Kruisverwijzing
leer
lemma | meaning |
---|---|
agura-胡坐 | kleermakerszit; met gekruiste benen zitten |
aideshi-相弟子 | medeleerling; medestudent; studiegenoot; jaargenoot |
aijirushi-合印 | (kleermakerij) markering op stof om aan te geven waar de delen aan elkaar worden genaaid |
akuhō-悪法 | (boeddh.) een slechte leer |
anideshi-兄弟子 | ouderejaars; leerling [student] in hogere klas |
anza-安座 | kleermakerszit; met gekruide benen [de benen over elkaar] zitten |
asenburā-アセンブラー | assembleerprogramma (computer) |
asenburigengo-アセンブリ言語 | assembleertaal (programmeertaal) |
atamadekkachi-頭でっかち | boekenwijsheid; boekengeleerde; intellectueel; theoreticus |
awamori-泡盛 | awamori, gedestilleerde drank uit Okinawa op basis van rijst |
baisūsei-倍数性 | polyploïdie (in erfelijkheidsleer) |
bakkusukin-バックスキン | geitenleer; schapenleer; bokkenvel |
banpaia-バンパイア | vampier vleermuis |
banpaia・batto-バンパイア・バット | vampier vleermuis |
battei-末弟 | jongste discipel [leerling; volgeling] |
bigaku-美学 | esthetica; esthetiek; schoonheidsleer |
bukkai-仏界 | één van de 10 werelden in de Boeddhistische leer (van de hel oplopend tot rijk van de Boeddha's) |
bunja -文者 | geleerde; wetenschapper; academicus |
bunpō-文法 | grammatica; spraakleer |
buppōsō-仏法僧 | de drie boeddhistische juwelen [schatten], n.l. Boeddha, Dharma (de boeddhistische leer), en Sangha (de boeddhistische gemeenschap) |
butsudeshi-仏弟子 | leerling [volgeling] van Boeddha |
butsuji-仏事 | boeddhistische prediking [leer] |
butsumon-仏門 | boeddhistische leer; boeddhisme; intreding tot het boeddhisme |
butteki-仏敵 | vijand [tegenstander] van de boeddhistische leer |
chekku-チェック | teken(tje); vinkje (dat iets gecontroleerd is) |
chishitsukōzō-地質構造 | tektoniek; (leer van) geologische structuren |
chūgakusei-中学生 | leerling op middenschool (van hoogste klassen basisschool t/m brugklassen van middelbare school) |
chūmonnagare-注文流れ | een afgezegde [geannuleerde] bestelling [order] |
daigo-醍醐 | de leer van Boeddha |
daigomi-醍醐味 | de leer van Boeddha |
daikō-代講 | plaatsvervangende docent; invallende leerkracht |
dāwinizumu-ダーウィニズム | darwinisme; evolutieleer |
denpō-伝法 | de overdracht [het doorgeven; onderwijzen] van de boeddhistische leer (van meester op discipel) |
deshi-弟子 | leerling; volgeling |
deshiiri-弟子入り | leerlingschap; stage |
dō-道 | (fig.) weg; pad; leer; doctrine |
dōbutsukōdōgaku-動物行動学 | ethologie; gedragsbiologie; gedragsleer |
dōjō-道場 | tempel [plek] om de boeddhistische leer te doorgronden |
dokkyobō-独居房 | isoleercel; eenpersoonscel |
dokkyokanbō-独居監房 | isoleercel; eenpersoonscel |
dokubō-独房 | isoleercel |
dokutāierō-ドクターイエロー | een gele onderhoudstrein, die de shinkansen spoorlijnen controleert op gebreken van apparatuur, rails, en bovenleidingen |
dokutorin-ドクトリン | doctrine; leerstelling |
doramatsurugī-ドラマツルギー | dramaturgie (de leer van de dramatische kunst) |
doruman・surību-ドルマン・スリーブ | vleermuismouw |
dōryū-道流 | (China) Taoïstische leer |
dosukin-ドスキン | glanzende stof die lijkt op hertenleer |
enmachō-閻魔帳 | cijferlijst; notitieboek met cijfers van leerlingen |
feikurezā-フェイクレザー | imitatieleer; kunstleer |
