Kruisverwijzing
ai
lemma | meaning |
---|---|
a-亜 | ondergeschikt; secondair |
acharaka-あちゃらか | satirisch toneelstuk met dwaze grappen en koddige gebaren; slapstickachtige komedie (populair in de vroege Shōwa periode) |
adanasake-徒情け | een kortstondige (wispelturige) liefdesaffaire; een flirt |
adauchi-仇討ち | wraak; vergelding; represaille |
ahōbarai-阿呆払い | een straf voor een samoerai in de Edo periode: zijn 2 zwaarden werden afgepakt (of hij werd uitgekleed), waarna hij werd verjaagd |
ahorichigi-阿呆律儀 | overdreven eerlijk; eerlijk op een naïeve manier |
aibī・rukku-アイビー・ルック | Ivy League is een stijl van (heren)kleding (populair aan het einde van de jaren 1950) |
aibī・sutairu-アイビー・スタイル | Ivy League is een stijl van (heren)kleding (populair aan het einde van de jaren 1950) |
aibu-愛撫 | het aaien; strelen; knuffelen |
aibusuru-愛撫する | aaien; strelen; knuffelen |
aichi-愛知 | Aichi is de naam van een prefectuur in de regio Chūbu (midden Japan) |
aidoka-アイドカ | AIDCA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), conviction (overtuiging), action (actie)) |
aidoma-アイドマ | AIDMA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), memory (geheugen), action (actie)) |
aidoringu-アイドリング | het stationair draaien van de motor (van een auto, etc.) |
aigan-愛玩 | aai; knuffel; het dol zijn op; koesteren [knuffelen; liefkozen] |
aigansuru-愛玩する | belangrijk [lief; mooi; waardevol] vinden; liefhebben; liefkozen; aaien |
aijirushi-合印 | (kleermakerij) markering op stof om aan te geven waar de delen aan elkaar worden genaaid |
aikidō-合気道 | aikido (oosterse vechtsport) |
aikidō-合気道 | aikido (Japanse geweldloze zelfverdedigingsvorm, vechtsport zonder competitie of extreme geweldpleging) |
aikyōbeni-愛敬紅 | rouge [lipstick; oogschaduw] (om de charme te vergroten [het uiterlijk te verfraaien]) |
ainu-アイヌ | Ainu (autochtone bevolking van Hokkaido en de Koerillen) |
aishinkakura-愛新覚羅 | Aisin Gioro, de naam van een Chinese keizerlijke familie van de Qing dynastie |
aizen-愛染 | (de afkorting van aizenhō) de verering van Myōō; Myōō als belangrijkste Boeddhabeeld in een tempel zetten |
aizen-愛染 | (de afkorting van aizenmyōō) Boeddhistische godheid: Koning van de Liefde, zo genoemd vanwege zijn liefde voor Boeddha; godheid van de textiel |
aizenkatsura-愛染かつら | de titel van een populaire roman van Matsutarō Kawaguchi, over een liefdesverhouding tussen een dokter en een weduwe-verpleegster die zich afspeelt in |
ai・emu・efu-アイ・エム・エフ | IMF (Internationaal Monetair Fonds) |
ajikenai-味気ない | flauw; smakeloos (ook fig.); saai |
ajikinai-味気ない | flauw; smakeloos (ook fig.); saai |
akiaji-秋味 | zalm die in de herfst langs de kust wordt gevangen, vlak voordat hij terugkeert naar de rivieren om te paaien |
akimaki-秋蒔き | het zaaien in de herfst |
akinoōgi-秋の扇 | een waaier die niet meer wordt gebruikt wanneer het herfst wordt |
akinoōgi-秋の扇 | herfstwaaier, metafoor voor een vrouw die de genegenheid of interesse van een man heeft verloren (uit een oud Chinees verhaal) |
akugen-悪言 | laster; vulgair [ruw] taalgebruik; scheldwoord; belediging |
akugon-悪言 | laster; vulgair [ruw] taalgebruik; scheldwoord; belediging) |
akuinakka-悪因悪果 | die kwaad doet, kwaad ontmoet (als men slechte dingen zaait, zal men ook slechte dingen moeten oogsten) |
akushōbanashi-悪性話 | vulgaire taal |
akushumi-悪趣味 | plat(vloers)heid; alledaagsheid; vulgariteit; vulgair gedrag |
akutareguchi-悪たれ口 | beledigende opmerkingen; grove [vulgaire; obscene] taal |
akutareru-悪たれる | beledigingen uiten; beledigende [vulgaire] taal gebruiken |
akutō-悪投 | een buitengewoon slechte [afzwaaiende] worp van een (verre) veldspeler bij honkbal |
akuzairyō-悪材料 | een baisse |
amanatsu-甘夏 | amanatsu (citrusvrucht, Citrus natsudaidai) |
amatchoroi-甘っちょろい | te optimistisch; te gemakkelijk (in de omgang); te onverantwoordelijk [goedaardig; naïef; simpel] |
amenbō-飴ん棒 | de langwerpige ronddraaiende rood-wit-blauwe staaf die buiten op de muur hangt bij kapperszaken |
āmī・rukku-アーミー・ルック | legerstijl; militaire stijl |
ando-安堵 | erkenning van het recht op grondbezit van een samoerai (door een shogun of een feodale heer) |
ango-安居 | varsika (een term voor Boeddhistische training en meditatie gedurende een periode van 90 dagen) |
anisan-兄さん | oudere broer (familiair en respectvol) |
ankyo-暗渠 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
ankyo-暗渠 | een ondergronds draineringskanaal |
ankyohaisui-暗渠排水 | drainering; bedekte [gesloten] (water)leiding |
aoarashi-青嵐 | frisse zomerwind (die waait door groen gebladerte) |
aogu-扇ぐ | waaieren; aanwakkeren (van vuur) |
aomukeru-仰向ける | naar boven gaan kijken [draaien] ; met het gezicht naar boven gaan liggen |
aonokeru-仰のける | naar boven draaien; omdraaien [openleggen] (van een kaart b.v.) |
aoppoi-青っぽい | onervaren; naïef; onvolwassen |
aoyagi-青柳 | het vlees van een schelpdier, de stevige strandschelp bakagai (Mactra chinensis) |
arigētā-アリゲーター | alligator; kaaiman |
aroha-アロハ | Aloha (groet op Hawaï) |
arohashatsu-アロハシャツ | hawaïhemd |
arukaikku-アルカイック | archaïsch; verouderd |
arutairu-アルタイル | Altair (alpha Aquilae, de helderste ster in het sterrenbeeld Arend) |
āru・deko-アール・デコ | Art Deco (populaire kunststroming of stijl die zijn oorsprong kent in Frankrijk in het begin van de 20e eeuw; Fr. afkorting van Arts Décoratifs) |
asanagi-朝凪 | kalmte in de vroege ochtend aan de kust (als het even stopt met waaien, wanneer de landbries verandert in een zeebries) |
assai-アッサイ | assai (muziekterm) |
atariya-当たり屋 | iemand die zich opzettelijk een ongeluk laat overkomen (om schadegeld te claimen) |
atsushi-あつし | kleding gemaakt van iepenschors (traditioneel gedragen door de Ainu in Japan) |
autokābu-アウトカーブ | (honkbal) een curveball (effectbal) met een draaibeweging naar buiten |
ayamaritsutaeru-誤り伝える | iets verdraaien (b.v. de werkelijkheid); een verkeerde voorstelling [indruk] geven (van iets) |
azumaebisu-東夷 | ruige krijger [samoerai] uit Oost-Japan |
ba-ば | (in de combinatie: ...nakereba naranai) moeten |
bacherā-バチェラー | bachelor (universitaire graad) |
bai-貝 | draaitol (traditioneel gemaakt van de Japanese Babylon schelp) |
baito-バイト | bit (stift voor schroevendraaier) |
bakashōjiki-馬鹿正直 | overdreven eerlijk; eerlijk op een naïeve manier |
banchō-番長 | (vroeger) (staats)dienaar met militaire of politie taken |
bango-蛮語 | streektaal van Hokkaidō |
banshokudaijin-伴食大臣 | titulair minister; minister zonder invloed |
banshokusaishō-伴食宰相 | titulair minister; minister zonder invloed |
ban'ya-番屋 | vissershut (Hokkaido) |
bararaika-バラライカ | balalaika (muziekinstrument) |
bashō-芭蕉 | (Matsuo) Bashō (naam van een Japanse haiku dichter, 1644-1694) |
bea-ベア | bassier; baissespeculant (effecten) |
beddo-ベッド | (planten) perk; zaaibed |
bei-べい | baai |
beigunhausu-米軍ハウス | huurwoningen voor Amerikaanse militairen in Japan (na de Tweede Wereldoorlog) |
beigunkichi-米軍基地 | Amerikaanse militaire basis |
benten-弁天 | Benten (= Benzaiten), godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit; 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie) |
benzaiten-弁財天 | Benzaiten, godin van muziek, welsprekendheid en kunst (meestal afgebeeld met een luit), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
bēsumento-ベースメント | kelderverdieping, souterrain |
bihin-備品 | roerend goed; meubilair; apparatuur; benodigdheden |
bikuni-比丘尼 | (Kamakura- en Muromachi-periode) rondreizende vrouwelijke entertainer (die optrad verkleed als non); prostituee |
bishamonten-毘沙門天 | Bishamonten (Vaishravana), god van rijkdom en overwinning, (afgebeeld in harnas,met schatkamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
bodipeintingu-ボディペインティング | bodypainting |
bōdobirian-ボードビリアン | acteur in blijspel; entertainer |
bōgen-ボーゲン | (bij het skiën) bocht; boog; draai |
bogīsha-ボギー車 | (trein) draaistel; draaiwagen |
bōjorē・nūbō-ボージョレー・ヌーボー | Beaujolais primeur (nieuwe Beaujolais wijn) |
bokyaburarī-ボキャブラリー | woordenschat; vocabulaire; lexicon |
bonērutō-ボネール島 | Bonaire |
borantarī・chēn-ボランタリー・チェーン | detailhandelcoöperatie |
borisheviki-ボリシェヴィキ | bolsjewiek (Russische revolutionair) |
borudōeki-ボルドー液 | Bordeauxse pap (fungicide ter bestrijding van parasitaire ziekten) |
borushebiki-ボルシェビキ | bolsjewiek (Russische revolutionair) |
bosen-母線 | spanningsrail; stroomrail; contactrail |
bōshō-帽章 | baretembleem; embleem op (militair) hoofddeksel [baret] |
bōshu-芒種 | (lett. zaad in kafnaald) tijd om graan te zaaien (één van de 24 seizoenen van de zonnekalender, ca. 6 juni) |
botsushumi-没趣味 | smakeloosheid; gebrek aan smaak [manieren]; vulgair [alledaags] zijn |
bubunkyokuhitsu-舞文曲筆 | vrije schrijfstijl waarbij de de feiten worden verdraaid voor een literair effect |
budan-武断 | militarisme; militaire macht [bestuur] |
buerusaiyujōyaku-ヴェルサイユ条約 | Verdrag van Versailles |
būgenbiria-ブーゲンビリア | bougainville (tropische plant) |
buiyabēsu-ブイヤベース | bouillabaisse (Provençaalse vissoep) |
bujin-武人 | militair; strijder; soldaat |
bukan-武官 | officier; (hof)functionaris belast met militaire taken |
buke-武家 | krijgsadel; krijgselite; samoerai clan [familie] |
bukka-仏果 | (boeddh.) nirwana; Verlichting (bereikt door boeddhistische training) |
bunbu-文武 | literaire en militaire kunsten; de pen en het zwaard |
bunbufuki-文武不岐 | literaire en militaire kunsten [de pen en het zwaard] volgen hetzelfde pad [zijn geen gescheiden paden] |
bunburyōdō-文武両道 | vaardig met zowel de pen als met het zwaard; meester in zowel literaire als krijgskunsten |
bungakusha-文学者 | letterkundige; literair [geletterd] persoon; schrijver |
bungei-文芸 | literatuur; literaire kunst; kunt en literatuur |
bungeifukkō-文芸復興 | de Renaissance |
bungō-文豪 | een grote literaire schrijver |
bungobun-文語文 | literaire stijl; tekst geschreven in een literaire stijl |
bungotai-文語体 | literaire [klassieke] schrijfstijl |
bunmei-文名 | literaire faam [beroemdheid] |
bunmin-文民 | burger (niet-militair) |
bunshi-文士 | schrijver [schrijfster]; literair [geletterd] persoon |
bunshiidengaku-分子遺伝学 | moleculaire genetica |
bunshikanryoku-分子間力 | intermoleculaire krachten |
bunshikumo-分子雲 | moleculaire wolk |
bunshinōgyō-分子農業 | moleculaire landbouw |
bunshiryō-分子量 | moleculaire massa; molecuulmassa |
bunshiseibutsugaku-分子生物学 | Moleculaire biologie |
bunshishiki-分子式 | moleculaire formule |
bunshishinka-分子進化 | moleculaire evolutie |
buraddi・mearī-ブラッディー・メアリー | bloody mary (cocktail van wodka met tomatensap) |
buranketto-ブランケット | deken; plaid |
burēnsutōmingu-ブレーンストーミング | brainstorming (gezamenlijk overleg om tot oplossingen te komen) |
buri-振り | een zwaai; slinger(beweging) |
burijji・banku-ブリッジ・バンク | overbruggingsbank (opgericht om een failliete bank te exploiteren totdat er een koper kan worden gevonden) |
buruku・mēru- バルク・メール | bulkmail (vele mailberichten tegelijk verstuurd naar verschillende mailboxen) |
bushi-武士 | samoerai |
bushidō-武士道 | de samoerai erecode |
bushō-武将 | militair leider; generaal; (opperste) krijgsheer; opperbevelhebber |
bussokusekikatai-仏足石歌体 | Bussokuseki katai (een oude poëzie vorm) |
butsukarigeiko-ぶつかり稽古 | training (van worstelen en judo) met afwisselend duwen en geduwd worden |
chakku-チャック | klem (van een draaibank, e.d.) |
chichikuru-乳繰る | een geheime liefdesaffaire hebben (met) |
chigaeru-違える | (medisch) ontwrichten; verstuiken; verdraaien |
chika-地下 | kelder; souterrain; onder de grond |
chikai-地階 | kelder; souterrain |
chikakakujikken-地下核実験 | ondergrondse kernproef [nucleaire test] |
chinchō-珍重 | (haikai en renga dichtkunst) één van de kritiekpunten bij de beoordeling van een gedicht |
chisetsu-稚拙 | ongekunsteldheid; naïviteit; kinderachtigheid |
chōbi-掉尾 | (lett.) met de staart zwaaien |
chōga-頂芽 | eindknop; apicale knop (het primaire, dominante, groeipunt is aan de punt van de stengel of tak van de plant) |
chojutsu-著述 | een (literair) boek schrijven |
chōkai-懲戒 | disciplinaire straf (maatregel); bestraffing; sanctie; tuchtiging |
chōkaimenshoku-懲戒免職 | (van een ambtenaar) disciplinair ontslag |
chokkeihizoku-直系卑属 | lineaire afstammeling (b.v. zoon) |
