Kruisverwijzing
ic
lemma | meaning |
---|---|
a-あ | uitroep (van verbazing, ontroering, etc.); ja (zich iets herinnerend, of bevestigend antwoord) |
abaku-暴く | onthullen; aan het licht brengen; openbaren |
abi-阿鼻 | Avīci, het diepste niveau van de Boeddhistische hel |
abijigoku-阿鼻地獄 | Avīci, het diepste niveau van de Boeddhistische hel |
abikyōkan-阿鼻叫喚 | de wanhoopskreten van iemand die lijdt in de hel van Avīci |
abirinpikku-アビリンピック | Paralympics (Olympische Spelen voor sporters met een handicap) |
abiru-浴びる | ondergaan; over zich heen krijgen; lijden |
aburana-油菜 | raapzaad; koolzaad (Brassica napus) |
aburazemi-油蝉 | een grote bruine cicade (Graptopsaltria nigrofuscata) |
aburidashi-炙り出し | geschreven [getekend] met onzichtbare inkt (wordt zichtbaar na verhitting) |
acharaka-あちゃらか | satirisch toneelstuk met dwaze grappen en koddige gebaren; slapstickachtige komedie (populair in de vroege Shōwa periode) |
āchisuto-アーチスト | artiest; musicus; muzikant |
adakkyū-亜脱臼 | (medisch) subluxatie; onvolledige ontwrichting |
adaruto・chirudoren-アダルト・チルドレン | volwassen kinderen (volwassenen die zich nog als kind gedragen) |
afutāsābisu-アフターサービス | (after-sales service) service na verkoop; reparatiedienst |
afutā・sābisu-アフター・サービス | reparatiedienst; service na verkoop |
agedashi-揚げ出し | Japans gerecht van licht gefrituurd voedsel (m.n. tofu of aubergine) |
ageita-上げ板 | (in een traditioneel theater) houten vloeren links en rechts waar het podium en de hanamichi (verhoogd pad naar toneel) samenkomen |
agemai-上米 | belastingheffing in rijst bij de krijgsadel (ter verlichting van de financiële nood tijdens de Tokugawa periode) |
agemaki-揚巻 | (afk. voor) een tweekleppige schelp (Sinonovacula constricta) |
agemakigai-揚巻貝 | een tweekleppige schelp (Sinonovacula constricta) |
agureman-アグレマン | agrement (officiële goedkeuring vooraf van een ontvangend land voor de komst van ambassadeurs en gezanten) |
ahōjikara-阿呆力 | een grote lichamelijke kracht; dierlijke kracht |
ai-藍 | Indigo plant (Polygonum tinctorium; Persicaria tinctoria) |
aibosuru-愛慕する | liefhebben; verlangen naar; zich verbonden voelen met; gehecht zijn aan |
aichi-愛知 | Aichi is de naam van een prefectuur in de regio Chūbu (midden Japan) |
aidoka-アイドカ | AIDCA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), conviction (overtuiging), action (actie)) |
aigi-愛妓 | de favoriete actrice of geisha (van iemand) |
aigin-愛吟 | het zingen van een geliefde [favoriete] melodie; het reciteren van een geliefd gedicht |
aiginsuru-愛吟する | graag [vaak] (een melodie) neuriën; graag (gedichten) reciteren |
aihansuru-相反する | contrasteren; conflicteren; in tegenspraak zijn; elkaar wederzijds uitsluiten |
aijirushi-合印 | merkteken; identificatieteken |
aijitsu-愛日 | winter(dag)licht; winterzon |
aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
aikon-アイコン | icoon (afbeelding) |
aikon-アイコン | icoon (computerterm) |
aikyōbeni-愛敬紅 | rouge [lipstick; oogschaduw] (om de charme te vergroten [het uiterlijk te verfraaien]) |
aimochi-相持ち | de rekening opsplitsen waarbij ieder voor zichzelf betaalt |
ainakabasuru-相半ばする | in evenwicht zijn; salderen; sluitend zijn (balans); tegen elkaar afstrepen |
aisatsu-挨拶 | felicitatie; dank(woord); aankondiging; mededeling; waarschuwing |
aisatsusuru-挨拶する | iem. (be)groeten; zichzelf introduceren; feliciteren; een toespraak houden; aankondigen; bekendmaken; antwoord geven [sturen]; wraak nemen; bemiddelen |
aishō-愛誦 | het graag liedjes neuriën [zingen]; graag gedichten (re)citeren |
aishōka-愛誦歌 | lievelingslied; favoriete gedicht |
aiyoku-愛欲 | passie; lust; (sexuele) begeerte; lichamelijke liefde |
aizenkatsura-愛染かつら | de titel van een populaire roman van Matsutarō Kawaguchi, over een liefdesverhouding tussen een dokter en een weduwe-verpleegster die zich afspeelt in |
ai・shī-アイ・シー | (computerterm) IC, geïntegreerde schakeling (Integrated circuit) |
ajiataiheiyōkeizaishakaiiinkai-アジア太平洋経済社会委員会 | ESCAP (United Nations Economic and Social Commission for Asia and the Pacific) |
aka-赤 | (afk. voor) rood stoplicht [verkeerslicht] |
akaakato-明明と | helder verlicht |
akadensha-赤電車 | de laatste trein (aangegeven met een rood licht) |
akagaeru-赤蛙 | Japanse bruine kikker (Rana japonica) |
akagami-赤紙 | (roodgekleurde) oproep voor dienstplicht (in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog) |
akagi-赤木 | een boom, Bischofia javanica |
akame-赤目 | rode ogen op een foto (door flitslicht) |
akamegashiwa-赤芽柏 | Mallotus japonicus (plant) |
akami-赤み | een rode [roodachtige] tint; lichte roodheid; een zweem rood |
akamon-赤門 | bijnaam voor de Universiteit van Tokio, waar de oude rode poort (de Goshudenpoort 御守殿門 uit de Edo periode) zich nu bevindt |
akanbē-あかんべえ | gezichtsuitdrukking waarbij men het onderste ooglid met een vinger naar beneden drukt en het rode gedeelte zichtbaar maakt (minachtend of afkeurend) |
akaragao-赤ら顔 | een rood gezicht (rode vlekken op gezicht) |
akarameru-赤らめる | blozen; rood aanlopen (van gezicht) |
akaramu-明らむ | licht worden; oplichten |
akaranpu-赤ランプ | rood (verkeers)licht; rode lamp |
akari-明かり | het licht |
akari-明かり | lamp; verlichting |
akarisaki-明かり先 | de richting waar het licht heen schijnt; de plek waar het licht op schijnt |
akaritori-明かり取り | een opening [gat] om licht binnen te laten; dakraam; (schepen) stormblind |
akarui-明るい | helder; licht; zonnig |
akarumi-明るみ | een verlichte plek; in het licht |
akarumi-明るみ | openbaar; aan het licht gekomen |
akarumu-明るむ | dagen; licht worden |
akasen-赤線 | (afk. voor) rosse buurt; roodlichtdistrict |
akasenkuiki-赤線区域 | de rosse buurt; roodlichtdistrict |
akashi-灯 | (arch.) lamp; licht |
akashingō-赤信号 | rood (stop)licht [verkeerslicht]; waarschuwingssignaal |
akatsubaki-赤椿 | rode camelia (Camellia japonica) |
akaunto-アカウント | een account (communicatiemedia) |
akehanareru-明け離れる | dag worden; licht worden |
akenokoru-明け残る | (maan, sterren, etc.) zichtbaar blijven bij het ochtendgloren [de dageraad] |
akeru-明ける | dag [ochtend; licht] worden |
akewataru-明け渡る | (klaarlichte) dag worden |
akewatasu-明け渡す | evacueren; (een kamer) verlaten; zich overgeven |
akinonanakusa-秋の七草 | de 7 herfstbloemen (Lespedeza, Misacanthus sinensis, Kudzu, Dianthus superbus, Patricia scabiosifolia, Eupatorium en Gomphocarpus physocarpus) |
akinotamurasō-秋の田村草 | (plant) Salvia japonica |
akirameru-諦める | opgeven; zich overgeven; (zijn plannen) laten varen |
akishō-飽き性 | licht ontvlambaar [grillig] persoon [karakter] |
akkan-悪漢 | booswicht; schurk; slechterik; deugniet |
akōdion-アコーディオン | accordion; harmonica |
akōdion・doa-アコーディオン・ドア | vouwdeur; harmonicadeur; accordeondeur |
akōdion・purītsu-アコーディオン・プリーツ | harmonicaplooien; plisséplooien |
akudama-悪玉 | een slecht iemand; een booswicht [boef]; iem. met een slecht karakter |
akudoi-あくどい | opzichtig; felgekleurd |
akuekishitsu-悪液質 | cachexie; een slechte lichamelijke toestand met vermagering en verval van krachten als gevolg van ondervoeding of ziekte (b.v. kanker) |
akuhō-悪報 | slecht nieuws; slechte berichten |
akujunkan-悪循環 | een vicieuze cirkel |
akunenriki-悪念力 | algehele toewijding aan [gericht zijn op] slechte daden |
akuninshōkisetsu-悪人正機説 | juist slechte mensen ontvangen de gunsten van Amida Boeddha (een theorie van Shinran (1173-1262), de stichter van de boeddhistische Jōdoshin school) |
akuseihinsetsu-悪性貧血 | pernicieuze anemie |
akuseku-齷齪 | het zich bezig houden (met); druk in de weer zijn (met) |
akusekusuru-齷齪する | zich bezig houden (met); druk in de weer zijn (met) |
akushōgurui-悪性狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
akushogurui-悪所狂い | verslaafd zijn aan [zich overgeven aan] frequent bordeelbezoek [losbandigheid] |
akushotsuihō-悪書追放 | het verbieden van schadelijke publicaties |
akusō-悪僧 | een slechte monnik; een monnik die zich slecht gedraagt |
akutare-悪たれ | met opzet kattenkwaad uithalen; een schelmenstreek uithalen; zich slecht [wild] gedragen |
ākutō-アーク灯 | booglicht |
akutō-悪党 | een boef; schurk; booswicht |
akutoresu-アクトレス | actrice |
amachan-甘ちゃん | een slappe [makkelijke] persoon; iemand die over zich laat lopen |
amaeru-甘える | verwend willen worden; zich gedragen als een verwend kind |
amagutsu-雨靴 | regenlaars; rubberlaars; waterdicht schoeisel |
amajio-甘塩 | licht gezouten; met weinig zout |
amayoke-雨除け | tarpaulin; regenscherm; waterdicht zeildoek |
amedasu-アメダス | Japans meteorologisch instituut AMeDAS (Automated Meteorological Data Acquisition System) |
amefuto-アメフト | American football (soort rugby) |
ameiro-飴色 | amber(kleur); (half)transparant lichtbruin |
amerikan・futtobōru-アメリカン・フットボール | American football (soort rugby) |
ameyu-飴湯 | zoete moutstroop gekookt met kaneel en andere kruiden tot een drank (medicijn of zomerdrankje) |
āmu-アーム | arm (lichaamsdeel) |
amu-編む | samenstellen; redigeren (publicaties e.d.) |
an-案 | een gedachte; idee; een plan; een vooruitzicht; verwachting |
anbaransu-アンバランス | onevenwichtigheid; onbalans |
andoroido-アンドロイド | een androïde (robot in sciencefiction) |
anegohada-姐御肌 | zusterlijk zijn; zich (zorgzaam) als een oudere zus gedragen |
angura-アングラ | onconventioneel; radicaal; clandestien |
anguru-アングル | gezichtspunt; oogpunt; optiek |
anjigao-案じ顔 | een bezorgd gezicht |
anjigoto-案じ事 | dingen waar men zich zorgen om maakt |
anjinryūmei-安心立命 | gemoedsrust; berusting; spirituele vrede en verlichting |
anjiru-案じる | zich zorgen maken (over); ongerust [angstig] zijn |
anjisuru-暗示する | een suggestie [voorstel] doen; suggereren; verwijzen (naar); impliceren; aanraden |
anjunnō-暗順応 | donker-adaptatie, de aanpassing van de ogen als men vanuit een lichte in een donkere ruimte komt |
anka-安価 | oppervlakkigheid; lichtvaardigheid |
ankensatsu-暗剣殺 | één van de richtingen [kompas-punten] in de Chinese astrologie; een noodlottige [ongeluk brengende] richting |
anmokuchi-暗黙知 | onbewuste [impliciete] kennis (fil.) |
annai-案内 | een gids (boek); een toelichting |
annaijo-案内所 | informatie balie; inlichtingen (bureau) |
anni-暗に | indirect; onuitgesproken; stilzwijgend; impliciet |
annon-安穏 | (boeddh.) de vredige staat van Verlichting |
anorakku-アノラック | anorak, winddicht jack met capuchon (zonder voorsluiting) |
anryū-暗流 | een onderstroom (fig.); een onzichtbare tendens (vaak in negatieve zin) |
anshi-暗視 | nachtvisie; gezichtsvermogen in het donker |
anshinritsumei-安心立命 | gemoedsrust; berusting; spirituele vrede en verlichting |
