Kruisverwijzing
klei
lemma | meaning |
---|---|
agesage-上げ下げ | het (iemand) prijzen en kleineren |
aison-愛孫 | geliefd [lief] kleinkind |
ajikiri-鰺切り | een keukenmes om kleine vissen mee te fileren |
ajikiribōchō-鰺切り包丁 | een keukenmes om kleine vissen mee te fileren |
ajisashi-鰺刺 | een kleine zeemeeuw [stern] (soortnaam Sterna) |
ajisashi-鰺刺 | een visdiefje [kleine stern] (Sterna hirundo) |
akakabu-赤蕪 | kleine rode radijs |
akatsuchi-赤土 | rode aarde [klei] |
amaenbō-甘えん坊 | een verwend [lastig] kind; een kleine dwingeland |
annonzoku-アンノン族 | een term die rond 1970-1980 werd gebruikt voor jonge vrouwen die alleen of in kleine groepen reisden (met modetijdschriften en reisgidsen in de hand) |
appaku-圧迫 | iets door druk toe te passen verkleinen (van omvang, schaal, e.d.) |
arare-霰 | (gesneden) kleine blokjes [dobbelsteentjes] |
arukanakika-有るか無きか | een heel klein beetje; iets heel vaags |
arukanashi-有るか無し | een heel klein beetje |
asade-浅手 | klein wondje; vleeswond |
awatsubu-粟粒 | iets heel kleins; kruimeltje |
batō-罵倒 | kleinering, belediging; scheldwoord |
bebī-ベビー | baby; zuigeling; klein kind |
bentōten-弁当店 | uitspanning of kleine winkel waar lunches worden verkocht (vaak in treinstations); snelbuffet |
besshō-蔑称 | een kleinerende [denigrerende] benaming (voor iemand of iets); belediging |
bibi-微微 | klein [onbeduidend; onbelangrijk; onbetekenend] zijn |
bide-ビデ | bidet (klein zitbadje) |
biryūshi-微粒子 | klein [minuscuul] deeltje; partikel |
bisutoro-ビストロ | bistro; eetcafé; klein restaurant |
bodībōdo-ボディーボード | kleine surfplank (waarop je liggend voortbeweegt) |
bōro-ボーロ | klein rond koekje |
borokuso-襤褸糞 | geringschattend [kleinerend; waardeloos] zijn |
bunko-文庫 | paperback in klein formaat; pocketboek |
bunkobon-文庫本 | pocketboek (paperback in klein formaat) |
buraku-部落 | klein dorp; gehucht; nederzetting |
bure-ぶれ | kleine (vaak onbedoelde) beweging met de camera, waardoor een bewogen [onscherpe] foto [opname; video] wordt gemaakt |
bure-ぶれ | (kleine) afwijking; verschil |
buzei-無勢 | een klein aantal; numerieke minderheid |
chakuson-嫡孫 | wettige kleinzoon (van de erfgenaam van een familie) |
chaperu-チャペル | kapel; (kleine) kerk |
chibi-ちび | klein [kort] persoon [dier] |
chibi-ちび | klein kind; kleintje; onderdeurtje |
chibichibi-ちびちび | beetje bij beetje; stap voor stap; met kleine teugjes [hapjes] |
chibikko-ちびっ子 | klein kind; kleintje |
chiisai-小さい | klein; jong; gering; onbeduidend |
chiisana-小さな | klein; jong; gering; onbeduidend |
chinchikurin-ちんちくりん | (te) klein [kort; ondermaats] zijn |
chippoke-ちっぽけ | zeer klein; onbeduidend; nietig |
choko-猪口 | klein kommetje; sakekopje |
chokochoko-ちょこちょこ | lopend met kleine pasjes; waggelend |
choppiri-ちょっぴり | een klein beetje |
chōsanboshi-朝三暮四 | focussen op ogenschijnlijke (kleine) verschillen i.p.v. op de (grote) overeenkomsten; lood om oud ijzer zijn |
chūshōkigyō-中小企業 | middelgrote en kleine ondernemingen; midden -en kleinbedrijf (MKB) |
daishō-大小 | groot en klein; maten; afmetingen |
deipakku-デイパック | kleine rugzak (voor dagtochten) |
demitasu-デミタス | half kopje; klein kopje (koffie) |
dogū-土偶 | werkstuk [figuur] in klei van mens, dier e.d. |