chokkeisonzoku-直系尊属 | lineaire afstamming; afstamming in rechte lijn [van de eerste graad] (b.v. vader op zoon) |
chōnenten-腸捻転 | volvulus (draaiing van een deel van de darm) |
chosaku-著作 | geschreven [literair] werk; boek |
chōshizuku-調子づく | op gang [stoom] komen; in de stemming komen; zijn draai weten te vinden; opgetogen [enthousiast] worden; zich laten gaan |
chūhai-酎ハイ | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
chūjiku-中軸 | as; spil; draaipunt |
chūjiku-中軸 | punt [persoon] waar alles om draait; centrale figuur |
chūkaminkoku-中華民国 | Taiwan; de Republiek van China |
chūkanshi-中間子 | meson (elementair deeltje) |
chūkei-中啓 | een traditionele opvouwbare waaier, die lijkt op een ginkoblad |
chūkyori-中距離 | intermediair bereik (raket) |
chūkyū-中級 | intermediair niveau |
dada-ダダ | Dada (Dadaïsme, culturele beweging van kunstenaars) |
dadaisumu-ダダイスム | Dadaïsme (kunststroming) |
daiaru-ダイアル | (nummer) draaien [kiezen]; afstemmen |
daichō-台帳 | (kabuki) draaiboek |
daigeiko-代稽古 | (plaats)vervanger voor een leraar [trainer] |
daihon-台本 | script; draaiboek; scenario |
daiichijisangyō-第一次産業 | primaire industry (landbouw, bosbouw en visserij) |
daijin-大尽 | miljonair; rijkaard; magnaat |
daikinmaebaraikādo-代金前払いカード | prepaidkaart |
daikokuten-大黒天 | Daikokuten (Mahākāla), god van rijkdom en handel (meestal afgebeeld met een houten hamer), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
daikon-大根 | rettich; daikon |
daikon'oroshi-大根下ろし | geraspte daikon |
daikon'oroshi-大根下ろし | rasp om daikon te raspen |
daimyō-大名 | daimyo (leenheer in de Edo periode) |
dainichinyorai-大日如来 | Mahavairocana (in het Japans Esoterisch Boeddhisme de hoogste Boeddha van de Kosmos) |
dainigi-第二義 | secundair belang; geen basisprincipe |
dainijisangyō-第二次産業 | secundaire industrie (o.a. productie, constructie, mijnbouw) |
dairekuto・māketingu-ダイレクト・マーケティング | (agressieve) verkoop via telefoon, direct mail, etc. |
daisanjisangyō-第三次産業 | tertiaire industrie (in Japan o.a. gas-, elektriciteits- en waterindustrie) |
daiyaru-ダイヤル | (nummer) draaien [kiezen]; afstemmen |
daiyarusuru-ダイヤルする | een nummer draaien (telefoon) |
daizōkyō-大蔵経 | Taishō Tripiṭaka is een uitgave van Chinese boeddhistische geschriften, met Japanse commentaren |
dakuru-駄句る | slechte haiku (gedichten) maken [schrijven] |
dangen-断言 | eis; claim; declaratie |
dangensuru-断言する | eisen; claimen; beweren; verklaren |
danshō-断章 | literair fragment; korte passage in een (literaire) tekst |
dappan-脱藩 | het verlaten van een clan door een samoerai (die daarna een rōnin (samoerai zonder heer) werd) |
darai・rama-ダライ・ラマ | Dalai Lama |
darake-だらけ | (achtervoegsel) vol [bedekt; bezaaid] met |
daru・gēmu-ダル・ゲーム | een saaie wedstrijd |
dendōmishin-電動ミシン | elektrische naaimachine |
dendōrokuro-電動ろくろ | elektrische draaischijf; elektrische pottenbakkersschijf |
denshimēru-電子メール | |
detēru-デテール | detail; bijzonderheid |
difyūjon・rain-ディフュージョン・ライン | diffusielijn (secundaire productlijn van een modehuis of modeontwerper) |
ditēru-ディテール | detail; bijzonderheid |
dī・emu-ディー・エム | DM (direct mail) |
dōbutsushōsetsu-動物小説 | literaire genre waarbij dieren de voornaamste personages zijn |
doggutagu-ドッグタグ | (Eng.: dog tag) metalen identiteitsplaatje (van militairen) |
dōjime-胴締め | riem; tailleband |
dokusaiteki-独裁的 | dictatoriaal; despotisch; autoritair |
dokutāierō-ドクターイエロー | een gele onderhoudstrein, die de shinkansen spoorlijnen controleert op gebreken van apparatuur, rails, en bovenleidingen |
dokyumentarī-ドキュメンタリー | documentaire |
dōmin-道民 | bewoner van Hokkaido |
dōnai-道内 | in [binnen] Hokkaido |
dōnen-同年 | jaargenoot; iemand die in hetzelfde jaar is geslaagd voor het Chinees keizerlijk examen (archaïsch) |
donsuru-鈍する | traag [sloom; saai] worden |
doraibā-ドライバー | schroevendraaier; golfstok |
dorēn・kokku-ドレーン・コック | (Eng.: drain cock) aftapkraan |
e-江 | baai; inham |
ea-エア | lucht (air) |
eabasu-エアバス | airbus (vliegtuig) |
eabasu-エアバス | Airbus (Europese vliegtuigbouwer) |
eakon-エアコン | airco; airconditioning |
ea・baggu-エア・バッグ | airbag; luchtzak |
ea・chekku-エア・チェック | aircheck (een demonstratie-opname van een radio- of tv-presentator) |
ea・kondishoningu-エア・コンディショニング | air conditioning; airco; klimaatbeheersing |
egyōfushin-営業不振 | zakelijke malaise; inzinking [verslechtering] van de handel |
eizu-エイズ | (acquired immunodeficiency syndrome) aids (immunodeficiëntiesyndroom) |
ekisupandā-エキスパンダー | een veer om de spieren te trainen |
ekitei-駅逓 | (arch.) het transporteren van bagage van (post)station naar (post)station (zoals op de Tokaido route in de Edo periode) |
ekurea-エクレア | eclair (een langwerpig gebakje gevuld met banketbakkersroom en bedekt met een chocolade- of glazuurlaagje) |
ekusasaizu-エクササイズ | oefenen; oefening; lichaamsbeweging; training |
emaki-絵巻 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
emakimono-絵巻物 | rolschildering (in een horizontale uitvoering, met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
emēru-Eメール | |
enameru-エナメル | |
enbu-演舞 | danstraining; dansoefening |
ensei-延性 | ductiliteit; kneedbaarheid; taaiheid |
en'ō-鴛鴦 | mandarijneend (Aix galericulata) |
eppei-閲兵 | inspectie [monstering; schouwing] van militaire troepen |
ēru・furansu-エール・フランス | Air France |
etsukerokuro-絵付けろくろ | boetseerschijf; draaischijf voor beschilderen van keramiek |
ē・tī・esu-エー・ティー・エス | (automatic train stop) een systeem dat automatisch een trein stopt bij bepaalde noodsituaties |
ē・tī・shī-エー・ティー・シー | automatic train control |
ē・tī・shī-エー・ティー・シー | air traffic control |
fandamentaru-ファンダメンタル | fundamenteel; essentieel; elementair; basis- |
fānichā-ファーニチャー | meubels; meubilair |
fantajī-ファンタジー | fantasy (kunststijl; literair genre) |
feminashō-フェミナ賞 | Prix Femina (Franse literaire prijs) |
firariabyō-フィラリア病 | filariasis (tropische parasitaire worminfectie) |
fittonesu-フィットネス | fitness-training; oefeningen om fit te worden [blijven] |
fubirai・hān-フビライ・ハーン | Koeblai Khan |
fugō-富豪 | een welgesteld [rijk] persoon; miljonair |
fuka-鱶 | haai |
fukaamigasa-深編み笠 | gevlochten kegelvormig hoofddeksel (dat deels het gezicht verborg, en werd gedragen door samoerai en komuso) |
fukahire-鱶鰭 | haaienvin |
fukanshihei-不換紙幣 | fiatgeld; onwisselbaar [ongedekt] papiergeld; fiduciair geld |
fukiageru-吹き上げる | opblazen; opwaaien; opspuiten |
fukiarasu-吹き荒らす | voorbij stormen; verwoesten; kapot waaien |
fukichirasu-吹き散らす | uiteen waaien [blazen]; wegblazen; verstrooien |
fukidasu-吹き出す | beginnen te waaien [blazen; ademen] |
fukikakeru-吹きかける | waaien op [over]; ademen over; besproeien |
fukikomu-吹き込む | binnen waaien; inregenen |
fukimakuru-吹き捲る | lang blijven blazen [waaien] |
fukinukeru-吹き抜ける | doorheen [overheen] waaien [blazen] |
fukiorosu-吹き下ろす | naar beneden waaien |
fukiotosu-吹き落とす | uit de boom waaien (van fruit) |
fukisusabu-吹き荒ぶ | hard waaien; stormen; razen |
fukitaosu-吹き倒す | omver blazen [waaien] |
fukitsukeru-吹きつける | tegen(aan) waaien [blazen] |
fukitsunoru-吹き募る | steeds harder waaien |
fukiyamu-吹き止む | stoppen met waaien; afnemen [gaan liggen] van de wind |
fukiyoseru-吹き寄せる | bij elkaar [op een hoop] waaien [blazen] |
fuku-吹く | waaien |
fukubarahappu-フクバラハップ | Hukbalahap, de militaire tak van de Communistische Partij in de Filipijnen (in 1942 opgerichte verzetsbeweging om de Japanners te bevechten) |
fukueki-服役 | werkplicht; corveedienst; militaire dienstplicht; gevangenisstraf met dwangarbeid |
fukuin-副因 | bijkomende [secundaire] oorzaak |
fukujiteki-副次的 | secundair; ondergeschikt; bijkomend; bijkomstig |
fukujoshi-副助詞 | bijwoordelijk partikel (bakari, made, dake, hodo, kurai, nado, nari, yara) |
fūkyō-風狂 | connaisseur |
furafura-ふらふら | duizelig; draaierig; wankel; onzeker |
furea-フレア | (van kleding) het klokken; uitwaaieren |
furēto・rainā-フレート・ライナー | vrachtvervoer; containervervoer |
furiageru-振り上げる | omhoog [boven je hoofd] tillen [zwaaien; slaan] |
furikaburu-振り被る | omhooghouden; (boven je hoofd) zwaaien (met) |
furikaeru-振り返る | (achter)omkijken; je hoofd omdraaien; over je schouder kijken; zich omdraaien |
furikazasu-振り翳す | rondzwaaien (met een voorwerp, wapen, e.d.) |
furimawasu-振りす | hanteren; zwaaien (met) |
furimukeru-振り向ける | omdraaien |
furimuku-振り向く | achterom kijken [draaien; keren] |
furin-不倫 | verdorvenheid; onzedelijkheid; immoraliteit; overspel; een buitenechtelijke affaire |
furippu-フリップ | omslaan; omdraaien; wegtikken; boos worden |
furishiku-降り敷く | verspreid liggen [gevallen zijn]; uitgestrooid zijn; bezaaid zijn (met) |
furī・battingu-フリー・バッティング | (Eng.: free batting) slagtraining (honkbal) |
furofuki-風呂吹き | gekookte plakjes daikon (of raap, etc.) die heet worden gegeten met miso |
furu-振る | zwaaien; schudden |
furu-振る | draaien; omdraaien; achterom kijken |
fusaku-不作 | slechte kwaliteit (b.v. van een literair werk) |
fuseji-伏せ字 | een ondersteboven gedraaid karakter |
fuseru-伏せる | ondersteboven leggen; omdraaien |
fusha-富者 | een rijk [welgesteld] persoon; miljonair |
futsūbun-普通文 | (tekst in) traditionele, literaire schrijfstijl (een combinatie van kanji en kana) |
gabun-雅文 | elegante [literaire; klassieke] stijl |
gabyō-画鋲 | punaise; duimspijker |
gādorēru-ガードレール | vangrail (op autowegen) |
gādorēru-ガードレール | contrarail (spoorwegen) |
gaikokukawase-外国為替 | vreemde valuta; deviezen; monetaire handel (met het buitenland) |
gakuchi-学地 | studieplaats (voor wetenschap en spirituele training) |
gakui-学位 | academische [universitaire] graad |
gangan-がんがん | dreunend [galmend; bulderend; bonzend] geluid [lawaai] |
gansho-雁書 | brief (formele, literaire term) |
ganzenai-頑是ない | naïef; onschuldig; hulpeloos |
gebiru-下卑る | vulgair [ordinair] worden; verruwen |
geigi-芸妓 | vrouwelijke entertainer bij een banket; geisha |
geinin-芸人 | artiest; acteur; toneelspeler; entertainer |
gekiga-劇画 | Gekiga, een Japans stripboekgenre (met meer aandacht voor realistische afbeeldingen en het literaire aspect) |
genkyū-減給 | (soms als disciplinaire straf) salarisverlaging; loonsverlaging |
genpei-源平 | de Genji en de Heike clans; de Minamoto en de Taira clans |
genpei-源平 | wit en rood (omdat de Genji-clan witte vlaggen gebruikte en de Taira-clan rode vlaggen) |
genshibutsurigaku-原始物理学 | nucleaire fysica |
genshiryokuanzenhoanin-原子力安全保安院 | Agentschap voor Nucleaire en Industriële Veiligheid; NISA (Nuclear and Industrial Safety Agency) |
genshiryokukōgaku-原子力工学 | nucleaire techniek |
genshoku-原色 | primaire kleur; fundamentele kleur |
genshū-現収 | het huidige inkomen (samentrekking van: genzai no shūnyū, 現在の収入) |
gen'eki-現役 | voltijd dienstverband (militairen) |
gesewa-下世話 | plat [ordinair] taalgebruik |
gesu-下種 | vulgair persoon; uitschot; smeerlap; lomperik; schoft |
gikaishugi-議会主義 | parlementarisme; parlementair stelsel |
ginkōgyōmu-銀行業務 | bankzaken; bancaire diensten |
ginkōkansōba-銀行間相場 | interbancaire koersen [tarieven] |
ginkōkashitsuke-銀行貸付 | banklening; bancaire kredietverlening |
ginkōsenmon'yōgo-銀行専門用語 | bancaire vaktaal; bankjargon |
gogatsuningyō-五月人形 | een (samoerai) pop die wordt uitgestald in mei ter gelegenheid van het kinderfestival van jongens |
goi-語彙 | vocabulaire; woordenschat |
goi-語意 | betekenis van een woord; vocabulaire; woordenschat |
gojūsantsugi-五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
goraku-娯楽 | amusement; entertainment; vermaak |
gōshi-郷士 | (Edo periode) landedelman (uit de samurai klasse); landjonker; jonkheer |
gōshigaisha-合資会社 | commanditaire vennootschap |
gunbatsu-軍閥 | militaire kliek [partij] |
gunbō-軍帽 | militaire pet; legerpet |
gungaku-軍学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
gungaku-軍楽 | militaire kapel; militaire muziek |
gunji-軍事 | militaire zaken; het krijgswezen |
gunjifūsa-軍事封鎖 | militaire blokkade |
gunjikichi-軍事基地 | legerbasis; militaire basis |
gunjin-軍人 | soldaat; militair |
gunjisaibansho-軍事裁判所 | (standaard benaming voor) krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof in Japan |
gunpi-軍費 | militaire uitgaven |
gunpō-軍法 | militair strafrecht; krijgsrecht |
gunpōkaigi-軍法会議 | krijgsraad; (hoog) militair gerechtshof (afgeschaft in 1946 in Japan) |
gunpuku-軍服 | militair uniform; legeruniform |
gunseki-軍籍 | militaire dienst |