anshinsuru-安心する | zich op zijn gemak [veilig; vredig] voelen; onbezorgd zijn |
anshitsurampu-暗室ランプ | safelight; een lichtbron voor gebruik in een (fotografische) donkere kamer |
anshiyakenbikyō-暗視野顕微鏡 | een donkerveld microscoop |
anshō-暗証 | een geheime letter- [cijfer] combinatie voor toegang tot bepaalde gegevens, of voor identificatie van een persoon |
anshō-暗証 | (Boeddh.) zich wijden aan alleen maar ascetische oefeningen en meditatie (zonder de theorie en dogma) |
antan-暗澹 | somber; wanhopig; uitzichtloos |
antei-安定 | stabiliteit; evenwicht; balans |
anteisei-安定性 | stabiliteit; evenwichtigheid |
anteisuru-安定する | stabiel [in evenwicht] zijn |
anten-暗点 | een gedeeltelijke uitval van het gezichtsveld; blinde vlek; scotoom |
antena・shoppu-アンテナ・ショップ | een winkel waar producenten en lokale overheden nieuwe producten verkopen om uit te proberen hoe de trends zich ontwikkelen bij consumenten |
anzuru-按ずる | zich zorgen maken; ongerust [angstig] zijn |
anzuru-案ずる | zich zorgen maken; bezorgd [ongerust] zijn |
ao-青 | (de kleur) blauw (v.d. lucht, zee); groen (stoplicht, planten, etc.) |
aodensha-青電車 | de één na laatste trein (aangegeven met een blauw licht) |
aoitori-青い鳥 | de blauwe Vogel (oorspronkelijk Frans toneelstuk, L’Oiseau Bleu, geschreven door Maurice Maeterlinck in 1908) |
aoitori-青い鳥 | ook gebruikt in de betekenis van: geluk (dat men niet bemerkt ook al is het dichtbij) |
aokabi-青黴 | blauwe schimmel; penicilline |
aoki-青木 | Japanse bontbladige laurierstruik (Aucuba japonica) |
aokippu-青切符 | bekeuring (zonder strafvervolging) voor een lichte verkeersovertreding |
aomukeru-仰向ける | naar boven gaan kijken [draaien] ; met het gezicht naar boven gaan liggen |
aomuku-仰向く | omhoog [naar boven] kijken; met het gezicht naar boven liggen |
aoppoi-青っぽい | (licht) blauwachtig [groenig] |
aori-煽り | het bumperkleven (te dicht rijden achter) |
aori-煽り | lage gezichtshoek (fotografie) |
aoru-煽る | bumperkleven (dicht achter iemand rijden) |
aoshingō-青信号 | groen stoplicht; groen licht (ook fig.: toestemming) |
aporoteki-アポロ的 | apollinisch; evenwichtig; sereen |
apuri-アプリ | app; applicatie (computerprogramma) |
apurikanto-アプリカント | sollicitant; aanvrager |
apurikēshon-アプリケーション | applicatie (computerprogramma) |
apurikēshon・sofuto-アプリケーション・ソフト | applicatie software |
apurikēshon・sofutouea-アプリケーション・ソフトウエア | applicatie software |
arabian・raito-アラビアン・ライト | lichte ruwe olie uit Saoedi-Arabië (de standaard bij het bepalen van de olieprijs) |
araitateru-洗い立てる | goed [grondig; voorzichtig] wassen |
arakan-阿羅漢 | Arhat; Arahant (In het Boeddhisme iemand die de Verlichting heeft bereikt) |
arakureru-荒くれる | zich ruw [gewelddadig] gedragen |
aramashi-あらまし | overzicht; samenvatting |
arame-荒布 | arame (soort zeewier, Eisenia bicyclis) |
arashitaji-荒下地 | arriccio (pleisterlaag bij oude fresco schilderingen) |
arasoi-争い | strijd; gevecht; ruzie; conflict |
arasuji-粗筋 | overzicht; samenvatting; synopsis |
aratamaru-改まる | zich wijzigen; veranderen; veranderd worden |
aratamaru-改まる | zich verbeteren; verbeterd worden |
aratamaru-改まる | zich vernieuwen; vernieuwd worden |
arawareru-現れる | verschijnen; zich vertonen; zichtbaar worden |
arawasu-著す | schrijven; plubliceren |
arawaza-荒業 | zwaar (lichamelijk) werk |
arikante-アリカンテ | Alicante (stad in Spanje) |
arikante-アリカンテ | rood alicante marmer |
arikitari-在り来たり | gemeenplaats; cliché |
aru-有る | zijn; zich bevinden |
aruchū-アル中 | alcoholicus; alcoholist |
arufarufa-アルファルファ | alfalfa (plant: Medicago sativa) |
arukōruchūdoku-アルコール中毒 | (m.) alcoholist; alcoholicus; (v.) alcoholiste; alcoholica |
arukotonaikoto-有る事無い事 | feit en fictie; halve waarheid |
asaborake-朝ぼらけ | ochtendgloren; morgenlicht |
asagi-浅黄 | lichtgeel |
asaji-浅茅 | een Japanse (schaars groeiende, korte) grassoort van de familie Imperata cylindrica (Japans bloedgras) |
asamidori-浅緑 | lichtgroen |
asazuke-浅漬け | licht gepekelde [ingelegde] groenten |
asebamu-汗ばむ | licht zweten [transpireren] |
asebi-馬酔木 | Japanese andromeda struik (Pieris japonica) |
ashibi-馬酔木 | Japanese andromeda struik (Pieris japonica) |
ashioto-足音 | een teken dat iets nadert [dichterbij komt] |
asobu-遊ぶ | spelen; zich amuseren; plezier hebben |
assari-あっさり | makkelijk; simpel; snel; licht |
assensuru-斡旋する | zich voor iem. inspannen [inzetten]; bemiddelen; aanbevelen |
asshuku-圧縮 | comprimeren [verdichten; inpakken] van gegevens op de computer |
asukī-アスキー | ASCII, digitale codetabel (American Standard Code for Information Interchange) |
asupekuto-アスペクト | aspect; oogpunt; gezichtspunt |
asutorodōmu-アストロドーム | Astrodome (overdekt sportstadion met doorzichtige koepel) |
atamadekkachi-頭でっかち | boekenwijsheid; boekengeleerde; intellectueel; theoreticus |
atarazusawarazu-当たらず障らず | zich op de vlakte houden; zich niet blootgeven; zich diplomatiek gedragen |
atariya-当たり屋 | iemand die zich opzettelijk een ongeluk laat overkomen (om schadegeld te claimen) |
ataru-当たる | ondernemen; op zich nemen |
ate-当て | hoop; kans; mogelijkheid; gissing; veronderstelling; verwachting; vooruitzicht |
atebumi-宛文 | een officieel document (met daarin een persoonlijke opdracht of mandaat voor de geadresseerde) |
atebumi-宛文 | een officieel document waarin een leenheer zijn vazal een stuk (grond)bezit gaf (Kamakura en Muromachi-periode) |
atedo-当て所 | de plaats waarop je mikt [moet mikken]; waarop je je richt [moet richten] |
ateokonaijō-充行状 | een officieel document waarin een leenheer zijn vazal een stuk (grond)bezit gaf (Kamakura en Muromachi-periode) |
ateru-宛てる | adresseren [richten] aan |
ateru-当てる | dicht tegen [op] elkaar drukken [plakken] |
ātifisharu-アーティフィシャル | artificieel; kunstmatig; kunst- |
ātisuto-アーティスト | artiest; musicus; muzikant |
atsukau-扱う | (voorzichtig) iets bedienen |
atsumaru-集まる | bij elkaar komen; zich verzamelen |
atsureki-軋轢 | wrijving; frictie |
atsureki-軋轢 | conflict; strijd; botsing; onenigheid |
awa-粟 | (tros)gierst (graansoort: Setaria italica) |
awai-淡い | licht; zwak; bleek; vaag; flauw; flets |
awaiirono-淡い色の | lichtgekleurd |
awamorishōma-泡盛升麻 | Astilbe japonica |
awateru-慌てる | zich haasten, gehaast zijn |
awayuki-淡雪 | lichte sneeuwval |
ayamaru-誤る | zich (in iets) vergissen; een fout [fouten] maken; een misstap begaan |
ayamaru-謝る | zich verontschuldigen; excuses aanbieden; zich excuseren (bij iemand voor iets) |
ayumu-歩む | doormaken; ervaren; (het levenspad) belopen [begaan; volgen]; verrichten (studie, e.d.) |
azukarishiru-与り知る | op de hoogte zijn van; zich bewust zijn van; beseffen; betrokken zijn bij; te maken hebben met |
azukaru-預かる | bewaren; in bewaring nemen; op zich nemen |
bāberu-バーベル | een barbell (lange halter met gewichten) |
bachikan-バチカン | het Vaticaan |
baiasu-バイアス | voorspanning (elektriciteit) |
baichi-培地 | (biologie) voedingsbodem (voor het kweken van micro-organismen en cellen) |
baiden-売電 | de verkoop van elektriciteit door particulieren, bedrijven, e.d. aan elektriciteitsbedrijven |
baiden-買電 | het kopen van elektriciteit door elektriciteitsbedrijven van andere ondernemingen |
baimei-売名 | reclame maken voor jezelf; iets doen omwille van de publiciteit; publiciteit zoeken |
baionikusu-バイオニクス | bionica |
baiosu-バイオス | BIOS (computerterm: basic input/output system) |
baisupurejidento-バイスプレジデント | vicepresident |
baita-売女 | prostituée; hoer; lichtekooi |
baitai-媒体 | medium; media; communicatiemiddelen |
baiyaku-売薬 | een medicijnen zonder recept; een vrij verkrijgbaar medicijn |
bajiriko-バジリコ | basilicum |
bajiru-バジル | basilicum |
bakajikara-馬鹿力 | een grote lichamelijke kracht; dierlijke kracht |
bakazura-馬鹿面 | een domme blik op iemands gezicht |
bakeru-化ける | zich transformeren; de vorm aannemen (van) |
bakuchi-博打 | risico |
bakuro-暴露 | blootstelling (aan zonlicht, e.d.) |
bakuryō-幕僚 | staf; stafofficier (in het hoofdkwartier van de legerleiding) |
ban-バン | (value-added network) netwerkdienst met toegevoegde waarde (een gehost serviceaanbod met aanvullende diensten) |
ban-版 | editie; publicatie |
banpā・sutekkā-バンパー・ステッカー | bumpersticker (sticker op autobumper) |
banryoku-蛮力 | fysieke [lichamelijke] kracht |
banshū-晩秋 | seizoenwoord voor de herfst (in traditionele Japanse gedichten) |
bantamukyū-バンタム級 | bantamgewicht (klasse bij boksen) |
bantō-番頭 | opzichter in een badhuis |
banzai-万歳 | gejuich (met handen in de lucht); hoera; gefeliciteerd; lang zal ze leven |
bapponteki-抜本的 | drastisch; grondig; radicaal |
barādo-バラード | ballade (gedicht; muziek) |
baransu-バランス | evenwicht; balans |
baransu・obu・pawā-バランス・オブ・パワー | machtsevenwicht |
baransu・shīto-バランス・シート | balans (overzicht van bezittingen en schulden) |
bareru-ばれる | uitlekken (van iets, b.v. een geheim); openbaren; onthullen; aan het licht brengen |
baria・furī-バリア・フリー | (gebouwen, openbaar vervoer, etc.) toegankelijk voor gehandicapten |
barikēdo-バリケード | barricade; versperring |
barubu-バルブ | (gloei)lamp; (licht)peertje |
bāsaru-バーサル | versal (typografie: versierde hoofdletter als begin van een gedicht of tekst) |
bashō-芭蕉 | (Matsuo) Bashō (naam van een Japanse haiku dichter, 1644-1694) |
bataashi-ばた足 | (flutter kick) snel doorlopende beenslag (bij crawlzwemmen) |
batei-馬丁 | paardenknecht; oppasser van een officier; lakei |
batsubyō-抜錨 | het lichten [ophalen] van het anker |
bauhausu-バウハウス | Bauhaus (Hogeschool voor architectuur, opgericht in 1919 in Weimar) |
bāzu・ai・byū-バーズ・アイ・ビュー | vogelvluchtperspectief; panoramisch uitzicht |
bāzu・ai・byū-バーズ・アイ・ビュー | algemeen overzicht (in taalkunde) |
bebī・fēsu-ベビー・フェース | babyface; persoon met kinderlijk gezicht |
beirenpōsōsakyoku-米連邦捜査局 | (Federal Bureau of Investigation) FBI, federale politie en inlichtingendienst van de VS |
bekke-別家 | een nieuwe tak van een familie; uit het ouderlijk huis gaan en een eigen gezin stichten |
benchā-ベンチャー | waagstuk; gok; risico |
benchāshikin-ベンチャー資金 | durfkapitaal; risicokapitaal |
benchā・kyapitaru-ベンチャー・キャピタル | durfkapitaal; risicokapitaal |
beni-紅 | rouge; lipstick |
benishōga-紅生姜 | pickles van rode reepjes gember (ingemaakt in azijn) |
benshinron-弁神論 | theodicee |
bero-べろ | (dialect voor) tong (lichaamsdeel) |
bēshikku-ベーシック | basic; basis; minimum-; fundamenteel |
bēshikku-ベーシック | Basic (computertaal) |
betabeta-べたべた | (onomatopee) dicht op elkaar |
betatsuku-べたつく | dicht op elkaar |
betomin-ベトミン | Vietminh (Vietnamese verzetsbeweging, opgericht in 1941 door Ho Tsi Minh) |
