afstand / af-stand ( de (m) | znw | afstanden )
1距離; 間隔 [tussenruimte]
2退位 [aftreden]
3放棄 [aanspraak of recht opgeven]
afstand doen van een recht
権利を放棄する
権利を放棄する
Kruisverwijzing
afstand
lemma | meaning |
---|---|
achira-あちら | die kant (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker); daar; die |
aijaku-愛惜 | iets waar men niet graag afstand van doet; iets waar men aan gehecht is |
anna-あんな | zulke; zo'n; zoals dat [die] (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker) |
ano-あの | dat; die (op afstand van zowel de spreker als de toehoorder) |
are-あれ | dat; die (op afstand van zowel de spreker als de toehoorder) |
asoko-あそこ | daar; die plaats (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker) |
atchi-あっち | die kant (op afstand van zowel de toehoorder als de spreker); daar; die |
autofaitingu-アウトファイティング | het vechten op een bepaalde afstand van elkaar |
auto・bokushingu-アウト・ボクシング | boksen staand op bepaalde afstand van elkaar |
bakken・rekōdo-バッケン・レコード | de langste vluchtafstand bij skispringen |
banri-万里 | een lange afstand (tienduizend ri); ver weg |
chikai-近い | dichtbij (afstand, tijd, verwantschap, etc.) |
chōkyori-長距離 | lange afstand |
chōkyorirannā-長距離ランナー | langeafstandsloper |
chōzoku-超俗 | wereldvreemdheid; afstandelijkheid; afzijdigheid |
chūkyori-中距離 | middellange afstand (wedstrijden) |
disutansu-ディスタンス | afstand |
doraibingu・kontesuto-ドライビング・コンテスト | (golfsport) long drive-wedstrijd (van de langste slag-afstand) |
dorakon-ドラコン | (golfsport) long drive-wedstrijd (van de langste slag-afstand) |
dōtei-道程 | route; afstand |
ei-永 | (in kanji combinaties) eeuwig; onbepaalde [lange] tijd [afstand] |
ekiden-駅伝 | lange afstand estafetteloop (marathon in estafettevorm) |
ekidenkyōsō-駅伝競走 | lange afstand estafetteloop (marathon in estafettevorm) |
enkyori-遠距離 | lange afstand |
enkyoriren'ai-遠距離恋愛 | langeafstandsrelatie |
enro-遠路 | een lange weg; een verre [grote] reisafstand |
en'ei-遠泳 | het langeafstandszwemmen; openwaterzwemmen |
gankai-眼界 | gezichtsveld; gezichtsafstand |
gyoganrenzu-魚眼レンズ | visooglens; visoogobjectief; fisheye (een lens met een zeer grote beeldhoek van boven de 180º en een heel korte brandpuntsafstand) |
gyōkan-行間 | regelafstand; (wit)ruimte tussen tekstregels |
hakuheisen-白兵戦 | gevecht op korte afstand van elkaar; man tegen man gevecht; lijf om lijf gevecht |
hanareru-離れる | afstand doen van zijn baan [positie] |
haron-ハロン | (Engelse afstandsmaat) furlong (een achtste mijl, ca. 201 m.) |
harubaru-遥遥 | ver uit elkaar; op afstand |
hekien-僻遠 | afgelegen [ver weg; op afstand] zijn |
henjō-返上 | het niet opnemen; afstand doen van |
hoīrubēsu-ホイールベース | wielbasis (afstand tussen voor-en achterwielen) |
hōō-法皇 | een keizer die afstand heeft gedaan van de troon en monnik is geworden |
jōkō-上皇 | ex-keizer; voormalige keizer; keizer die troonsafstand doet |
kansō-完走 | (bij een hardlooprace) het afleggen van de gehele afstand (van startplaats tot finish); een race helemaal uitlopen |
keien-敬遠 | respectvolle afstand (tussen personen); het iemand omzeilen; in een boog om iemand heen lopen |
kennawa-間縄 | een touw dat wordt gebruikt om de plantafstand te markeren bij het zaaien of planten van zaailingen |
kiken-棄権 | onthouding van stemmen; afstand doen van een recht |
kōtei-航程 | (van een schip) vaarafstand; vaartijd; zeereis; cruise |
kōtei-航程 | (van een vliegtuig) vliegafstand; vlucht |