fūshi-夫子 | wijze man; geleerde; meester |
gakkyū-学級 | (privaatonderwijs) studiegroep; leergroep |
gakudō-学道 | studie [bestudering] en naleving van de boeddhistische leer |
gakujutsu-学術 | wetenschap; (wetenschappelijke) kennis; geleerdheid |
gakumon-学問 | kennis; geleerdheid |
gakunen-学年 | academisch jaar; leerjaar; studiejaar |
gakuryoku-学力 | wetenschappelijke bekwaamheid [prestaties]; leervaardigheid |
gakusei-学生 | student; leerling |
gakuseki-学籍 | schoolregister; lijst van ingeschreven leerlingen |
gakusetsu-学説 | (wetenschappelijke) theorie; leer |
gakusha-学者 | een geleerde; wetenschapper; academicus |
gakushiki-学識 | wetenschappelijke kennis; geleerdheid |
gansekigaku-岩石学 | petrologie; leer der gesteenten |
gikaku-擬革 | imitatieleer |
gimukyōiku-義務教育 | verplicht onderwijs; leerplichtig onderwijs |
gokubi-極微 | geheime leer; verborgen mysterie |
guhō-弘法 | het verspreiden van de boeddhistische leer |
gushin-具申 | gedetailleerd rapport [verslag] |
gyakuen-逆縁 | slechte daad die iemand uiteindelijk tot de Boeddhistische leer leidt |
hairu-入る | geïnstalleerd worden; (ergens) in zitten [ingekomen zijn]; een inhoud hebben (van); bevatten |
hakase-博士 | expert; kenner; deskundige; geleerde; academicus |
hakushi-博士 | geleerde; kenner; expert |
hangā-ハンガー | kleerhanger |
hangawaki-半乾き | leerhard; halfdroog zijn |
hanshinron-汎心論 | panpsychisme (filosofische leer) |
hanshinron-汎神論 | pantheïsme (filosofische leer) |
hayaumare-早生まれ | geboren tussen 1 januari en 1 april ( de datum van schoolbegin); vroege leerling |
hazumu-弾む | gestimuleerd [bemoedigd; aangespoord; opgevrolijkt] worden |
hikyō-秘教 | esoterische religie [leer] |
hippō-筆法 | compositieleer van teksten |
hōgakubu-法学部 | Faculteit der Rechtsgeleerdheid |
hōjō-法城 | de sterke rots [burcht] van de boeddhistische leer |
hōkyō-法橋 | (boeddh.) de brug van de Dharma (deze term vergelijkt de leer van Boeddha met een brug die mensen naar de overkant brengt) |
hōmon-法門 | boeddhistische leer; poort naar de boeddhistische [spirituele] verlichting |
hōmu-法務 | zaken die te maken hebben met de boeddhistische leer |
hōmurūmu-ホームルーム | schoollokaal waar een groep leerlingen extra begeleiding krijgt van een vaste leraar (vaak voordat de reguliere lessen beginnen) |
hōritsugaku-法律学 | rechtswetenschap(pen); rechtsgeleerdheid |
hōtō-法灯 | de leer [het licht] van Boeddha |
hyakka-百家 | vele geleerden |
ichimon-一門 | leerlingen van dezelfde meester (van een school der kunsten, vechtsporten, e.d.) |
idengaku-遺伝学 | genetica; erfelijkheidsleer |
imiron-意味論 | semantiek; betekenisleer |
indō-引導 | begeleiding (m.n. in de boeddhistische leer) |
insutorakutā-インストラクター | instructeur; docent; leermeester; trainer |
interi-インテリ | intellectueel; geleerd person; intelligentsia |
isamitatsu-勇み立つ | gestimuleerd [bemoedigd; opgefleurd; geprikkeld] zijn [worden] |
itan-異端 | ketterij; dwaalleer; heidendom |
jikideshi-直弟子 | directe [persoonlijke] leerling [volgeling] (van een meester) |
jikkyō-実教 | (boeddh.) de ware leer die tot verlichting leidt |
jōryūki-蒸留器 | distilleerketel |
jōryūsho-蒸溜所 | distilleerderij |
jōryūshu-蒸留酒 | gedistilleerde dranken; sterke drank |