doheki-土壁 | aarden muur; muur van klei |
dohyō-土俵 | de ring (op een ondergrond van klei) waarin sumoworstelaars vechten |
dōji-童子 | een kind; een kleine jongen; een klein meisje |
dōjo-童女 | en kind; een klein meisje |
dokai-土塊 | een kluit aarde; een klomp klei |
dorenki-土練機 | kleipers |
dōsha-堂舎 | groot gebouw en klein gebouw; grote en kleine tempels |
dosu-どす | klein zwaard [dolk; mes] zonder stootplaat verborgen in een broekzak of jaszak) |
ebuna-江鮒 | kleine, jonge (grootkop)harder (vis: Mugil cephalus) |
fain・kemikaru-ファイン・ケミカル | zuivere chemicaliën (gebruikt in kleine hoeveelheden) |
fuiri-不入り | (in theater e.d.) kleine opkomst; weinig publiek; een lege zaal |
furigana-振り仮名 | kleine kana lettergrepen (naast kanji geprint om de uitspraak ervan te duiden) |
fūsen-風船 | (klein) luchtschip |
gaki-餓鬼 | (kleinerend) deugniet; snotaap; rotkind; blaag; snotneus; kwajongen; halfwas |
gakkyūbunko-学級文庫 | (kleine) bibliotheek in een leslokaal (m.n. vanaf basisschool) |
gakudan-楽団 | band; (klein) orkest |
gen-減 | verkleining; vermindering; afname |
gokubi-極微 | uiterst [microscopisch] klein zijn |
gomashio-胡麻塩 | een smaakmaker uit de Japanse keuken gemaakt van fijngemalen sesamzaad en een kleine hoeveelheid zout |
gōmatsu-毫末 | hele kleine [geringe] hoeveelheid |
gunkō-郡公 | (Jin [Chin] periode, China) koning van een klein koninkrijk |
hāfu・saizu・kamera-ハーフ・サイズ・カメラ | halfkleinbeeldcamera; half-frame camera |
hahanosa-鼻の差 | klein verschil; verschil van een neuslengte |
hakabu-端株 | kleiner aantal aandelen dan door de handelsbeurs gespecificeerd |
hakataningyō-博多人形 | traditionele Japanse pop van klei (oorspronkelijk uit Hakata, nu deel van de stad Fukuoka) |
handī・konpyūtā-ハンディー・コンピューター | kleine computers (zoals PDA's en kleine laptops) |
hashitagane-端金 | kleingeld; wisselgeld; armzalig klein bedrag; schijntje |
hatasashimono-旗指物 | een kleine standaard met vlag, die vroeger door Japanse samoerai op de achterkant van het harnas werd gedragen tijdens het gevecht |
hatsumago-初孫 | eerste kleinkind |
henkyō-偏狭 | bekrompenheid; kleingeestigheid; kortzichtigheid; intolerantie |
henpen-片片 | kleine stukjes; fragmenten |
henshū-扁舟 | kleine boot; bootje |
hiki-匹 | (woord voor het tellen van kleinere dieren, zoals katten, honden, vissen, insecten, etc.) |
himago-曾孫 | achterkleinkind |
himekomatsu-姫小松 | kleine [lage] den [pijnboom] |
hinaarare-雛霰 | kleine, zoete, gekleurde rijstkoekjes die bij het Poppenfestival (op de Meisjesdag, 3 maart) worden gegeten |
hitoikire-人熱れ | muffe [benauwde] lucht (van veel mensen in een kleine ruimte) |
hitonigiri-一握り | een handvol; handjevol; kleine hoeveelheid; klein [gering] aantal |
hokora-祠 | een kleine Shinto-schrijn (langs de kant van de weg) |
hototogisu-杜鵑 | kleine koekoek (Cuculus poliocephalus) |
ichiyō-一葉 | een telwoord voor kleine boten |
idōtoshokan-移動図書館 | (stedelijke) bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek |
imohori-芋掘り | (scherts, beledigend) plattelander; iemand die uit de klei is getrokken |
inrō-印籠 | (Edo periode) traditioneel Japans doosje (voor het meenemen van kleine voorwerpen), gehangen aan de obi |
