katoen / ka-toen ( de/het (o) | znw )
1綿; コットン [(het katoen)]
2木綿 [(katoenen stof)]
3綿 [katoenplant (Gossypium)]
Kruisverwijzing
katoen
lemma | meaning |
---|---|
bandana-バンダナ | kleurige (katoenen) halsdoek |
betchin-ベッチン | katoenfluweel |
chinopantsu-チノパンツ | broek van katoenen (uniform) stof |
dasshimen-脱脂綿 | verbandwatten; watten (katoen) voor de absorptie van vloeistofmonsters, e.d. |
fuhan-布帆 | zeil van katoen [linnen] |
futomono-太物 | (katoenen of linnen) lap [stof; doek] |
gunte-軍手 | witte, katoenen werkhandschoen (oorspronkelijk gebruikt in het leger) |
hoshika-干し鰯 | meststof op basis van gedroogde ontvette sardines en haring (werd gebruikt voor de katoen- en tabaksteelt van late Edo-periode tot de Meiji periode) |
howata-穂綿 | het pluis van de grote lisdodde plant (Typha latifolia), wordt ook als katoen gebruikt |
kanakin-カナキン | ongebleekte katoen; calicot |
kankōjusu-観光繻子 | satijn (geweven van zijde en katoen; in de Meiji-periode geproduceerd in de prefectuur Gunma en verkocht bij een toeristenbureau in Asakusa, Tokio) |
katan'ito-カタン糸 | katoenen draad |
konbō-混紡 | gemengd weefsel; mengsel van met verschillende vezels (zoals katoen met kunstvezels) |
kotton-コットン | katoen |
kuriwata-繰り綿 | ontkorreld [geëgreneerd] katoen (waarbij de katoenvezels al van de zaden zijn ontdaan) |
kuru-繰る | spinnen (draad); ontkorrelen (katoen) |
kurumegasuri-久留米絣 | Kasuri-textiel (katoen) uit Kurume (Kyushu) |
kyarako-キャラコ | calicot (soort katoen) |
mekurajima-盲縞 | donkerblauwe katoenen stof |
men-綿 | katoen |
menfuranneru-綿フランネル | katoenen flanel (stof) |
menjitsuyu-綿実油 | katoenzaadolie |
menseihanpu-綿製帆布 | katoenen canvas (stof; doek) |
menshi-綿糸 | katoenen garen; katoengaren |
men'orimono-綿織物 | katoen; katoenen stof [weefsel] |
momen-木綿 | katoen; katoenen stof |
mosurin-モスリン | mousseline (los geweven stof van katoen, wol of zijde) |
nitoroserurōsu-ニトロセルロース | schietkatoen; nitrocellulose |
obi-帯 | katoenen band (bij vechtsporten, zoals judo) |
obishin-帯芯 | een kledingstuk (m.n. van katoen) gedragen onder de obi (Japanse gordel) als opvulling bij een (dames)kimono |
sarasa-サラサ | calico; beschilderd of bedrukt katoen |
sarashi-晒し | gebleekt katoen |
tekkō-手甲 | handbescherming (van leer of katoen) |
tenjiku-天竺 | katoenen lakenstof |
tenjukumomen-天竺木綿 | katoenen lakenstof |
teruterubōzu-照る照る坊主 | pop van wit papier of katoen, opgehangen aan de dakrand in de hoop om daardoor de volgende dag mooi weer te krijgen |
uchiwata-打ち綿 | gebeukte [geklopte] katoen [wol] |
wata-綿 | katoenplant (Gossypium) |
wataire-綿入れ | kledingstuk met katoenen vulling; gewatteerde kleding |
watakuri-綿繰り | egrenering [ontkorreling] van katoen; katoenzuivering |
watakuriguruma-綿繰り車 | katoenrol (houten werktuig om zaden [korrels] te verwijderen) |
watauchi-綿打ち | het katoen-kloppen (waarbij katoen zacht (en schoon) wordt gemaakt door erop te kloppen) |
watauchiyumi-綿打ち弓 | gereedschap voor het slaan van katoen |
yamigasuri-闇絣 | een katoenen stof met een klein, onregelmatig vlekkenpatroon op een donkere achtergrond |
yuiwata-結い綿 | een geknoopte strik (van katoen of zijde), als versiering op presentjes |
yukata-浴衣 | een yukata (dunne katoenen kimono) |
yūki-結城 | (afk. van Yūki-momen) een geweven gestreepte katoenen stof (lijkend op de zijden stof Yūki-tsumugi) |
yūkimomen-結城木綿 | een geweven gestreepte katoenen stof (lijkend op de zijden stof Yūki-tsumugi |