Kruisverwijzing
kracht
lemma | meaning |
---|---|
ahōjikara-阿呆力 | een grote lichamelijke kracht; dierlijke kracht |
akuekishitsu-悪液質 | cachexie; een slechte lichamelijke toestand met vermagering en verval van krachten als gevolg van ondervoeding of ziekte (b.v. kanker) |
akuryoku-握力 | de (knijp)kracht van een hand |
akuryokukei-握力計 | een (hand)krachtmeter |
anchō-暗潮 | een onderstroom [tij] (fig.); nauwelijks waarneembare doch aanwezige kracht in de maatschappij [wereld] |
apīru-アピール | aantrekkingskracht |
aragoto-荒事 | een (krachtige, zwaar aangezette) acteerstijl in Kabuki theater |
arate-新手 | een nieuwe werknemer; nieuwe kracht; versterkingen; verse troepen |
arawaza-荒技 | een gedurfde, krachtige techniek (in vechtsporten) |
asshukukūkikikai-圧縮空気機械 | een apparaat met perslucht als krachtbron [aandrijving] |
atsuryoku-圧力 | de kracht van het drukken; de (meetbare) druk |
bairitsu-倍率 | (lens, e.d.) vergroting; vergrotende kracht |
baitaritī-バイタリティー | vitaliteit; levenskracht |
bakajikara-馬鹿力 | een grote lichamelijke kracht; dierlijke kracht |
bakkubōn-バックボーン | wilskracht; pit; ruggengraat (fig.) |
banryoku-蛮力 | brute kracht |
banryoku-蛮力 | fysieke [lichamelijke] kracht |
ban'yūinryoku-万有引力 | universele zwaartekracht |
bariki-馬力 | paardenkracht |
basabasa-ばさばさ | vastberaden; krachtig; energiek |
bokkonrinri-墨痕淋漓 | handschrift met mooie, krachtige (penseel) streken |
bōkō-暴行 | aanranding; verkrachting |
botsubotsu-勃勃 | (krachtig) opkomend |
buchiageru-打ち上げる | krachtige [brutale; gedurfde]] uitspraken doen; opscheppen |
bunshikanryoku-分子間力 | intermoleculaire krachten |
būsutā-ブースター | hulpkrachtbron; startraket; hulpraket |
butchigiru-打っ千切る | (met kracht) scheuren; verscheuren |
chikara-力 | kracht; energie; macht; vermogen |
chikaradameshi-力試し | test van fysieke kracht [vaardigheden]; proeve van bekwaamheid |
chikaraippai-力一杯 | met man en macht; met alle [uiterste] kracht |
chikarajiman-力自慢 | het opscheppen over [trots zijn op] je kracht |
chikarajimansuru-力自慢する | opscheppen over [trots zijn op] je kracht |
chikarakurabe-力競べ | krachtmeting |
chikaramakase-力任せ | met al zijn kracht; uit alle macht |
chikaramake-力負け | verlies door krachtsverschil (met sterkere tegenstander) |
chikaramake-力負け | verlies door teveel verspilling van kracht (in het begin) |
chikaramakesuru-力負けする | verliezen door verkeerd gebruik van je eigen kracht |
chikaraotoshi-力落とし | de moed [kracht; energie] verliezen |
chikarashigoto-力仕事 | (zwaar) lichamelijk werk; mankracht |
chikarawaza-力業 | zwaar werk; werk dat veel (lichamelijke) kracht vereist |
chikarazuku-力ずく | uiterste krachtsinspanning; brute kracht |
chikarazuyoi-力強い | sterk; krachtig; energiek; vitaal |
chokkanryoku-直感力 | intuïtieve kracht |
daikō-代講 | plaatsvervangende docent; invallende leerkracht |
dain-ダイン | dyne (eenheid van kracht) |
danryoku-弾力 | veerkracht; buigzaamheid |
danryokusei-弾力性 | veerkracht; buigzaamheid; soepelheid |
dokuryoku-独力 | eigen kracht [inspanning] |
donto-どんと | krachtig; met een klap [dreun] |
dorifuto-ドリフト | verschijnsel waarbij deeltjes door een externe kracht in een willekeurige beweging worden gebracht (b.v. elektrische geleiding, warmtegeleiding, etc.) |
dōryoku-動力 | (aandrijf)kracht; vermogen |