bidō-微動 | lichte beweging [trilling; schok] |
bifū-微風 | lichte wind; zacht briesje |
bīfun-ビーフン | mihoen, (Chinese) rijstvermicelli |
bigaku-美学 | esthetica; esthetiek; schoonheidsleer |
bijinesuraiku-ビジネスライク | zakelijk; efficiënt |
bijon-ビジョン | gezichtsvermogen; visie |
bijon-ビジョン | vooruitziende blik; inzicht |
bijuaru-ビジュアル | visueel; zichtbaar |
bijuaru・komyunikēshon-ビジュアル・コミュニケーション | visuele communicatie (het gebruik van visuele elementen om ideeën en informatie over te brengen) |
bijutsugan-美術眼 | kunstenaarsblik; artistiek inzicht |
bijutsuhyōronka-美術評論家 | kunstcriticus; kunstrecensent |
bijutsushika-美術史家 | kunsthistoricus (m); kunsthistorica (v) |
bikkurisuru-びっくりする | schrikken; zich verbazen; zich verwonderen (over); verrast [overdonderd] zijn |
bīkon-ビーコン | baken; lichtsignaal; vuurtoren |
bīmu-ビーム | lichtbundel; straling; straal |
bīmu・antena-ビーム・アンテナ | gerichte antenne |
bimyō-微妙 | subtiliteit; delicaatheid |
binīru・hausu-ビニール・ハウス | plastic plantenkas |
binkan-敏感 | (over)gevoeligheid; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid |
biraku-微落 | een lichte daling van prijzen [tarieven] |
biru-ビル | rekening; certificaat; wet |
biseibutsu-微生物 | microbe; micro-organisme |
bishiteki-微視的 | microscopisch; micro |
bisōsuru-美装する | zich mooi [netjes] aankleden |
bisuta・kā-ビスタ・カー | panorama wagon (van trein, met mooi uitzicht) |
bitō-微騰 | een lichte stijging in prijzen [tarieven] |
biu-微雨 | lichte regen; motregen |
bō-冒 | (in kanjicombinaties) risico; gevaar; begin; opening |
bōajin-ボーア人 | Boer (Ned. immigrant in Zuid-Africa) |
boa・konsutorikutā-ボア・コンストリクター | boa constrictor (slang) |
bodaiju-菩提樹 | Bodhiboom, Ficus religiosa (oorspronkelijk uit India; onder deze boom zou Boeddha de verlichting bereikt hebben) |
bodī-ボディー | lichaam; romp; centrale deel; kern; voorwerp; object |
bodīsūtsu-ボディースーツ | bodysuit (kledingstuk dat nauw om het lichaam sluit); damesondergoed dat uit 1 stuk bestaat |
bodī・burō-ボディー・ブロー | slag [stoot] op het lichaam |
bodī・chekku-ボディー・チェック | (in sport) een forse duw tegen het lichaam van een tegenstander |
bodī・rangēji-ボディー・ランゲージ | lichaamstaal |
bōekifunsō-貿易紛争 | handelsconflict |
bōekimasatsu-貿易摩擦 | handelsconflict |
bōekiseigen-貿易制限 | handelsrestrictie |
bōfū-防風 | (medicinale) plant, Saposhnikovia divaricata |
bōgai-妨害 | blokkade; barricade; belemmering; obstructie |
bōhon-坊本 | beperkte uitgave van een boek, op basis van lokale verspreiding; boek uitgegeven door een particuliere boekhandel |
boisu・rēkōdā-ボイス・レコーダー | cockpit voice recorder (in vliegtuigen) |
bōken-冒険 | avontuur; risico; gevaar |
bokkusu-ボックス | (bij honkbal) gebied waar de catcher en de slagman zich bevinden; (bij voetbal) het strafschopgebied |
bokushu-墨守 | aanhankelijkheid; het zich vastklampen [hechten] (aan een gewoonte, traditie, e.d.) |
bokushusuru-墨守する | zich vastklampen [hechten] (aan) |
bokyaburarī-ボキャブラリー | woordenschat; vocabulaire; lexicon |
bōongarasu-防音ガラス | geluidswerend [geluiddicht] glas |
bōongōzō-防音構造 | geluiddichte [geluidswerende] constructie |
bōonsei-防音性 | geluiddichtheid |
bōonshitsu-防音室 | geluiddichte kamer |
bōonsōchi-防音装置 | geluid isolerend [geluiddichtend] apparaat |
borudōeki-ボルドー液 | Bordeauxse pap (fungicide ter bestrijding van parasitaire ziekten) |
bōryokudan-暴力団 | georganiseerde misdaadsyndicaat |
bōsen-傍線 | onderstreping (in horizontale tekst); verticale streep (naast verticale tekst) |
bossho-没書 | afwijzing van een inzending (voor publicatie) |
bōsuikumen-防水区画 | waterdichte ruimte; waterdicht compartiment |
bōsun-ボースン | bootsman (onderofficier op een schip) |
botan-牡丹 | boompioen (Paeonia suffruticosa) |
bōto・dekki-ボート・デッキ | sloependek (dek waar de reddingsboten zich bevinden) |
būajin-ブーア人 | Boer (Ned. immigrant in Zuid-Africa) |
buin-無音 | een lange stilte; lang zonder contact (b.v. briefwisseling, e.d.); het niets van zich laten horen gedurende een lange periode |
bui・sain-ブイ・サイン | V-teken; victorieteken |
bukan-武官 | officier; (hof)functionaris belast met militaire taken |
bukka-仏果 | (boeddh.) nirwana; Verlichting (bereikt door boeddhistische training) |
bunja -文者 | geleerde; wetenschapper; academicus |
bunpitsu-文筆 | het schrijven (met penseel van gedichten en proza) |
bunpitsu-文筆 | (hist. in China) dichtkunst (文) en proza (筆) |
bunpō-文法 | grammatica; spraakleer |
bunpōteki-文法的 | grammaticaal |
bunrui-分類 | indeling; classificatie; ordening; rangschikking |
bunshiidengaku-分子遺伝学 | moleculaire genetica |
burabō-ブラボー | toejuiching; goed zo! |
buraia-ブライア | boomheide (Erica arborea) |
buraiā-ブライアー | boomheide (Erica arborea) |
buraun・pawā-ブラウン・パワー | Brown Power (Mexicaans-Amerikaanse politieke beweging) |
bureikō-無礼講 | een ongedwongen [informeel] feestje [uitje] (waarbij iedereen zichzelf kan zijn zonder te letten op status of positie) |
burijji・banku-ブリッジ・バンク | overbruggingsbank (opgericht om een failliete bank te exploiteren totdat er een koper kan worden gevonden) |
burokku・sain-ブロック・サイン | (honkbal) een aanwijzing geven door naar een deel van het lichaam te wijzen |
buruku・mēru- バルク・メール | bulkmail (vele mailberichten tegelijk verstuurd naar verschillende mailboxen) |
buryokufunsō-武力紛争 | gewapend conflict |
bushu-部首 | radicaal (classificatie-) component van een kanji |
butsukeru-ぶつける | zich afreageren (op iem.) |
butsurigaku-物理学 | natuurkunde; fysica |
buttai-仏体 | Boeddha's fysieke lichaam |
buttai-仏体 | Boeddha's universele lichaam; boeddhabeeld |
buttai-仏体 | boeddhaschap; verlichting |
buwake-部分け | classificatie; indeling; sortering |
byūpointo-ビューポイント | standpunt; gezichtspunt |
chairoi-茶色い | lichtbruin |
chakumokusuru-着目する | aandacht schenken aan; aandacht richten op; zich concentreren op; focussen (op) |
chakushin-着信 | ontvangst van een bericht [telefoontje; correspondentie] |
chakushō-着床 | innesteling; nedatie; innidatie (van eicellen) |
chakusō-着装 | installatie; uitrusting; inrichting; montage; het dragen (van een gordel, e.d.) |
chancharaokashii-ちゃんちゃら可笑しい | belachelijk; absurd; ridicuul |
chekku・ando・baransu-チェック・アンド・バランス | controle en evenwicht in de machtsverhoudingen van een politiek bestel |
chēsā-チェーサー | een lichter drankje na het drinken van sterke drank (b.v. bier na whisky) |
chidome-血止め | stypticum; bloedstelpend middel |
chidōsetsu-地動説 | heliocentrisme; copernicanisme |
chie-知恵 | wijsheid; inzicht |
chigaeru-違える | zich vergissen; een fout maken |
chigaeru-違える | (medisch) ontwrichten; verstuiken; verdraaien |
chigaya-茅 | Japans bloedgras (Imperata cylindrica) |
chihōsaibansho-地方裁判所 | districtsrechtbank; arrondissementsrechtbank; kantongerecht |
chiiki-地域 | gebied; streek; regio; district; buurt |
chikachika-ちかちか | helder [verblindend] lichtgeflikker; lichtflitsen |
chikai-近い | dichtbij (afstand, tijd, verwantschap, etc.) |
chikajika-近近 | dichtbij |
chikame-近め | dichtbij |
chikarakobu-力瘤 | grote biceps; sterke (arm)spierbundels |
chikarashigoto-力仕事 | (zwaar) lichamelijk werk; mankracht |
chikarawaza-力業 | zwaar werk; werk dat veel (lichamelijke) kracht vereist |
chikazukeru-近づける | dichterbij brengen |
chikazuku-近づく | naderen; dicht(er)bij komen |
chikketo-チケット | kaartje; ticket; toegangsbewijs |
chikku-チック | tic; zenuwtrek |
chikori-チコリ | cichorei (Cichorium intybus) |
chikorī-チコリー | cichorei (Cichorium intybus) |
chiku-地区 | district; regio; gebied |
chikudenki-蓄電器 | (elektriciteit) condensator |
chimayou-血迷う | de controle over zichzelf verliezen; in razernij ontsteken; door het lint gaan; gek worden |
chinchō-珍重 | (haikai en renga dichtkunst) één van de kritiekpunten bij de beoordeling van een gedicht |
chingensai-チンゲンサイ | paksoi (Brassica chinensis) |
chinmen-沈湎 | het zich laveloos drinken |
chinoke-血の気 | blos; kleur (van gezicht) |
chinpei-鎮兵 | soldaten die worden uitgezonden om lokale conflicten te bestrijden |
chinshasuru-陳謝する | zich verontschuldigen; excuses maken [aanbieden] |
chintsū-鎮痛 | pijnbestrijding; pijnverlichting |
chintsūzai-鎮痛剤 | pijnstiller; analgeticum (medicijn) |
chippu-チップ | chip (computer); (poker) fiche; bepaalde slag bij golf |
chīpu・shikku-チープ・シック | goedkoop chic; met goedkope dingen er chic uitzien |
chisai-地裁 | districtsrechtbank; arrondissementsrechtbank; kantongerecht |
chisha-知者 | een wijze; een wijs persoon; iemand met veel kennis en inzicht |
chisha-知者 | een boeddha; degene die de verlichting heeft bereikt |
chishio-血潮 | bloed dat uit het lichaam vloeit |
chishō-地象 | verschijnselen die zich voordoen op aarde (zoals aardverschuivingen en aardbevingen) |
chōfuku-重複 | duplicatie; herhaling; overlapping |
chōga-頂芽 | eindknop; apicale knop (het primaire, dominante, groeipunt is aan de punt van de stengel of tak van de plant) |
chōgayūsei-頂芽優勢 | (plantkunde) apicale dominantie (d.w.z. dat de top een plant sterker uitgroeit dan de zijtakken) |
chōhō-諜報 | spionage; geheime inlichtingen |
chōhonnin-張本人 | aanstichter; aanvoerder |
chōka-長歌 | lang gedicht |
chōkanzu-鳥瞰図 | bovenaanzicht; gezicht vanuit de lucht; vogelperspectief |
chōkeiryōdōryokuki-超軽量動力機 | ultralicht motorluchtvaartuig |
chōkō-兆候 | voorteken; omen; voorbode; indicatie; verwachting |
chokusen-勅撰 | keizer die zelf gedichten schrijft, of dichtbundels samenstelt |
chokusen-勅撰 | het op keizerlijk bevel verzamelen [bundelen] van gedichten en teksten |
chokusetsushōmei-直接照明 | directe verlichting |
chokusha-直射 | gerichte (frontale) beschieting |
chokusha-直射 | directe belichting |
chokushanikkō-直射日光 | direct zonlicht [zonnestralen] |
chōshizuku-調子づく | op gang [stoom] komen; in de stemming komen; zijn draai weten te vinden; opgetogen [enthousiast] worden; zich laten gaan |
chōshū-徴集 | verplichte inzameling (van goederen e.d.) |
chōshū-徴集 | oproep (m.b.t dienstpicht e.d.) |
chōshuritsu-聴取率 | cijfer dat de luisterdichtheid van, en waardering voor radioprogramma's aangeeft |
chōzai-調剤 | dosering (van medicijnen) |
chōzaigijutsuryō-調剤技術料 | kosten voor uitgifte van voorgeschreven medicatie |
chūdoku-中毒 | vergiftiging; intoxicatie; verslaving |
chūi-注意 | voorzichtigheid; behoedzaamheid |
chūibukai-注意深い | voorzichtig; zorgvuldig; nauwgezet; attent; waakzaam; alert |
chūikaki-注意書き | instructies [aanwijzingen] voor gebruik (van medicijnen, apparatuur, etc.) |
chūjō-中将 | luitenant-generaal; viceadmiraal |
chūmitsu-稠密 | dichtheid; opeenhoping |
chūsei-中性 | onzijdigheid (grammatica) |
chūseidai-中生代 | mesozoïcum (tijdperk) |