intābijon-インタービジョン | intervisie (een georganiseerd gesprek tussen een kleine groep vakgenoten) |
ippan-一斑 | een klein deel (van het geheel) |
ishokugote-移植鏝 | kleine schep [hark] (voor de tuin) |
issun-一寸 | 1 stapje; een klein stukje |
jakkan-若干 | een kleine hoeveelheid; een beetje; een weinig; een paar |
jin'ya-陣屋 | (Edo periode) residentie van de daimyo van een klein domein zonder kasteel |
jōdo-壌土 | leem [klei] grond (geschikt voor landbouw) |
junkaibunko-巡回文庫 | bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek (gedateerd, tevens ver-afgelegen plaatsen) |
junkaitoshokan-巡回図書館 | bibliobus; bibliotheekbus; kleine rijdende bibliotheek (m.n. voor ver-afgelegen plaatsen) |
kachō-課長 | hoofd van een (kleinere) afdeling |
kahei-寡兵 | klein leger; kleine militaire eenheid |
kaitenzushi-回転寿司 | restaurant waar sushi op kleine bordjes op een lopende band langs de klanten gaan (de klanten nemen dan de sushi die ze willen eten zelf van de band) |
kakera-欠けら | zeer kleine hoeveelheid |
kaorin-カオリン | kaolien (klei) |
karafutoshishamo-樺太柳葉魚 | lodde (soort kleine zalm, Mallotus villosus) |
karyō-科料 | een kleine [lage] boete (voor een lichte overtreding) |
kashō-寡少 | een klein beetje; bijzonder kleine hoeveelheid |
kashō-過小 | te klein |
kashō-過少 | te kleine hoeveelheid |
kataho-片帆 | een verkleind [gereefd] zeil (bij harde wind e.d.) |
keihō-軽砲 | licht geschut; lichte artillerie; klein kaliber wapen |
keijidōsha-軽自動車 | kleine [compacte] auto; licht voertuig; minicar |
keishoku-軽食 | een lichte [kleine] maaltijd; snelle hap; tussendoortje |
kenasu-貶す | afkraken; afbrekende kritiek hebben op; kleineren |
kibera-木べら | houten modelleergereedschap voor klei; modelleerhoutje |
kinshō-僅少 | een klein aantal; kleine hoeveelheid; slechts een paar |
kinshōsa-僅少差 | gering verschil; kleine marge |
kin'yūsōsa-金融操作 | financiële operatie (m.n. een specifiek pakket van maatregelen van een centrale bank om de liquiditeit in het bankverkeer te vergroten of verkleinen) |
ko-小 | (voorvoegsel) klein; smal; weinig; een beetje |
koatari-小当たり | kleine jackpot (bij pachinko) |
kōba-工場 | (kleine) fabriek; werkplaats |
kobachi-小鉢 | kleine kom; schaaltje |
koban-小判 | klein formaat (papier) |
kobin-小瓶 | kleine fles; flesje |
kobone-小骨 | (klein) botje; kleine botten |
kobone-小骨 | kleine hindernis; probleempje |
kobune-小舟 | boot(je); kleine boot |
kodaiko-小太鼓 | kleine trom [trommel] |
kodashi-小出し | een beetje; kleine hoeveelheid (tegelijk) |
kodōgu-小道具 | klein gereedschap |
kofude-小筆 | smalle [dunne] schrijfpenseel, om in klein handschrift te schrijven |
kogane-小金 | een klein fortuin; redelijke som geld; aardig bedrag |
kogane-小金 | weinig geld; kleingeld |
kogara-小柄 | kleine gestalte; klein postuur |
kogara-小柄 | klein formaat; kleine maat; klein patroon (op stof) |
kogata-小型 | klein formaat; kleine afmeting [schaal] |
koguchi-小口 | kleine hoeveelheid (geld) |
kohheru-コッヘル | klein draagbaar kooktoestel |
kōji-小路 | kleine [smalle] weg [straat]; steeg; laantje |
kojinmari-こぢんまり | klein en knus [gezellig] |
kojiwa-小皺 | fijne [kleine] rimpels; kraaienpootjes |
kokorobakari-心許り | kleinigheid(je) |
