Kruisverwijzing
leeftijd
lemma | meaning |
---|---|
bangaku-晩学 | studie laat in je leven; studie [opleiding] (beginnen) op oudere [hoge] leeftijd |
bankon-晩婚 | een laat huwelijk; huwelijk op latere leeftijd |
barei-馬齢 | leeftijd van een paard |
barei-馬齢 | (nederig) de eigen leeftijd |
botsunen-没年 | leeftijd bij sterven |
chūnen-中年 | middelbare leeftijd |
chūrō-中老 | middelbare leeftijd |
dōnen-同年 | dezelfde leeftijd; even oud |
ēji・gurūpu-エージ・グループ | leeftijdsgroep; leeftijdscategorie; leeftijdsklasse |
ēji・shūtā-エージ・シューター | een age-shooter, een golfspeler die op een 18-holes golfbaan een puntenaantal scoort dat gelijk of lager is dan zijn [haar] leeftijd |
gakurei-学齢 | schoolgaande leeftijd |
hanareru-離れる | verschillen (in leeftijd) |
henseiki-変声期 | de leeftijd waarop bij jongens de stem verandert [zwaarder wordt]; de leeftijd dat jongens de baard in de keel krijgen |
jakkan-弱冠 | 20 jaar; jonge leeftijd |
jiritsu-而立 | (leeftijd) 30 jaar; 30ste levensjaar |
ju-寿 | ouderdom; hoge leeftijd |
jukunen-熟年 | middelbare leeftijd |
jurei-樹齢 | de leeftijd [ouderdom] van een boom |
karei-遐齢 | een lang leven; lange levensduur; hoge leeftijd |
kazoe-数え | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
kazoedoshi-数え年 | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
kenkei-賢兄 | beleefde aanspreekvorm gebruikt door mannen voor hun leeftijdsgenoten, in brieven, e.d.) beste broer |
koki-古希 | 70 jaar (leeftijd) |
kōnen-高年 | hogere leeftijd |
kōrei-高齢 | gevorderde [hoge] leeftijd |
kōreika-高齢化 | vergrijzing; veroudering (hoger worden van de gemiddelde leeftijd) |
kōreikasuru-高齢化する | vergrijzen; verouderen; hoger worden van de gemiddelde leeftijd |
kōreisha-高齢者 | oude mensen; ouderen; bejaarden; mensen op hoge leeftijd |
kurasu・magajin-クラス・マガジン | gespecialiseerd tijdschrift, bestemd voor een specifieke groep consumenten (qua leeftijd, geslacht, interesses, etc.) |
kyōnen-享年 | overlijdensjaar, leeftijd bij overlijden |
maeyaku-前厄 | (psychologie) het jaar voorafgaand aan de kritieke leeftijd [periode]; het jaar voor het ongeluksjaar |
midorueiji・shindorōmu-ミドルエイジ・シンドローム | midlifecrisis; middelbare leeftijdssyndroom |
midoru・tīn-ミドル・ティーン | (Eng. middle teen = mid-teen) in de leeftijd van 15 of 16 jaar |
momotose-百歳 | honderd jaar; honderdjarige leeftijd |
musoji-六十路 | leeftijd van 60 jaar; iemand van 60 jaar |
naisu・midi-ナイス・ミディ | leuke [aardige; aantrekkelijke] vrouw van middelbare leeftijd |
naisu・midoru-ナイス・ミドル | leuke [aardige; aantrekkelijke] man van middelbare leeftijd |
nenchōsha-年長者 | senior; de oudere in leeftijd |
nenpai-年配 | leeftijd; ouderdom; jaren |
nenrei-年齢 | leeftijd; (aantal) jaren |
nenreisō-年齢層 | leeftijdsgroep |
nenshi-年歯 | leeftijd; (aantal) jaren |
obasan-小母さん | (aanspreektitel voor vrouw van middelbare leeftijd) mevrouw |
oiraku-老いらく | oudere leeftijd |
onaidoshi-同い年 | (van) dezelfde leeftijd |
rōba-老馬 | een oud paard; paard op leeftijd |
rōgan-老眼 | presbyopie; verziendheid op oudere leeftijd |
