invloed / in-vloed ( de (m) | znw | invloeden )
1えいきょう (りょく) ; せいりょく [macht; overwicht]
2影響えいきょう [onder invloed [inwerking] van iets]
rijden onder invloed (van alcohol of drugs)
(飲酒または麻薬の)影響下の運転