komakai-細かい | klein; minuscuul; fijn (uit kleine deeltjes bestaand) |
komakai-細かい | zuinig; gierig; op de kleintjes lettend |
konagona-粉粉 | verpulverd; vergruisd; in kleine stukjes [scherven]; verkruimeld |
konbo-コンボ | combo (klein muziekgezelschap) |
konekuru-捏ねくる | (klei, deeg, etc.) kneden |
koneru-捏ねる | (klei, deeg, etc.) kneden; boetseren |
koninzū-小人数 | klein aantal mensen [personen] |
korebakari-此れ許かり | slechts zo'n klein beetje |
koreppotchi-これっぽっち | heel klein beetje; uiterst kleine [geringe] hoeveelheid |
koreshiki-此れしき | kleinigheid; onbelangrijk iets |
koshōgatsu-小正月 | Klein Nieuwjaar (festival) op 14, 15 of 16 januari |
kotori-小鳥 | kleine vogel (zoals b.v. een mus) |
kotsuzumi-小鼓 | kleine handtrommel |
kouri-小売 | detailhandel; kleinhandel |
kouribukka-小売り物価 | kleinhandelsprijzen |
kouriten-小売り店 | detailhandel; kleinhandelszaak; verkooppunt |
koya-小屋 | klein theater; (circus)tent |
kozakana-小魚 | kleine [jonge] visjes |
kozeni-小銭 | kleingeld |
kozukai-小遣い | zakgeld; geld voor kleine uitgaven |
kozukaisen-小遣い銭 | zakgeld; geld voor kleine uitgaven |
kuchifusagi-口塞ぎ | klein hapje; snackje |
kuchishinogi-口凌ぎ | een klein hapje [drankje] tussendoor |
kuchiyogoshi-口汚し | heel klein beetje eten; greintje; brokje |
kuntō-薫陶 | aardewerk maken door klei te kneden terwijl men wierook brandt (waardoor de geur in de klei gaat) |
kurē-クレー | klei |
kurēshageki-クレー射撃 | het kleiduivenschieten |
kuzusu-崩す | in kleinere stukken verdelen; klein maken (groot geld wisselen voor klein geld) |
kyaperin-キャペリン | lodde (soort kleine zalm, Mallotus villosus) |
kyaputen-キャプテン | aanvoerder (van een sportploeg); hoofd (van een kleine organisatie) |
kyōryō-狭量 | kleingeestigheid; bekrompenheid; vooringenomenheid; intolerantie; onverdraagzaamheid |
kyōshō-狭小 | beperkt [klein] zijn (van ruimte) |
kyūsu-急須 | (kleine) theepot |
machikōba-町工場 | kleine fabriek in de stad |
mago-孫 | kleinkind; kleinzoon; kleindochter |
maikuromētā-マイクロメーター | micrometer (instrument om kleine afstanden te meten) |
maikuromētoru-マイクロメートル | micrometer (instrument om kleine afstanden te meten) |
mainā-マイナー | klein; onbelangrijk; onbeduidend |
mangūsu-マングース | mangoest (mangoeste); ichneumon (klein katachtig roofdier) |
massetsu-末節 | kleine [onbelangrijke] details; niet-essentiële [triviale] zaken |
massha-末社 | aan een hoofdtempel verbonden (kleinere) tempel |
masshō-末梢 | kleine details; onbelangrijke dingen [zaken] |
mattankakaku-末端価格 | verkoopprijs; kleinhandelsprijs; straatprijs |
menami-女波 | kleine [zwakke] golf |
midoru・kurasu-ミドル・クラス | kleinburgerlijk |
mikuro-ミクロ | micro; heel klein |
mini-ミニ | mini; klein |
minikomizasshi-ミニコミ雑誌 | tijdschrift met een kleine oplage [een beperkte lezersgroep] |
minishiatā-ミニシアター | klein theater; kleine bioscoop |
mini・shiatā-ミニ・シアター | filmhuis; kleine bioscoop |
mini・sutēto-ミニ・ステート | dwergstaat; kleine staat; klein land |
mizetto・hausu-ミゼット・ハウス | klein [compact] huisje (lett. dwergenhuisje) |
mizuire-水入れ | drinkbakje (voor huisdieren e.d.); waterkan; een kleine kan met water om in een inktsteen te gieten |
mochi-黐 | vogellijm (rubberachtige substantie verkregen uit boomschors, die werd gebruikt om kleine vogels mee te vangen) |