chūsuien-虫垂炎 | blindedarmontsteking; appendicitis |
daboku-打撲 | blauwe plek op het lichaam (door stoten) |
daburu-ダブる | nagemaakt [gedupliceerd; verdubbeld] worden |
daichōkeishitsushō-大腸憩室症 | diverticulose; diverticulosis (darmaandoening) |
daichōkin-大腸菌 | E. Coli (Escherichia coli); E. Coli bacterie |
daidōmyaku-大動脈 | aorta; lichaamsslagader |
daiei-題詠 | (het componeren van) een gedicht met een bepaald thema |
daiga-題画 | een gedicht dat wordt toegevoegd aan een prent of schilderij; een afbeelding die de inhoud van een bijgevoegd gedicht weergeeft |
daigakkō-大学校 | hogere onderwijsinstelling opgericht in samenwerking met een overheidsinstantie |
daikon-大根 | rettich; daikon |
daisangoku-第三国 | een derde land (een land dat niet direct is betrokken bij een kwestie of conflict tussen andere landen) |
daisanjisangyō-第三次産業 | tertiaire industrie (in Japan o.a. gas-, elektriciteits- en waterindustrie) |
daitōryōkeigotai-大統領警護隊 | geheime dienst (secret service) ter bewaking van de president |
daki-舵機 | (van een schip) stuurinrichting; roer |
dakkyū-脱臼 | ontwrichting; dislocatie; luxatie |
daku-駄句 | een slecht gedicht [vers] |
dakuru-駄句る | slechte haiku (gedichten) maken [schrijven] |
dakusaiseiji-独裁政治 | dictatuur; autocratie |
dakusuru-諾する | toestemmen; zich bereid verklaren; instemmen met; akkoord gaan; voldoen aan; inwilligen (verzoek) |
damasu-騙す | bedriegen; oplichten; vals spelen; misleiden |
dame-駄目 | (in het theater) de aanwijzing [waarschuwing] van een regisseur aan een acteur [actrice] |
danjikisuru-断食する | vasten (geen voedsel tot zich nemen) |
danketsuken-団結権 | het recht van arbeiders om zich te verenigen [zich aan te sluiten bij een vakbond] |
danku・shūto-ダンク・シュート | (basketbal) een dunk (een worp waarbij een aanvaller een hoge sprong maakt richting de ring en de bal dan in de basket slaat) |
danryokusei-弾力性 | elasticiteit (economie) |
dansei-弾性 | elasticiteit |
danseiritsu-弾性率 | elasticiteitsmodulus |
danseitai-弾性体 | elastisch lichaam |
dan'i-段位 | (technische kwalificatie) rang; graad (in vechtsporten, go, shogi, e.d.) |
dasu-出す | eruit halen; tevoorschijn halen; buitenzetten; uitsteken (van lichaamsdeel); uitlaten |
dasu-出す | naar buiten brengen (fig.); verklaren; bekend maken; publiceren; uitgeven |
datsui-脱衣 | het (zich) uitkleden; ontkleding |
datsusara-脱サラ | het zich bevrijden uit de tredmolen van een kantoorbaan, en voor zichzelf beginnen om leuk en zinvol werk te gaan doen |
dejinere-デジネレ | iemand die lichamelijke en geestelijke tekenen van degeneratie vertoont |
dekasegi-出稼ぎ | werk ver van huis; in een ander district [land] (dan waar je woont) gaan werken |
demuku-出向く | zich begeven [op weg gaan] (naar); zelf [persoonlijk] een bezoek brengen (aan) |
denchū-電柱 | elektriciteitspaal; telefoonpaal |
dendenkōsha-電電公社 | NTT, Nippon Telegraph and Telephone Public Corporation |
dengen-電源 | elektriciteitsbron; stroombron; elektrische voeding; aan-uitknop |
dengon-伝言 | boodschap; bericht |
denki-電気 | elektriciteit; stroom |
denki-電気 | (elektrisch) licht |
denkidai-電気代 | elektriciteitsrekening |
denkiryōkin-電気料金 | elektriciteitstarief; elektriciteitskosten |
denkishiyōryō-電気使用量 | elektriciteitsverbruik |
denkitsūshin-電気通信 | telecommunicatie |
denkiunagi-電気鰻 | sidderaal (Electrophorus electricus) |
denkō-電光 | bliksemflits; bliksemschicht |
densen-電線 | elektriciteitskabel; snoer |
denshikenbikyō-電子顕微鏡 | elektronenmicroscoop |
denshikōgaku-電子工学 | elektronica; elektronentechniek |
deokishiribokakusan-デオキシリボ核酸 | DNA (deoxyribonucleic acid) |
dēraito・sukurīn-デーライト・スクリーン | daglichtscherm |
derikatessen-デリカテッセン | delicatessen; lekkernijen |
derikatessen-デリカテッセン | een winkel die delicatessen verkoopt |
derikēto-デリケート | delicaat; fijngevoelig; kwetsbaar |
deru-出る | uitkomen; verschijnen; gepubliceerd worden |
deshabaru-出しゃばる | binnendringen; zich bemoeien (met); interrumperen; tussen beiden komen |
deshin-デシン | crêpe de Chine (licht zijden weefsel) |
desupotto-デスポット | despoot; absoluut vorst; tiran; alleenheerser; autocraat; dictator |
dē・gēmu-デー・ゲーム | wedstrijd gespeeld overdag (bij daglicht) |
dīenuēkantei-ディーエヌエー鑑定 | DNA-identificatie; genetische vingerafdruk |
difarenshiēshon-ディファレンシエーション | onderscheid; identificatie |
dikutafon-ディクタフォン | dictafoon; dicteermachine |
dikutēshon-ディクテーション | het dicteren van tekst |
dikutēshon-ディクテーション | dictee |
dīrā-ディーラー | verkoper; handelaar; officiële vertegenwoordiger van een specifiek merk producten van een fabrikant |
dī・bui-ディー・ブイ | huiselijk geweld (Engels DV: domestic violence) |
dī・dī・tī-ディー・ディー・ティー | DDT (dichlorodifenyltrichloorethaan) |
dōbutsujojishi-動物叙事詩 | dierenepos; episch gedicht over dieren |
dōgan-童顔 | (iemand met) een kinderlijk gezicht; babyface |
dōhyō-道標 | wegwijzer; richtingbord |
dōitsushi-同一視 | identificatie; de identiteit vaststellen; als hetzelfde beschouwen |
dōitsushisuru-同一視する | identificeren; als hetzelfde [gelijk] beschouwen |
dojō-泥鰌 | Chinese weeraal (Aziatische modderkruiper; Misgurnus anguillicaudatus) |
dōjō-道場 | plek van de bodhiboom waar Boeddha de verlichting bereikte |
dōkaku-同格 | (grammatica) appositie; bijstelling |
dokke-毒気 | giftigheid; toxiciteit; virulentie |
dokki-毒気 | giftigheid; toxiciteit; virulentie |
dokomademo-何処までも | tot op zekere hoogte; tot het einde [uiterste]; in alle opzichten |
dokugo-独語 | alleenspraak; monoloog; het tegen zichzelf praten |
dokuhaku-独白 | monoloog; alleenspraak; het tegen zichzelf praten |
dokuke-毒気 | giftigheid; toxiciteit; virulentie |
dokusai-独裁 | dictatuur; despotisme; alleenheerschappij; tirannie |
dokusaisha-独裁者 | dictator; autocraat; despoot |
dokusaishugi-独裁主義 | dictatuur; tirannie |
dokusaiteki-独裁的 | dictatoriaal; despotisch; autoritair |
dokusei-毒性 | toxiciteit; giftigheid |
dokuseigaku-毒性学 | toxicologie; gifkunde |
dokusensuru-独占する | monopoliseren; voor zich opeisen; voor zichzelf houden |
dokushaku-独酌 | het alleen [in je eentje] (alcohol) drinken; zichzelf inschenken |
dokushū-独習 | zelfstudie; zelfonderricht |
dominika-ドミニカ | Dominica |
dominikakoku-ドミニカ国 | Dominica |
dominikakyōwakoku-ドミニカ共和国 | Dominicaanse Republiek |
don-ドン | erend prefix voor achternamen van mannen (b.v. Don Quichot) |
donā-ドナー | donor (in fysica: atoom dat een electron afstaat in halfgeleiders) |
donājun'i-ドナー準位 | donorniveau (fysica) |
donāmitsudo-ドナー密度 | donordichtheid (fysica) |
donā・kādo-ドナー・カード | donorcodicil |
donkihōtegata-ドンキホーテ型 | het Don Quichot-type |
don・kihōtegata-ドン・キホーテ型 | donquichot-type |
doraggu-ドラッグ | medicijn; drug(s) |
dorai・ai-ドライ・アイ | droge ogen (oogaandoening, Keratoconjunctivitis sicca) |
dorai・aisu-ドライ・アイス | (Eng. dry ice) droogijs; koolzuursneeuw (vaste vorm van CO2, koolstofdioxide) |
doressā-ドレッサー | een goedgeklede persoon; iemand die zich goed kleedt |
doresshī-ドレッシー | chic [elegant] gekleed |
dōri-道理 | reden; logica; zin; waarheid; juistheid |
doroppu-ドロップ | (bij honkbal) een kromme bal (die verticaal naar beneden valt) |
doroppuauto-ドロップアウト | (bij rugby) hervatting van het spel met een dropkick |
doryōkō-度量衡 | gewichten en afmetingen [maten]; lengte, volume en gewicht |
doryokusuru-努力する | zich inspannen; pogen; hard werken; zich moeite getroosten |
dōsatsu-洞察 | inzicht |
doshitsurigaku-土質力学 | bodemmechanica |
dōtai-胴体 | romp (van een lichaam, boot vliegtuig, etc.) |
dōtei-童貞 | (in het katholicisme) de benaming voor een non |
dozaemon-土左衛門 | lichaam [lijk] van iemand die is verdronken (vernoemd naar sumoworstelaar Narusegawa Dozaemon (Edo periode) die een bleek, dik gezwollen lichaam had) |
dyūpu-デュープ | duplicaat; kopie (van foto, film, video, e.d.) |
dyūpurikēto-デュープリケート | duplicaat; kopie (van foto, film, video, e.d.) |
earobikusu-エアロビクス | aerobics |
ebigaraichigo-海老殻苺 | Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius) |
edishon-エディション | editie (van publicatie van tijdschrift, boek, etc.) |
ehagaki-絵葉書 | ansichtkaart; prentbriefkaart |
eichi・ai・bui-エイチ・アイ・ブイ | hiv (human immunodeficiency virus) |
eidan-営団 | publieke-private onderneming; bestuursstichting |
eipondo-英ポンド | Britse pond (gewicht: 453,59 gram) |
eiseitsūshin-衛星通信 | satelietcommunicatie |
eishin-詠進 | het opdragen van aan gedicht aan het keizerlijk hof [aan de keizer; aan een tempel of heiligdom] |
eisō-詠草 | ruwe versie van een gedicht |
eizu-エイズ | (acquired immunodeficiency syndrome) aids (immunodeficiëntiesyndroom) |
ekafe-エカフェ | Economische commissie voor Azië en het Verre Oosten (ECAFE, Economic Commission for Asia and the Far East) |
ekiga-腋芽 | okselknop; laterale knop (bevindt zich op de kruising van het blad en de stengel van een plant) |
ekimu-役務 | verplichte arbeid; corvee; werk [diensten] verricht voor anderen |
ekken-謁見 | audiëntie; officieel gehoor (verleend door een hooggeplaatst persoon) |
ekusasaizu-エクササイズ | oefenen; oefening; lichaamsbeweging; training |
ekyū-エキュー | ecu (European Currency Unit, tot 1 jan. 1999 gebruikte fictieve rekenmunt voor de Europese Unie) |
emoji-絵文字 | emoji; pictogram; hiëroglief |
emu・āru・ai-エム・アール・アイ | (magnetic resonance imaging) MRI (scan techniek) |
emu・āru・ai-エム・アール・アイ | (magnetic resonance imaging) MRI-scan |
enchoku-鉛直 | verticaal [loodrecht] zijn |
enchokukaku-鉛直角 | verticale (rechte) hoek |
enchokumen-鉛直面 | een verticaal vlak |
enchokusen-鉛直線 | verticale [loodrechte] lijn |
enekihō-演繹法 | (logica) deductie; logische redenering |
enerugī-エネルギー | (lichamelijke of mentale) energie; kracht; uithoudingsvermogen |
enjiru-演じる | een rol spelen; acteren; optreden; zich vreemde gedragen |
enju-槐 | honingboom (Styphnolobium japonicum; Sophora japonica) |
ennoshita-縁の下 | (fig.) op de achtergrond; uit het zicht; onopgemerkt |
enshō-延焼 | vuur dat zich verspreidt [om zich heen grijpt] |
enshōsuru-延焼する | vlam vatten; het verspreiden [om zich heen grijpen] van vuur |
ensōsha-演奏者 | musicus (m); musicienne (v); optredende artiest |
entashisu-エンタシス | entasis (een lichte zwelling in een (Dorische) zuilschacht) |
enzuru-演ずる | een rol spelen; acteren; optreden; zich vreemd gedragen |
en'eki-演繹 | deductie; deductieve redenering (logica) |
en'ō-鴛鴦 | mandarijneend (Aix galericulata) |
ēpekku-エーペック | APEC (Asia-Pacific Economic Cooperation) |
epiguramu-エピグラム | epigram; puntdicht; sneldicht |
erejī-エレジー | elegie; treurdicht; klaagzang |
erekiteru-エレキテル | elektriciteit |
erika-エリカ | erica; dopheide |
eriwakeru-選り分ける | classificeren; sorteren; uitzoeken |
