incidentie / in-ci-den-tie ( de (v) | znw | incidenties )
1発生率はっせいりつ; 発生頻はっせいひん [frequentie waarmee iets voorkomt]
2しゅつ現率げんりつ; しゅつ現頻げんひん [frequentie van een verschijnsel (computer)]
3患率かんりつ; はつびょうりつ [frequentie waarmee een ziektegeval optreedt]