gunshi-軍使 | militaire gezant; heraut |
gunsō-軍曹 | sergeant (militaire rang) |
guntō-軍刀 | sabel; militair zwaard |
gunyō-軍用 | (voor) militair gebruik |
gunzei-軍勢 | strijdkrachten; militaire troepen; manschappen |
gurīn・berē-グリーン・ベレー | commando (soldaat); speciale (militaire) eenheid |
guruguru-ぐるぐる | (onomatopee) draaiend; duizelig |
gurūpu・saunzu-グループ・サウンズ | groep muzikanten met elektrische instrumenten die lichte muziek spelen (populair in de 40er jaren) |
gushin-具申 | gedetailleerd rapport [verslag] |
gushinui-串縫い | Japanse standaard manier van naaien met parallelle stiksels |
gyakute-逆手 | (sport) onderhandse greep; backhand; de arm van een tegenstander in tegengestelde richting draaien; een aanval pareren |
gyō-行 | religieuze (boeddhistische) training [discipline]; ascetisme |
gyōsekifushin-業績不振 | economische malaise |
gyōzuru-行ずる | oefenen; trainen |
gyūgyū-ぎゅうぎゅう | het stevig [strak; hard] trekken [draaien] |
habutae-羽二重 | habitai; habutae (fijne Japanse zijden stof) |
hachijūhachiya-八十八夜 | de 88ste dag sinds het begin van de lente (wordt beschouwd als een goede dag om te zaaien) |
hādoboirudo-ハードボイルド | (Amerikaans) literair genre (realistische beknopte stijl, zoals van Hemingway) |
hadoron- ハドロン | (scheikunde) hadron, een subatomair deeltje dat uit quarks bestaat (de naam is afgeleid van het Griekse hadros, dat sterk betekent) |
hāfu・kōto-ハーフ・コート | korte jas (tot aan de taille) |
hāfu・suingu-ハーフ・スイング | (honkbal, golf) halve zwaai |
hagiawaseru-接ぎ合わせる | (stukken) verbinden; aan elkaar zetten [naaien; lijmen] |
hahei-派兵 | het zenden van (militaire) troepen |
haichi-ハイチ | Haïti |
haifū-俳風 | literaire [formele] schrijfstijl (in de Japanse haikai en haiku dichtkunst) |
haiga-俳画 | Japanse stijl van schilderkunst (monochroom of polychroom; verfijnde of eenvoudige stijl met vaak een haiku of proza als bijschrift of legenda) |
haijin-俳人 | haikudichter |
haikai-俳諧 | Japanse dichtkunst (zoals haiku, senryū, renga, e.a.) |
haiku-俳句 | haiku (Japanse dichtvorm) |
haimei-俳名 | pseudoniem van een haikudichter |
hairaito-ハイライト | in het oog springend detail; opvallend kenmerk |
haishakukin-拝借金 | de geldlening in de Edo periode van de bakufu regering aan daimyo, leenheren, tempels, e.d. |
haisupīdo・suchīru-ハイスピード・スチール | sneldraaistaal; snelstaal |
hai・arai-ハイ・アライ | jai alai, een balspel (soort squash, gespeeld met een rieten cesta) |
haken-派遣 | (militair) plaatsing; het inzetten; deployering |
hakoirimusume-箱入り娘 | lievelingsdochter; (naïef) meisje dat beschermd is opgevoed |
hakusen-白扇 | een witte waaier |
hakuwa-白話 | Baihuawen, schrijfvorm voor gesproken taal in China |
hanamatsuri-花祭り | bloemenfestival in het Kitashitara-district, in de prefectuur Aichi (aan het einde van het jaar tot nieuwjaar) |
hanamushiro-花筵 | (fig.) een bloemenkleed (een laag van op de grond gewaaide bloemblaadjes) |
hansekihōkan-版籍奉還 | teruggave van grondgebied en bewoners van de daimyo aan de keizer |
hanshi-藩士 | vazal van een daimyo [leenheer] |
hansoku-反側 | het woelen [zich steeds omdraaien] in bed |
hansokusuru-反側する | in bed (liggen te) woelen; zich steeds omdraaien in bed |
hanten-反転 | omkering; omdraaiing; omrollen |
hantokeimawari-反時計回り | draaien tegen (de wijzers van) de klok in (linksom) |
harau-払う | (met een zwaard, stok e.d.) heen en weer zwaaien |
haremu-ハレム | harem; serail (vrouwenverblijf) |
hari-針 | naaisteek; hechting |
harime-針目 | een (naai)steek; stiksel |
harishigoto-針仕事 | naaldwerk; naaiwerk; borduurwerk |
hasan-破産 | faillissement |
hasansha-破産者 | iem. die failliet [bankroet] is |
hasshin-発信 | het versturen van berichten (via post, telegram, e-mail, radio, etc.) |
hasuppa-蓮っ葉 | ordinair [frivool; losbandig] zijn |
hatafuri-旗振り | het vlaggenzwaaien |
hatafuri-旗振り | vlaggenzwaaier; starter (bij sport) |
hatafuriyaku-旗振り役 | vlaggenzwaaier; starter (bij sport) |
hatan-破綻 | mislukking; fiasco; faillissement; bankroet |
hatasashimono-旗指物 | een kleine standaard met vlag, die vroeger door Japanse samoerai op de achterkant van het harnas werd gedragen tijdens het gevecht |
hawaian-ハワイアン | Hawaïmuziek; Hawaïaans |
hawaiangitā-ハワイアンギター | hawaï-gitaar |
hayamaki-早蒔き | vroeg (in het seizoen) zaaien |
heburaizumu-ヘブライズム | hebraïsme (oude Hebreeuwse godsdienst of taal) |
heiei-兵営 | (militaire) kazerne |
heieki-兵役 | militaire dienst; dienstplicht |
heigaku-兵学 | krijgswetenschap; de studie van militaire strategieën en tactieken |
heigen-平原 | grasvlakte; prairie |
heihōka-兵法家 | (militair) strateeg |
heiin-閉院 | vroeger de naam voor de sluiting [sluitingsceremonie] van de parlementaire sessies |
heika-兵家 | militair (personeel); soldaat |
heika-兵家 | (militair) strateeg |
heike-平家 | de Heike [Taira] familie [clan] |
heiken-兵権 | de militaire macht; het militaire gezag |
heiryoku-兵力 | troepenmacht; strijdkrachten; militaire kracht |
heisha-兵舎 | (militaire) kazerne |
heishi-兵士 | soldaat; militair |
heishi-平氏 | families [clans] met de naam Taira |
heisho-兵書 | boek over de oorlogsvoering [militaire strategie; krijgskunst; krijgskunde] |
heitai-兵隊 | soldaat; militair |
heitotsusetsuganrenzu-平凸接眼レンズ | vlakbol oculair; planoconvex oculair |
hentaigana-変体仮名 | hentaigana (oud-Japans schrift: gerelateerd aan: katakana en hiragana) |
henzutsū-偏頭痛 | migraine |
hibyōin-避病院 | ziekenhuis voor patiënten met een besmettelijke ziekte (die in quarantaine moeten blijven); pesthuis |
hidarimaki-左巻き | linksdraaien (tegen de klok in) |
hidarimawari-左回り | linksomdraaiend (tegen de wijzers van de klok in) |
hien-飛燕 | (in vechtsporten) snel bukken en draaien (als een zwaluw) |
hikiate-引き当て | hypotheek; hypothecaire lening; onderpand |
hikken-筆硯 | het kalligraferen; (literair) schrijven |
hikoboshi-彦星 | Altair (ster: alpha Aquilae) |
hikute-引く手 | iemand die de aandacht trekt; iemand die bewonderd wordt; iemand die populair [in trek] is |
hikuteamata-引く手数多 | heel populair [in trek; gewild] zijn |
hippubōn-ヒップボーン | (hiphugger) rok of broek met een lage taille (zonder tailleband) |
hippu・hangā-ヒップ・ハンガー | (hiphugger) rok of broek met een lage taille (zonder tailleband) |
hitatare-直垂 | traditionele Japanse kleding (oorspronkelijk de werkkleding van het gewone volk, later, vanaf de Muromachi periode, gedragen door de samoerai) |
hitoribotchi-独りぼっち | alleenlevend [solitair] zijn; het rijk alleen hebben; |
hizumi-歪み | vervorming; verdraaiing; kromtrekking; afwijking |
hōfukusochi-報復措置 | represailles; vergeldingsacties; wraak |
hoihensusetsuganrenzu-ホイヘンス接眼レンズ | Huygens-oculair |
hokkaidō-北海道 | Hokkaido (noordelijkste hoofdeiland van Japan) |
hokku-発句 | de eerste regel (van 5 lettergrepen) van een haiku of tanka gedicht |
hokku-発句 | (andere naam voor) een haiku gedicht |
honkaigi-本会議 | plenaire vergadering |
honkī・tonku-ホンキー・トンク | ordinaire [goedkope] kroeg [bar] |
honma-本真 | (vooral gebruikt in Kyoto en Kansai) waarheid |
hōrō-琺瑯 | (glas) email |
horumon-ホルモン | (in Kansai dialect) orgaanvlees, slachtafval van koeien of varkens |
hōsei-縫製 | het naaien (met een naaimachine); naaiwerk |
hōshō-褒章 | eremedaille; medaille voor verdienstelijkheid |
hōshoku-奉職 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
hōtaikō-豊太閤 | Taikō Toyotomi (Toyotomi Hideyoshi) |
hyakumanchōsha-百万長者 | een miljonair |
hyakurai-百雷 | honderd donderslagen; hels lawaai |
hyōki-標記 | titel; onderwerp (brief, e-mail, etc.) |
i-移 | (arch.) een circulaire (uitwisseling van documenten tussen overheidsinstellingen ten tijde van het Ritsuryō-systeem) |
iai-居合い | iai, in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
iaijutsu-居合術 | de iai-krijgskunst, het in een soepele beweging het zwaard trekken, de tegenstander neermaaien, en daarna het zwaard terug in de schede doen |
ichaicha-いちゃいちゃ | het flirten; het aaien [strelen] |
ichaichasuru-いちゃいちゃする | flirten; aaien; strelen |
ichibandori-一番鶏 | het eerste kraaien van de haan (bij zonsopgang) |
ichibushijū-一部始終 | het hele verhaal, van begin tot eind; alle details [bijzonderheden] |
ichiji-一次 | de eerste (rang; keer); oorspronkelijke; primaire |
ichijisangyō-一次産業 | primaire industrie (houdt zich bezig met de winning van natuurlijke hulpbronnen) |
ichijisanpin-一次産品 | primaire producten [goederen] (die voorzien in de eerste levensbehoefte van de consument) |
ichijō-一条 | één zaak [affaire; gebeurtenis] |
iimagirasu-言い紛らす | zich ergens uitpraten [uitkletsen]; ergens omheen draaien; een ontwijkend antwoord geven |
ikigai-生き甲斐 | doel [zin] van het leven; bestaansgrond; raison d'être |
ikisatsu-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
ikisuji-粋筋 | liefdesaffaire |
ikusa-戦 | oorlog; (veld)slag; gevecht; strijd; militaire campagne |
ikusei-育成 | opvoeding; vorming; opleiding; onderricht; training |
imochibyō-稲熱病 | (Magnaporthe grisea) rijstschimmel; rijstrothals; rijstzaailingziekte |
inrē-インレー | inlegwerk; mozaïek |
insutorakushon-インストラクション | instructie; onderricht; training; aanwijzingen; voorschrift |
insutorakutā-インストラクター | instructeur; docent; leermeester; trainer |
intābanku-インターバンク | interbancair (tussen banken onderling) |
intādishipurinarī-インターディシプリナリー | interdisciplinair (samenwerking tussen verschillende takken van wetenschap) |
intaku-隠宅 | toevluchtsoord; retraite; verblijf van iemand die zich heeft teruggetrokken uit het maatschappelijk leven |
intān-インターン | (inwonende) stagiair(e) [praktijkassistent] |
interuposuto-インテルポスト | (International Electronic Post) Internationale e-mail service |
in・hai-イン・ハイ | (honkbal) een hoge bal die naar binnen draait |
iomante-イオマンテ | een Ainu-ceremonie waarbij een bruine beer wordt geofferd (nadat hij een bepaalde tijd in het dorp is grootgebracht) |
ipponjōshi-一本調子 | langdradigheid; saaiheid |
iremono-入れ物 | container; vat; krat; kist; doos |
ireru-入れる | aanzetten; opendraaien |
irie-入り江 | inham; kreek; baai |
irogoto-色事 | affaire; (liefdes)verhouding; romance |
ishugaeshi-意趣返し | vergelding; wraak; represaille |
isshin-一新 | totale verandering; ommekeer; ommezwaai; vernieuwing; restauratie |
isshokenmei-一所懸命 | in de middeleeuwen de plaats die samoerai kregen als thuishaven om te leven en te werken |
itaba-板場 | (Kansai dialect) kok |
itaiitaibyō-イタイイタイ病 | itai-itai-ziekte, een botziekte veroorzaakt door cadmiumvergiftiging in Toyama rond 1912 (een van de 4 grote vervuilingziekten van Japan) |
itten-一転 | één ronde [beurt; omwenteling; draai; verandering] |
iyashii-卑しい | nederig; van lage afkomst; eenvoudig; arm; vulgair; sjofel |
ī・mēru-イー・メール | e-mail; elektronische post |
jabu-ジャブ | stoot; stomp; por; oplawaai |
jainakyō-ジャイナ教 | jaïnisme |
jamaika-ジャマイカ | Jamaica |
jijōnomajiwari-爾汝の交わり | goed bekend [bevriend] met elkaar zijn (zodat men elkaar met jij en jouw aanspreekt); familiair omgaan met elkaar |
jikamaki-直播き | directe bezaaiing (het zaaien direct in het veld) |
jikohasan-自己破産 | het eigen faillissement aanvragen |
jikuashi-軸足 | (honkbal) pivotvoet; steunvoet (het standbeen wanneer een speler draait) |
jimon-寺門 | hoofdtempel van de Tendai-secte in de stad Ōtsu |
jimon-寺門 | (afk. voor) de Jimonha-secte (van het Tendai boeddhisme) |
jimonha-寺門派 | Jimonha-secte (Tendai Boeddhisme) |
jimu-ジム | gymzaal; gymnastieklokaal; trainingszaal; sportschool |
jimunajiumu-ジムナジウム | gymzaal; gymnastieklokaal; trainingszaal; sportschool |
jinkōchishiki-人工知識 | kunstmatige intelligentie (AI: artificial intelligence) |
jin'ei-陣営 | (militair) kamp; kampement; legerkamp; bivak |
jin'ya-陣屋 | (Edo periode) residentie van de daimyo van een klein domein zonder kasteel |
jisshū-実習 | practicum; praktijkscholing; praktijkgerichte training (tijdens werktijd) |
jissōkannyū-実相観入 | (poëzietheorie van Mokichi Saito) de werkelijkheid achter de waarneming [perceptie] beschrijven in tanka |
jitsuryoku-実力 | militaire [politie] macht |
jiyūhōnin-自由放任 | laisser faire (economische beleidsprincipe zonder overheidsinterventie) |
jiyūhōninshugi-自由放任主義 | het laisser faire principe (ook economische term voor vrijheid van productie en (handels)verkeer zonder overheidsbemoeienis) |
jokyōju-助教授 | universitair docent; assistent professor |