momu-揉む | (handel) een klein bod (hoog of laag) doen op de beurs (vaak in herhaling) |
monshirochō-紋白蝶 | klein koolwitje of knollenwitje (vlinder: Pieris rapae) |
mōshiwake-申し訳 | onbeduidend; klein; bescheiden; niet noemenswaard |
nagashio-長潮 | getijde wanneer het verschil tussen eb en vloed het kleinst is |
nakenashi-なけなし | geringe hoeveelheid; het kleine beetje (weinige) dat men heeft |
namida-涙 | (in combinatie met een zelfstandig naamwoord) een kleine hoeveelheid; een beetje; licht(elijk) |
namidaame-涙雨 | een klein (regen)buitje |
namidakin-涙金 | smartegeld; vergoeding [compensatie]; een kleine som geld gegeven uit medelijden [als troost] (b.v. na een breuk in een relatie) |
nappuzakku-ナップザック | kleine rugzak; knapzak; zak met proviand |
narukosuge-鳴子菅 | soort kleine rietplant (Carex curvivicollis) |
nebatsuchi- 粘土 | klei |
neko-猫 | een klein brandertje (een afkorting voor neko-hibachi) |
nenbangan-粘板岩 | (kleiachtig) leisteen; kleisteen |
nendo-粘土 | klei |
nendogata-粘土型 | klei model |
nenne-ねんね | het zich als een baby [klein kind] gedragen; kinderachtig doen |
nitchi-ニッチ | niche (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
nitchisangyō-ニッチ産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
nitchishijō-ニッチ市場 | nichemarkt (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
nōto-ノート | notebook [kleine laptop] |
nukaboshi-糠星 | ontelbare kleine sterren aan de nachtelijke hemel |
o-小 | (voorvoegsel) klein; smal; weinig; een beetje |
ochoboguchi-おちょぼ口 | klein rond mondje; getuite lippen |
ogawa-小川 | smalle [kleine] rivier; beek |
okurigana-送り仮名 | kleine kana die naast kanji staan (en de lezing van een woord geven) |
omotase-お持たせ | een klein geschenk dat een gastheer [gastvrouw] aan een gast geeft om mee naar huis te nemen |
ōmugaeshi-鸚鵡返し | bijJapanse waka (gedichten) een versregel van een ander herhalen met een kleine wijziging daarin |
oofū-大風 | kalm [evenwichtig] zijn en niet geobsedeerd zijn door kleine dingen |
osanai-幼い | heel jong; klein |
otomego-乙女子 | klein meisje; jonge dame |
otoshidama-御年玉 | (klein) geldgeschenk in het nieuwe jaar (aan kinderen, of aan personeel in familiebedrijven, e.d.) |
oyashiro-小社 | klein heiligdom |
pachinko-ぱちんこ | pachinko (een soort Japanse gokautomaat, waar een groot aantal kleine balletjes ingeworpen worden) |
parapara-ぱらぱら | (onomatopee) in kleine hoeveelheden (druppels, e.d.) naar beneden vallend (het geluid daarbij): gedruppel; gekletter |
pēpā・puran-ペーパー・プラン | een plan dat alleen maar op papier bestaat, en waarvan de haalbaarheid of uitvoerbaarheid klein is |
pikkuappu-ピックアップ | kleine vrachtauto [bestelauto] |
pochi-ぽち | (kleine) stip; puntje |
pochi-ぽち | een klein beetje; slechts |
poisute-ポイ捨て | het weggooien van (klein) afval op de openbare weg (b.v. van sigarettenpeuken, e.d.) |
ponī-ポニー | pony (klein paardenras) |
potchi-ぽっち | klein beetje; slechts; schamel; onbeduidend |
potsu-点 | kleine stip; puntje |
puchiburu-プチブル | kleinburgerlijk; kleinburgerlijk persoon |
puchi・burujoa-プチ・ブルジョア | kleinburgerlijk; kleinburgerlijk persoon |
puraibēto・ofāringu-プライベート・オファーリング | privé [onderhands] aanbod, een investering aangeboden aan een kleine groep investeerders |