rōgo-老後 | (op) oudere leeftijd; de oude dag |
rōjaku-老弱 | lichamelijke zwakheid op oudere leeftijd; ouderdomsklachten |
rōjaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
rōjō-老嬢 | oude vrijster; vrouw die op oudere leeftijd nog steeds alleen [ongetrouwd] is |
romansugurē-ロマンスグレー | romantisch grijs, een uitdrukking voor een aantrekkelijke man van middelbare leeftijd (met hier en daar wat grijs haar) |
rōnō-老農 | boer [landbouwer; agrariër] op leeftijd |
rōnyaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
rōnyakunannyo-老若男女 | alle mensen ongeacht leeftijd of geslacht; mannen en vrouwen van alle leeftijden |
rōrei-老齢 | gevorderde leeftijd; ouderdom |
ryūnen-立年 | 30 jaar (leeftijd) |
sai-才 | jaar (klasse-aanduider voor leeftijd) |
sai-歳 | jaar (klasse-aanduider voor leeftijd) |
saichō-最長 | de oudste leeftijd |
saishō-最少 | de jongste leeftijd |
seikatsukyū-生活給 | loon berekend op basis van de kosten van levensonderhoud van de werknemer (rekening houdend met leeftijd, dienstjaren en gezinssituatie) |
seinen-生年 | leeftijd |
seishinnenrei-精神年齢 | mentale [geestelijke] leeftijd |
shinia-シニア | senior (de oudere in leeftijd) |
shōgaisupōtsu-生涯スポーツ | levenslang sporten; sport die je altijd kan doen (ongeacht leeftijd) voor de gezondheid en recreatie |
shōnen-生年 | (iemands) leeftijd |
shorō-初老 | de middelbare leeftijd; begin van de ouderdom; vroegoud zijn |
shunjū-春秋 | jaren; leeftijd |
sō-壮 | de leeftijd vol kracht, energie en gezondheid; iemand van ca. 30 jaar; iemand in de bloei van zijn leven |
sōkon-早婚 | een vroeg huwelijk; huwelijk op jonge leeftijd |
tairei-頽齢 | (iemands) oude dag; laatste jaren; gevorderde [hoge] leeftijd |
teinen-定年 | (wettelijke) pensioenleeftijd; pensioengerechtigde leeftijd |
teinentaishoku-定年退職 | pensionering; het met pensioen gaan vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd |
tose-年 | het telwoord voor het tellen van kalenderjaren of leeftijden |
toshi-年 | jaar (leeftijd) |
toshigai-年甲斐 | de wijsheid der jaren; wijsheid overeenkomstig leeftijd |
toshigoro-年頃 | leeftijd |
toshiha-年端 | leeftijd; (aantal) jaren |
toshikakkō-年格好 | schijnbare leeftijd; ongeveer zo oud |
toshikasa-年嵩 | het ouder zijn; oudere leeftijd |
toshima-年増 | een vrouw van middelbare leeftijd; een oudere vrouw |
toshimawari-年回り | geluk behorend bij een bepaalde leeftijd (er wordt gezegd dat de ongeluksleeftijd bij mannen 42 is en bij vrouwen 33) |
toshimawari-年回り | leeftijd |
toshinami-年波 | leeftijd; het ouder worden; op leeftijd raken |
toshinokoro-年の頃 | geschatte leeftijd; ongeveer zo oud |
wakahage-若禿 | vroegtijdige kaalheid; kaalheid op jonge leeftijd |
wakashiraga-若白髪 | vroeg grijs; grijs haar op jonge leeftijd |
wakazukuri-若作り | zich jong kleden; zich jonger kleden dan de eigen leeftijd |
yakudoshi-厄年 | ongeluksjaar [leeftijd] (voor mannen 25, 42 en 61; voor vrouwen 19, 33 en 37) |
yakumae-厄前 | (psychologie) het jaar voorafgaand aan de kritieke leeftijd [periode]; het jaar voor het ongeluksjaar |