dosha-土砂 | zand gezegend met speciale spirituele kracht |
eiki-英気 | energie; vitaliteit; kracht |
enerugī-エネルギー | (lichamelijke of mentale) energie; kracht; uithoudingsvermogen |
enshinryoku-遠心力 | middelpuntvliedende kracht; centrifugale kracht |
fīrudo-フィールド | (natuurkunde) (kracht)veld |
forute-フォルテ | (muziekterm) forte (krachtig) |
fūryoku-風力 | windkracht |
futannōryoku-負担能力 | draagkracht |
futeki-不敵 | onoverwinnelijke kracht [sterkte] |
ganjō-頑丈 | krachtig [solide; sterk; stevig] zijn |
geki-撃 | (in kanji combinaties) (hard) slaan; (met kracht) aanvallen; schieten; hard raken (ook fig.) zien; voelen; tasten |
gekigo-激語 | ferme taal; krachtige [scherpe] bewoordingen |
gekiyaku-劇薬 | krachtig [effectief] medicijn |
gendōryoku-原動力 | drijfveer; drijfkracht; motivering |
genki-元気 | gezondheid; energie; kracht; vitaliteit |
genki-元気 | oerkracht (van alles in het universum [heelal]) |
gōkan-強姦 | verkrachting |
gōkansha-強姦者 | verkrachter |
gōkansuru- 強姦する | verkrachten |
guigui-ぐいぐい | (iets) hard [krachtig; sterk] (doen) |
gungun-ぐんぐん | snel; krachtig; gestaag |
gunkoku-軍国 | leger en staat; strijdkrachten en landsbestuur |
guntai-軍隊 | strijdkracht; leger; troepen |
gunzei-軍勢 | strijdkrachten; militaire troepen; manschappen |
gyutto-ぎゅっと | (onomatopee) strak; stevig; krachtig; knijpend |
hagemu-励む | (zich) inspannen; met alle kracht iets doen; zich inzetten voor; zich wijden aan |
hageshii-激しい | gewelddadig; krachtig; intens; heftig |
hakairyoku-破壊力 | vernietigende kracht |
hakkō-発効 | inwerkingtreding; het van kracht worden; het ingaan (van een contract, bewijs, e.d.) |
hakkōryoku-発酵力 | fermentatiekracht |
hakuryoku-迫力 | kracht; indrukwekkendheid |
hamaya-破魔矢 | een pijl ter verdrijving van kwade krachten (wordt met nieuwjaar door heiligdommen verkocht) |
haruhayate-春疾風 | zware lentestorm; krachtige lentewind |
haruichiban-春一番 | de eerste lentestorm; krachtige zuidenwind in het begin van de lente |
heiba-兵馬 | cavalerie; manschappen; strijdkrachten |
heiryoku-兵力 | troepenmacht; strijdkrachten; militaire kracht |
hikkonuku-引っこ抜く | rukken; uitrukken; met kracht uittrekken; met kracht uitplukken ; met kracht eruit trekken |
hitsuatsu-筆圧 | de druk [kracht] die tijdens het schrijven op (de punt van) een pen of penseel wordt uitgeoefend |
hitsuryoku-筆力 | expressiviteit [expressieve kracht] van een penseelvoering [beschrijving] |
honeori-骨折り | moeite; krachtsinspanning; zwaar werk |
hotobashiru-迸る | spuiten; (opeens, krachtig) uitstromen |
ijin-異人 | een asceet met bijzondere krachten |
ikiji-意気地 | wilskracht; doortastendheid; vasthoudendheid; zelfrespect |
ikinone-息の根 | het leven; ademen; levenskracht |
ikioi-勢い | natuurkracht |
ikioi-勢い | stuwkracht |
ikioi-勢い | vitaliteit; levenskracht; levensmoed |
ikioizuku-勢いづく | moed vatten; zich vermannen; kracht verzamelen |
ikuji-意気地 | wilskracht; doortastendheid; vasthoudendheid; zelfrespect |
inryoku-引力 | aantrekkingskracht; zwaartekracht |
intenshibu-インテンシブ | intensief; sterk; krachtig; fel |
in'yō-陰陽 | yin en yang (twee tegengestelde principes of krachten) |
isei-威勢 | kracht; sterkte; energie; opgewektheid |
jakkoku-弱国 | een zwakke natie; een land met weinig macht [kracht] |