jugyōryō-授業料 | schoolgeld; leergeld |
jūgyūzu-十牛図 | Chinese Zen-kalligrafie van 10 ossenhoeders (toegeschreven aan Kakuan; ter verduidelijking van de leer via een vergelijking tussen herders en ossen) |
junsui-純水 | zuiver [gezuiverd; gedestilleerd] water |
jun'en-順縁 | (boedd.) de Boeddhistische leer ingaan met een goed karma |
jussaku-述作 | de leer [theorie] van iemand |
kabushikiginkō-株式銀行 | aandelenbank (een bank die eigendom is van en wordt gecontroleerd door aandeelhouders) |
kaette-却って | integendeel; veeleer; in plaats (daar)van |
kāfusukin-カーフスキン | kalfsleer; kalfshuid |
kaigunhikōyokarenshūsei-海軍飛行予科練習生 | de aspirant piloot of leerling vlieger op die opleiding |
kainishikusu-カイニシクス | bewegingsleer; bewegingswetenschap |
kamera・ai-カメラ・アイ | observatie [reportage] (gedetailleerd) als door het oog van een camera |
kamitsu-過密 | (overmatige) gedetailleerdheid |
kange-勧化 | de prediking van de boeddhistische leer |
kanon-カノン | canon, (christelijke) kerkelijke leerstelling |
kanshitsu-乾漆 | droge lak techniek (voorwerpen worden gevormd met lagen hennepdoek gedrenkt in lak, en de oppervlaktedetails gemodelleerd met lak, zaagsel, e.d.) |
karigane-雁が音 | een familiewapen, een gestileerde versie van een gans |
karikyuramu-カリキュラム | curriculum; leerplan; lespakket |
kawa-皮 | vel; huid; leer; schil |
kawa-革 | leer; dierenhuid |
kawago-皮籠 | een mand bekleed met leer (of met papier) |
kegi-化儀 | onderwijsmethode van de boeddhistische leer |
kehō-化法 | boeddhistische leer; boeddhisme |
keihōgakusha-刑法学者 | strafrechtwetenschapper; geleerde in het strafrecht |
keitairon-形態論 | morfologie; vormleer |
kekkaron-結果論 | oordeel [mening; advies] achteraf geformuleerd, nadat de feiten [resultaten] bekend zijn |
kengaku-兼学 | het tegelijkertijd bestuderen van de leer van verschillende scholen of sekten |
ketsumyaku-血脈 | lijn van instructie van leraar naar leerling [discipel] |
kibera-木べら | houten modelleergereedschap voor klei; modelleerhoutje |
kigōron-記号論 | semiotiek; tekenleer |
kōan-公案 | (Zen Boeddhisme) kōan, een schijnbaar onoplosbaar vraagstuk (voorgelegd door een meester aan een leerling) |
koa・shisutemu-コア・システム | bouwconstructiesysteem, waarbij gemeenschappelijke voorzieningen (machinekamers, trappen, toiletten, liften) middenin een gebouw worden geïnstalleerd |
kojō-孤城 | een eenzaam [geïsoleerd gelegen] kasteel [vesting] |
kōkōsei-高校生 | leerling (in de hoogste klassen) van de middelbare school |
komakai-細かい | gedetailleerd; precies |
komayaka-細やか | fijn [delicaat; subtiel; gedetailleerd] zijn |
kōmori-蝙蝠 | vleermuis |
koritsu-孤立 | geïsoleerdheid; alleen(staand) zijn; op zichzelf aangewezen zijn; eenzaamheid |
koritsumuen-孤立無援 | alleen; geïsoleerd; totaal zonder steun van anderen |
koritsusuru-孤立する | geïsoleerd raken |
korui-孤塁 | geïsoleerde vesting; laatste bolwerk |
kōsoku-高足 | beste [vooraanstaande] student [leerling; discipel] |
kote-籠手 | een handschoen die beschermd is met metaal of hard leer (wordt o.a. gedragen bij de Japanse zwaardvechtkunst Kendo) |
kōtei-公定 | beste [vooraanstaande] student [leerling; discipel] |
