bantō-番頭 | hoofd-bewaker (van een landgoed, paleisterrein, tempelcomplex, e.d.) |
ieyashiki-家屋敷 | landgoed; hoeve; huis met erf en bijgebouwen |
in-院 | landgoed |
jisho-地所 | kavel; perceel (grond); landgoed |
kuniiri-国入り | (Edo periode) terugkeer van de leenheer naar zijn landgoed |
shitatameru-認める | besturen (landgoed, rijk, land, e.d.) |
teinai-邸内 | binnen huis en erf; binnen het landgoed [domein; herenhuis] |