jakushō-弱小 | zwak zijn; weinig kracht hebben |
jinriki-人力 | mankracht |
jinryoku-人力 | mankracht; menselijke kracht |
jin'in-人員 | personeel; mankracht; werknemers |
jiriki-地力 | ware [eigen] kracht; ware kunnen |
jiriki-自力 | eigen kracht |
jiryoku-磁力 | magnetische kracht; magnetische aantrekkingskracht |
jisshō-実証 | (in de traditionele Chinese (kruiden)geneeskunde) een constitutie met een fysieke kracht en sterke weerstand tegen ziekte |
jitsuryoku-実力 | (werkelijke) kracht; vermogen; competentie; talent; vaardigheid |
jōbu-丈夫 | kracht; stevigheid; fitheid; gezondheid |
juryoku-呪力 | magische kracht(en) |
jūryoku-重力 | zwaartekracht; gravitatie |
jūryokuba-重力場 | gravitatieveld; zwaartekrachtveld; zwaarteveld |
jūryokuhōkai-重力崩壊 | zwaartekracht(s)implosie; gravitatie-instorting |
jūryokukei-重力計 | gravimeter; zwaartekrachtmeter |
kaiten-回天 | herwinning [hervinding] van een verloren (ziels)kracht |
kangun-官軍 | regeringsleger; keizerlijk leger; strijdkrachten [troepen] van de regering [keizer] |
kappa-河童 | (lett. rivierkind) een (aap-kikkerachtig) watermonster uit de Japanse mythologie, met een met vocht gevulde holte op het hoofd waar hij kracht uit put |
karisuma-カリスマ | charisma; charme; aantrekkingskracht |
kasei-火勢 | de kracht van vlammen [vuur] |
kawatarō-河太郎 | (lett. rivierkind) een (aap-kikkerachtig) watermonster uit de Japanse mythologie, met een met vocht gevulde holte op het hoofd waar hij kracht uit put |
keikai-軽快 | licht [lichtvoetig, kwiek; levendig; veerkrachtig; dartel; vrolijk] zijn |
kekki-決起 | het vastbesloten [resoluut] in actie komen; daadkrachtig optreden; opspringen |
kenryokuishi-権力意志 | wilskracht |
kenzai-健在 | in goede gezondheid [conditie]; (nog steeds) krachtig [sterk; actief] |
ketsu-決 | (in kanji combinaties) beslissend; resoluut; daadkrachtig |
ki-毅 | (in kanji combinaties) sterk; krachtig; eigenzinnig |
kigai-気概 | wilskracht; pit; lef; durf; strijdlust |
kikkake-切っ掛け | bezieling; ijver; vitaliteit; wilskracht |
kindenkei-筋電計 | elektromyograaf (instrument voor spierkrachtmetingen) |
kinkotsu-筋骨 | fysieke kracht; gespierd zijn |
kinryoku-金力 | financiële macht [kracht] |
kiryoku-気力 | energie; kracht; vitaliteit; durf; wilskracht |
kitsui-きつい | wilskrachtig; vastberaden; streng |
kōbairyoku-購買力 | koopkracht |
kōchōryoku-抗張力 | trekkracht |
kokuryoku-国力 | (economische) macht [sterkte; kracht] van een land |
komainu-狛犬 | twee standbeelden van leeuwachtige honden bij heiligdommen of tempels (om kwade krachten en invloeden af te weren) |
koshio-小潮 | doodtij (getijdekrachten heffen elkaar op, zodat de getijdenverschillen minimaal zijn) |
kotodama-言霊 | de (spirituele) kracht [bezieling] van taal |
kusuriyu-薬湯 | geneeskrachtig bad |
kyōdai-強大 | macht; kracht |
kyōdasha-強打者 | (honkbal) goede [krachtige] slagman |
kyōdōkunren-共同訓練 | (van strijdkrachten) gemeenschappelijke training [oefening] |
kyōin-教員 | docent; leerkracht; leraar |
kyōretsu-強烈 | krachtigheid; intensiteit |
kyōsō-強壮 | sterkte; kracht |
magunichūdo-マグニチュード | magnitude; omvang; grootte; kracht |
manpawā-マンパワー | mankracht; arbeidskracht |
miritarī-ミリタリー | leger; krijgsmacht; strijdkrachten |
miryoku-魅力 | charme; aantrekkingskracht; bekoring |
mōi-猛威 | woestheid; woede; heftigheid; geweld; enorme kracht |