rakuyō-洛陽 | Rakuyo, kleine planeet nummer 5825 |
reisaikigyō-零細企業 | zeer klein bedrijf |
reison-令孫 | (beleefd) uw kleinkind (kleinzoon of kleindochter); het kleinkind van een ander |
reki-礫 | (in kanji combinaties) kleine steen |
resu-レス | löss (kleigrond) |
saihitsu-細筆 | verfijnd handschrift; geschreven in klein handschrift |
saikin-細謹 | kleine onvolkomenheid; klein gebrek |
sairyū-細流 | beekje; kleine stroom; smalle rivier |
saishō-最小 | het kleinste; minste; minimum |
saishō-最少 | de kleinste hoeveelheid; het kleinste aantal |
saishō-細小 | minuscuul; (zeer) klein; (haar)fijn |
saisho-細書 | geschreven in klein handschrift |
saishōkōbaisū-最小公倍数 | kleinste gemene veelvoud |
saizuchi-才槌 | (kleine) houten hamer |
saji-些事 | een kleinigheid; iets dat onbelangrijk [onbeduidend; onbetekenend] is |
sakugen-削減 | reductie; vermindering; verkleining; afslag; verlaging |
sakugensuru-削減する | reduceren; verminderen; verkleinen; verlagen |
sakuragai-桜貝 | (kleine) roze zeeschelp (Nitidotellina nitidula) |
sanaedori-早苗鳥 | kleine koekoek (Cuculus poliocephalus) |
sanmon-三門 | driedelige toegangspoort bij een tempel (m.n. een grote in het midden met twee kleine ernaast) |
sansangogo-三三五五 | in groepen van 2 en 3; in kleine groepen |
sanze-三世 | drie generaties (vader, zoon, kleinzoon) |
sasadake-笹竹 | dwergbamboe; kleine bamboesoort |
sasameyuki-細雪 | lichte sneeuwval; kleine sneeuwvlokjes |
sasara-細ら | heel dun; klein; fijn; licht |
sasu-注す | een kleine hoeveelheid (vloeistof) inschenken; vloeistof beetje bij beetje inschenken |
sazare-細 | (in kanji combinaties) klein; smal |
sazareishi-細石 | klein steentje; kiezelsteentje |
sekihai-惜敗 | een nipte nederlaag; het met een kleine marge verliezen |
senka-船架 | scheepshelling; dok; lier om kleine boten op het land te trekken |
senmyōtai-宣命体 | schriftsysteem uit de Nara- (710–794) en vroege Heian-periode (794–1192) (met kleinere karakters voor grammaticale elementen dan voor lexicale) |
senpū-旋風 | wervelwind; (kleine) cycloon |
sento・mārchintō-セント・マーチン島 | Sint Maarten (eiland van de Kleine Antillen in de Caraïbische Zee) |
seseru-挵る | een kleine beweging telkens maar blijven herhalen (b.v. met een potlood tegen een tafel tikken) |
sessha-摂社 | aan een hoofdtempel verbonden (kleinere) tempel |
shakujō-錫杖 | topdeel van de staf (een ring met verschillende kleine ringen eraan) |
shibaguri-柴栗 | een Japanse kastanjeboom (met kleine, maar lekkere, vruchten) |
shibo-私募 | verkoop van aandelen buiten de beurs om (aan klein aantal potentiële investeerders) |
shidō-祠堂 | een kleine constructie [klein gebouw] waar Shinto goden of Boeddha's worden geëerd |
shinodake-篠竹 | kleine bamboesoort (met smalle bladeren) |
shinto・māruten-シント・マールテン | Sint Maarten (eiland van de Kleine Antillen in de Caraïbische Zee) |
shinto・mārutentō-シント・マールテン島 | Sint Maarten (eiland van de Kleine Antillen in de Caraïbische Zee) |
shō-小 | (voorvoegsel) klein; kort; kleiner; jonger; lager |
shōgakutōshika-少額投資家 | kleine investeerder |
shōji-小事 | kleine [onbelangrijke] dingen; trivialiteiten |
shōjin-小人 | een onbelangrijk [kleinzielig; bekrompen] persoon |