erizekyū-エリゼ宮 | het Élysée-paleis (de officiële residentie van de Franse president) |
eshaku-会釈 | knikje; begroeting; lichte buiging |
esukappu-エスカップ | United Nations Economic and Social Commission for Asia and the Pacific |
esusetikusu-エスセティクス | esthetica; esthetiek |
esutetikusu-エステティクス | esthetica; esthetiek |
esu・efu-エス・エフ | sf; sciencefiction |
etoku-会得 | het volledig begrijpen; het zich eigen te maken |
ē・buijoyū-AV女優 | pornoactrice |
ē・dī・esu・eru-エー・ディー・エス・エル | (asymmetric digital subscriber line) ADSL (verbinding) |
ē・dī・etchi・dī-エー・ディー・エッチ・ディー | (attention deficit hyperactivity disorder) ADHD |
ē・tī・emu-エー・ティー・エム | (automatic teller machine) geldautomaat |
ē・tī・esu-エー・ティー・エス | (automatic train stop) een systeem dat automatisch een trein stopt bij bepaalde noodsituaties |
ē・tī・shī-エー・ティー・シー | automatic train control |
ē・tī・shī-エー・ティー・シー | air traffic control |
fain・kemikaru-ファイン・ケミカル | zuivere chemicaliën (gebruikt in kleine hoeveelheden) |
fajīriron-ファジー理論 | vage logica theorie |
fajī・konpyūtā-ファジー・コンピューター | speciaal ontworpen computer die gebruik maakt van vage logica (fuzzy logic) |
fandamentaruzu-ファンダメンタルズ | (economie) fundamentele voorwaarden; basisvoorwaarden; basisindicatoren |
fandēshon-ファンデーション | stichting |
fanī・fēsu-ファニー・フェース | een uniek [aantrekkelijk; leuk] gezicht (vooral gezegd van vrouwen) |
fanshī-ファンシー | excentriek; chic; luxe |
faundēshon-ファウンデーション | stichting |
fea・kyatchi-フェア・キャッチ | (rugby en American Football) het afvangen de bal van een tegenstander |
febiankyōkai-フェビアン協会 | Fabian Society (Britse socialistisch genootschap, opgericht in 1884) |
fēdoin-フェードイン | (beeld) het invloeien; verschijnen; lichter [helderder] worden |
femisaido-フェミサイド | femicide; vrouwenmoord |
fenneru-フェンネル | venkel (Foeniculum vulgare) |
fēsu-フェース | gezicht; gelaat; gezichtsuitdrukking |
fezākyū-フェザー級 | vedergewicht; lichtgewicht |
fezā・purēn-フェザー・プレーン | ultralichtgewicht modelvliegtuig |
fijikaru-フィジカル | fysiek; lichamelijk |
fikushon-フィクション | fictie; fictionele [niet op feiten berustende] literatuur; roman |
fikushon-フィクション | fictie; verzinsel; hypothese |
fittonesu-フィットネス | goede (lichamelijke) conditie; fitheid |
fōmaru-フォーマル | formeel; officieel |
foto-フォト | fot (eenheid van lichtsterkte) |
fotokuromikku・garasu-フォトクロミック・ガラス | fotochromisch glas (wordt donkerder bij blootstelling aan licht, vaak gebruikt in brillen) |
fuangaru-不安がる | zich ergens ongemakkelijk [onzeker; angstig] over voelen |
fūbutsushi-風物詩 | een gedicht over een landschap, natuurschoon of seizoen |
fuchūi-不注意 | onvoorzichtigheid; onverschilligheid; onoplettendheid |
fudō-婦道 | de plichten [juiste handelswijze] van een vrouw |
fuen-不縁 | weinig vooruitzichten [kans] op een huwelijk |
fueru-増える | toenemen; vermeerderen; groeien; zich vermenigvuldigen |
fūgawari-風変わり | excentriciteit; zonderling [buitenissig] gedrag |
fugōkaku-不合格 | mislukking; afwijzing; diskwalificatie; uitschakeling |
fugu-不具 | (lichamelijke) afwijking; handicap; misvorming; mismaaktheid |
fugusha-不具者 | invalide; gehandicapte (persoon) |
fuhaku-浮薄 | lichtzinnig [frivool; luchtig; oppervlakkig] zijn |
fuhō-訃報 | overlijdensbericht |
fujō-浮上 | het naar voren komen; zichtbaar [duidelijk] worden |
fuka-浮華 | frivoliteit; oppervlakkigheid; lichtzinnigheid |
fuka-負荷 | (fig.) last; grote verantwoordelijkheid [plicht] |
fukaamigasa-深編み笠 | gevlochten kegelvormig hoofddeksel (dat deels het gezicht verborg, en werd gedragen door samoerai en komuso) |
fukachiron-不可知論 | agnosticisme |
fukachironsha-不可知論者 | agnosticus |
fukairi-深入り | het in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
fukairisuru-深入りする | in beslag genomen zijn [worden] door; ergens diep op ingaan; zich intensief bezighouden met |
fukaku-不覚 | onvoorzichtigheid; slordigheid; blunder; fiasco; mislukking |
fukameru-深める | zich verdiepen in |
fukan-俯瞰 | overzicht; panoramische blik; gezicht van bovenaf |
fukanzu-俯瞰図 | bovenaanzicht; gezicht vanuit de lucht; vogelperspectief |
fukashi-不可視 | onzichtbaarheid |
fukashikōsen-不可視光線 | onzichtbare straal |
fūkei-風景 | landschap; uitzicht; vergezicht |
fuki-蕗 | Japans hoefblad (Petasites japonicus) |
fukimawashi-吹き回し | windrichting |
fukinkō-不均衡 | disbalans; onevenwichtigheid; wanverhouding; onevenredigheid |
fukinotō-蕗の薹 | (eetbare) jonge bloemstengel van het Japans hoefblad (Petasites japonicus) |
fukinshin-不謹慎 | indiscretie; onvoorzichtigheid; onbescheidenheid; onbezonnenheid |
fukisokuhenka-不規則変化 | (grammatica) onregelmatige vervoeging |
fukko-フッコ | jonge Japanse zeebaars (Lateolabrax japonicus; 2-3 jaar oud) |
fukku-フック | (bepaalde slag bij golf, cricket) hook |
fūkō-風向 | windrichting |
fukubarahappu-フクバラハップ | Hukbalahap, de militaire tak van de Communistische Partij in de Filipijnen (in 1942 opgerichte verzetsbeweging om de Japanners te bevechten) |
fukudaitōryō-副大統領 | vicepresident (van een land) |
fukueki-服役 | werkplicht; corveedienst; militaire dienstplicht; gevangenisstraf met dwangarbeid |
fukuen-復円 | het weer zichtbaar worden van zon (of maan) na een eclips [verduistering] |
fukuiinchō-副委員長 | vicepresident (van een commissie) |
fukuryōji-副領事 | viceconsul |
fukusei-複製 | reproductie; duplicaat; herdruk; kopie |
fukuseihin-複製品 | kopie; reproductie; replica |
fukushachō-副社長 | vicepresident (van een bedrijf) |
fukushō-復唱 | het reciteren; het (voor zichzelf) herhalen wat er gezegd is |
fukusū-複数 | (grammatica) meervoud; meerdere (in aantal); meer dan een |
fukuyaku-服薬 | het innemen van medicijnen |
fukuyō-服用 | inname [gebruik; het slikken] (van medicijnen) |
fukyūsuru-普及する | verspreiden; zich voortplanten |
fumei-不明 | onwetendheid; gebrek aan inzicht |
fumikomu-踏み込む | zich bemoeien met |
fumishimeru-踏み締める | met zekere stappen [voorzichtig; met vaste tred] lopen |
fumitodomaru-踏み止まる | op dezelfde plek blijven; standhouden; zich staande houden |
funjō-紛擾 | verwarring; commotie; conflict; geschil |
funki-奮起 | zelfstimulering; zichzelf oppeppen |
funkisuru-奮起する | in actie komen; zichzelf oppeppen [stimuleren; vermannen] |
funkyū-紛糾 | complicatie; verwarring; verstoring; ontregeling; wanorde; chaos |
funpatsusuru-奮発する | zich inspannen; zware inspanningen leveren; je uiterste best doen |
funsō-紛争 | dispuut; conflict; strijd; geschil |
funsuru-扮する | zich (ver)kleden [voordoen] als; vertolken; imiteren; zich uitgeven voor; zich vermommen |
funtai-粉黛 | make-up; cosmetica (lett.: wit poeder en wenkbrauwpotlood) |
fun'in-分陰 | een zeer korte tijd (als een lichtflits); moment |
furaikyū-フライ級 | (boksen) vlieggewicht |
furasshu-フラッシュ | (licht)flits |
furasshu-フラッシュ | kort nieuwsbericht; nieuwsflits |
furea-フレア | lichtflits; flikkering; lichtbaken |
furea-フレア | (fotografie) lichtvlek |
furei-不例 | lichamelijke ongeschiktheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; ziekte |
furihanasu-振り放す | (van zich) afschudden; zichzelf bevrijden; ontsnappen |
furihodoku-振り解く | zich losrukken [bevrijden] |
furikaeru-振り返る | (achter)omkijken; je hoofd omdraaien; over je schouder kijken; zich omdraaien |
furikaeru-振り返る | achterom kijken (fig.); terugzien; terugdenken (aan); zich herinneren |
furimuku-振り向く | zich [de aandacht] richten op |
furiotosu-振り落とす | (van zich) afschudden; afwerpen |
furī・ējento-フリー・エージェント | (Eng.: free agent) iemand die onafhankelijk [zonder verplichtingen] is; een sporter die niet contractueel gebonden is |
furī・kikku-フリー・キック | (Eng.: free kick) vrije trap; vrije schop (voetbal) |
furī・pasu-フリー・パス | gratis entree [toegang]; gratis ticket [toegangskaart] |
furubakku-フルバック | (American football, rugby, voetbal) vleugelverdediger; achterspeler; laatste man |
furugao-古顔 | een (oude) bekende; bekend gezicht; oudgediende |
furumau-振る舞う | zich (goed) gedragen |
fusagaru-塞がる | (af)gesloten zijn [worden]; dichten (van een wond) |
fusegu-防ぐ | (zich) verdedigen; beschermen; weerstand bieden |
fuseru-伏せる | plat op de grond [met het gezicht naar beneden] liggen |
fushi-節 | gewricht; knokkel; knop; knoest; node |
fushibushi-節節 | gewrichten |
fushinsuru-腐心する | zijn uiterste best doen; alle moeite doen; zich veel inspanningen getroosten |
fushozon-不所存 | ondoordachtheid; tactloosheid; onverstandigheid; onvoorzichtigheid |
fūsui-風水 | feng shui (Chinese kunst van het creëren van harmonieuze, natuurlijke, inrichtingen van ruimten) |
fusuru-賦する | gedichten componeren [maken; schrijven] |
fūtai-風袋 | verpakking; emballage; tarra (verschil tussen bruto en netto gewicht) |
futan-負担 | last; verplichting; verantwoordelijkheid |
futankeigen-負担軽減 | verlichting [bevrijding] van last [druk] |
futokutei-不特定 | niet gespecificeerd zijn |
futōmei-不透明 | ondoorzichtigheid; ondoorschijnendheid |
futtoraito-フットライト | (toneel) voetlicht |
fuyajō-不夜城 | uitgaanswijk (waar het 's nachts verlicht en levendig is en niet donker wordt) |
fuyubi-冬日 | de winterzon; het [zwakke] zonlicht in de winter |
gaiden-外伝 | (toegevoegde) verhalen en anekdotes, die niet in de officiële bronnen voorkomen |
gaiden-外電 | een telegram [bericht] uit het buitenland |
gaidorain-ガイドライン | richtlijn; leidraad; richtsnoer |
gaijinmuki-外人向き | gericht op buitenlanders |
gaikan-外観 | voorkomen; aanzicht; uiterlijke verschijning |
gaikan-概観 | algemeen beeld; overzicht; schets |
gaitō-街灯 | straatverlichting; straatlamp; straatlantaarn |
gakkōbunpō-学校文法 | school grammatica |
gakku-学区 | schooldistrict |
gakuchi-学地 | (boeddh.) proces van geestelijke verlichting |
gakuchō-学長 | president [rector magnificus] van een universiteit [Hogeschool] |
gakudan-楽壇 | kring van musici en muziekkenners |
gakuen-学園 | school (vooral een particulier scholen-complex dat zowel lagere- als middelbare school behelst) |
gakujin-楽人 | musicus; muzikant; minstreel (met name van gagaku) |
gakukansetsu-顎関節 | kaakgewricht |
gakureki-学歴 | academische loopbaan [carrière]; academische achtergrond [kwalificaties; schooling] |
gakurekihenchō-学歴偏重 | overdreven nadruk leggen op [belang hechten aan] (academische) kwalificaties |
gakusha-学者 | een geleerde; wetenschapper; academicus |
ganjigarame-雁字搦め | ingeperkt (door restricties, regels of verboden) |
gankai-眼界 | gezichtsveld; gezichtsafstand |
ganmenmahi-顔面麻痺 | (aan)gezichstverlamming |
ganriki-眼力 | inzicht; kijk; visie; scherpzinnigheid; inschattingsvermogen |
ganryoku-眼力 | inzicht; kijk; visie; scherpzinnigheid; inschattingsvermogen |
ganshiki-眼識 | inzicht; scherpzinnigheid; onderscheidingsvermogen |