kōyahijiri-高野聖 | monnik die vanuit de berg Koya wordt uitgezonden om de leer te verspreiden en donaties te verzamelen |
kōza-講座 | leerstoel |
kuchibeta-口下手 | ongearticuleerd [onwelsprekend] zijn; het slecht spreken |
kuchibuchōhō-口不調法 | ongearticuleerd [onwelsprekend] zijn; het slecht spreken |
kunwa-訓話 | een leerzaam [waarschuwend] verhaal |
kurōzetto-クローゼット | kast; linnenkast; kleerkast |
kuwashii-詳しい | gedetailleerd; uitvoerig |
kūyanenbutsu-空也念仏 | invocatie van Amida Boeddha volgens de leer van Kūya (een Tendai monnik, 903 - 972) met behulp van instrumentale begeleiding (kalebas of bel) en dans |
kyatatsu-脚立 | trapleer; trap(ladder) |
kyōgaku-教学 | godsdienstleer; theologie |
kyōgu-教具 | leermiddelen; onderwijsmiddelen |
kyōhō-教法 | de Leer van Boeddha |
kyōhon-教本 | leerboek; lesboek; cursusboek; handboek; handleiding |
kyōikuteki-教育的 | educatief; leerzaam; instructief |
kyōin-教員 | docent; leerkracht; leraar |
kyōjakuhō-強弱法 | dynamiek (muziek, leer der sterktegraden) |
kyōri-教理 | doctrine; leerstuk; dogma; leer |
manadeshi-愛弟子 | lieveling van de juf [meester; docent]; favoriete leerling |
maotaishu-マオタイ酒 | maotai, Chinese gedestilleerde drank, gemaakt van sorgo (Sorghum) |
mappō-末法 | het besef dat de periode van verval van de boeddhistische wetten [leer] is aangebroken; boeddhistische eschatologie |
mappōshisō-末法思想 | pessimisme door het besef dat de periode van verval van de boeddhistische wetten [leer] is aangebroken |
matsugaku-末学 | (bescheiden zelf-aanduiding van een) wetenschapper [geleerde] |
mattei-末弟 | jongste discipel [leerling; volgeling] |
meisaisho-明細書 | specificatie; gedetailleerde verklaring |
meisō-名僧 | een eminente [bekende; geleerde] priester |
menmitsu-綿密 | gedetailleerd [precies; nauwkeurig] zijn |
mēzā-メーザー | (microwave amplification by stimulated emission of radiation) een apparaat dat microgolven kan versterken door gestimuleerde emissie van straling |
minarai-見習い | leertijd; stage; proeftijd |
minarai-見習い | stagiair(e); aspirant; leerling |
mitsuga-密画 | gedetailleerde tekening [afbeelding] |
mōbosansennooshie-孟母三遷の教え | het belang van het creëren van een goede leeromgeving voor een kind (naar een oud verhaal over Mencius' moeder die 3 keer verhuisde daarvoor) |
mon-門 | volgeling; discipel; leerling |
monjin-門人 | leerling; pupil; discipel; volgeling |
monka-門下 | leerling; pupil; volgeling; discipel |
monkasei-門下生 | leerling; pupil; volgeling; discipel |
monrōshugi-モンロー主義 | monroeleer (genoemd naar de Amerikaanse president James Monroe) |
monzeki-門跡 | (de priester die verantwoordelijk is voor) een tempel waar de leerstellingen van de stichter van de sekte zijn overgeleverd |
munimusan-無二無三 | (Boeddh.) de enige (goede) leer [weg] |
nagarazoku-ながら族 | mensen (leeringen; studenten) die de gewoonte hebben tijdens het studeren te luisteren naar muziek, radio enz. |
nakanaka-中中 | liever; eerder; veeleer; bij voorkeur |
nanakorobiyaoki-七転び八起き | (spreekwoord) met vallen en opstaan (leren); al doende leert men (lett. 7 keer vallen, 8 keer opstaan) |
nenki-年季 | aantal jaren; dienstperiode; leertijd |
nenki-年期 | aantal jaren; dienstperiode; leertijd |
