lichaam / li-chaam ( het (o) | znw | lichamen )
1からだ; 身体しんたい; 肉体にくたい; たい [mens, dier]
het menselijk lichaam
人体
dood lichaam; lijk
死体; 死骸; 遺体
hemellichaam
天体
2物体ぶったい; 立体りったい [scheikunde; wiskunde]
3しき [bestuurlijke eenheid]