ganshoku-顔色 | gezicht; gelaat; gezichtsuitdrukking |
ganso-元祖 | stichter; oprichter; initiatiefnemer; uitvinder; pionier |
gan'yaku-丸薬 | (medicijn) pil; tablet |
gan'yūsuru-含有する | (een ingrediënt) bevatten [in zich hebben] |
gappeishō-合併症 | complicatie (bij een ziekte) |
gappon-合本 | bundeling (van losse publicaties) |
gashi-賀詞 | felicitatie(s); felicitatie kaart [brief; bericht]; gelukwens; nieuwjaarswens |
gasutō-ガス灯 | gaslicht; gaslamp |
gausu-ガウス | gauss (eenheid van magnetische fluxdichtheid; genoemd naar Carl Friedrich Gauss) |
gausu-ガウス | (Carl Friedrich) Gauss, Duitse wiskundige |
gausushōkyohō-ガウスの消去法 | Gauss-eliminatie (genoemd naar Carl Friedrich Gauss) |
gedoku-解毒 | ontgifting; detoxicatie |
gego-解悟 | (boeddh.) de opheffing van dwalingen, en de verlichting tot de (universele, ultieme) waarheid |
gein-ゲイン | (elektriciteit) versterkingsfactor |
gejo-下女 | (arch.) vrouw van lage stand; publieke vrouw; vrouw van lichte zeden |
gekishi-劇詩 | versdrama (gedicht in de vorm van een toneelstuk) |
gekiyaku-劇薬 | krachtig [effectief] medicijn |
gekkan-月刊 | maandelijkse uitgave [publicatie] |
gekkei-月桂 | maanlicht; maan |
gekkō-月光 | maanlicht |
genetsuyaku-解熱薬 | koortsremmer; koortswerend medicijn |
genetsuzai-解熱剤 | koortsremmer; koortswerend medicijn |
gengai-言外 | implicatie; suggestie; bedoelde betekenis |
genge-紫雲英 | astragalus sinicus (Chinese hokjespeul) |
gengokōgaku-言語工学 | (language engineering) taaltechnologie (gericht op het efficiënter en effectiever laten verlopen van taalprocessen) |
genkei-減刑 | strafvermindering; strafverlichting; strafomzetting |
genkōhan-現行犯 | (Latijn: flagrante delicto) een duidelijk waarneembare overtreding [misdaad]; een delict dat door de politie wordt waargenomen |
genseidai-原生代 | proterozoïcum (geologisch tijdperk van ongeveer 2500 tot 541 miljoen jaar geleden) |
genshibutsurigaku-原始物理学 | nucleaire fysica |
genshiryō-原子量 | atoommassa; atoomgewicht |
gentei-限定 | beperking; restrictie; definitie |
gerimandā-ゲリマンダー | kiesrechtgeografie (het manipuleren of hertekenen van de grenzen van kiesdistricten) |
geshutaruto-ゲシュタルト | gestalt (een stroming in de psychologie, vooral gericht op de visuele perceptie) |
geshutarutoshinrigaku-ゲシュタルト心理学 | gestaltpsychologie (een stroming in de psychologie, vooral gericht op de visuele perceptie) |
gē・pē・ū-ゲー・ペー・ウー | Russische Staats Politieke Administratie, de geheime politie (GPU: Gosudarstvennoe politicheskoe upravlenie) |
giboku-擬木 | paal of pilaar van beton of plastic met boomschorsmotief (zodat het lijkt op een boomstam) (in parken, e.d.) |
gigu-ギグ | giek (een lichte snelle sloep; roei- of zeilboot) |
gijin-擬人 | personificatie; verpersoonlijking; belichaming |
gijinhō-擬人法 | verpersoonlijking; personificatie |
gijinka-擬人化 | verpersoonlijking; personificatie |
gijutsusha-技術者 | ingenieur; technicus |
gimonbun-疑問文 | (grammatica) een vraagzin; vragende zin |
gimu-義務 | plicht; verplichting; verantwoordelijkheid |
gimukyōiku-義務教育 | verplicht onderwijs; leerplichtig onderwijs |
gimuteki-義務的 | verplicht |
gimuzukeru-義務づける | verplicht maken [stellen]; vereisen |
ginkō-吟行 | het reciteren van een gedicht tijdens een wandeling |
ginkō-吟行 | om een gedicht te schrijven naar een mooie, historische plaats gaan (al dan niet in gezelschap) voor inspiratie |
ginkōtōzakanjō-銀行当座勘定 | rekening-courant; zichtrekening; lopende bankrekening |
ginpa-銀波 | zilverkleurige golven (door reflectie van maanlicht) |
gion-祇園 | Gion-district in Kyoto |
giridate-義理立て | Iets dat men doet uit beleefdheid [plichtsbesef]; plichtpleging; verplichting |
gisei-擬制 | wettelijke [juridische] fictie (aanname ter wille van een pleidooi) |
giseifurai-犠牲フライ | (honkbal) (Eng.: sacrifice fly) een opofferingsslag waarmee de slagman anderen laat scoren en zichzelf opoffert |
gishisōgushi-義肢装具士 | orthopedisch technicus |
gizensha-偽善者 | hypocriet; huichelaar |
gobusata-御無沙汰 | langdurige afwezigheid van communicatie; iemand lange tijd niet bezoeken of schrijven |
goddofāzā-ゴッドファーザー | godfather (baas van een misdaadsyndicaat) |
godō-悟道 | het pad naar [het bereiken van] spirituele verlichting (boeddh.) |
goeikan-護衛艦 | korvet; escorteschip (licht oorlogsschip ter begeleiding van konvooien) |
gogon-五言 | Chinees gedicht met vijf karakters per regel |
gohō-誤報 | verkeerd bericht; foute [verkeerde] informatie [inlichtingen] |
goi-語彙 | lexicon |
goiron-語彙論 | lexicologie |
gokaisan-御開山 | stichter van een boeddhistische school (sekte) |
gōkaku-合格 | het slagen voor een examen [toets; test]; [zich] kwalificeren (voor) |
gōkakusuru-合格する | slagen voor een examen [toets; test]; (zich) kwalificeren (voor) |
gokubi-極微 | uiterst [microscopisch] klein zijn |
gōkyū-強弓 | sterke boog (met een zwaar trekgewicht) |
gomakasu-ごまかす | bedriegen; vervalsen; misleiden; oplichten |
gomyaku-語脈 | (semantische en grammaticale) woordkoppeling; samenstelling van twee woorden |
gonge-権化 | incarnatie; personificatie; belichaming (van) |
gonyū-悟入 | het bereiken van de Verlichting (Boeddhisme) |
gōruden・awā-ゴールデン・アワー | primetime (tijd met de grootste luister- of kijkdichtheid van radio of tv) |
gōruden・taimu-ゴールデン・タイム | (lett. gouden tijd) primetime (zendtijd met de grootste kijk -en luisterdichtheid op tv of radio) |
goshikku-ゴシック | gothic (lettertype; font) |
goshintō-御神灯 | licht gebruikt als religieus offer |
gotagota-ごたごた | ruzie; conflict; problemen; complicaties |
gōtai-剛体 | (natuurkunde) een star [onvervormbaar] lichaam |
gōyā-ゴーヤー | (de naam die in Okinawa wordt gebruikt voor) een bittere soort meloen (Momordica charantia) |
gō・sutoppu-ゴー・ストップ | (kruising met) verkeerslicht; stoplicht |
guchoku-愚直 | simpele [ongecompliceerde] eerlijkheid [openhartigheid] |
gun-郡 | district; gewest |
gunbu-郡部 | plattelandsdistrict; provinciegebieden |
gunōshisu-グノーシス | gnosis (verborgen kennis van de onzichtbare, hogere wereld) |
guppī-グッピー | guppy (missionarisvisje of miljoenenvisje, Poecilia reticulata) |
guradēshon-グラデーション | nuancering; schakering; gradatie; overloop van kleur [licht] |
guramā-グラマー | grammatica |
gurinijjihyōjunji-グリニッジ標準時 | (GMT, Greenwich Mean Time) Greenwichtijd (West-Europese tijd) |
gurō-愚老 | (nederig beleefde term waarmee ouderen naar zichzelf verwijzen, b.v.:) ik, oude man; deze oude vrouw |
gurosu-グロス | (golf) score zonder handicap-aftrek |
gurūpu・dainamikkusu-グループ・ダイナミックス | groepsdynamica (de term voor het gedrag en de psychologische processen die plaatsvinden binnen een sociale groep) |
gurūpu・saunzu-グループ・サウンズ | groep muzikanten met elektrische instrumenten die lichte muziek spelen (populair in de 40er jaren) |
gyabajin-ギャバジン | (waterdichte) gabardine, keperstof (m.n. gebruikt voor regenjassen |
gyakuhitsu-逆筆 | (kalligrafie) tegengestelde schrijfrichting aan het begin van een penseelstreek |
gyakusei-虐政 | tirannie; despotisme; absolutisme; dictatuur |
gyakuseisekken-逆性石鹼 | (medicinale) desinfecterende zeep |
gyakusō-逆走 | het spookrijden; in tegengestelde richting gaan [rennen; rijden] |
gyakute-逆手 | (sport) onderhandse greep; backhand; de arm van een tegenstander in tegengestelde richting draaien; een aanval pareren |
gyakuten-逆転 | omkering (in bewegingsrichting, situatie, e.d.) |
gyokuanka-玉案下 | respect uitdrukkende woord(en) links onderaan een brief gericht aan (het bureau van) een (hooggeplaatste) geadresseerde |
gyoruigaku-魚類学 | ichtyologie; viskunde |
gyoryū-魚竜 | ichthyosaurus (een uitgestorven geslacht van zeereptielen) |
gyōsō-形相 | boos gezicht; woeste [kwade] blik [gelaatsuitdrukking] |
habikoru-蔓延る | (over)woekeren; zich verspreiden; overheersen |
habucha-波布茶 | sennathee (een soort thee die wordt gebruikt als laxeermiddel, voor ontgiften of gewichtsverlies) |
hachimenreirō-八面玲瓏 | n alle opzichten [vanuit alle gezichtspunten] mooi [prachtig; helder] zijn |
hachimenroppi-八面六臂 | een standbeeld van een Boeddha met 8 gezichten en 6 armen |
hadami-肌身 | lichaam |
hade-派手 | helderheid; opzichtigheid |
hāfubakku-ハーフバック | (voetbal) middenvelder; halfspeler; (American football) aanvallender middenspeler |
hāfu・mirā-ハーフ・ミラー | eenrichtingsspiegel (die het licht aan een kant doorlaat en aan de andere kant reflecteert; zo kan men iem. observeren zonder die de waarnemer ziet) |
hagaki-葉書 | een briefkaart; ansichtkaart |
hagemu-励む | (zich) inspannen; met alle kracht iets doen; zich inzetten voor; zich wijden aan |
hagimashiko-萩猿子 | Aziatische vink (Leucosticte arctoa) |
haifū-俳風 | literaire [formele] schrijfstijl (in de Japanse haikai en haiku dichtkunst) |
haiiro-灰色 | (as)grijs; (licht)grijs |
haijin-俳人 | haikudichter |
haikai-俳諧 | Japanse dichtkunst (zoals haiku, senryū, renga, e.a.) |
haikai-俳諧 | bijeenkomst waarbij achter elkaar Japanse gedichten worden gecomponeerd |
haikan-拝観 | bezichtiging; bezoek; het (respectvol) bekijken [aanschouwen] |
haiku-俳句 | haiku (Japanse dichtvorm) |
haimei-俳名 | pseudoniem van een haikudichter |
haimei-拝命 | het worden benoemd; (officiële) benoeming |
hairaito-ハイライト | lichtste deel [partij] op een schilderij [foto] |
hairu-入る | lid worden (van); zich aansluiten bij; zich in een bepaalde wereld [kring] begeven |
hairu-入る | in werking [aan] zijn (licht, machines, e.d.) |
hairu-入る | (in combinatie met ogen, oren, hoofd, etc.) zien; horen; vernemen; begrijpen; zich concentreren |
haiyū-俳優 | acteur (m); actrice (v); toneelspeler (m); toneelspeelster (v) |
haizai-配剤 | het samenstellen [klaarmaken; mengen] van medicijnen |
hai・kī-ハイ・キー | heldere belichting (foto, etc.); licht van tint |
haji-恥 | gezichtsverlies; schande; oneer; schaamte |
hajiiru-恥じ入る | zich (diep) schamen; zich beschaamd voelen |
hajikeru-弾ける | (fig.) zich laten gaan; afreageren; stoom afblazen |
hajiru-恥じる | zich schamen (voor) |
hakabu-端株 | kleiner aantal aandelen dan door de handelsbeurs gespecificeerd |
hakaikōsaku-破壊工作 | ondermijnende [subversieve; ontwrichtende] acties [daden] |
hakase-博士 | expert; kenner; deskundige; geleerde; academicus |
hāken-ハーケン | rotshaak (gereedschap dat door bergbeklimmers in spleten wordt geslagen om zichzelf te zekeren; Duits:Haken) |
hakkin-発禁 | verkoopverbod; publicatieverbod |
hakkiri-はっきり | duidelijk; helder; expliciet |
hakkō-発行 | uitgave; publicatie; editie |
hakkōbyō-発酵病 | zymotische ziekte [waarbij een organisme of virus in het lichaam als een ferment optreedt] |
hakkōkin-発酵菌 | microbe die de gisting veroorzaakt |
hakkōsuru-発行する | publiceren; uitgeven; in omloop brengen |