jōnōkin-上納金 | monetaire betaling van burgers aan de vorst, overheid, overkoepelende organisaties (soms crimineel), e.d. |
jorōgumo-女郎蜘蛛 | (alleen 絡新婦) spin yōkai, een mythische wezen uit de Japanse folklore |
jōshu-城主 | daimyō met een kasteel in bezit (Tokugawa periode) |
jotai-除隊 | ontslag uit militaire dienst; demobilisatie |
jōzu-ジョーズ | Jaws (film over grote witte haai) |
jukugo-熟語 | een samenstelling (samengesteld woord); kanji combinaite |
junkyōju-准教授 | universitair hoofddocent |
jūshichimoji-十七文字 | haiku, een Japanse dichtvorm in 17 lettergrepen in een 5-7-5 versvorm |
jussaku-述作 | een literair werk [boek]; het schrijven van een boek; auteurschap |
kaburaya-鏑矢 | een pijl waaraan een fluitje is bevestigd (dat geluid maakt als de pijl wordt afgeschoten; werd gebruikt door samoerai in het feodale Japan) |
kachi-徒 | (arch.) voetsoldaat; samoerai te voet |
kachū-家中 | (Edo periode) dienaar [vazal] in een han-domein; vazal van een daimyo; han-domein |
kachū-渦中 | draaikolk; maalstroom (ook fig.) |
kaenbin-火炎瓶 | molotovcocktail |
kaeri-返り | terugkeer; wending; omdraaiing |
kaeru-変える | (iets) veranderen; wijzigen; herzien; terugdraaien |
kaeru-返る | omkeren; omgedraaid worden |
kaeshi-返し | omkering; terugdraaiing; teruggave; reactie |
kaesu-返す | (iets) omkeren; omdraaien; herhalen |
kagaminoma-鏡の間 | spiegelkamer; spiegelzaal (Versailles) |
kageryū-陰流 | een school [groep; stijl] van schermen [zwaardvechten] ontstaan in de Muromachiperiode (de verkorte vorm van [愛洲陰流] aisukageryū) |
kagu-家具 | huisraad; meubilair; meubels |
kahei-寡兵 | klein leger; kleine militaire eenheid |
kaheikachi-貨幣価値 | monetaire waarde; de waarde van een munteenheid |
kaibun-回文 | circulaire; rondzendbrief |
kaigunhikōyokarenshūsei-海軍飛行予科練習生 | de opleiding [training] voor piloten bij de Japanse marine |
kairanban-回覧板 | een mededelingenbord [circulaire; bulletin] (in Japan gebruikt door buurtverenigingen als communicatiemiddel binnen de gemeenschap) |
kaishakōseihō-会社更生法 | Wet op de Bedrijfsreorganisatie (om bedrijven die op de rand van een faillissement staan te helpen reorganiseren) |
kaiten-回転 | rotatie; omwenteling; draai |
kaitendoa-回転ドア | draaideur |
kaitenmokuba-回転木馬 | draaimolen; carrousel |
kaizan-改竄 | falsificatie; verdraaiing (van de feiten); onbevoegde [onrechtmatige] verandering (van tekst) |
kajō-渦状 | spiraalvormig [kolkvormig] zijn; de vorm [toestand] van een draaikolk hebben |
kakesu-懸巣 | Japanse gaai (Garrulus glandarius) |
kakkiteki-画期的 | baanbrekend; revolutionair; ongekend; van grote betekenis |
kakū-架空 | imaginair [denkbeeldig; fictief; irreëel; onwezenlijk; onwerkelijk] zijn |
kakumei-革命 | revolutie; revolutionaire omwenteling |
kakumeiteki-革命的 | revolutionair |
kakuri-隔離 | isolatie; quarantaine |
kakuteru-カクテル | cocktail (drank) |
kakuteru・doresu-カクテル・ドレス | cocktailjurk; cocktailjapon |
kakuteru・gurasu-カクテル・グラス | cocktailglas |
kakuteru・pātī-カクテル・パーティー | cocktailpartij; middagborrel |
kaku'igaku-核医学 | nucleaire geneeskunde |
kamabisushii-囂しい | luid; luidruchtig; rumoerig; lawaaiig |
kamera・ai-カメラ・アイ | observatie [reportage] (gedetailleerd) als door het oog van een camera |
kamigata-上方 | Kyoto en het omringende gebied; de Kansai regio |
kamishibai-紙芝居 | kamishibai, een oude vorm van Japans verteltheater met prenten |
kamishimo-裃 | samoeraikostuum (oude ceremoniële dracht) |
kamitsu-過密 | (overmatige) gedetailleerdheid |
kamiyashiki-上屋敷 | herenhuis van een daimyo (in de Edo-periode) |
kamiyori-紙縒り | touw gemaakt van stukjes gedraaid papier |
kamon-渦紋 | werveling [draaikolk] patroon; voluut patroon |
kaname-要 | het essentiële [belangrijkste] punt (waar alles om draait); fundament; hoeksteen |
kanazōshi-仮名草子 | Japans literair proza (uit de vroege Edo-periode), vrijwel geheel geschreven in kana |
kangarasu-冬鴉 | (literair) winterkraai; kraai in de winter |
kangeiko-寒稽古 | wintertraining (vechtsporten) |
kanju-貫首 | (andere naam voor 天台座主) de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
kankō-還幸 | terugkeer van een heilig voorwerp (shintai) naar een shinto tempel |
kankōba-勧工場 | In de Meiji- en Taisho-periode een plek (markt, bazaar) waar vele winkels onder één dak allerlei goederen verkochten |
kanna-鉋 | afdraaigereedschap; schaaf |
kanoe-庚 | het zevende teken van decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
kanoto-辛 | het achtste teken van de decaden (de tien hemelstammen) van de Chinese lunisolaire kalender |
kanpeitaisha-官幣大社 | kanpei-taisha (hoge klassering van een Shintō heiligdom) |
kanshitsu-乾漆 | droge lak techniek (voorwerpen worden gevormd met lagen hennepdoek gedrenkt in lak, en de oppervlaktedetails gemodelleerd met lak, zaagsel, e.d.) |
kanshoku-間色 | secundaire kleur; mengkleur |
kantoku-監督 | opzichter; (film) regisseur; (sport) trainer |
kan'in-姦淫 | overspel; overspelige affaire [relatie] |
karamawari-空回り | het stationair draaien (van een motor) |
karamawarisuru-空回りする | stationair draaien (van een motor) |
karasu-烏 | kraai; kauw |
karasugane-烏金 | geld uitgeleend voor één etmaal; lening die direct de volgende ochtend moet worden terugbetaald (lett. kraaien-geld; kraaien krijsen bij zonsopgang) |
karasuguchi-烏口 | (lett. kraaienbek) tekenpen; trekpen (voor tekenen met inkt) |
karikomu-刈り込む | oogsten (maaien [afsnoeien] en opslaan) |
karotōsen-夏炉冬扇 | iets dat nutteloos is, zoals een haard in de zomer of een waaier in de winter |
karyū-顆粒 | minuscule intracellulaire deeltjes |
kasen-歌仙 | een vorm van renga [haikai], bestaande uit 36 afwisselend lange en korte gedichten |
kashidori-樫鳥 | (een andere naam voor) Japanse gaai (Garrulus glandarius) |
kashigamashii-囂しい | luidruchtig; lawaaiig |
kashimashii-囂しい | luidruchtig; lawaaiig |
kashō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Tendai boeddhisme) |
kashoku-家職 | een familielid (van samoerai, van adel, of van een rijke familie), dat verantwoordelijk is voor huishoudelijke zaken |
kassen-合戦 | veldslag; militair treffen |
katakiuchi-敵討ち | wraak; vergelding; represaille |
katakuna-頑な | koppig; onbuigzaam; stug; taai |
katasukashi-肩透かし | (techniek in sumo worstelen) onder-schouderzwaai naar beneden |
kātorijji-カートリッジ | patroon; cartridge; vulling; cassette; container |
katto-カット | (sport) effect; draaibal; kromme bal |
kawazu-蛙 | (literair) kikker |
kayōkyoku-歌謡曲 | Japanse populaire liedjes (genre dat is ontstaan in de Showa-periode) |
kazamidori-風見鶏 | opportunist; draaier; iemand die met alle winden meewaait |
kazehikaru-風光る | de wind waait op een zonnige lentedag |
kea-ケア | kea (Nieuw-Zeelandse papegaai, Nestor notabilis) |
kēburukā-ケーブルカー | kabelspoorweg; funiculaire; kabelbaan |
keidenki-継電器 | (elektriciteit) relais |
keii-経緯 | details; bijzonderheden; omstandigheden |
keijishisetsu-刑事施設 | penitentiaire instelling |
keikikanjū-軽機関銃 | licht machinegeweer; lichte mitrailleur |
keiko-稽古 | oefening; training |
keikodai-稽古台 | trainingsruimte; oefenruimte (met houten vloer) |
keikodai-稽古台 | trainingspartner; oefenpartner |
keikogi-稽古着 | trainingspak; trainingsjas (bij judō, kendō etc.) |
keimanshotō-ケイマン諸島 | Kaaimaneilanden |
keimei-鶏鳴 | hanengekraai (vroeg in de ochtend); dageraad; zonsopgang; ochtendgloren |
keimu-警務 | militaire politie (afkorting van keimukan) |
keimukan-警務官 | militaire politie (MP); marechaussee |
keimushisetsu-刑務施設 | penitentiaire instelling [inrichting]; strafinrichting |
keimusho-刑務所 | (voor langer verblijf) gevangenis; penitentiaire inrichting |
kekkanharetsu-血管破裂 | vasculaire breuk |
kekkanshikkan-血管疾患 | vaatziekte; vasculaire ziekte |
ken-喧 | (in kanji combinaties) luidruchtig; lawaaierig; lawaaiig rumoerig |
kenbikyōsetsuganrenzu-顕微鏡接眼レンズ | oculair van een microscoop |
kengyū-牽牛 | Altair (alpha Aquilae, de helderste ster in het sterrenbeeld Arend) |
kengyūsei-牽牛星 | Altair (alpha Aquilae, de helderste ster in het sterrenbeeld Arend) |
kenkyō-牽強 | verdraaiing van de feiten; kromme redenatie |
kenmei-件名 | onderwerp; onderwerpregel (b.v. van een e-mail); naam of trefwoord (voor index of classificatie) |
kennawa-間縄 | een touw dat wordt gebruikt om de plantafstand te markeren bij het zaaien of planten van zaailingen |
kenpei-憲兵 | militaire politie |
kenshū-研修 | training; oefening; studie |
kenshūkai-研修会 | studiebijeenkomst; trainingscursus |
kenshūsuru-研修する | trainen; oefenen; studeren |
ken'eki-検疫 | quarantaine |
ketatamashii-けたたましい | luidruchtig; lawaaiig; snerpend |
ketto-ケット | deken; plaid |
kibutsu-器物 | koker; houder; container; vat |
kichi-基地 | (militaire) basis |
kidō-軌道 | spoorweg; rails |
kigo-綺語 | (in poëzie en proza) mooi [fraai] woordgebruik |
kijō-軌条 | rails; spoorlijn |
kikan-帰還 | (militair) repatriëring |
kikan-貴官 | respectvolle term voor het persoonlijk voornaamwoord in de tweede persoon, wordt gebruikt voor overheidsfunctionarissen, militair personeel, e.d. |
kikoeru-聞こえる | bekend [beroemd; populair] worden |
kikuzure-着崩れ | verfomfaaid [vormeloos; versleten; afgedragen] zijn |
kimi-君 | jij (familiair, informeel) |
kincho-近著 | recent (literair) werk |
kinchō-金打 | een plechtige belofte [eed] (afgelegd door samoerai met hun zwaarden tegen elkaar gedrukt, en door vrouwen met spiegels) |
kinema-キネマ | (archaïsch) cinema; bioscoop |
kinjisutorofī-筋ジストロフィー | spierdystrofie; musculaire dystrofie |
kinkakushi-金隠し | (samoerai) harnasstuk (aan de voorkant, over de dijbenen) |
kinsoku-禁足 | opsluiting; huisarrest; bewegingsbeperkende maatregel; disciplinaire straf (b.v. waarbij politie-ambtenaren alleen kantoorwerk mogen doen) |
kin'yūhikishime-金融引き締め | monetaire inkrimping [vernauwing] |
kin'yūkanwa-金融緩和 | monetaire versoepeling |
kin'yūseido-金融制度 | monetair stelsel [systeem] |
kin'yūseisaku-金融政策 | financieel [monetair] beleid |
kin'yūseisakukōchokuka-金融政策硬直化 | de onbuigzaamheid [verstarring] van het monetair beleid |
kireji-切れ字 | slotwoord aan het einde van een Japans gedicht (haiku, renga, e.a.) om een bepaald gevoel uit te drukken (b.v. 'kana') |
kiribari-切り張り | opgenaaid lapje stof; stoplapje |
kiriboshi-切り干し | gedroogde reepjes daikon (rettich) |
kiru-切る | (snel) (om)draaien; van richting veranderen; (een bal) met effect slaan [gooien] |
kirutingu-キルティング | het quilten (verschillende lapjes aan elkaar naaien) |
kiruto-キルト | quilt (lap stof van aan elkaar genaaide stukjes); doorgestikte deken |
kiryo-羈旅 | een term in Japanse gedichten (wake, haiku) die verwijst naar de gevoelens van reizen |
kōatsuteki-高圧的 | onderdrukkend; autoritair; bazig; agressief |
kōbō-弘法 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
kōbōdaishi-弘法大師 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
kōbu-公武 | edelen [edelmannen] en soldaten; keizerlijk hof en shogunaat; aristocratie en samurai |
kōbugattai-公武合体 | kōbu-gattai; verzoening [politieke eenheid] tussen het keizerlijke hof en het shogunaat |
kobushi-古武士 | samoerai; feodale krijger |
kōchi-コーチ | coach; trainer |
kōcho-高著 | (term die verwijst naar) een literair werk van een ander; uw [jouw] boek |
kōdenchi-光電池 | fotovoltaïsche cel |
kōdō-行動 | mobilisatie; militaire operatie |
kōen-後援 | (militaire) versterkingen; hulptroepen |
kōgaisuion-口蓋垂音 | (taalkunde) uvulaar; uvulaire medeklinker |
kogō-呼号 | claim; bewering |
kōhei-工兵 | militair ingenieur; genieofficier |
kojiwa-小皺 | fijne [kleine] rimpels; kraaienpootjes |
kōjuhōshō-紅綬褒章 | medaille met rood lint |
kokain-コカイン | cocaïne |
kokekokkō-コケコッコー | (onomatopee) kukeleku (het kraaien van een haan) |
kokkaishingi-国会審議 | parlementair debat |
kōkuhai-コークハイ | Coke Highball, een cocktail [longdrink] met coca-cola |
kokuheitaisha-国幣大社 | kokuhei-taisha (hoge klassering van een Shintō heiligdom in een prefectuur) |
kokusaigunjisaiban-国際軍事裁判 | Internationaal Militair Tribunaal |
kokusaitsūkakikin-国際通貨基金 | Internationaal Monetair Fonds (IMF) |
kokusaitsūkaseido-国際通貨制度 | Internationaal Monetair Stelsel |
kokushokaidai-国書解題 | catalogue raisonné van de Japanse literatuur vanaf ca. het Nara tijdperk tot het jaar 1867 |
kokutēru-コクテール | cocktail (drank) |
komakai-細かい | gedetailleerd; precies |
komayaka-細やか | fijn [delicaat; subtiel; gedetailleerd] zijn |
komebitsu-米櫃 | kist [container] met rijst; rijstvoorraad |