shōjinbutsu-小人物 | een onbeduidend [onbelangrijk; kleingeestig; bekrompen] persoon |
shōjiten-小辞典 | klein woordenboek; zakwoordenboek |
shōka-小過 | kleine fout |
shōkigyō-小企業 | kleine bedrijven |
shōkotsuban-小骨盤 | het kleine bekken (pelvis minor) |
shokuzen-食膳 | (gerecht op) een klein eettafeltje (of dienblad met pootjes) |
shōkyoku-小曲 | een kort [klein] liedje [muziekstukje] |
shōmyō-小名 | (Edo-periode) een feodale heer met een relatief klein grondgebied |
shōnan-小難 | kleine tegenslag [tegenvaller}; ongelukje |
shōninzū-少人数 | een klein aantal mensen |
shōnō-小脳 | kleine hersenen; cerebellum |
shoppu・in・shoppu-ショップ・イン・ショップ | winkel-in-winkel; shop-in-shop (kleine zelfstandige winkels in een grotere winkel of warenhuis) |
shōri-小利 | kleine omzet [winst; opbrengst] |
shōsei-小成 | klein beetje succes; kleine prestatie; bescheiden resultaat |
shōsenkyoku-小選挙区 | een klein kiesdistrict (met één zetel) |
shōsha-小社 | een klein bedrijf; kleine firma |
shōsha-小社 | klein heiligdom |
shōshi-小誌 | klein magazine [tijdschrift] |
shōsū-少数 | minderheid; klein [gering] aantal |
shōsui-小水 | een klein beetje water |
shōtei-小弟 | (mijn) kleine [jongere] broer; broertje |
shōteki-小敵 | kleine [onbeduidende] vijand; zwakke tegenstander |
shōtoshi-小都市 | kleine stad |
shukuzu-縮図 | een verkleinde tekening [kopie]; miniatuur |
sōgu-装具 | accessoires; (kleine) ornamenten; sieraden |
sōhō-ソーホー | SOHO (Eng.: small office home office) klein kantoor; thuiskantoor |
sokobaku-若干 | een (onbepaald) aantal; een kleine hoeveelheid; een paar; een beetje |
soreppotchi-それっぽっち | zo weinig; zo gering; zo klein; zo'n klein beetje; slechts [alleen maar] dit [dat]; onbelangrijk; onbeduidend; futiel |
soreshiki-其れしき | iets dat klein [gering; onbeduidend; onbelangrijk] is |
soshina-粗品 | een klein cadeau [geschenk; presentje] |
sozō-塑像 | beeld(je) van klei, gips of plastic |
sozō-塑造 | modellering; boetseerkunst; afgietsel (een beeld (maken) van klei of brons, etc) |
sukimasangyō-隙間産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
sukunai-少ない | weinig; gering; kleine hoeveelheid; schaars; onvoldoende; zelden |
sunbun-寸分 | een (klein) beetje |
sungeki-寸隙 | kleine opening; spleet |
sungō-寸毫 | een heel klein beetje |
sunshaku-寸借 | een kleine lening |
sutegana-捨て仮名 | kleine kana die naast de kanji staan (bij een kanbun tekst) |
sutegana-捨て仮名 | kleine kana gebruikt voor twee samengetrokken klanken |
sutorofurusu-ストロフルス | strophulus (huidirritatie bij kleine baby's) |
suu-吸う | zuigen; met kleine slokjes drinken |
suzumeyaki-雀焼き | een gerecht van kleine gegrilde visjes op een spies |
suzumezushi-雀鮨 | sushi gemaakt door een kleine zeebrasem open te snijden en te vullen met sushirijst (de vorm van de sushi lijkt op een mus) |
suzutake-篠竹 | kleine bamboesoort (Sasamorpha) |
takatsuki-高坏 | een klein eettafeltje met één poot |
tamaya-霊屋 | een klein huisje dat op een graf wordt geplaatst |
tanken-短剣 | (van een klok) de kleine wijzer; uurwijzer |
tanku-短躯 | klein postuur; kleine gestalte |
tantehōkōjiku-短手方向軸 | korte [kleine] as |
tan'i-単位 | kleine eenheid (van een instelling, familie, e.d.); groep; sectie |
teaburi-手焙り | handwarmer; kleien hibachi |
