
shūroku-収録 | het publiceren; noteren; samenstelling; drukken |
shūroku-集録 | compilatie; samenstelling; verzameling |
shūryoku-衆力 | de kracht van vele mensen (tezamen); vereende krachten |
shūsei-修正 | verbetering; correctie; rectificatie; revisie; amendement |
shushō-手抄 | handgeschreven kopie; uittreksel; samenvatting |
shūshokushiken-就職試験 | een test [examen] om te kunnen beoordelen of een kandidaat geschikt is voor baan |
shūshuku-収縮 | krimp; samentrekking; contractie |
shusseuo-出世魚 | vissen die een verschillende namen hebben al naar gelang hun grootte en ouderdom |
shutchōin-出張員 | uitgezonden functionaris, agent (namens een bedrijf) |
shūyaku-集約 | samenvatting; bij elkaar verzamelen |
sōgō-総合 | synthese; samenvoeging; integratie |
sōgōgachi-総合勝ち | (judo) overwinning door samengestelde winst |
sōgosayō-相互作用 | interactie; wisselwerking; samenspel |
sogoshisu-総合指数 | samengestelde index (Composite Index) |
sōgu-装具 | accessoires; (kleine) ornamenten; sieraden |
sōjōkōka-相乗効果 | synergie; voordeel door samenwerking |
sōkan-相関 | correlatie; samenhang |
sōrin-相輪 | een verticaal decoratief ornament bovenop een Japanse pagode |
sosei-組成 | samenstelling; opbouw; structuur |
soshiki-組織 | formatie; structuur; samenstelling |
soshikisuru-組織する | organiseren; vormen; samenstellen |
sōshoku-装飾 | versiering; ornament; decoratie |
sotchinoke-其方退け | het verwaarlozen; negeren; veronachtzamen |
subekukuru-統べ括る | samenvoegen; samenbrengen; bijeenvoegen |
suberidome-滑り止め | tweede keuze school [universiteit e.d.] (als men is gezakt voor het toelatingsexamen van de eerste keuze) |
suberu-滑る | zakken voor een examen |
sujigaki-筋書き | samenvatting; synopsis; plot; script |
supiritto-スピリット | temperament; humeur |
sutegana-捨て仮名 | kleine kana gebruikt voor twee samengetrokken klanken |
tabakaru-謀る | plannen; een plan maken; beramen; een list bedenken |
tabaneru-束ねる | (samen)bundelen; bij elkaar binden; (het haar) in een staart doen |
tachi-質 | aard; karakter; soort; temperament |
tagaini-互いに | wederzijds; wederkerig; onderling; tezamen |
taganeru-綰ねる | bundelen; samenbinden |
taiappu-タイアップ | band; connectie; samenwerking |
taigensuru-体現する | belichamen; model staan voor |
taigyō-大業 | het slagen voor het eindexamen van het officiële promotie-examen in het Ritsuryo-systeem; ook de persoon die dat bereikt |
taii-大意 | de kern; essentie; (hoofd)strekking; het algemene idee; een korte samenvatting |
taikei-隊形 | formatie; samenstelling; (militaire) eenheid |
takuramu-企む | plannen; beramen; (een plan) bedenken; samenspannen; samenzweren |
tamurosuru-屯する | samenkomen; samenscholen; samentroepen |
tategu-建具 | traditionele Japanse (houten) (schuif) deuren, ramen, screens, kasten, etc. |
tatetsuku-盾突く | trotseren; tarten; zich verzetten; niet gehoorzamen; in opstand komen |
tekiroku-摘録 | samenvattting; résumé |
tekirokusuru-摘録する | samenvatten; resumeren |
tekiyō-摘要 | samenvatting; kort overzicht |
tekiyōsho-摘要書 | samenvatting; abstract; korte inhoud (van een tekst) |
tekki-摘記 | samenvatting |
tekkisuru-摘記する | samenvatten |
ten-天 | de lucht; de hemel; het firmament |
tenareru-手慣れる | zich bekwamen (in); zich eigen maken; gewend raken (aan) |
tenperamento-テンペラメント | temperament; aard; stemming |
terekusai-照れくさい | gênant; pijnlijk; beschamend; vernederend; ongemakkelijk |
tesutamento-テスタメント | Testament (Bijbel) |
tesuto-テスト | test; examen |