kōn-コーン | mais; graan |
konbain-コンバイン | dorsmachine; maaidorser |
konponteki-根本的 | fundamenteel; essentieel; elementair; wezenlijk |
konseishu-混成酒 | een cocktail (van alcohol gemengd met fruit, specerijen etc.) |
konsutāchi-コンスターチ | maismeel; maiszetmeel; maizena |
kōnsutāchi-コーンスターチ | maizena (maīzena) |
kontena-コンテナ | container |
kontenā-コンテナー | container |
kontenasen-コンテナ船 | containerschip |
korobasu-転ばす | (laten) struikelen [vallen; draaien] |
kōru-コール | oproep; sommatie; beroep; claim |
koru-凝る | precies [secuur] zijn; op de details letten |
kōryūsha-拘留者 | geïnterneerde persoon [militair; soldaat] |
kōseitorihikiiinkai-公正取引委員会 | Japanse Commissie voor Eerlijke Handel (Japan Fair Trade Commission) |
koshi-腰 | middel; taille |
koshiage-腰揚げ | plooien in de taille van een kimono (om de lengte van een kimono aan te passen) |
koshihimo-腰紐 | koord van een kimono dat rond de taille wordt gebonden voordat een obi eromheen wordt geknoopt |
kōsokudokō-高速度鋼 | sneldraaistaal; snelstaal |
kotokomaka-事細か | detaillering; uitvoerigheid; breedvoerigheid |
kouri-小売 | detailhandel; kleinhandel |
kouriten-小売り店 | detailhandel; kleinhandelszaak; verkooppunt |
koyori-紙縒り | touw gemaakt van stukjes gedraaid papier |
koyōte-コヨーテ | prairiewolf; coyote (Canis latrans) |
kuchigitanai-口汚い | (van spreken) vulgair; schunnig; grof; scherp; bijtend |
kugokoro-句心 | aanleg [gevoel] voor poëzie [gedichten] (m.n. voor haiku) |
kukenui-絎縫い | blinde [onzichtbare] steek (bij naaien van stoffen) |
kunigarō-国家老 | hooggeplaatste samoerai-ambtenaar in dienst van een daimyō (die in diens afwezigheid het domein beheert) |
kunren-訓練 | oefening; training; scholing |
kunrensuru-訓練する | trainen; onderrichten; africhten |
kunshō-勲章 | medaille; onderscheiding |
kuntō-勲等 | medaille [orde] van verdienste |
kuōku-クオーク | quark (elementair deeltje) |
kūrā-クーラー | airconditioner; koeler |
kurayashiki-蔵屋敷 | (Edo periode) pakhuis van een daimyo (Japanse krijgsheer) |
kurēmu-クレーム | claim; eis |
kurisutaruzoku-クリスタル族 | universitaire studentes vernoemd naar personage uit: なんとなく、クリスタル (Somehow, Crystal), roman uit de Japanse postmoderne literatuur van Tanaka Yasuo |
kurōku-クローク | garderobe; vestiaire |
kurōku・rūmu-クローク・ルーム | garderobe; vestiaire |
kurōzu・appu-クローズ・アップ | (fotografie) close-up; detailopname; opname van vlakbij |
kurukuru-くるくる | (onomatopee) in de rondte; alsmaar ronddraaiend; wervelend |
kurumeku-眩く | ronddraaien; rondtollen |
kurumeru-包める | misleiden; ergens omheen draaien |
kusagoe-草肥 | compost (van gemaaid gras) |
kusakari-草刈り | het maaien van gras |
kusakari-草刈り | degene die het gras maait |
kusakariki-草刈機 | grasmaaier; grasmaaimachine; grasmachine |
kutsugaesu-覆す | op zijn kop draaien; kapseizen |
kuwashii-詳しい | gedetailleerd; uitvoerig |
kūya-空也 | Kūya (ook wel Kōya of Kōshō genoemd), een Tendai monnik (903 - 972) |
kūyanenbutsu-空也念仏 | invocatie van Amida Boeddha volgens de leer van Kūya (een Tendai monnik, 903 - 972) met behulp van instrumentale begeleiding (kalebas of bel) en dans |
kyakuhon-脚本 | draaiboek; scenario; script; (opera) libretto |
kyanpēn-キャンペーン | campagne; actie; promotie; veldtocht (militair) |
kyappu-キャップ | teamleider (Eng.captain) |
kyasshā-キャッシャー | kassier; caissière; kassa |
kyōdōkunren-共同訓練 | (van strijdkrachten) gemeenschappelijke training [oefening] |
kyojō-居城 | woonkasteel van een kasteelheer [domeinvorst; daimyō] |
kyōkagasshuku-強化合宿 | trainingskamp |
kyōku-狂句 | een humoristische haiku |
kyosū-虚数 | imaginair getal (wiskunde) |
kyōtōho-橋頭堡 | (militair) bruggenhoofd |
kyōzame-興醒め | een saai [oninteressant; vervelend] iets |
kyūchō-急潮 | plotseling hoog water (doordat oceaanwater plotseling een baai instroomt door drukverschil op zee); plotselinge snelle stroming |
kyūcho-旧著 | klassiek (literair) werk |
kyūdō-弓道 | (Japans) boogschieten (vooral voor mentale training) |
kyūkyūkyūmeishi-救急救命士 | ambulancepersoneel met een medische basistraining |
kyūpī-キューピー | Kewpie (figuur gebaseerd op Cupido, in 1909 gecreëerd door Rose O'Neill; als logo gebruikt door Kewpie Corporation, producent van o.a. mayonaise) |
madarukkoi-間怠っこい | traag; eentonig; saai; langdradig |
madarukkoshii-間怠っこしい | traag; eentonig; saai; langdradig |
mageru-曲げる | verdraaien (ook fig.: feiten, etc.); veranderen (van mening b.v.) |
majorika-マジョリカ | (Italiaans aardewerk) majolica; faience |
majorikayaki-マヨリカ焼き | (Italiaans aardewerk) majolica; faience |
makihige-巻き鬚 | (gedraaide) hechtrank (van een plant) |
makikaeshi-巻き返し | zich herstellen (van tegenslag); zich vermannen; het terugdraaien; terugspoelen |
makiokosu-巻き起こす | veroorzaken; doen ontstaan [opwaaien]; ophef veroorzaken |
makiotoshi-巻き落とし | naar beneden draaiende aanval (kendō, sumo) |
makitsuke-蒔き付け | het zaaien; zaad strooien |
makitsukeru-巻き付ける | winden; draaien; knopen; vastbinden |
maku-蒔く | zaaien |
manetarī・sābei-マネタリー・サーベイ | monetair onderzoek |
manobi-間延び | traagheid; sloomheid; langdradigheid; saaiheid |
manzai-万歳 | entertainers, die vroeger bij Nieuwjaarsfeesten van deur tot deur gingen om de mensen te vermaken |
maotaishu-マオタイ酒 | maotai, Chinese gedestilleerde drank, gemaakt van sorgo (Sorghum) |
marishiten-摩利支天 | Marīci, een boeddhistische godheid (m.n. de beschermgod van de samoerai) |
massetsu-末節 | kleine [onbelangrijke] details; niet-essentiële [triviale] zaken |
masshō-末梢 | kleine details; onbelangrijke dingen [zaken] |
matīni-マティーニ | martini (cocktail) |
matsukaze-松風 | (het geluid van) de wind die waait door de dennenbomen |
matsuwaru-纏わる | (om iets of iemand) heen draaien; omringen; volgen |
mawaributai-回り舞台 | draaiend toneel; draaitoneel |
mawaridōrō-回り灯籠 | een lantaarn waarvan de binnenste cilinder (met uitgesneden afbeeldingen) draait en schaduwen werpt op het buitenste scherm |
mawaru-回る | rondgaan; rondrennen; de ronde doen; ronddraaien |
mawasu-回す | ronddraaien; roteren |
mayonēzu-マヨネーズ | mayonaise |
medarisuto-メダリスト | medaillewinnaar |
medaru-メダル | medaille |
meguraseru-巡らせる | laten rondgaan; laten omcirkelen [ronddraaien} |
meibun-名文 | een mooi (geschreven) tekst; mooie literaire passage; proza in een voortreffelijke stijl |
meigin-名吟 | uitmuntend gedicht (tanka; haiku); excellente poëzie |
meihaku-明白 | (logica) helder [duidelijk] (Fr. clair ( René Descartes) |
meikyo-明渠 | open (water)leiding [drainering] |
meiru-メイル | email; mail; post |
meisaisho-明細書 | specificatie; gedetailleerde verklaring |
mekiki-目利き | beoordelaar; kenner; connaisseur |
memagurushii-目まぐるしい | duizelingwekkend; wervelend; draaierig; duizelig |
memai-目眩 | duizeligheid; draaierigheid |
meneji-雌螺子 | (schroef)moer (die op een (schroef)bout gedraaid kan worden) |
mēnfurēmu-メーンフレーム | mainframe (centrale computer) |
menmitsu-綿密 | gedetailleerd [precies; nauwkeurig] zijn |
merīgōraundo-メリーゴーラウンド | carrousel; draaimolen |
mēru-メール | mail; post(zending) |
mēru-メール | |
mēru・magajin-メール・マガジン | elektronisch tijdschrift; email tijdschrift; e-magazine |
meshiudo-囚人 | samoerai-concubine |
meshūdo-召人 | samoerai-concubine |
meson-メソン | meson (elementair deeltje) |
mesotoron-メソトロン | meson (subatomair deeltje) |
mezamashii-目覚ましい | opvallend; spectaculair; prachtig |
mezonetto-メゾネット | maisonnette (appartement dat twee verdiepingen beslaat) |
migimaki-右巻き | rechtsdraaien (met de klok mee) |
miihaa-みいはあ | iemand die met alle winden meedraait; aansteller; navolger |
minarai-見習い | stagiair(e); aspirant; leerling |
minarau-見習う | stage [training] volgen |
miokuru-見送る | iemand uitgeleide doen [uitzwaaien; wegbrengen] |
mirionea-ミリオネア | een miljonair |
miritarī-ミリタリー | militair |
miritarī・rukku-ミリタリー・ルック | militaire look (mode) |
miroku-弥勒 | (boeddh.) Miroku; Maitreya |
mirokubosatsu-弥勒菩薩 | Maitreya (Bodhisattva); Miroku |
mishin-ミシン | naaimachine |
mishō-実生 | zaailing; jong plantje |
mitsuga-密画 | gedetailleerde tekening [afbeelding] |
mizorenabe-霙鍋 | een hotpot schotel met geraspte daikon |
mizuhake-水捌け | drainage; het draineren |
mochikuzusu-持ち崩す | geruïneerd worden; naar de haaien gaan |
modosu-戻す | terugdraaien; terugplaatsen; terugzetten |
moesakaru-燃え盛る | oplaaien van een brand [vuur]; fel [hevig] branden |
moetatsu-燃え立つ | het doen oplaaien van een brand; hevig branden; fel kleuren |
mōfu-毛布 | deken; plaid |
mogaribue-虎落笛 | het fluitende geluid van een winterse wind die door een bamboe hek waait |
mohea-モヘア | mohair (angorawol) |
moheya-モヘヤ | mohair (wol) |
mojiru-捩る | draaien; wikkelen; verdraaien |
mojurāseisan-モジュラー生産 | modulaire productie |
momijioroshi-紅葉下ろし | samen geraspte daikon (rettich) en togarashi (rode peper); geraspte daikon en geraspte wortel |
momu-揉む | iemand trainen door hem [haar] zware ontberingen te laten ondergaan |
monorēru-モノレール | monorail |
morunodo-モル濃度 | molaire concentratie; molariteit |
mōsaikan-毛細管 | capillaire buis; haarvat |
mōsaikekkan-毛細血管 | haarvat; capillaire buis |
mozaiku-モザイク | mozaïek; mozaïekwerk |
mozaikukanazuchi-モザイク金槌 | mozaïek hamer |
mugon-無言 | (afk. van mugonnogyō) religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
mugonnogyō-無言の行 | religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
mujaki-無邪気 | onschuld; eenvoud; naïviteit |
mujinki-無人機 | ombemand luchtvaartuig (voor militaire of burger doeleinden) |
mukinaoru-向き直る | zich omdraaien [omkeren]; rechtsomkeert maken |
mukiteki-無機的 | levenloos; geesteloos; futloos; saai |
muku-向く | zich richten (naar; tot); (om)draaien naar; uitzien op; gaan in de richting (van) |
mūmū-ムームー | muu-muu (Hawaïaanse kleding) |
musai-むさい | vulgair; sjofel; armzalig |
musutangu-ムスタング | mustang (Noord-Amerikaans prairiepaard) |
myūryūshi-ミュー粒子 | muon (elementair deeltje) |
naderu-撫でる | aaien; strelen; strijken (over); gladstrijken |
nae-苗 | zaailing |
naedoko-苗床 | (planten) perk; zaaibed |
naegi-苗木 | zaailing; jong boompje |
nagadangi-長談義 | langdradige [saaie] toespraak [speech; lezing] |
nagoya-名古屋 | Nagoya, de naam van een stad in de prefectuur Aichi |
naību-ナイーブ | naïef; eenvoudig; onnozel; ongecompliceerd |
naide-ないで | (ontkenning -nai + de) zonder te... |
naimu-内務 | (bij militaire instellingen) de dagelijkse zaken in kazernes of kampementen |
nakai-仲居 | [将軍・大名などの奥向きに仕える女性; また、その詰めている部屋; おすえ; (仲居)] de vrouwelijke bediende van de vrouw [familie] van een shōgun of daimyō |
namabyōhō-生兵法 | oppervlakkige kennis van [ervaring met] (militaire tactieken) |
namakemono-樹懶 | (zoogdier) luiaard; ai; oenau |
naname-斜め | vervormd; verdraaid; verwrongen |
nanori-名乗り | naam na het bereiken van volwassenheid bij adelijke en samoerai families |
narasu-鳴らす | beroemd [populair] zijn |
narōdoniki-ナロードニキ | Russische revolutionaire beweging (uit de tweede helft van de 19e en het begin van de 20e eeuw) |
natsusaku-夏作 | zomergewassen, (zoals o.a. maïs, bonen, aubergine) die groeien in de zomer, en worden geoogst in de herfst of winter |
nawashiro-苗代 | een kweekveld voor jonge rijstplantjes (zaailingen) |
nebarizuyoi-粘り強い | hardnekkig; volhardend; koppig; taai |
nejiageru-捩じ上げる | iemand de arm omdraaien [verdraaien; omwringen]; iemand in bedwang houden |
nejikomu-捩じ込む | indraaien; inschroeven |
nejireru-捩れる | verdraaid [verbogen; kromgetrokken] zijn [worden] |
nejiru-捩る | draaien; schroeven |
nejiru-捩る | verdraaien; verzwikken |
neru-練る | kennis [bekwaamheid] verbeteren door oefenen [trainen] |
nigiribasami-握り鋏 | een U-vormige schaar (zonder vingergaten); wordt meestal gebruikt bij naaiwerk |
nigiribasu-握り蓮 | een lotusblad-vormige decoratie op balken [railingen] in een gebouw |
nigiteki-二義的 | ondergeschikt; secundair; bijkomstig |
nigiyaka-賑やか | lawaaiig; kleurig; druk; vrolijk; welvarend |
nigosu-濁す | ergens omheen draaien; een ontwijkend antwoord geven; vaag blijven |
nihon-二本 | de twee zwaarden van een samoerai (een lange en een korte) |
nihonjidōshayunyūkumiai-日本自動車輸入組合 | JAIA, Japanse Automobiel Importeurs Associatie |
nihonkōkū-日本航空 | De Japanse Luchtvaart Maatschappij (Japan Airlines, afk.: JAL) |
nijishoku-二次色 | secundaire kleur(en); mengkleur(en) |
nikyūdōro-二級道路 | secundaire weg |
ninjutsu-忍術 | (één van de tactieken van ninja's tijdens de samoerai periode) een vorm van spionage (door het gebruik van vermommingen, trucs, e.d.) |