tebakari-手秤 | kleine hand-weegschaal |
tebata-手旗 | vlaggetje; kleine vlaggetje om mee te zwaaien |
tebōki-手箒 | kleine (hand)borstel |
tebunko-手文庫 | kleine doos voor schrijfmaterialen [brieven] |
tefuki-手拭き | kleine handdoek; gastendoekje; zakdoek |
tekago-手籠 | kleine mand |
tenaoshi-手直し | kleine verbetering [verandering] |
terakotta-テラコッタ | terracotta (ongeglazuurde klei) |
terakottanendo-テラコッタ粘土 | terracotta klei |
terakoya-寺子屋 | (historisch, pre-modern Japan) klein klaslokaal in een tempel (om buurtbewoners basisles te geven in lezen, schrijven en rekenen) |
tesutā-テスター | klein instrument voor meting van stroom(spanning) |
togyo-蠹魚 | zilvervisje; suikergast (een klein insect, Lepisma saccharina) |
tokobushi-常節 | kleine zeeoor [abalone] (Sulculus diversicolor supertexta) |
torappu-トラップ | katapult; werpmachine (b.v. bij kleiduivenschieten) |
torimochi-鳥黐 | vogellijm (rubberachtige substantie verkregen uit boomschors, die werd gebruikt om kleine vogels mee te vangen) |
torobi-とろ火 | klein [laag] vuurtje (om te koken) |
tsubozara-壺皿 | een kleine (diepe) schaal [schotel] |
tsuchi-土 | aarde; klei; grond |
tsuchigoroshi-土殺し | het centreren van klei |
tsuchikabe-土壁 | aarden muur; muur van klei |
tsuchikure-土塊 | een kluit aarde; een klomp klei |
tsukuneru-捏ねる | (klei, deeg, etc.) kneden; boetseren |
tsuri-釣り | klein geld; wisselgeld |
tsuribune-釣り船 | vissersboot; (klein) visserschip; vissersschuit |
uchiwa-内輪 | bescheidenheid; gematigdheid; soberheid; kleine hoeveelheid |
uimago-初孫 | eerste kleinkind |
ukai-鵜飼い | het vissen met aalscholvers (ze worden gebruikt om vissen te vangen, met een ring om hun hals zodat ze alleen kleine vissen zelf kunnen doorslikken) |
ukeuri-受け売り | detailhandel; kleinhandel (verkoop direct aan verbruikers) |
usude-薄手 | lichte verwonding; een klein sneetje |
uzukumaru-蹲る | hurken; bukken; ineenduiken; zich klein maken |
wabisuke-侘助 | Wabisuke camelia (een variëteit van de Camellia Japonica, met kleine enkele bloemen; vanwege hun eenvoud vaak gebruikt bij theeceremonies) |
warabī-ワラビー | wallaby (kleine kangoeroesoort) |
warubireru-悪びれる | (dit w.w. wordt gebruikt in ontkennende zinnen) te verlegen zijn; zich klein [minderwaardig] voelen; rusteloos [zenuwachtig] zijn |
yakusuru-約する | afkorten; verkleinen; samenvatten |
yamigasuri-闇絣 | een katoenen stof met een klein, onregelmatig vlekkenpatroon op een donkere achtergrond |
yanebune-屋根船 | een kleine boot met een rieten dak |
yasugekkyū-安月給 | een klein [laag] (maand)salaris; een mager (maandelijks) inkomen |
yojōhan-四畳半 | een kleine kamer [ruimte] |
yoki-斧 | kleine bijl; hakmes |
yumesara-夢更 | ten minste; zelfs een klein beetje; (gevolgd door een ontkenning) niet in het minst; helemaal niet |
yunitto・kitchin-ユニット・キッチン | keuken bestaande uit vaste keukenblokken; kleine geprefabriceerde keuken |
zakka-雑貨 | diversen; algemene koopwaar [goederen]; kleine artikelen |
zakuzaku-ざくざく | (in) veel stukken (zoals klein gesneden groenten of een stapel munten) |
zappi-雑費 | (diverse) kleine uitgaven [bestedingen] |
zen-膳 | klein (laag) eettafeltje; dienblad |
zokuryū-粟粒 | iets heel kleins; kruimeltje |