Kruisverwijzing
landbouw
lemma | meaning |
---|---|
aguribijinesu-アグリビジネス | landbouwindustrie |
akuchi-悪地 | slechte grond; land dat ongeschikt is voor landbouw e.d. |
atochi-跡地 | landbouwgrond (na de oogst) |
baindā-バインダー | schovenbinder (landbouwmachine) |
bunshinōgyō-分子農業 | moleculaire landbouw |
byōgai-病害 | schade aan (landbouw) gewassen door plantenziekten |
chūkō-中耕 | grondbewerking (voor landbouw) |
daiichijisangyō-第一次産業 | primaire industry (landbouw, bosbouw en visserij) |
denpu-田夫 | boer; landbouwer |
einō-営農 | landbouw; agrarische sector |
ekichō-益鳥 | vogels die nuttig zijn voor de landbouw (b.v. omdat ze schadelijke insecten opeten) |
fāmu-ファーム | boerderij; hoeve; landbouwbedrijf; boerenbedrijf |
gaichō-害鳥 | vogels die schadelijk zijn voor de landbouw |
gekū-外宮 | de buitenste schrijn van het Ise Jingu heiligdom (Mie-prefectuur) gewijd aan Toyouke no ōmikami (god van landbouw en industrie) |
gurīn・reboryūshon-グリーン・レボリューション | Groene revolutie (landbouwrevolutie vnl. tussen 1960 en 1980 in Azië) |
haro-ハロ | eg (landbouwwerktuig) |
harō-ハロー | eg (landbouwwerktuig) |
hata-畑 | veld; akker; landbouwgrond |
hatachi-畑地 | landbouwgrond |
hatake-畑 | veld; akker; landbouwgrond |
ippitsu-一筆 | een afkadering (van landbouwgrond, woonerf, etc.) |
jasu・māku-ジャス・マーク | JAS (Japanese Agricultural Standard) keurmerk voor voedsel (landbouw en dierlijke producten) |
jikyūsakumotsu-自給作物 | landbouwproducten voor eigen gebruik |
jōdo-壌土 | leem [klei] grond (geschikt voor landbouw) |
kibutsu-キブツ | kibboets (landbouwkolonie van pioniers in Israël) |
kōchi-耕地 | landbouwgrond; akkerland |
maguwa-馬鍬 | eg (landbouwwerktuig) |
munōyaku-無農薬 | pesticidenvrij; (landbouw) zonder bestrijdingsmiddelen |
natsunari-夏成り | een landbouw-belasting over de opbrengsten van de zomer-oogst (stamt uit de Middeleeuwen) |
nōchi-農地 | landbouwgrond |
nōfu-農夫 | boer; landbouwer |
nōfu-農婦 | landbouwster; boerin |
nōgaku-農学 | landbouwkunde; landbouwwetenschap(pen) |
nōgei-農芸 | landbouw; landbouwkunde |
nōgyō-農業 | boerenbedrijf; landbouw; veeteelt; bosbouw |
nōgyōkyōdōkumiai-農業協同組合 | landbouwcoöperatie |
nōhanki-農繁期 | periode met veel landbouwactiviteit; drukke tijd voor landbouwers |
nōhō-農法 | landbouwsysteem; landbouw methode |
nōji-農事 | landbouw; landbouwwerkzaamheden |
nōjō-農場 | boerderij; hoeve; landbouwbedrijf |
nōka-農科 | landbouwafdeling; landbouwcursus |
nōkanki-農閑期 | periode van geringe landbouwactiviteit; stille tijd voor landbouwers |
nōkō-農耕 | landbouw; akkerbouw |
nōkyō-農協 | landbouwcoöperatie |
nōmin-農民 | agrariër; boer; landbouwer; boerenbevolking; boerenstand |
nōsagyō-農作業 | agrarisch werk; landbouwarbeid |
nōsaku-農作 | landbouw |
nōsakubutsu-農作物 | agrarisch product; landbouwproduct |
nōsakugyō-農作業 | landbouw; het werken op het land |
nōsan-農産 | agrarische productie; landbouwproductie |
nōsanbutsu-農産物 | landbouwproduct; agrarisch product |
nōsei-農政 | landbouwbeleid; landbouwpolitiek |
nōyaku-農薬 | (chemische) bestrijdingsmiddelen; landbouwchemicaliën |
posuto・hābesuto-ポスト・ハーベスト | behandeling [verwerking] van landbouwproducten na de oogst |
purau-プラウ | ploeg (landbouwwerktuig) |
rōnō-老農 | boer [landbouwer; agrariër] met veel ervaring |
rōnō-老農 | boer [landbouwer; agrariër] op leeftijd |
sakumotsu-作物 | oogst; landbouwproducten |
shūkaku-収穫 | oogst (in de landbouw, e.d.); opbrengst |
shūyakunōgyō-集約農業 | intensieve landbouw |
shūzō-収蔵 | opslag (voor later gebruik van landbouwproducten, e.d.) |
tsūjunkyō-通潤橋 | aquaduct; waterweg voor landbouwdoeleinden |
yakibata-焼き畑 | brand-landbouwgrond; akkers die door hakken en branden (van de begroeiing) zijn aangelegd |
yashiki-屋敷 | perceel; (bouw)terrein; grondgebied (van huis met erf of landbouwgrond) |
yūkinōgyō-有機農業 | biologische landbouw |
zenkokunōgyōkyōdōkumiairengōkai-全国農業協同組合連合会 | Nationale federatie van landbouwcoöperaties |
zennō-全農 | (afk. voor) Nationale federatie van landbouwcoöperaties |