chanpion-チャンピオン | kampioen; winnaar |
chanpionshippu-チャンピオンシップ | kampioenschap |
daburyūhai-ダブリュー杯 | wereldbeker; wereldkampioenschap |
haken-覇権 | kampioenschap |
kōshikisen-公式戦 | reguliere wedstrijd; competitiewedstrijd; kampioenswedstrijd; play-offs; eindronde (honkbal) |
ōja-王者 | kampioen |
oomonogui-大物食い | reuzendoder; iemand die de grote kampioen(en) verslaat |
ōpun-オープン | opening; open kampioenschap |
ōshu-王者 | kampioen |
penanto-ペナント | wimpel; vaan; signaalvlag; kampioenschapsvlag |
penanto・rēsu-ペナント・レース | kampioensvlag-race (de laatste wedstrijd om het kampioenschap van de competitie, met name in honkbal) |
purēofu-プレーオフ | een serie wedstrijden om het kampioenschap |
raisu・bouru-ライス・ボウル | Rice bowl (jaarlijkse nationale American football kampioenschap in Japan) |
seiha-制覇 | (het winnen van) een kampioenschap |
seihasuru-制覇する | een kampioenschap winnen |
sekaiōja-世界王者 | wereldkampioen |
senshuken-選手権 | kampioenschap; kampioenstitel |
shirīzu-シリーズ | (honkbal) series; kampioenschap |
sūpā・bouru-スーパー・ボウル | de Super Bowl (de kampioenswedstrijd tussen de twee winnende teams van resp. de American Football Conference en de National Football Conference) |
taitoru-タイトル | titel (kampioenschap) |
wārudo・shirīzu-ワールド・シリーズ | Amerikaans kampioenschap honkbal (World Series) |
wārudo・kappu-ワールド・カップ | wereldbeker; wereldkampioenschap |
yokozuna-横綱 | groot kampioen |
yūshō-優勝 | overwinning; eindzege; kampioenschap |
yūshōsha-優勝者 | (eerste prijs) winnaar; kampioen |
yūshōsuru-優勝する | overwinnen; zegevieren; overwinning [kampioenschap] behalen |