hakogaki-箱書き | opschrift [handtekening; zegel] op een doos (ter authenticatie van de inhoud; b.v. een kunstwerk) |
hakugei-白鯨 | Moby-Dick, titel van een boek uit 1851 van Herman Melville, over een witte walvis) |
hakumen-白面 | lichte gelaatskleur; bleek gezicht |
hakumen-白面 | onopgemaakt gezicht; gezicht zonder make-up |
hamaomote-浜万年青 | crinium (asiaticum) |
hamon-破門 | excommunicatie; kerkban |
hāmonika-ハーモニカ | (mond)harmonica |
han-版 | editie; publicatie; versie |
hanadairo-縹色 | licht indigo(blauw) |
hanagatayakusha-花形役者 | steracteur; steractrice |
hanairo-花色 | licht indigo(blauw) |
hanamatsuri-花祭り | bloemenfestival in het Kitashitara-district, in de prefectuur Aichi (aan het einde van het jaar tot nieuwjaar) |
hanamuke-餞 | teerspijs; teerspijze; viaticum |
hanareru-放れる | zich losmaken van; bevrijd [losgelaten] worden |
hanareru-離れる | zich verwijderen; uit elkaar gaan |
hanatsu-放つ | een licht [glans; geur; geluid] afgeven |
hanatsu-放つ | vuur aansteken; brandstichten |
hanchū-範疇 | categorie; onderdeel van een classificatie |
handansuru-判断する | zich een oordeel vormen; beoordelen |
handikyappu-ハンディキャップ | handicap |
handōtai-半導体 | halfgeleider; semiconductor |
hankō-犯行 | misdrijf; strafbaar feit; delict |
hankōgenba-犯行現場 | plaats delict; misdaadlocatie; plaats van het misdrijf |
hanmei-判明 | vaststelling; verduidelijking; bekendwording; openbaring; identificatie |
hanmyō-斑猫 | Japanse tijgerkever (Cicindela japonica) |
hannoki-榛の木 | de Japanse Els (een boom: Aldus japonica) |
hansayō-反作用 | (mechanica) reactie; tegenbeweging |
hansetsu-反切 | spellingsysteem in de traditionele Chinese lexicografie (waarbij twee karakters worden gebruikt voor de uitspraak van een monosyllabisch karakter) |
hanshin-半身 | de helft van het lichaam (boven- of onderkant; linker- of rechterkant) |
hansoku-反側 | het woelen [zich steeds omdraaien] in bed |
hansokukin-反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
hansokumake-反則負け | verliezen vanwege een overtreding van de regels (diskwalificatie) |
hansokusuru-反側する | in bed (liggen te) woelen; zich steeds omdraaien in bed |
hantaisuru-反対する | (er) tegen zijn; zich verzetten (tegen); weerstand bieden (aan) |
hanten-反転 | (in) tegenstellende richting (gaan) |
hanten-反転 | (fotografie) omzetting van een negatief beeld in een positief beeld (of vice versa) |
hanzai-犯罪 | misdaad; delict; overtreding |
hanzaibashō-犯罪場所 | plaats delict |
hanzatsu-繁雑 | ingewikkeld [moeilijk; gecompliceerd] zijn |
hanzei-反噬 | het zich tegen de meester [weldoener] keren; een hond die zijn baasje bijt |
happō-八方 | alle (wind)richtingen; alle kanten [hoeken] |
happyō-発表 | aankondiging; presentatie; publicatie; communiqué; verklaring |
happyōsuru-発表する | aankondigen; bekend maken; presenteren; publiceren |
haraidashidenpyō-払い出し伝票 | betalingsbewijs; uitbetalingsspecificatie |
hare-晴れ | publiek; openbaar; formeel; officieel |
hare-腫れ | zwelling (van het lichaam) |
harēshon-ハレーション | halatie; reflectielichtkring |
hariā-ハリアー | Harrier gevechtsvliegtuig (dat zowel horizontaal als verticaal kan opstijgen) |
haridashi-張り出し | poster; aanplakbiljet; affiche |
haro-ハロ | halo (lichtende kring om een hemellichaam) |
harō-ハロー | halo (lichtende kring om een hemellichaam) |
hasamu-挟む | invoegen; sandwichen; (iets) ergens tussen plaatsen |
hasetsukeru-馳せ着ける | haastig aankomen; zich haasten; binnenrennen |
hashibirokō-ハシビロコウ | schoenbekooievaar (Balaeniceps rex) |
hashiru-走る | (zich) haasten |
hashiru-走る | zich wenden tot; een sterke neiging hebben tot; zich storten in |
hasseisuru-発生する | gebeuren; zich voordoen; ontstaan; voortkomen (uit); uitbreken (van ziekte, etc.); uitbarsten (vulkaan) |
hasshin-発信 | het versturen van berichten (via post, telegram, e-mail, radio, etc.) |
hassoku-発足 | start; oprichting; inauguratie |
hasurā-ハスラー | oplichter; sjacheraar; ritselaar |
hatahata-鱩 | zandvis (Arctoscopus japonicus) |
hatairo-旗色 | situatie; omstandigheden; vooruitzicht(en); kansen; perspectief |
hatsudensho-発電所 | elektriciteitscentrale |
hatsugen-発言 | spreken, zeggen; zich uiten |
hatsukaban-二十日盆 | 20 juli, volgens de oude maankalender (in het Tohoku district is er een speciaal festival op die dag) |
hatsukagusa-二十日草 | boompioen (Paonia suffruticosa) |
hatsuon-発音 | articulatie; uitspraak (manier van uitspreken) |
hatsuonsuru-発音する | articuleren; uitspreken |
hatsurei-発令 | proclamatie; (officiële) bekendmaking |
hattatsukasokugenshō-発達加速現象 | het fenomeen van groeiversnelling door externe factoren; versnelde lichamelijke ontwikkeling |
hattensuru-発展する | zich uitbreiden; (zich) ontwikkelen; groeien; vooruitgaan |
hattōshin-八頭身 | (van een vrouw) mooi, welgevormd [goed geproportioneerd] lichaam (acht keer zo lang als het hoofd) |
hausu-ハウス | plastic plantenkas |
hayami-早見 | (kort) overzicht; schema; tabel; grafiek |
hazureru-外れる | (gericht) zijn tegen |
hazusu-外す | verlaten; weggaan; zich verwijderen |
hea・tonikku-ヘア・トニック | haarmiddel; haartonic |
hebīkyū-ヘビー級 | zwaargewicht (gewichtsklasse in sport) |
heddo-ヘッド | hoofd (lichaamsdeel) |
heiekigimu-兵役義務 | dienstplicht |
heihatsu-併発 | samenloop van omstandigheden; complicatie (bij ziekte) |
heikan-閉館 | het dichtgaan [sluiten] (van een bioscoop, museum, bibliotheek etc.) |
heikin-平均 | evenwicht; balans |
heikindai-平均台 | (turntoestel) evenwichtsbalk |
heikinsuru-平均する | in evenwicht [balans] zijn [brengen; houden] |
heikō-平衡 | evenwicht; balans; equilibrium |
heikōkankaku-平衡感覚 | evenwichtsgevoel |
heiran-兵乱 | oorlog; gewapend conflict |
heishin-平信 | goed nieuws; goede tijding; gewone [niet dringende] berichtgeving |
heishinteitō-平身低頭 | het buigen tot in het stof; het zich ter aarde werpen |
heishinteitōsuru-平身低頭する | diep buigen; zich ter aarde werpen; knielen |
heisotsu-兵卒 | soldaat; dienstplichtige |
heitan-平淡 | eenvoud; bescheidenheid; lichtvaardigheid |
hendensho-変電所 | onderstation (van elektriciteit) |
henka-変化 | vervoeging (grammatica) |
henkō-偏光 | polarisatie; gepolariseerd licht |
henkutsu-偏屈 | koppigheid; halsstarrigheid; eigenzinnigheid; onbuigzaamheid; excentriciteit |
henkyō-偏狭 | bekrompenheid; kleingeestigheid; kortzichtigheid; intolerantie |
henshūchō-編集長 | hoofdredacteur (m); hoofdredactrice (v) |
heto-へと | (geeft de bewegingsrichting aan) naar; in de richting (van) |
hi-日 | zon; zonlicht; zonneschijn |
hi-灯 | lamp; licht |
hiashi-火脚 | het verspreiden [om zich heen grijpen] van vuur [brand] |
hiba-干葉 | gedroogde rettich bladeren |
hibiku-響く | binnenkomen bij (fig.); zich herinneren; (iets) bij je blijven |
hichiriki-篳篥 | hichiriki, een Japans blaasinstrument (gemaakt van bamboe) gebruikt voor traditionele gagaku muziek |
hidama-火玉 | vuurbal; dwaallicht |
hidari-左 | links (politieke richting) |
hidari-左 | het volgende; wat (hierop) volgt (bij de Japanse (verticale) schrijfwijze van rechts naar links) |
hidarimuki-左向き | naar links gericht |
hiden-飛電 | bliksemflits; bliksemschicht |
higaishagaku-被害者学 | victimologie |
higezura-髭面 | behaard [bebaard] gezicht |
higurashi-蜩 | avondcicade (Tanna japonensis) |
hihō-飛報 | expresse bericht; spoedboodschap |
hijū-比重 | relatieve dichtheid |
hijun-批准 | ratificatie (voornamelijk van internationale verdragen) |
hika-悲歌 | elegie; treurdicht; klaagzang |
hikaru-光る | schijnen; glinsteren; fonkelen (sterren); oplichten |
hike-引け | het zich inferieur voelen; verslagen zijn |
hikigiwa-引き際 | het (juiste) moment om ontslag te nemen [zich terug te trekken; op te houden] |
hikikomori-引き籠もり | mensen die zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
hikikomori-引き籠もり | het zich uit de maatschappij terugtrekken [in sociaal isolement leven) |
hikimekagibana-引き目鉤鼻 | een schildertechniek voor het tekenen van menselijke gezichten (gebruikt in Yamato-e tijdens de Heian-periode) |
hikitateru-引き立てる | (deuren, luiken, etc.) dichtschuiven |
hikkai-筆海 | dichtwerk; compositie; zin |
hikkakaru-引っ掛かる | ergens intrappen; zich laten inpakken |
hikōkennin-被後見人 | beschermeling; ondertoezichtgestelde [handelingsonbekwame] persoon |
hikōshiki-非公式 | informeel [inofficieel] zijn |
himan-肥満 | overgewicht; corpulentie; zwaarlijvigheid |
himanji-肥満児 | een dik kind; een kind met overgewicht |
himantai-肥満体 | een corpulente [gezette; stevige] lichaamsbouw |
himashiyu-蓖麻子油 | wonderolie; ricinusolie; castorolie |
hinin-避妊 | anticonceptie |
hinji-賓辞 | het predicaat; gezegde (grammatica) |
hinji-賓辞 | het lijdend voorwerp (grammatica) |
hinkaku-賓格 | de accusatief (naamval); objectstorm (grammatica) |
hinotama-火の玉 | vuurbal; dwaallicht |
hipokuritto-ヒポクリット | hypocriet; huichelaar |
hirakinaoru-開き直る | zich afzetten tegen; een verdedigende houding aannemen; uitdagend [opstandig] zijn |
hiraku-開く | houden; organiseren; opzetten; stichten |
hirame-平目 | Japanse heilbot (Paralichthys olivaceus) |
hireidaihyōsei-比例代表制 | kiesstelsel van proportioneel vertegenwoordigde kiesdistricten (met meerdere zetels) |
hirogaru-広がる | zich (ver)spreiden; wijder [groter; langer] worden |
hirumeshi-昼飯 | lunch; lichte maaltijd rond het middaguur |
hiso-ヒ素 | arsenicum; arseen (chem. element) |
hiso-砒素 | arsenicum; arseen (chem. element) |
hisomu-潜む | verborgen zijn; latent zijn; zich schuilhouden; op de loer liggen |
hīsu-ヒース | dopheide; erica |
hitato-ひたと | dichtbij; direct; precies |
hitchaku-必着 | verplichte termijn [datum] voor ontvangst [aankomst] |
hitodama-人魂 | de geest van een (pas) overleden persoon (in de vorm van een vlam of vuurbal); dwaallicht |
hitokata-一方 | één kant [richting] |
hitomebore-一目惚れ | liefde op het eerste gezicht |
hitooji-人怖じ | verlegenheid; schichtigheid (bij vreemden) |
hitosuji-一筋 | geconcentreerd zijn (op); toegewijd zijn; het zich toeleggen [richten] (op) |
hitotarashi-人たらし | oplichter; fraudeur |
hitsudan-筆談 | schriftelijke communicatie |
hitsudansuru-筆談する | schriftelijk communiceren |
hitsuke-火付け | brandstichting; pyromanie |
hitsuke-火付け | pyromaan; brandstichter |
hittekisuru-匹敵する | gelijkwaardig zijn aan; zich kunnen meten met; niet onderdoen voor; opgewassen zijn tegen |
hittsuku-引っ付く | zich hechten (aan); intiem worden (met) |
hiwa-秘話 | een privé bericht |
hiyaku-秘薬 | wondermiddel; wondermedicijn |
hizamoto-膝元 | dichtbij (je); bij de hand |
hizashi-日差し | zonlicht; zonnestralen |
hizashi-陽射し | zonlicht; zonnestralen |
hō-方 | kant; richting |
hō-法 | (grammatica) modus; wijs |
hoankan-保安官 | ordehandhavingsfunctionaris [ordehandhavingsofficier]; sheriff |