morāru-モラール | moreel; mentale veerkracht |
murasame-村雨 | korte maar krachtige regenbui |
nakusu-無くす | geen wilskracht [zin] meer hebben; het opgeven |
natsubate-夏ばて | het afnemen [verlies] van lichamelijke krachten door de zomerhitte |
natsubatesuru-夏ばてする | lichamelijke kracht verliezen door zomerhitte |
natsuyase-夏瘦せ | gewichtsverlies (en daarmee verzwakking van de lichaamskracht) door zomerse hitte |
nigate-苦手 | mysterieuze [genezende] krachten in de handen hebben |
nyūton-ニュートン | newton (eenheid van kracht) |
ōbāsukiru-オーバースキル | overschot aan geschoolde arbeidskrachten; overgekwalificeerdheid |
ōbun-応分 | geschiktheid; gepastheid; draagkracht; vermogen |
onnade-女手 | vrouwelijke hulpkracht; medewerkster; werkneemster |
otokode-男手 | mannelijke hulpkracht; medewerker; werknemer |
pawaasupootsu-パワースポーツ | krachtsport |
pinpin-ぴんぴん | (onomatopee) levendig; bruisend; energiek; krachtig; springerig |
pī・esu-ピー・エス | (Pferdestärke) paardenkracht |
puripuri-ぷりぷり | elastisch; veerkrachtig |
rasuto・supāto-ラスト・スパート | de laatste spurt (krachtsinspanning) |
reiken-霊剣 | heilig zwaard (met mystieke krachten) |
reipu-レイプ | verkrachting |
riken-利剣 | (Boeddh.) beeldspraak voor de wijsheid of boeddhistische leer die nodig is om aardse verlangens en kwade krachten te kunnen verwerpen |
riki-力 | kracht; sterkte; vermogen |
rikimu-力む | kracht [druk] uitoefenen op; onder druk zetten; met kracht proberen iets te doen |
rikisaku-力作 | inspannend werk; krachttoer; zwaar werk |
rikisen-力戦 | harde [felle] strijd; gevecht met volle kracht |
rikitō-力投 | (honkbal) krachtige worp |
rinkan-輪姦 | groepsverkrachting |
rōdōryoku-労働力 | arbeid; werk; mankracht |
rōshi-老師 | oorlogsmoeheid (van strijdkrachten) |
ryokusaku-力作 | inspannend werk; krachttoer; zwaar werk |
ryoryoku-膂力 | spierkracht; fysieke kracht |
sagyōyōin-作業要員 | aantal personeel; arbeiderskrachten |
saika-裁可 | (keizerlijke) goedkeuring; bekrachtiging; wettiging |
sangun-三軍 | het gehele leger; de gezamenlijke strijdkrachten (landmacht, marine en luchtmacht) |
sankushon-サンクション | erkenning; goedkeuring; bekrachtiging |
sayoarashi-小夜嵐 | krachtige avondwind; stormachtige wind in de nacht [avond] |
sei-勢 | (van mensen) energie; kracht; aantal (mensen) |
seiki-生気 | levenskracht; vitaliteit |
seiryoku-勢力 | kracht; macht; energie |
seiryoku-精力 | energie; kracht; vitaliteit; potentie |
seiryokuteki-精力的 | energiek; krachtig; vitaal |
seiryokuzen’yō-勢力善用 | (judo) efficiënt [optimaal] gebruik maken van je kracht [energie] |
seisei-生生 | krachtige [levendige] groei [ontwikkeling] |
seishibosatsu-勢至菩薩 | Mahāsthāmaprāpta, bodhisattva (die symbool staat voor de kracht van wijsheid en sterkte) |
sekiryoku-斥力 | afstoting; afstotende kracht |
sekkusu・apīru-セックス・アピール | (seksuele) aantrekkingskracht |
senjutsu-仙術 | bovenaardse krachten [geheim van onsterfelijkheid] van een bergkluizenaar [heremiet] |
senzai-潜在 | potentie; latentie; potentieel vermogen; latente kracht |
settokuryaku-説得力 | overtuigingskracht |
shikkarishita-しっかりした | sterk; krachtig; stevig; betrouwbaar |
shinbutsu-神物 | bovenzinnelijk [transcendent] voorwerp (met verborgen krachten); talisman |
shinjin-神人 | een nobel [goddelijk] persoon; iemand met spirituele krachten |