nenkibōkō-年季奉公 | stage; leercontract |
neru-練る | leer bewerken; leer looien |
nigiributo-握り太 | de handgreep van een boog dat met leer omwikkeld is om het dikker te maken |
nigirikawa-握り革 | het leer dat om het heft van een zwaard of de handgreep van een boog gewikkeld is |
nōmitsu-濃密 | volheid; diepte (van smaak, b.v.); gedetailleerdheid |
nyohō-如法 | naleving van de leer van de Boeddha |
nyūshitsu-入室 | (boeddh.) het betreden van de kamer van de leermeester om onderricht te ontvangen |
ofumi-御文 | brieven aan volgelingen [studenten] van de Jōdoshin sekte om de leer daarvan in eenvoudige termen uit te leggen |
ōgi-奥義 | geheime kennis [leer]; mysterie |
okugi-奥義 | geheime overlevering [kennis, leer] in de uitoefening van beeldende kunsten, traditionele vechtkunsten e.d. |
ontorojī-オントロジー | ontologie; zijnsleer |
ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | alumnus; reünist; oud-leerling |
ōrudo・gāru-オールド・ガール | oud-leerlinge; reüniste |
oshie-教え | leer; leerstelling; doctrine; geloof; filosofie |
oshiego-教え子 | iemands (oud-)leerling [(oud-)student; vroegere discipel] |
ōsodokkusu-オーソドックス | orthodox; rechtzinnig; strikt in de leer |
pureppī-プレッピー | leerling van een (op de universiteit) voorbereidende school |
rapukon-ラプコン | radar approach control (controleert aanvlieg- en vertrekroutes van het luchtverkeer) |
retoruto-レトルト | retort; distilleerkolf |
rettōsei-劣等生 | slechte [trage] leerling; leerling met een leerachterstand |
rezā-レザー | leer [leder] |
rezā-レザー | kunstleer; imitatieleer |
rezākurosu-レザークロス | leerdoek; imitatieleer |
riken-利剣 | (Boeddh.) beeldspraak voor de wijsheid of boeddhistische leer die nodig is om aardse verlangens en kwade krachten te kunnen verwerpen |
rinrigaku-倫理学 | ethica; studie van de ethiek; zedenleer |
rojikku-ロジック | logica; denkleer |
rōkō-老巧 | ervaren [volleerd; geroutineerd] zijn |
ron-論 | leer; theorie |
ronrigaku-論理学 | (studie van de) logica; denkleer |
rōshi-老師 | oude leermeester [priester] |
ryūō-竜王 | (boeddh.) drakenkoning (de beschermer van de boeddhistische leer) |
saihitsu-細筆 | gedetailleerde beschrijving |
saiken-細見 | gedetailleerde kaart [plattegrond; gids] |
saimitsu-細密 | gedetailleerdheid; precisie; nauwgezetheid |
saisho-細書 | gedetailleerde beschrijving |
saitan-歳旦 | afkorting voor saitan-biraki (een bijeenkomst van dichters en hun leerlingen in januari om gedichten te maken over nieuwjaarsdag) |
sangaku-参学 | gezamelijk hoorcollege over de boeddhistische leer |
sanpō-算法 | rekenkunde; getallenleer; algoritme |
sansen-三遷 | (afk. voor) het belang van het creëren van een goede leeromgeving voor een kind |
sansennooshie-三遷の教え | (afk. voor) het belang van het creëren van een goede leeromgeving voor een kind |
sappitsu-擦筆 | een doezelaar (puntig opgerold stuk papier of zeemleer, gebruikt om kleuren in te wrijven op papier of fresco) |
seihangō-正反合 | (in filosofie, drie stadia van dialectische logica geformuleerd door Hegel) these, antithese, synthese |
seika-正課 | (vak uit) het reguliere leerplan [curriculum) |