tōan-答案 | antwoorden (op vragen, examen, e.d.) beantwoording; antwoordenvel |
tōgōsanbōhonbu-統合参謀本部 | de gezamenlijke stafchefs (van de Amerikaanse strijdkrachten) |
tōitsu-統一 | eenheid; samenhang |
tojikomu-綴じ込む | samenbinden tot één geheel; invoegen |
tōkatsu-統括 | vereniging; samenvoeging |
tokekomu-溶け込む | samensmelten; oplossen (in) |
tokekomu-溶け込む | opgaan; samengaan; zich aanpassen; assimileren (in een groep) |
tokumeiryūdōtekihanzaigurūpu-匿名流動的犯罪グループ | een anonieme (van samenstelling wisselende) groep misdadigers |
tokuryuū-匿流 | een anonieme (van samenstelling wisselende) groep misdadigers |
tomoni-共に | samen; gezamenlijk; beiden |
toriau-取り合う | betreffen; betrekking hebben (op); samenhangen (met) |
totō-徒党 | samenzwering; samenzweerder |
tsuishi-追試 | (afk. voor) inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
tsuishiken-追試験 | inhaalexamen (vanwege ziekte b.v.); herexamen |
tsukkomu-突っ込む | alles tezamen nemen (zonder onderscheid te maken); alles tegelijk in aanmerking nemen; overal rekening mee houden |
tsunagiawaseru-繋ぎ合わせる | samenbrengen; samenbundelen; samenbinden; verbinden; (verschillende zaken) samenvoegen tot een eenheid |
tsuredatsu-連れ立つ | samen (ergens heen) gaan; meegaan met |
uchitsureru-打ち連れる | samen (ergens heen) gaan; meegaan (met) |
ui-初 | (in samenstellingen) begin; eerste |
unza-運座 | bijeenkomst waarbij mensen samen haiku gedichten schrijven over een bepaald onderwerp |
ushirokizu-後ろ傷 | verwonding aan de rug opgelopen tijdens het vluchten (in het oude Japan een beschamend eerverlies) |
wake-分け | (in samenstellingen) verdelen; indelen; scheiden; sorteren |
waseieigo-和製英語 | Japans pseudo-Engels woord (een Japans woord samengesteld uit één of meerdere Engelse leenwoorden) |
yakubutsu-薬物 | geneesmiddel; medicijn; medicament |
yakuon-約音 | (taalkunde) samentrekking (van lettergrepen) |
yakusuru-約する | afkorten; verkleinen; samenvatten |
yobiatsumeru-呼び集める | bij elkaar roepen; bijeenroepen; bijeenkomen; samenkomen |
yobidashi-呼び出し | (sumo) degene die de namen van de worstelaars (hardop) aankondigt |
yobikō-予備校 | een school voor voorbereiding op (het toelatingsexamen van) een universiteit |
yomiawase-読み合わせ | tekstvergelijking; (gezamenlijke) tekstlezing |
yōran-要覧 | overzicht; samenvatting |
yoridokoro-拠り所 | basis; grond(slag); fundament |
yosegaki-寄せ書き | tekst door meerdere mensen samen geschreven (ieder een paar regels); tekening door meerdere mensen samen gemaakt |
yōsetsusuru-溶接する | (iets aan elkaar) lassen; samensmeden |
yoshoku-余色 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
yōsu-要す | inkorten; samenvatten; resumeren |
yōsuru-要する | inkorten; samenvatten; resumeren |
yōyaku-要約 | samenvatting; uittreksel; overzicht |
yōyū-溶融 | fusie; samensmelting |
yuchaku-癒着 | (medisch) verkleving; samenleving; samengroeiing |
yūgō-融合 | fusie; samenvoeging; samensmelting |
yūgōsuru-融合する | fuseren; samenvoegen; samensmelten |
yuigon-遺言 | testament; laatste wilsbeschikking |
yuigonjō-遺言状 | testament; laatste wilsbeschikking |
yuigonsho-遺言書 | testament; laatste wilsbeschikking |
yūkai-融解 | fusie; versmelting; samensmelting |
yūwa-融和 | harmonie; verzoening; samenvoeging; vermenging |
zō-造 | (in kanji combinaties) maken; bouwen; samenstellen |
zōgoseibun-造語成分 | de componenten van een samengesteld woord |
zokkai-俗界 | de seculiere maatschappij [samenleving]; de wereld van alledag; de wereld om ons heen; het leven van alledag |