amanojaku-天の邪鬼 | slechterik; verdorven persoon; tegendraads [koppig] persoon; dwarsligger |
dokomademo-何処までも | hardnekkig; koppig |
ekoji-依怙地 | koppigheid; eigenwijsheid; eigenzinnigheid |
futekusareru-不貞腐れる | koppig [nukkig; chagrijnig] worden; gefrustreerd raken |
futeru-不貞る | koppig [nukkig; chagrijnig] worden; gefrustreerd raken |
ga-我 | (boeddh.) koppigheid; eigenzinnigheid |
gantoshite-頑として | koppig; vastberaden |
gōjō-強情 | koppigheid; eigenzinnigheid; onverzettelijkheid |
henkutsu-偏屈 | koppigheid; halsstarrigheid; eigenzinnigheid; onbuigzaamheid; excentriciteit |
henshū-偏執 | vooringenomenheid; vooroordeel; koppigheid |
hidora-ヒドラ | Hydra (9-koppige slang uit de Griekse mythologie) |
hoshiimama-擅 | zelfzuchtig [eigenzinnig; koppig; eigenwijs] zijn |
ishiatama-石頭 | eigenwijsheid; koppigheid |
ishiatama-石頭 | een stijfkop; koppig [eigenwijs] persoon |
ittetsu-一徹 | koppigheid; weerspannigheid; halsstarrigheid |
jō-情 | koppigheid |
jōhari-情張り | koppig; obstinaat |
jōppari-情っ張り | koppig; obstinaat |
katai-固い | koppig; eigenwijs |
katakuna-頑な | koppig; onbuigzaam; stug; taai |
kenkai-狷介 | koppigheid; eigenwijsheid |
nebarizuyoi-粘り強い | hardnekkig; volhardend; koppig; taai |
nechikkoi-ねちっこい | hardnekkig; koppig; eigenwijs |
rōko-牢固 | koppigheid |
shibutoi-しぶとい | taai; vasthoudend; onverzettelijk; volhardend; koppig; eigenwijs |
shitsukoi-しつこい | hardnekkig; koppig; volhoudend; aanhoudend |
shūnenbukai-執念深い | hardnekkig; koppig; vasthoudend; wraakzuchtig |
tegowai-手強い | sterk; geducht; stoer; koppig |
urusai-煩い | hardnekkig; koppig; halsstarrig |
wakarazuya-分からず屋 | een koppig persoon; stijfkop |
yugamu-歪む | pervers [gedegenereerd; ontaard] zijn; koppig [tegendraads] zijn |