seikōudoku-晴耕雨読 | op het land werken als de zon schijnt en thuis een boek lezen als het regent (verwijst naar het stille [geïsoleerde] leven op het platteland) |
seikyō-聖教 | de heilige leer; Confucianisme; Boeddhisme |
seikyō-聖教 | de christelijke [orthodoxe] leer; het Christendom |
seimitsu-精密 | precisie; nauwkeurigheid; nauwgezetheid; accuratesse; gedetailleerdheid |
seimitsukensa-精密検査 | gedetailleerde inspectie [controle]; minutieus [grondig] onderzoek |
seisai-精細 | gedetailleerdheid; precisie |
seishineiseigaku-精神衛生学 | geestelijke gezondheidsleer |
seiso-精粗 | fijnheid of ruwheid; gedetailleerdheid of grofheid |
seito-生徒 | leerling(e); scholier; student(e) |
seitō-精到 | nauwkeurig [precies; nauwgezet; gedetailleerd] zijn |
seiun-青雲 | eruditie; geleerdheid; hoge status |
sekigaku-碩学 | een erudiet persoon; iemand met uitgebreide kennis; een groot geleerde |
sekuto-セクト | sekte (groep aanhangers van een bepaalde leer of overtuiging) |
semantikkusu-セマンティックス | semantiek; betekenisleer |
semiotikusu-セミオティクス | semiotiek; tekenleer |
senju-専修 | bestudering [beoefening] van de boeddhistische leer; het reciteren van de nenbutsu |
senjunenbutsu-専修念仏 | aanroeping van de Amida Boeddha (de dagelijkse obesrvatie van de boeddhistische leer in de Jōdo-sekte) |
seppō-説法 | preek; leerrede; prediking |
shakaika-社会科 | sociale wetenschappen; maatschappijleer |
shakkyō-釈教 | de leer [leerstellingen] van Boeddha |
shākusukin-シャークスキン | haaienhuid; haaienleer; haaienvel |
shiden-師伝 | het onderricht van de meester aan zijn leerlingen [volgelingen]; onderricht [les] krijgen van de meester zelf |
shidōan-指導案 | leerbegeleidingsplan; onderwijsbegeleidingsplan |
shidōhō-指導法 | leermethode; onderwijsmethode |
shigaku-詩学 | poëtica; theorie van de dichtkunst; poëzieleer |
shigaku-詩学 | Poëtica (leerboek over de dichtkunst van Aristoteles) |
shindeshi-新弟子 | nieuwe leerling [student] |
shingaku-神学 | (studie) theologie; godgeleerdheid |
shinia-シニア | oudere leerling [student] |
shinju-真儒 | een goede [ware] geleerde; een echte confucianist |
shinkaron-進化論 | evolutietheorie; evolutieleer |
shinpa-新派 | nieuwe school [leer; stroming] |
shintakkusu-シンタックス | syntaxis; zinsleer; zinsbouw |
shirabasu-シラバス | syllabus; leerplan |
shishi-師資 | meester en leerling; leraar en student; de relatie tussen meester en leerling |
shisō-師僧 | een leidende [de leer onderwijzende] boeddhistische monnik |
shitei-師弟 | meester en leerling; leraar en student |
shōbō-正法 | de ware leer van Boeddha |
shōbō-正法 | de Periode van de Ware Leer van Boeddha (de periode van vijfhonderd of duizend jaar na de dood van Sakyamuni) |
shōgaikyōiku-生涯教育 | permanente educatie; levenslange leergang |
shohō-書法 | compositieleer van het schrijven; schrijfstijl |
shōjutsu-詳述 | gedetailleerde beschrijving |
shōkai-詳解 | gedetailleerde uitleg; uitvoerige toelichting |
shoken-書剣 | pen (lett.: boek) en zwaard (voorwerpen die geleerden en schrijvers vroeger altijd bij zich hadden) |
shōmitsu-詳密 | gedetailleerd zijn; details |
shōmon-蕉門 | leerlingen [volgelingen] van Matsuo Bashō (1644 - 1694), een dichter uit de Edo-periode) |
shōnen-正念 | de zuivere boeddhistische leer (volgen) |