ninkikabu-人気株 | populaire [gewilde] aandelen |
ninotsugi-二の次 | secundair; van ondergeschikt belang |
nishinhō-二進法 | binaire talstelsel; tweetallig stelsel |
nishitsunomedori-西角目鳥 | papegaaiduiker |
nīto-ニート | (not in employment, education or training) een jongere die niet studeert of werkt |
nobushi-野武士 | (in de middeleeuwen) boeren die (in groepen) verslagen samoerai aanvielen en zich hun uitrustingen, etc. toeëigenden |
noizu-ノイズ | (hard) geluid; lawaai; ruis |
nōmitsu-濃密 | volheid; diepte (van smaak, b.v.); gedetailleerdheid |
nonbanku-ノンバンク | niet-bancair |
nōsotchū-脳卒中 | attaque; beroerte; CVA (cerebro vasculair accident) |
nūbō・roman-ヌーボー・ロマン | nouveau roman (literaire stroming) |
nuregoto-濡れ事 | liefdesaffaire; liefdesverhouding |
nuu-縫う | naaien; stikken |
nūvō・roman-ヌーヴォー・ロマン | nouveau roman (literaire stroming) |
nyūkuria-ニュークリア | nucleair |
nyūtai-入隊 | in militaire dienst gaan; indiensttreding (leger) |
nyūtaisuru-入隊する | in (militaire) dienst gaan |
ochimusha-落ち武者 | een verslagen strijder [samoerai] op de vlucht |
oden-おでん | oden, een Japans eenpansgerecht (met o.a. eieren, daikon (rettich), kon'yaku, viskoekjes) |
ōgi-扇 | (dichtvouwbare) waaier |
ohire-尾鰭 | opsmuk; verfraaiing (van een verhaal) |
oikiri-追い切り | (bij paarden) een trainingsrace; testrit (om de conditie van het paard vast te stellen voor de echte race) |
oikirichōkyō-追い切り調教 | een snelheidstraining (van paarden) |
okiji-置き字 | literaire schrijfstijl in brieven waarin bijwoorden, voegwoorden, e.d. in kanji worden geschreven (b.v. oyoso 凡, mata 又) |
okonai-行い | boeddhistische dienst; boeddhistische training |
okuribi-送り火 | ceremonieel vuur [fakkels] om de zielen van de overledenen bij hun vertrek uit te zwaaien |
okuru-送る | (iem.) uitgeleide doen [uitzwaaien] |
omizutori-御水取り | het putten van water, een ceremonie in het Nigatsudō-heiligdom van het Tōdaiji tempelcomplex in Nara (op 12 maart) |
omotezukai-面使い | één van de bewegingen in Nō theater (het hoofd naar links en rechts draaien om om je heen te kijken) |
ōmu-鸚鵡 | papegaai |
ōmubyō-オウム病 | papegaaienziekte; psittacosis |
ōmugaeshi-鸚鵡返し | het (iemand) napraten; papegaaien |
onagusami-お慰み | vermaak; entertainment |
onna-女 | vrouw; vrouw des huizes; vriendin; maîtresse |
oomote-大もて | erg populair |
oozukami-大掴み | een globaal (beeld hebben); ruwe [algemene] (details) |
ope-オペ | (militaire) operatie; manoeuvre; transactie; onderneming |
operēshon-オペレーション | (militaire) operatie; manoeuvre; transactie; onderneming |
oriku-折句 | Japans acrostichon (in haiku, waka, en tanka gedichten) |
oroshiae-おろし和え | een dressing van gerapte daikon met sojasaus en azijn (meestal bij vis, groenten, paddenstoelen, e.d.) |
oshidori-鴛鴦 | mandarijneend (Aix galericulata) |
oshō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Zen boeddhisme) |
ōshūtsūkaseido-欧州通貨制度 | Europees Monetair Stelsel |
osomaki-遅蒔き | het laat (in het seizoen) zaaien |
otaiko-お太鼓 | afkorting van otaikomusubi, één van de manieren om een obi (traditionele Japanse sjerp voor kimono) vast te binden |
otaiko-お太鼓 | iemand die (als beroep) zorgt voor een goede sfeer tussen gasten tijdens een feest; stemmingmaker; grappenmaker; entertainer |
ōten-横転 | rotatie; het omrollen [draaien; kantelen] (op een zijde) |
oto-音 | geluid; klank; lawaai |
ō・pea-オー・ペア | au pair |
pafe-パフェ | parfait (ijsdessert) |
paichūkanshi-パイ中間子 | (natuurkunde) elementair deeltje pimeson |
peintekkusu-ペインテックス | Paintex (soort verf op oliebasis) |
peiofu-ペイオフ | depositoverzekering bij een faillissement |
peresutoroika-ペレストロイカ | perestroika (hervormingspolitiek in de Sovjet-Unie, van Michail Gorbatsjov) |
pettingu-ペッティング | het strelen; aaien; liefkozen |
pēzurī-ペーズリー | paisley, abstract kleurenpatroon in stoffen (genoemd naar de plaats Paisley in Schotland, waar kasjmier sjaals met paisley motief werden gefabriceerd) |
pinpointo-ピンポイント | (militair) precies omgeschreven doel |
popyurā-ポピュラー | populair; gewild |
popyurāongaku-ポピュラー音楽 | popmuziek; populaire muziek |
popyurā・myūjikku-ポピュラー・ミュージック | popmuziek; populaire muziek |
popyurā・songu-ポピュラー・ソング | populair lied(je) |
poronēzu-ポロネーズ | (Poolse dans en muziek) polonaise |
posuto-ポスト | postvakje; mailbox; (openbare) brievenbus |
puraimarī・karā-プライマリー・カラー | primaire kleur |
purantā-プランター | plantmachine; zaaimachine |
purērī-プレーリー | prairie; graswoestijn; grasvlakte |
puripeidokādo-プリペイド・カード | prepaidkaart |
puripeido・kādo-プリペイド・カード | prepaid kaart (telefoon) |
rabu・afea-ラブ・アフェア | (Eng.: love affair) liefdesrelatie; liefdesverhouding |
rabu・romansu-ラブ・ロマンス | (Eng.: love romance) liefdesverhaal; liefdesaffaire; romantiek |
ramakyō-ラマ教 | Lamaïsme (Tibetaans boeddhisme) |
ramusudensetsuganrenzu-ラムスデン接眼レンズ | Ramsden-oculair |
rasotsu-邏卒 | militair op patrouille |
rea-レア | (van vlees) halfrauw; kort gebakken; saignant |
reboryūshon-レボリューション | revolutie; revolutionaire omwenteling |
reibō-冷房 | airconditioning; koeling |
reibōbyō-冷房病 | airconditioning ziekte; ziekte door airconditioners |
rekisen-歴戦 | vele (militaire) dienstjaren |
renkaban-廉価版 | goedkope [betaalbare; populaire] uitgave [editie] |
renpai-連俳 | renga en haiku poëzie |
renpai-連俳 | een paar haiku gedichten |
renshū-練習 | oefening; training |
renshūsuru-練習する | oefenen; trainen |
rentaikei-連体形 | (taalkunde) rentaikei (attributieve vorm; woordenboekvorm) |
rēru-レール | rail; roede; reling; rails |
resse・fēru-レッセ・フェール | het laisser faire principe (ook economische term voor vrijheid van productie en (handels)verkeer zonder overheidsbemoeienis) |
rēzon・dētoru-レーゾン・デートル | bestaansreden; bestaansgrond; bestaansrecht; reden van bestaan (Fr. raison d'être) |
rikushō -陸将 | (militaire rang) luitenant-generaal |
rikushyōho-陸将補 | (militaire rang) generaal-majoor |
rikutsu-理屈 | liefdesverhouding; affaire |
riniamōtā・kā-リニアモーター・カー | magneetzweeftrein (Eng.: magnetic levitation train, afk. maglev) |
roban-路盤 | de grond die geëgaliseerd is om spoorrails te ondersteunen |
rōdowāku-ロードワーク | wegtraining; looptraining op de weg |
rogui-櫓杭 | draaipunt [steunpunt] voor roeiriemen in een Japanse boot |
roketto-ロケット | medaillon |
roku-禄 | leengoed; leen (b.v. van een samoerai) |
rokumai-禄米 | toelage in rijst; rijstvergoeding (voor samoerai) |
rokuro-轆轤 | pottenbakkerswiel; draaischijf; draaibank |
rokuroseikei-ロクロ整形 | het (op de schijf) draaien [vormen] |
rōnin-浪人 | een samoerai zonder meester [leenheer] |
rōshi-浪士 | een samoerai zonder meester [leenheer] |
roshutsukyō-露出狂 | exhibitionist; potloodventer; vaandelzwaaier |
ruiku-類句 | haiku met vergelijkbare inhoud [betekenis] |
runesansu-ルネサンス | Renaissance |
ruporutāju-ルポルタージュ | documentaire |
ryakuju-略綬 | baton (militaire onderscheiding) |
ryakuzu-略図 | ruwe schets; plattegrond (zonder details); eenvoudige tekening; contouren |
ryanko-両個 | (een denigrerende term voor) een samoerai (met twee zwaarden) |
ryōbun-領分 | (Edo periode) domein [leengoed] van een daimyo |
ryōjō-領城 | districtskasteel (van een daimyo in de Edo periode), als zetel van het bestuur van een district (als een centrale overheid) |
ryokujuhōshō-緑綬褒章 | medaille met groen lint (Japanse eremedaille) |
ryōshu-領主 | daimyo; domeinheer; (feodale) heer (van een bepaald gebied) |
ryū-留 | (astrologie) stationair punt |
ryūkōka-流行歌 | populair lied [nummer]; hit |
ryūkōsuru-流行する | in de mode [populair] zijn |
ryūshi-粒子 | korrel; (elementair) deeltje |
sage-下げ | (afk. voor) (van samoerai) koord om de zwaardschede aan de obi te bevestigen |
sageo-下げ緒 | (van samoerai) koord om de zwaardschede aan de obi te bevestigen |
saibōgai-細胞外の | extracellulair (buiten de cel) |
saibōnaino-細胞内の | intracellulair (binnen de cel) |
saibu-細部 | detail(s) |
saichi-細緻 | aandacht voor detail; zorgvuldigheid; precisie |
saidokā-サイドカー | soort cocktail |
saigokusanjūsansho-西国三十三所 | Saikoku pelgrimage naar 33 tempels gewijd aan Kanon (in de Kansai regio van Japan) |
saihai-采配 | een staf [scepter] als teken van rang (zoals van die van de samoerai-commandanten in het feodale Japan) |
saihan-再販 | wederverkoop; detailverkoop; doorverkoop |
saihankakaku-再販価格 | wederverkoopprijs; detailverkoopprijs; doorverkoopprijs |
saihitsu-細筆 | gedetailleerde beschrijving |
saihō-裁縫 | naaiwerk |
saiken-細見 | gedetailleerde kaart [plattegrond; gids] |
saimitsu-細密 | gedetailleerdheid; precisie; nauwgezetheid |
sainen-再燃 | het opnieuw vlamvatten [oplaaien] (van ruzie, brand, liefde, e.d.) |
sairyō-裁量 | (discretionaire) beslissingsbevoegdheid |
sairyōrōdōsei-裁量労働制 | discretionair arbeidssysteem (waarin lonen worden betaald op basis van vooraf bepaalde hoeveelheid gewerkte tijd i.p.v. van de werkelijke werkuren) |
saisho-細書 | gedetailleerde beschrijving |
saisō-採草 | grasmaaien voor veevoer of compost |
saitan-歳旦 | afkorting voor saitan-biraki (een bijeenkomst van dichters en hun leerlingen in januari om gedichten te maken over nieuwjaarsdag) |
saitanbiraki-歳旦開き | een Nieuwjaars bijeenkomst waarbij renga en haiku gedichten worden gemaakt en voorgedragen |
saitanchō-歳旦帳 | saitan-chō, een gedichtenbundel uitgegeven ter gelegenheid van de saitan-biraki bijeenkomst |
saiyō-細腰 | smalle heupen [taille]; slanke vrouw |
saka-逆 | omgekeerd; omgedraaid; ondersteboven |
sakan-盛ん | wijdverbreid [populair; in trek] zijn |
sakku・doresu-サック・ドレス | zak jurk (een rechte jurk zonder taillelijn) |
saku-柵 | hek; railing |
sakubutsu-作物 | literair werk |
sakuteki-索敵 | militaire verkenning [zoekactie; patrouille] |
sakuzen-索然 | saaiheid; ongeïnteresseerdheid |
sakuzuke-作付け | het planten [aanplanten; zaaien] van gewassen |
same-鮫 | haai |
samehada-鮫肌 | ruwe huid (zoals de huid van een haai) |
samurai-侍 | samoerai; strijder |
sanbunka-散文家 | prozaïst; proza schrijver |
sanbunteki-散文的 | prozaïsch |
sange-山家 | (boeddh.) school die in directe lijn is verbonden aan de Tendai-sekte (in China) |
sanitarī-サニタリー | sanitair; de gezondheid betreffende; hygiënisch |
sanjūrokkei-三十六計 | 36 oude Chinese militaire strategieën [tactieken] |
sankinkōtai-参勤交代 | (Edo periode) politiek systeem waarbij feodale heren (daimyo) werden verplicht om elk tweede jaar in Edo te verblijven |
sanko-三顧 | drie keer bezoeken (verwijst naar een Chinese legende waarin Liu Bei drie keer Zhuge Liang bezocht m hem als militaire commandant te verwelkomen) |
sanma-秋刀魚 | Japanse makreelgeep (Coloabis saira) |
sanpeijiru-三平汁 | gerecht uit Hokkaido, een soep met rijstzemelen, vis en ingelegde groenten |
sanzaisuru-散在する | diffuus [verspreid; verstrooid; bezaaid] zijn |
sashizoe-差し添え | een kort zwaard (dat samen met een groot zwaard door de samoerai werd gedragen) |
sasu-刺す | naaien; borduren |
sataia-サタイア | satire; bespotting; ironie; literair genre |
sawagu-騒ぐ | lawaai [kabaal] maken; rumoerig zijn |
sayamaki-鞘巻 | een kort zwaard zonder rand (zoals door samurai naast hun lange zwaard werd gedragen) |
seiitaishōgun-征夷大将軍 | titel gegeven aan het opperhoofd van de regerende militaire macht in de Kamakura, Muromchi en Edo perioden |
seikyū-請求 | eis; claim; vordering; aanmaning; aanvraag |
seimitsu-精密 | precisie; nauwkeurigheid; nauwgezetheid; accuratesse; gedetailleerdheid |
seimitsukensa-精密検査 | gedetailleerde inspectie [controle]; minutieus [grondig] onderzoek |
seiran-青嵐 | frisse zomerwind (wind die waait door groen gebladerte) |
seisai-精細 | gedetailleerdheid; precisie |
seisen-征戦 | militaire expeditie (in vijandelijk gebied) |
seishiki-制式 | iets dat gedefinieerd [vastgelegd; officieel; voorgeschreven; reglementair] is |
seiso-精粗 | fijnheid of ruwheid; gedetailleerdheid of grofheid |
seitai-静態 | statisch [stationair] zijn |
seitō-精到 | nauwkeurig [precies; nauwgezet; gedetailleerd] zijn |
seiun-星雲 | interstellaire gas- en stofwolken [nevel] |
sekenshirazu-世間知らず | onwetend [naïef; niet wereldwijs] zijn |
sekisaku-脊索 | rudimentaire ruggengraat; chorda dorsalis |
sekishokutō-赤色灯 | rood zwaailicht (op voertuigen van politie, ambulance, e.d.) |
sekondo-セコンド | secondant; helper; assistent-trainer |
semidokyumentarī-セミドキュメンタリー | semidocumentaire; gespeelde documentaire |