shinwaryoku-親和力 | affiniteit; (chemische) aantrekkingskracht |
shippū-疾風 | een sterke [krachtige] wind |
shiryoku-資力 | (geld)middelen; kapitaal(kracht); vermogen |
shōkon-性根 | energie; kracht; vitaliteit; doorzettingsvermogen; vastberadenheid; vasthoudendheid |
shōryoku-省力 | arbeidsbesparing, besparing op mankracht |
shuninsei-主任制 | een systeem waarbij leerkrachten bepaalde administratieve taken krijgen toegewezen |
shuninseido-主任制度 | een systeem waarbij leerkrachten bepaalde administratieve taken krijgen toegewezen |
shuninteate-主任手当て | toelage [financiële vergoeding] voor leerkrachten met aanvullende administratieve taken |
shūryoku-衆力 | de kracht van vele mensen (tezamen); vereende krachten |
sō-壮 | kracht; dapperheid; moed; heldhaftigheid; iets magnifieks [groots] |
sō-壮 | de leeftijd vol kracht, energie en gezondheid; iemand van ca. 30 jaar; iemand in de bloei van zijn leven |
sōgakari-総掛かり | het met vereende krachten ergens aan werken |
sōsharu・danpingu-ソーシャル・ダンピング | lagere productiekosten door het werken met zeer goedkope arbeidskrachten |
sōzōryoku-創造力 | scheppingskracht; creativiteit |
sōzōryoku-想像力 | verbeeldingskracht; voorstellingsvermogen |
suiryokuhatsuden-水力発電 | opwekking van elektriciteit uit waterkracht |
suiryokuhatsudensho-水力発電所 | waterkrachtcentrale |
suishinsha-推進者 | promotor; drijvende kracht; leider |
sujibone-筋骨 | fysieke kracht |
sukoyaka-健やか | gezond; energiek; krachtig zijn |
suraggā-スラッガー | (honkbal) goede [krachtige] slagman |
taedae-絶え絶え | zwak; krachteloos; fragiel |
taihō-大砲 | (honkbal) sterke slagman (met grote slagkracht) |
taiketsu-対決 | tweegevecht; confrontatie; krachtmeting |
tairyoku-体力 | lichaamskracht; fysieke kracht; uithoudingsvermogen |
takumashii-逞しい | krachtig; resoluut; wilskrachtig |
tarumi- 弛み | slapte; krachteloosheid; verslapping |
tegome-手込め | verkrachting; aanranding |
tentekisenseki-点滴穿石 | met beperkte kracht [middelen] grote dingen bereiken |
tōgōsanbōhonbu-統合参謀本部 | de gezamenlijke stafchefs (van de Amerikaanse strijdkrachten) |
toruku-トルク | krachtmoment |
tsuinin-追認 | ratificatie; bekrachtiging; bevestiging |
tsumamidasu-摘まみ出す | (iemand) met kracht naar buiten brengen [sleuren]; (iemand) wegsturen [verwijderen] |
tsunoru-募る | in hevigheid [kracht] toenemen; sterker [heftiger] worden |
tsuyoki-強気 | kracht; zelfvertrouwen |
udedate-腕立て | pronken met je fysieke kracht; vertrouwen op je fysieke kracht (in een gevecht, b.v.) |
undōryō-運動量 | impuls; stuwkracht; momentum |
yakushu-薬酒 | medicijndrank; geneeskrachtige [medicinale] drank |
yakusō-薬草 | geneeskruiden; geneeskrachtige kruiden |
yakutō-薬湯 | geneeskrachtig bad |
yangu・pawā-ヤング・パワー | de kracht van jongeren |
yangu・ritchi-ヤング・リッチ | de jonge rijken; koopkrachtige jongeren |
yaseude-瘦せ腕 | weinig levenskracht en vaardigheden hebben |
yokusan-翼賛 | krachtige ondersteuning [hulp; bijstand] |
yūin-誘引 | aantrekkingskracht; verleiding; bekoring |
yūkei-雄勁 | krachtig zijn |
yūkon-雄渾 | grootsheid; kracht; pracht |
yūryoku-有力 | daadkracht; macht; invloed; gezag |
yūzūmuge-融通無碍 | onbevangenheid; buigzaamheid; veerkrachtigheid; veelzijdigheid |
zenryoku-全力 | totale kracht [energie; macht]; alle mogelijke inspanningen |