shosei-書生 | student; geleerde |
shuninsei-主任制 | een systeem waarbij leerkrachten bepaalde administratieve taken krijgen toegewezen |
shuninseido-主任制度 | een systeem waarbij leerkrachten bepaalde administratieve taken krijgen toegewezen |
shuninteate-主任手当て | toelage [financiële vergoeding] voor leerkrachten met aanvullende administratieve taken |
shutchōkyōju-出張教授 | het lesgeven bij een leerling thuis |
shutchōkyōju-出張教授 | docent die les geeft bij een leerling thuis |
so-ソ | so (5e noot in de notenleer) |
sonzairon-存在論 | ontologie; zijnsleer |
sorufēju-ソルフェージュ | solfège; notenleer |
soshikigaku-組織学 | histologie; weefselleer |
sōzarai-総浚い | repeteren [herhalen; opnieuw bestuderen] (hetgeen men geleerd heeft) |
sozōdai-塑造台 | modelschijf; modelleer standaard |
sukin-スキン | huid; leer |
sunameno-砂目の | gestippeld; gepointilleerd |
superingu-スペリング | spelling; spellingwijze; spellingleer; orthografie |
supirittsu-スピリッツ | sterkedrank (gedistilleerde drank) |
tachiita-裁ち板 | kleermakers (knip)tafel |
taika-大家 | meester; expert; eminent geleerde [vakman] |
tantakatan-鍛高譚 | een soort shōchū (Japanse gedistilleerde drank) gemaakt met perilla (shiso) bladeren |
tatsujin-達人 | expert; meester; deskundige; iemand die in een bepaalde vak, kunst of ambacht excelleert |
tekisuto-テキスト | tekstboek; leerboek; schoolboek |
tekkō-手甲 | handbescherming (van leer of katoen) |
tērā-テーラー | kleermaker |
tobichi-飛び地 | afgelegen [geïsoleerd] gebied; enclave |
tōfū-東風 | (volgens de leer van de vijf elementen) lentewind; voorjaarswind |
tōgoron-統語論 | syntaxis; zinsleer; zinsbouw |
tokuhon-読本 | leerboek; lesboek; tekstboek; boek voor beginners |
tsūbō-痛棒 | stok gebruikt tijdens Zen meditatie training (om onoplettende leerlingen een tik te geven) |
tsumabiraka-詳らか | gedetailleerd; duidelijk |
tsumitsukuri-罪作り | handelingen die in strijd zijn met de boeddhistische leer (zoals het doden of verwonden van levende wezens) |
uchideshi-内弟子 | bij een leermeester inwonende student (die huistaken verricht als betaling voor onderwijs) |
uma-馬 | een trap(leer) |
urutoramontanizumu-ウルトラモンタニズム | ultramontanisme (leer binnen de katholieke kerk met nadruk op de autoriteit van de paus) |
wasai-和裁 | Japanse kleermakerij; het maken van Japanse kleding [kimono] |
yakunitatsu-役に立つ | nuttig zijn; leerzaam zijn |
yakurigaku-薬理学 | farmacologie; geneesmiddelenleer |
yōfukukake-洋服掛け | kleerhanger |
yudayakyō-ユダヤ教 | judaïsme; de joodse leer; het jodendom |
yūeki-有益 | voordelig [nuttig; winstgevend; leerzaam] zijn |
yūshiki-有識 | geleerdheid; goede algemene ontwikkeling; deskundigheid |
yūsoku-有職 | iemand die geleerd is [kennis heeft] |
zaigaku-在学 | (op een school) ingeschreven zijn (als leerling of student) |
zenchishiki-善知識 | (boeddh.) iem. die de Boeddhistische leer uitlegt en mensen leidt naar de juiste (Boeddhistische) weg |
zengaku-禅学 | de leer [doctrines] en training van het zenboeddhisme |
zenmondō-禅問答 | zen raadsel (in gesprek tussen zenmeester en leerling) |
zokuju-俗儒 | een middelmatige geleerde; een confucianist met weinig inzicht [begrip] |
zoroasutākyō-ゾロアスター教 | zoroastrianisme (leer van Zarathoestra) |