senchimentarizumu-センチメンタリズム | sentimentalisme (literaire stroming in de 18de eeuw) |
sengun-千軍 | veel soldaten [militairen] |
senkai-仙界 | plek waar kluizenaars wonen; afgelegen retraite |
senkai-旋回 | rotatie; ommekeer; draaiing |
senkaisuru-旋回する | (om)draaien; ronddraaien; roteren |
senryū-川柳 | senryū (Japanse dichtvorm, humoristische haiku) |
sensēshonaru-センセーショナル | sensationeel; spectaculair; opzienbarend |
sentankyōfushō-先端恐怖症 | aichmofobie (vrees voor scherpe voorwerpen) |
sento-セント | heilige (Eng.: Saint) |
sentobinsento・gurenadīn-セントビンセント・グレナディーン | Saint Vincent en de Grenadines |
sentokittsu・neibisu-セントキッツ・ネイビス | Saint Kitts en Nevis |
sentokurisutofā・neibisu-セントクリストファー・ネイヴィス | Saint Christopher en Nevis |
sentokurisutofā・neibisurenpō-クリストファー・ネヴィス連邦 | de Federatie van Saint Christopher en Nevis |
sentopōria-セントポーリア | Saintpaulia; Kaaps viooltje |
sento・mārchintō-セント・マーチン島 | Sint Maarten (eiland van de Kleine Antillen in de Caraïbische Zee) |
serekuto・shoppu-セレクト・ショップ | detailhandelszaak die producten van verschillende fabrikanten of merken verkoopt |
serifuzuke-台詞付け | draaiboek |
setomono-瀬戸物 | aardewerk [keramiek] uit Seto (Aichi prefectuur, Japan) |
setsuganrenzu-接眼レンズ | oculair; ooglens |
setsuganrenzuuke-接眼レンズ受け | oculairhouder |
setsujoku-雪辱 | eerwraak; eerherstel; wraakneming; represaille |
shākusukin-シャークスキン | haaienhuid; haaienleer; haaienvel |
shamo-シャモ | een term die door de Ainu wordt gebruikt om te verwijzen naar niet-Ainu Japanners |
shamu-シャム | Siam (oude naam voor Thailand) |
shan-シャン | mooi; fraai; prettig |
sheipu・appu-シェイプ・アップ | training (om een goede conditie [goed figuur] te krijgen) |
shēkā-シェーカー | cocktailshaker; mengglas; strooibus |
shēpu・appu-シェープ・アップ | training (om een goede conditie [goed figuur] te krijgen) |
shibakari-芝刈り | het maaien van een gazon; grasmaaien |
shibakariki-芝刈機 | grasmaaier; grasmaaimachine; grasmachine |
shibirian-シビリアン | (Eng.: civilian) burger (niet-militair) |
shibun-士分 | rang [status; klasse] van samoerai |
shibun-詩文 | literatuur; poëzie en proza; literaire werken |
shibutoi-しぶとい | taai; vasthoudend; onverzettelijk; volhardend; koppig; eigenwijs |
shichfukujin-七福神 | de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie (Hotei, Jurōjin, Fukurokuju, Bishamonten, Benzaiten, Daikokuten, en Ebisu) |
shichidō-七道 | de 7 districten van het oude Japan (Tōkaidō, Tōsandō, Hokurikudō, San'yōdō, San'indō, Nankaidō en Saikaidō) |
shichifukujin-七福神 | de 7 geluksgoden (Daikokuten, Ebisu, Bishamonten, Benzaiten, Fukurokuju, Jurōjin en Hotei) |
shichigochō-七五調 | afwisselende regels van 7 -en 5 lettergrepen (in Japanse poëzie zoals tanka en haiku) |
shidō-士道 | krijgseer; ridderlijkheid; gedragscode van de samoerai |
shidō-祠堂 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
shidoku-死毒 | ptomaïne vergiftiging |
shidōsen-祠堂銭 | monetaire donaties voor ceremonies voor voorouders en om de tempelgebouwen in stand te houden |
shigo-死語 | verouderd [archaïsch] woord |
shikai-志怪 | Zhiguai, verhalen over het miraculeuze (genre in de Chinese literatuur vanaf de 3e eeuw) |
shikan-止観 | (Tendai boeddhisme) meditatie waarbij de geest zich concentreert op een enkel object, zonder afleidende gedachten |
shikan-止観 | (een andere naam voor) Tendai boeddhisme |
shikanshū-止観宗 | Tendai boeddhisme |
shikinbusoku-資金不足 | onvoldoende (monetaire) middelen; gebrek aan fondsen [geld; kapitaal] |
shimin-士民 | de samoerai (klasse) en het gewone volk [de burgerbevolking] |
shimoyashiki-下屋敷 | (Edo periode) residentie van de daimyo in de buitenwijken van Edo |
shincho-新著 | modern (literair) werk |
shinkansen-新幹線 | hoge snelheidstrein (TGV; Eng.: bullet train) |
shinkekkanshikkan-心血管疾患 | cardiovasculaire aandoeningen; hart- en vaatziekten |
shinkō-侵寇 | (militaire) invasie; verovering; bezetting |
shinto・māruten-シント・マールテン | Sint Maarten (eiland van de Kleine Antillen in de Caraïbische Zee) |
shinto・mārutentō-シント・マールテン島 | Sint Maarten (eiland van de Kleine Antillen in de Caraïbische Zee) |
shin'uchi-真打ち | belangrijkste verhalenverteller [conferencier] in Japans (rakugo of manzai) theater |
shiori-撓り | (één van de basisprincipes van haiku) het doordringen van de geest [ziel] bij het beschouwen van de natuur |
shirakeru-白ける | bedorven [verpest] worden (sfeer); verveeld raken; saai worden; lusteloos worden |
shisai-子細 | detail(s); bijzonderheden |
shisei-四姓 | de vier grote families [clans] uit de Japanse geschiedenis (Minamoto, Taira, Fujiwara en Tachibana ) |
shisen-詩仙 | eretitel van de Chinese dichter Li Bai (ook wel Li Po genoemd; 701-762) |
shīshī-シーシー | afschrift aan emailadres (cc) |
shitanui-下縫い | het los [tijdelijk] aan elkaar naaien; rijgsteken |
shitataka-強か | stug [taai; koppig; vastberaden; lastig; vasthoudend] zijn |
shītonokku-シートノック | (honkbal) veldtraining |
shitsū-私通 | onwettige verhouding [affaire]; overspel |
shitto-嫉妬 | jaloersheid; jaloezie; afgunst; naijver |
shiwa-皺 | (huid) rimpel; groef; kraaienpootjes |
shiyōmassetsu-枝葉末節 | onbeduidende details; bijkomstigheden |
shizoku-士族 | (in 1947 afgeschaft als stand of rang) samoerai-familie(lid); afstamming van een samoerai-familie |
shī・emu-シー・エム | (court martial) militaire rechtbank; krijgsraad |
shī・esu-シー・エス | (container ship) containerschip |
shobun-処分 | disciplinaire straf; bestraffing |
shōchūhaibōru-焼酎ハイボール | shochu highball, Japanse cocktail (oorspronkelijk shōchū met koolzuurhoudend water en citroen, tegenwoordig ook met wodka en in allerlei smaken) |
shōfū-松風 | (het geluid van) de wind die waait door de dennenbomen |
shōfū-正風 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
shōfū-正風 | correcte haiku-stijl (de stijl van Matsuo Bashō) |
shōfū-蕉風 | correcte haiku-stijl (de stijl van Matsuo Bashō) |
shōfūtei-正風体 | correcte houding; correct uiterlijk [voorkomen]; correcte (literaire) stijl |
shōfūtei-正風体 | correcte haiku-stijl (de stijl van Matsuo Bashō) |
shōgaigakushū-生涯学習 | levenslange training [oefening] (in technische vaardigheden, kunstvormen, e.d.) |
shōhai-賞牌 | medaille |
shojoenzetsu-処女演説 | maidenspeech (eerste redevoering als volksvertegenwoordiger) |
shōjutsu-詳述 | gedetailleerde beschrijving |
shōkai-詳解 | gedetailleerde uitleg; uitvoerige toelichting |
shokansen-初感染 | primaire besmetting [infectie] |
shōman-ショーマン | publiekstrekker; publieksspeler; entertainer |
shominteki-庶民的 | volks; ordinair; populair |
shōmitsu-詳密 | gedetailleerd zijn; details |
shōmyō-声明 | het zingen van boeddhistische teksten (in het Sanskriet of Chinees; m.n. in Tendai- en Shingon boeddhisme) |
shōmyō-小名 | (Kamakura- en Muromachi-periodes) een feodale leenheer (daimyo) van lagere rang |
shonenhei-初年兵 | een nieuwe rekruut; soldaat in zijn eerste jaar in militaire dienst |
shōrai-松籟 | het geluid van de wind die waait door pijnbomen |
shōsai-詳細 | details; bijzonderheden |
shōshi-尚歯 | (archaïsch) respect voor de ouderen |
shoshin-初心 | naïviteit; onervarenheid |
shōsōin-正倉院 | de naam voor een repositorium [magazijn] voor kunstschatten van een boeddhistische tempel (zoals de Todai-ji, in Nara) |
shotō-初等 | elementair onderdeel; het beginnersniveau |
shotōsūgaku-初等数学 | de elementaire wiskunde |
shū-洲 | continent (archaïsch) |
shubungu-シュブング | schwung; zwaai; draai; zwenking; ski-beweging |
shubyō-種苗 | zaden en zaailingen |
shūchūkōza-集中講座 | intensieve cursus; intensieve training |
shūdō-修道 | religieuze training |
shugo-守護 | (his.) militaire gouverneur |
shūgyō-修業 | training ter uitbreiding van kennis en vaardigheden; afronding [voltooiing] van een opleiding |
shugyō-修行 | training; ascetische discipline [praktijken] |
shukke-出家 | toetreding tot het boeddhisme (uittreding uit de mondaine wereld) |
shūkō-秋耕 | het zaaien in de herfst |
shūku-秀句 | een uitstekend gedicht; prachtige haiku |
shukuei-宿営 | (van militairen) inkwartiering; stationering |
shūren-修練 | geestelijke en technische training (in kunstvormen, vechtkunsten e.d.) |
shutsunyū-出入 | komen en gaan; aankomst en vertrek; storting en opname (van monetaire middelen) |
shutten-出典 | (literaire, e.d.) bron |
shuzoku-種族 | stellaire populație |
sobame-側妻 | geliefde; minnares; maîtresse; concubine |
sobayōnin-側用人 | opperkamerheer van een shogun of daimyo |
soboku-素朴 | eenvoud; onnozelheid; naïviteit |
sodatenooya-育ての親 | trainer |
sodetsuke-袖付け | een mouw aan een kledingstuk naaien; het armsgat; de mouwnaad |
sōgei-送迎 | het verwelkomen en uitzwaaien [afscheid nemen) (van mensen) |
sōingu-ソーイング | naaiwerk; naaien |
sōkyokuseishōgai-双極性障害 | bipolaire stoornis; manisch-depressieve stoornis |
sōon-騒音 | lawaai; herrie; wanklank; geluidsoverlast |
soryūshi-素粒子 | elementair deeltje |
sōsharu・apurikēshon-ソーシャル・アプリケーション | sociale software; software waar sociale netwerken op draaien (Engels: social application) |
sotomata-外股 | manier van lopen, met de tenen naar buiten gedraaid |
soyō-素養 | basistraining; opleiding; verworven kennis [vaardigheid] |
sōzen-騒然 | (騒然たる, bnw.) lawaaiig; luidruchtig; onrustig |
suehiro-末広 | (ceremoniële) waaier |
suehirogari-末広がり | (ceremoniële) waaier |
suingu-スイング | zwaai; slinger |
suitai-翠黛 | (archaïsch) groen(ig) wenkbrauwpigment; groen(ige) wenkbrauwen |
suitai-翠黛 | (archaïsch) de kleur van een berg gehuld in een groenige nevel; de berg (die in de groene nevel is gehuld) |
suitōgakari-出納係 | caissière; kassier; kashouder |
suīto・kōn-スイート・コーン | (Eng.: sweet corn) suikermais |
sukarā-スカラー | (Eng.: scalar) scalair; scalaire grootheid (wiskunde) |
sukuranburudo・māchandaijingu-スクランブルド・マーチャンダイジング | tactiek in de detailhandel waarbij een handelaar artikelen verkoopt die doorgaans buiten zijn assortiment vallen |
sukuryūdoraibā-スクリュードライバー | schroevendraaier |
sukuryūdoraibā-スクリュードライバー | naam van een cocktail |
sukyūba-スキューバ | duikuitrusting (self-contained underwater breathing apparatus) |
sumaruto-スマルト | (smalti) glasmozaïek; glas-email |
sumitsuki-墨付き | (historisch) formele brief met handtekening van een daimyo |
sumizumi-隅隅 | elk hoekje en gaatje; alle hoeken en gaatjes; alle kanten [facetten; details]; de fijne kneepjes |
supankōru-スパンコール | lovertje; paillette |
supattsu-スパッツ | strakke elastische broek; legging; maillot |
supin-スピン | draai; rotatie |
sutandobai・kurejitto-スタンドバイ・クレジット | lening van IMF (Internationaal Monetair Fonds) aan lidstaten |
sutando・purē-スタンド・プレー | (sport) spectaculair [mooi] spel om het publiek enthousiast te krijgen |
sutatikku-スタティック | statisch; stationair; stilstaand |
sutetchi-ステッチ | steek (naaien, breien, borduren) |
sutetchi-ステッチ | (vast)naaien; hechten |
tachimochi-太刀持ち | (bij samoerai) zwaarddrager |
tachisawagu-立ち騒ぐ | lawaai maken |
tafu-タフ | stoer; taai; sterk; robuust; volhardend |
tafunesu-タフネス | taaiheid; (ge)hardheid; sterkte; onvermoeibaarheid |
tahōtō-多宝塔 | een pagode, bestaande uit (slechts) twee verdiepingen (begane grond en bovenverdieping) (voornamelijk bij Shingon en Tendai Boeddhistische tempels) |
tai-タイ | Thailand; Thais (taal); Thailander |
tai-泰 | Thailand |
taieki-退役 | uittreding; ontslagneming (uit actieve dienst van militairen, politie, e.d.) |
taihaku-太白 | afkorting van taihakusei; Venus (planeet) |
taihaku-太白 | taihaku(imo); een soort zoete aardappel |
taihaku-太白 | afkorting van taihakuame; snoepgoed gemaakt van witte suiker |
taiikukan-体育館 | gymnasium; gymzaal; trainingszaal; sportschool |
taika-大過 | heel groot (archaïsch) |
taikei-隊形 | formatie; samenstelling; (militaire) eenheid |
taiki-大器 | grote container [bak; houder] |
taikō-対校 | tussen scholen; interscolair |
taikutsu-退屈 | verveling; sleur; saaiheid; eentonigheid |
taikyō-胎教 | prenatale zorg; zwangerschapstraining |
taikyokuken-太極拳 | Tai Chi (Chuan), traditionele Chinese vechtkunst |
taisabaki-体捌き | (judo) draaiende beweging van het lichaam |
taisekheiya-堆積平野 | sedimentaire vlakte |
taisekigan-堆積岩 | sedimentair gesteente; afzettingsgesteente |
taisekisō-堆積層 | sedimentaire laag; sedimentlaag; stratum |
taishō-大正 | Taisho, regeringsperiode (1912-1925) van keizer Yoshihito (1879-1926) |
taishōjidai-大正時代 | de Taisho periode (1912-1926) |
taishūka-大衆化 | popularisatie; het populair [algemeen begrijpelijk] maken (van wetenschap b.v.) |