kyōma-京間 | standaardafmeting van de afstand tussen pilaren in de Japanse architectuur (ca. 1.95 meter) |
kyori-距離 | afstand |
kyū-弓 | afstandseenheid voor landmeting (ca. twee en een halve meter) |
kyū-弓 | afstandseenheid tot het doel bij boogschieten (ca. twee meter) |
ma-間 | (tussen)ruimte; afstand |
maai-間合い | afstand; tussenruimte |
maikuromētā-マイクロメーター | micrometer (instrument om kleine afstanden te meten) |
maikuromētoru-マイクロメートル | micrometer (instrument om kleine afstanden te meten) |
majikku・hando-マジック・ハンド | grijpijzer (om voorwerpen op afstand te pakken); manipulator; robotarm |
manipyurētā-マニピュレーター | grijpijzer (om voorwerpen op afstand te pakken); manipulator; robotarm |
marason-マラソン | marathon (langeafstandsloop) |
meji-目路 | gezichtsveld; gezichtsafstand |
michinori-道程 | route; afstand |
mizukusai-水臭い | afstandelijk; gereserveerd |
pitchi-ピッチ | (honkbal) worp van de werper; werpafstand |
pitchi-ピッチ | regelmatige afstand [verhouding] van omwentelingen [perforaties; steken van een tandwiel, etc.] |
pusshu・botan・wō-プッシュ・ボタン・ウォー | automatische oorlogvoering; oorlogsvoering op afstand (door afvuren van wapens met een druk op de knop) |
reizen-冷然 | koude; stijfheid; een koele [kille; afstandelijke; onverschillige] houding |
ri-里 | Japanse afstandsmaat (ca. 3.9 km) |
ridatsu-離脱 | afscheiding; terugtrekking; onthouding; het afstand doen van |
rimokon-リモコン | afstandsbediening |
rimōto・kontorōru-リモート・コントロール | afstandsbediening |
rimōto・senshingu-リモート・センシング | teledetectie; het op afstand detecteren |
rimōto・suitchi-リモート・スイッチ | schakelaar op afstand; externe schakelaar; draadloze schakelaar |
ryotei-旅程 | reisroute; reisafstand |
saitankyori-最短距離 | de kortste afstand (tot) |
sansha-三舎 | in historisch China de afstand van een 3 daagse marstocht door een leger (ca. 36km) |
senri-千里 | 1000 ri (een ri = ca. 3,92 km); een flinke afstand |
shakankyori-車間距離 | afstand tussen twee auto's |
shakyori-射距離 | schootsafstand |
shiseki-咫尺 | zeer korte afstand |
shobun-処分 | het afstand doen [zich ontdoen] van; (uit)verkopen; opruimen; weggooien; verwijderen |
shōran-ショーラン | (short range navigation) navigatiehulpmiddelen voor de korte afstand |
shōto・aian-ショート・アイアン | golfstok ijzer 8 of 9 (voor korte afstanden) |
sogai-疎外 | het negeren [op afstand houden] van iemand; iemand koeltjes behandelen |
sogaisuru-疎外する | iemand op afstand houden [negeren; koeltjes behandelen; met de nek aankijken] |
suteru-捨てる | afdanken; afzweren; afstand doen (van); opgeven; loslaten (fig.) |
tankyori-短距離 | korte afstand (sport, wapens, etc.) |
tebanasu-手放す | laten gaan; loslaten; afstand doen van; opgeven; van de hand doen |
toomaki-遠巻き | omsingeling op afstand; een ruime [grote] omcirkeling |
toome-遠目 | (in) de verte; (op) afstand |
toozakeru-遠ざける | vermijden; weghouden van; zich onthouden van; uit de buurt blijven; op afstand houden; zich afzijdig houden |
toreddo-トレッド | wielbasis (afstand tussen voor- en achterwielen) |
tsuntsun-つんつん | (onomatopee) trots; hooghartig; afstandelijk; onaangenaam; onvriendelijk |
tsūshinkyōiku-通信教育 | open onderwijs; schriftelijk onderwijs; afstandsonderwijs (via internet, radio, post, etc.) |
utoi-疎い | afstandelijk; niet intiem |
utoutoshii-疎疎しい | koel; afstandelijk; ongenaakbaar |
yosoyososhii-余所余所しい | afstandelijk; formeel |
yuki-裄 | bij een kimono, de afstand van de rugnaad tot de manchet |