taishūteki-大衆的 | populair |
taiten-大典 | (boeddh. naam) Taiten, priester van de Rinzai-sekte (Zen boeddhisme) met een groot aantal dichtwerken op zijn naam (Edo-periode) |
taitsu-タイツ | panty; maillot |
taiwan-台湾 | Taiwan |
taketonbo-竹蜻蛉 | (traditioneel Japans speelgoed) bamboe libelle, een propellor die gaat draaien door een pin snel in beide handpalmen te wrijven |
takuan-沢庵 | (gele) ingemaakte daikon (rettich) |
takuwan-沢庵 | ingelegde [gepekelde] daikon (radijs) |
tān-ターン | draai; wending; omwenteling; kentering; bocht; afslag |
tanemaki-種蒔き | het zaaien; zaad (over een akker) strooien |
tanhon'i-単本位 | monometallisme (een monetair systeem met één metaal als muntstandaard) |
tanhon'iseido-単本位制度 | monometallisme (een monetair systeem met één metaal als muntstandaard) |
tanren-鍛練 | geestelijke en lichamelijke training [discipline] |
tāntēburu-ターンテーブル | draaischijf (van platenspeler) |
tāntēburu-ターンテーブル | draaischijf (voor locomotieven) |
tarutaru・sōsu-タルタル・ソース | tartaarsaus (mayonaise met mosterd, kappertjes, augurk, e.d.) |
tatenuki-経緯 | details; bijzonderheden; situatie; omstandigheden; toestand; ontwikkelingen |
tebata-手旗 | vlaggetje; kleine vlaggetje om mee te zwaaien |
teigakuhō-定額法 | lineaire afschrijvingsmethode |
teikyū-低級 | lage [slechte] kwaliteit; inferieur [vulgair] zijn |
teisen-停船 | (van vaartuigen) het stoppen; bijdraaien |
teitō-抵当 | hypotheek; hypothecaire lening; onderpand |
teitōken-抵当権 | hypotheek; hypothecair recht |
tekake-手掛け | maitresse |
tekkusu-テックス | tex (eenheid voor lineaire massa, voor het meten van de fijnheid van garen of vezels) |
temawashi-手回し | (apparaten) met de hand bediend [gedraaid] |
tenarashi-手慣らし | oefening; training; warming-up; het (iets) uitproberen |
tenchimuyō-天地無用 | (tekst op bagage, pakketten, etc.) niet ondersteboven draaien; deze kant boven houden |
tendaishū-天台宗 | Tendai boeddhisme |
tendaizasu-天台座主 | de hoofdpriester van de Enryaku-ji-tempel op de berg Hiei (van de Tendai-sekte) |
tenja-点者 | recensent [criticus] van Japanse poëzie (waka, haiku, etc.) |
tenji-点字 | braille (schrift) |
tenjiru-転じる | draaien; wenden; van richting veranderen |
tenkai-転回 | omwenteling; rotatie; het ronddraaien |
tenshadai-転車台 | draaischijf (voor voertuigen, m.n. treinen) |
tenshinranman-天真爛漫 | naïviteit; onschuld |
tenui-手縫い | met de hand genaaid |
ten'i-転移 | (med.) uitzaaiing; metastase |
ten'yaku-点訳 | vertaling in braille |
teuchi-手打ち | een samurai die eigenhandig iemand lager in rang executeerde |
tōbatsu-討伐 | onderwerping; onderdrukking; bedwinging (door militair ingrijpen) |
tōbi-掉尾 | (lett.) met de staart zwaaien |
tojiru-綴じる | (dicht)naaien; stikken |
tōkaidō-東海道 | de Tōkaidō (route in Japan) |
tōkaidōgojūsantsugi-東海道五十三次 | de 53 poststations op de oude Tōkaidō (Edo- Kyoto) route (in de Edo periode) |
tokeimawari-時計回り | draaien met (de wijzers van) de klok mee (rechtsom) |
tokinashi-時無し | (afk. voor 時無し大根) een soort daikon [rettich] (die het hele jaar door beschikbaar is) |
tokinashidaikon-時無し大根 | een soort daikon [rettich] (die het hele jaar door beschikbaar is) |
tokkun-特訓 | intensieve training; stoomcursus |
tōmorokoshi-玉蜀黍 | mais (graansoort) |
ton-頓 | (boeddh.) in één keer de verlichting bereiken (zonder voorproces van studie en training) |
toraianguru・rabu-トライアングル・ラブ | driehoeksverhouding; een liefdesaffaire (liefdesrelatie) tussen drie mensen |
torēningu・pantsu-トレーニング・パンツ | trainingsbroek; joggingbroek |
torepan-トレパン | trainingsbroek; joggingbroek |
toritsugigyōmu-取次業務 | fiduciair bedrif [agentschap] |
tōsan-倒産 | faillissement |
tōsandō-東山道 | Tōsandō, een van de zeven oude wegen in het gebied tussen de Tōkaidō en de Hokurikudō, en onderdeel van de Gokishichidō (五畿七道) |
tōsansai-唐三彩 | Sancai aardewerk (driekleurig: bruin, groen en gebroken wit; uit de Chinese Tang dynastie) |
tōtenkō-東天紅 | hanengekraai |
tozama-外様 | een daimyō (leenheer) die geen bloedverwant van de Tokugawa shogun was |
tozamadaimyō-外様大名 | een daimyō (leenheer) die geen bloedverwant van de Tokugawa shogun was |
tsu-つ | (herhaling bij parallelle acties; klassiek literair, in Modern Japans wordt tari gebruikt) en; heen en weer; over en weer; tegelijkertijd |
tsubame-燕 | jongeman die een affaire heeft met een oudere vrouw |
tsūbō-痛棒 | stok gebruikt tijdens Zen meditatie training (om onoplettende leerlingen een tik te geven) |
tsugi-次 | post station (op de oude Tōkaidō route) |
tsuisuto-ツイスト | draai; wending; draaibeweging; kromming |
tsūjin-通人 | man [vrouw] van de wereld; kenner; connaisseur |
tsūkajunbikin-通貨準備金 | monetaire reserve; valuta-reserve |
tsūkakiki-通貨危機 | monetaire crisis; valutacrisis |
tsūkaseido-通貨制度 | monetair stelsel |
tsukebito-付け人 | assistent; stagiair |
tsukurigoe-作り声 | een gemaakte [verdraaide] stem |
tsumabiraka-詳らか | gedetailleerd; duidelijk |
tsumaranai-詰まらない | saai; vervelend; oninteressant |
tsungūsu-ツングース | Toengoezisch (Altaïsche taal) |
tsuyagoto-艶事 | liefdesaffaire; romance |
tsuzuru-綴る | inbinden; aan elkaar naaien [stikken] |
u-烏 | kraai |
ubu-初 | naïviteit; onbedorvenheid; onschuldigheid |
uchimata-内股 | manier van lopen, met de tenen naar binnen gedraaid |
uchiwa-団扇 | papieren waaier (onopvouwbaar) |
udetatefuse-腕立て伏せ | push-ups; opdrukken (training) |
ueki-植木 | boom in pot; bonsai; dwergboom |
uesuto-ウエスト | (Eng.: waist) taille; middel |
uesutorain-ウエストライン | (Eng.: waistline) tailleomvang; taillewijdte |
uiuishii-初初しい | naïef; onschuldig; puur |
uke-受け | ontvanger; container; reservoir |
ukeuri-受け売り | detailhandel; kleinhandel (verkoop direct aan verbruikers) |
ukiyo-浮き世 | deze vergankelijke wereld (waarin wij leven); het vergankelijke [voorbijgaande; mondaine] leven |
ukuraina-ウクライナ | Oekraïne |
undō-運動 | lichaamsbeweging; (conditie)training; oefening(en) |
uneriguji-うねり串 | een draaispit [pin] om vis te roosteren |
unerigushi-うねり串 | een draaispit [pin] om vis te roosteren |
unten-運転 | optimaal gebruik (van iets); optimaal laten draaien [functioneren] |
unza-運座 | bijeenkomst waarbij mensen samen haiku gedichten schrijven over een bepaald onderwerp |
uramichi-裏道 | secundaire weg |
urikata-売り方 | (effectenbeurs) verkoper; baissier; baissespeculant |
urusai-煩い | lawaaierig; luidruchtig |
utsumukeru-俯ける | naar beneden kijken; ondersteboven draaien [hangen]; op zijn kop zetten |
uwagusuri-釉薬 | glazuur; vernis; email |
uzu-渦 | draaikolk; werveling; maalstroom |
uzumaki-渦巻き | draaikolk; werveling; maalstroom |
uzumaku-渦巻く | ronddraaien; wervelen |
uzushio-渦潮 | draaikolk |
waiwai-わいわい | (onomatopee) lawaai(eri)g; luidruchtig |
wajō-和尚 | (erenaam voor) boeddhistische priester met spirituele training (deze lezing wordt m.n. gebruikt bij het Shingon boeddhisme) |
wakankonkōbun-和漢混交文 | een literaire schrijfstijl die een combinatie is van Japans en Chinees |
wakatō-若党 | (Edo periode) jonge volgeling van een samoerai |
wan-湾 | baai |
wangan-湾岸 | oever van een baai |
wannai-湾内 | binnen de baai |
warusawagi-悪騒ぎ | druk [lawaaiig] feestgedruis; pretmakerij |
yaboyō-野暮用 | een saaie klus; oninteressant karwei |
yajirobee-弥次郎兵衛 | één van de twee hoofdpersonen uit het boek Tōkaidōchū Hizakurige (Jippensha Ikku, gepubliceerd 1802-1822) |
yakamashii-喧しい | luidruchtig; lawaaierig; rumoerig |
yakata-屋形 | daimyo (Japanse leenheer in de Edo periode) |
yakazuhaikai-矢数俳諧 | een vorm van haikai waarbij de deelnemers proberen zoveel mogelijk haiku te componeren in 24 uur (in navolging van het pijl-en-boogschieten) |
yakitsuke-焼き付け | het (foto) printen; emailleren; pottenbakken; vergulden [verzilveren]; sinteren |
yakitsukeru-焼き付ける | (foto) printen; emailleren; pottenbakken; branden; vergulden [verzilveren]; sinteren |
yakushinyorai-薬師如来 | Yakushi-nyorai, Boeddha van de genezing |
yamadera-山寺 | Yama-dera, algemene benaming voor de Risshaku-ji (Tendai bergtempel in Yamagata-stad) |
yamagomori-山籠もり | afzondering [ascetische training] in de bergen; retraite |
yamakaze-山風 | wind die waait in de bergen |
yamamayu-山繭 | een nachtpauwoog vlinder (Antheraea yamamai) |
yamaoroshi-山颪 | bergwind; wind die waait [raast] door de bergen |
yashikibōkō-屋敷奉公 | huisbediende [dienaar] van een feodale heer [samoerai] |
yashikizutome-屋敷勤め | huisbediende [dienaar] van een feodale heer [samoerai] |
yasuppoi-安っぽい | vulgair; onelegant; grof; laag (-bij-de-gronds) |
yoha-余波 | boeggolven; (secundaire) golven ontstaan door schepen |
yōin-要因 | hoofdoorzaak; primaire factor |
yojireru-捩れる | verdraaid [verbogen; kromgetrokken] zijn [worden] |
yojiru-捩る | (in elkaar) draaien; wikkelen; kronkelen |
yokaren-予科練 | de opleiding [training] voor piloten bij de Japanse marine |
yōki-容器 | container; verpakking (vat, kist, doos, etc.) |
yokkaichizensoku-四日市喘息 | Yokkaichi asthma, veroorzaakt door inademen van zwaveldioxide (vervuilingsziekte in Japanse prefectuur Mie tussen 1960 en1972) |
yokuhōi-翼包囲 | tangbeweging; dubbele omvatting (militaire tactiek) |
yōkyū-要求 | eis; claim |
yōkyūsuru-要求する | eisen; opeisen; claimen |
yori-縒り | draai; kronkel; vouw; plooi |
yoriki-与力 | een samoerai van lagere rang (assistent van een militaire aanvoerder) (Muromachi periode) |
yoru-縒る | ineendraaien; in elkaar draaien; omwinden; twijnen |
yosegi-寄木 | mozaïek van hout; inlegwerk van hout |
yōsei-要請 | eis; vereiste; verzoek; claim |
yōsei-養成 | training; opleiding; scholing; opvoeding |
yōseisuru-養成する | trainen; opleiden; opvoeden |
yoshoku-余色 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
yowaki-弱気 | baisse (effectenbeurs) |
yowakisōba-弱気相場 | baissemarkt; dalende markt (effectenbeurs) |
yowakisuji-弱気筋 | baissier; baissespeculant; contramineur |
yudayakyō-ユダヤ教 | judaïsme; de joodse leer; het jodendom |
yūgei-遊芸 | optredens als entertainment [amusement] (zoals muziek, zang en dans) |
yūgeki-遊撃 | (militaire) aanval door een mobiele eenheid |
yūkara-ユーカラ | (Ainu: Yukar) yukar, mondeling overgedragen Ainu-legenden |
yumiya-弓矢 | samoerai |
yurasu-揺らす | (iets) heen-en-weer schommelen [zwaaien; slingeren] |
yurayura-ゆらゆら | (onomatopee) schommelend; slingerend; zwaaiend; wankelend |
yuriugokasu-揺り動かす | schudden; wiebelen; zwaaien |
yusayusa-ゆさゆさ | (onomatopee) schommelend; zwaaiend; wankelend |
yūsei-幽棲 | afgezonderd leven (weg van de mondaine wereld) |
yusen-湯煎 | bain-marie; (iets) opwarmen in een schaal die op een pan met heet water is geplaatst |
zaieki-在役 | in militaire dienst zijn |
zāsai-ザーサイ | ingelegde mosterdkool uit Sichuan (Chinese provincie); ingemaakte Sichuan groente; (Eng. Szechuan [Szechwan] pickles); (Chn. zhacai) |
zawameku-ざわめく | (onomatopee) luidruchtig [lawaaierig] zijn; commotie veroorzaken; ritselen (van bladeren) |
zawatsuku-ざわつく | (onomatopee) luidruchtig [lawaaierig; onrustig] zijn; ritselen (van bladeren); rillen |
zawazawa-ざわざわ | (onomatopee) luidruchtig; lawaaierig; onrustig; geritsel (van bladeren); rillerig |
zawazawasuru-ざわざわする | (onomatopee) luidruchtig [lawaaierig] zijn; commotie veroorzaken; ritselen (van bladeren); rillen; bibberen |
zengaku-禅学 | de leer [doctrines] en training van het zenboeddhisme |
zenzai-善哉 | (in de Kansai regio) zoete bonensoep met mochi (rijstcake) |
zenzai-善哉 | (archaïsch) geweldig!, subliem! |
zōhō-蔵鋒 | een techniek in de kalligrafie (waarbij de punt van het penseel rond op het papier wordt gedraaid) |
zokkai-俗解 | populaire [algemene; oppervlakkige] uitleg [interpretatie] |
zokkyoku-俗曲 | Japanse populaire volksliedjes (m.n. met shamisen begeleiding) |
zokuaku-俗悪 | ordinair [vulgair; protserig] zijn |
zokubutsu-俗物 | snob; materialist; cultuurbarbaar; vulgair persoon |
zokuden-俗伝 | populaire legende; algemeen gezegde; volksgeloof |
zokuga-俗画 | een vulgair [ordinair] schilderij |
zokugen-俗諺 | spreekwoord; populair gezegde |
zokugo-俗語 | spreektaal; populair jargon |
zokusetsu-俗説 | algemeen [populair] gezegde [idee; geloof]; folklore; traditie; legende |
zōritori-草履取り | knecht (van samoerai) belast met schoeisel |
zuda-頭陀 | ascetische training [oefeningen] |
zundō-寸胴 | cilindervorm; (menselijke figuur) zonder taille; (kleding) zonder mouwen |
zunōryūshutsu-頭脳流出 | braindrain; kennisvlucht; migratie van intellectuelen |