hōdō-報道 | reportage; verslaggeving; berichtgeving |
hodokeru-解ける | zich ontspannen; tot rust komen; je opgelucht voelen |
hodokosu-施す | verrichten; doen; verlenen; toedienen |
hoezura-吠え面 | een betraand gezicht |
hōka-放火 | brandstichting |
hokage-帆影 | een zeil (van een schip) dat in de verte zichtbaar [te zien] is |
hōkahan-放火犯 | (de misdaad van) brandstichting |
hōkahan-放火犯 | brandstichter |
hōkahannin-放火犯人 | brandstichter; pyromaan |
hokku-ホック | haak(je) (voor het dichtmaken van kleding) |
hokku-ホック | drukknoop (voor het dichtmaken van kleding) |
hokku-発句 | de eerste regel (van 5 lettergrepen) van een haiku of tanka gedicht |
hokku-発句 | het eerste vers (van 17 lettergrepen) van een renga gedicht |
hokku-発句 | (andere naam voor) een haiku gedicht |
hōkō-方向 | richting; oriëntatie |
hōkōda-方向舵 | verticaal roer (in de staart van een vliegtuig) |
hōkōkankaku-方向感覚 | richtingsgevoel; oriënteringsvermogen |
hōkoku-報告 | melding; rapport; bericht; inlichting |
hōkokusuru-報告する | melden; berichten; rapporteren |
hōkōonchi-方向音痴 | geen richtingsgevoel hebben; iem. zonder richtingsgevoel |
hōkōshijiki-方向指示器 | richtingaanwijzer |
hōkōtanchiki-方向探知器 | radar; radiopeiler; richtingzoeker (radiosignalen) |
hōkōtanchiki-方向探知機 | richtingbepaler; navigatiemiddel; radar |
hōkōtenkan-方向転換 | verandering van richting [koers] (ook fig.); ommekeer; radicale verandering |
hokujō-北上 | het (zich) richting het noorden begeven; naar het noorden gaan |
hokujōsuru-北上する | (zich) richting het noorden begeven; naar het noorden gaan |
hokurikudō-北陸道 | Hokurikudō, een van de zeven districten van het oude Japan |
hokusoemu-ほくそ笑む | in zichzelf grinniken; gniffelen; een binnenpretje hebben |
hōmen-方面 | richting; regio; district |
hōmon-法門 | boeddhistische leer; poort naar de boeddhistische [spirituele] verlichting |
homo・ekonomikusu-ホモ・エコノミクス | homo economicus (de mens die zich laat leiden door economische en rationele overwegingen) |
honbun-本分 | plicht |
honemi-骨身 | botten en vlees; het hele lichaam |
honeoshimi-骨惜しみ | het zichzelf ontzien [sparen] |
honkadori-本歌取り | het componeren van een Japans gedicht waarin de woorden en ideeën van oude, bekende [beroemde] gedichten worden verwerkt |
honkan-本館 | hoofdgebouw; eerste gebouw (bij oprichting van een bedrijf, organisatie, etc.) |
honrai-本来 | oorspronkelijk [intrinsiek; op zich zelf staand] zijn |
honseki-本籍 | (iemands) wettelijke [officiële] adres [woonplaats] |
honsho-本書 | officieel document; officiële tekst |
honshoshigosen-本初子午線 | nulmeridiaan (meridiaan van Greenwich) |
honsō-本葬 | officiële begrafenis- of crematieplechtigheid |
hontō-本当 | waarheid; juistheid; oprechtheid; authenticiteit |
hoo-頬 | wang (in het gezicht) |
hoozue-頬杖 | met je kin [gezicht] op je handen |
hoppō-北方 | het noorden; noordelijke richting |
hōrei-法令 | wet; wetgeving; verordening; richtlijn |
horidōru-ホリドール | merknaam van parathion (insecticide) |
horobosu-滅ぼす | ruïneren; vernietigen; verwoesten; te gronde richten |
horoyoi-微酔い | lichte vergiftiging |
hoshi-星 | ster (hemellichaam) |
hoshiakari-星明かり | sterrenlicht |
hoshikage-星影 | sterrenlicht |
hōshin-芳信 | bericht over het bloeien van de bloemen [kersenbloesems] |
hoshiuranai-星占い | astrologie; sterrenwichelarij |
hoshizukiyo-星月夜 | een heldere [door de maan verlichte] sterrennacht |
hōshoku-奉職 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
hoshōsho-保証書 | garantiebewijs; garantiecertificaat |
hossoku-発足 | start; oprichting; inauguratie |
hōsu-ホース | rubber of plastic slang [buis; pijp] om vloeistoffen of gas te transporteren (b.v. tuinslang) |
hosupisu-ホスピス | hospice; verpleeghuis voor terminale patiënten |
hotarubi-蛍火 | het licht van een vuurvliegje |
hoteiaoi-布袋葵 | waterhyacint (Eichhornia crassipes) |
hōtō-法灯 | de leer [het licht] van Boeddha |
hototogisu-杜鵑草 | paddenlelie; armeluisorchidee (Tricyrtis hirta) |
hotto-ほっと | gevoel van opluchting; zucht van verlichting |
hotto・rain-ホット・ライン | hotline (rechtstreekse [directe] communicatie- [telefoon] verbinding |
hozonbukuro-保存袋 | hersluitbaar bewaarzakje (vaak van plastic) |
hyōjō-表情 | gezichtsuitdrukking; gelaatsuitdrukking; blik |
hyōkihei-驃騎兵 | lichte cavalerie; cavalerist; bereden soldaat |
hyoronagai-ひょろ長い | lang en dun [smal; mager]; spichtig; slungelig |
hyōryō-秤量 | het maximumgewicht dat een weegschaal kan meten |
hyōshinuke-拍子抜け | anticlimax; tegenvaller; teleurstelling |
hyōtan-氷炭 | contradictie; tegenstelling; onverenigbaarheid; strijdigheid |
hyōtan-瓢簞 | fleskalebas (Lagenaria siceraria) |
hyūzu-ヒューズ | (elektriciteit) zekering; stop |
i-医 | geneeskunde; medicijnen |
ibarakidasshu-茨城ダッシュ | rijgedrag van automobilisten die zodra het stoplicht op groen springt, snel rechtsaf slaan voor het tegemoetkomend verkeer (genoemd naar Ibaraki Pref) |
ibasho-居場所 | de plek [locatie] waar men zich bevindt |
ibasho-居場所 | de eigen plek [plaats] van iemand; de plek waar men zich thuisvoelt |
ichijiku-無花果 | vijgenboom (Ficus carica) |
ichijisangyō-一次産業 | primaire industrie (houdt zich bezig met de winning van natuurlijke hulpbronnen) |
ichijiteishi-一時停止 | (verkeerswet) verplichte stop (bij een stopbord, e.d.) |
ichimi-一味 | een bepaalde smaak; een bepaald (medicijn) ingrediënt |
ichiren-一聯 | (in lüshi, een vorm van klassieke Chinese dichtkunst) couplet; vers; strofe; stanza |
ichiza-一座 | banket; feestelijk [officieel] diner |
idengaku-遺伝学 | genetica; erfelijkheidsleer |
idokoro-居所 | de plek waar men zich bevindt; het adres (waar men verblijft; woont) |
idōsuru-移動する | bewegen; (zich) verplaatsen; migreren |
iebae-家蠅 | huisvlieg (Musca domestica) |
igaku-医学 | geneeskunde; medicijnen (studie) |
ihan-違犯 | delict; misdaad |
ihichiōru-イヒチオール | ichtyol (of ichthammol of ammoniumbituminosulfonaat, ontstekingremmend middel in zalf) |
iiayamaru-言い誤る | zich verspreken; (iets) verkeerd [fout] zeggen |
iifurusu-言い古す | steeds hetzelfde zeggen; afgezaagde dingen zeggen; in clichés spreken |
iigakari-言いがかり | het zich verplichten (tot); iets toezeggen |
iikakeru-言いかける | (iem.) aanspreken; toespreken; spreken tot; zich richten tot |
iimagirasu-言い紛らす | zich ergens uitpraten [uitkletsen]; ergens omheen draaien; een ontwijkend antwoord geven |
iimorasu-言い漏らす | zich verspreken; een geheim verraden [verklappen] |
iinikui-言い難い | moeilijk om te zeggen; pijnlijk; delicaat; gênant |
iisokonau-言い損なう | zich verspreken |
iiwakesuru-言い訳する | zich excuseren [verdedigen; rechtvaardigen]; verantwoording afleggen |
ikarosu-イカロス | Icarus (figuur uit de Griekse mythologie) |
ikasama-如何様 | fraude; bedrog; oplichting |
ikazuchi-雷 | onweer; donder(slag); bliksem(schicht) |
ikidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
ikidooru-憤る | woedend [razend; ontstemd; verontwaardigd] zijn; zich beledigd voelen |
ikigao-生き顔 | het gezicht van een levende (mens) |
ikimi-生き身 | levend lichaam |
ikioizuku-勢いづく | moed vatten; zich vermannen; kracht verzamelen |
ikiryō-生き霊 | een levende (lichaamsloze) geest die zijn eigen lichaam heeft verlaten om wraak te nemen op iemand; een wraakzuchtige geest |
ikisatsu-経緯 | verticaal en horizontaal; lengtegraad en breedtegraad; schering en inslag |
ikon-イコン | icoon |
ikonogurafī-イコノグラフィー | iconografie |
ikonorojī-イコノロジー | iconologie |
ikusei-育成 | opvoeding; vorming; opleiding; onderricht; training |
ikutamōru-イクタモール | ichthammol (of ammoniumbituminosulfonaat of ichthyic, ontstekingremmend middel in zalf) |
ikyosuru-依拠する | afhankelijk zijn van; gebaseerd zijn op; steunen op; zich toeverlaten op |
inabikari-稲光 | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht |
inazuma-稲妻 | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht |
inbun-韻文 | vers; versregel; dichtregel |
indakushon-インダクション | (logica) inductie; inductieve redenering |
indīzu-インディーズ | (independent film, music) onafhankelijk muzieklabel, film, etc. |
infōmaru-インフォーマル | informeel; niet officieel; vrijblijvend; ongedwongen |
infomēshon-インフォメーション | informatie; inlichtingen; kennis |
infomēshon・saiensu-インフォメーション・サイエンス | informatica |
ingaidan-院外団 | lobby (poging tot beïnvloeding van politici) |
ingō-院号 | naam van een tempel die door een edelman, shogun, e.d. is gesticht |
injikētā-インジケーター | (Eng.: indicator) indicator (natuurkunde) |
injikētā-インジケーター | richtingaanwijzer; knipperlicht |
inkamu-インカム | koptelefoon met microfoon |
inken-引見 | audiëntie; (officiële) ontvangst |
inken-隠見 | verschijning en verdwijning; zichtbaarheid en onzichtbaarheid [verborgenheid} |
inkō-印行 | publicatie; druk; uitgave; editie |
inmarusatto-インマルサット | (International Mobile Satellite Organization) een Brits telecommunicatiebedrijf |
inni-陰に | onzichtbaar; verborgen; privé |
inpeamento-インペアメント | beperking; handicap; verzwakking |
inpu-淫婦 | losbandige vrouw; vrouw van lichte zeden; slet [prostituee] |
inshin-音信 | bericht; nieuws; brief; contact; communicatie |
inshu-淫酒 | zich te buiten gaan aan alcohol; overmatig drinken |
insuru-淫する | zich laten gaan; zich te buiten gaan; zich liederlijk gedragen |
insutityūshonaru・ado-インスティテューショナル・アド | institutionele reclame (gericht op het vestigen van een naam van een instituut, i.p.v. een product) |
insutorakushon-インストラクション | instructie; onderricht; training; aanwijzingen; voorschrift |
intāfēsu-インターフェース | interface (waarmee twee of meer computersystemen met elkaar communiceren) |
intaisuru-引退する | terugtreden; met pensioen gaan; zich terugtrekken uit het openbare leven |
intaku-隠宅 | toevluchtsoord; retraite; verblijf van iemand die zich heeft teruggetrokken uit het maatschappelijk leven |
intānashonaru・ofisharu・rekōdo-インターナショナル・オフィシャル・レコード | internationaal officieel record; officieel wereldrecord |
intāpōru-インターポール | Interpol (International Criminal Police Organization) |
interijensu-インテリジェンス | kennis; informatie; inlichtingen |
interuposuto-インテルポスト | (International Electronic Post) Internationale e-mail service |
inzen-隠然 | onzichtbaar [verborgen; geheim; sluimerend; latent] zijn |
ippantōshika-一般投資家 | particuliere investeerder |
ippō-一報 | rapport; verslag; bericht |
ippō-一方 | één kant [richting]; één zijde [partij] |
ippōtsūkō-一方通行 | eenrichtingsverkeer |
irakusa-刺草 | (Japanse) brandnetel (Urtica thunbergiana) |
iratsuku-苛つく | geïrriteerd raken; zich ergeren aan |
irikumu-入り組む | gecompliceerd [ingewikkeld] worden |
iroha-伊呂波 | een verzameling van in het totaal 47 karakters, die allen voorkomen in het gedicht iroha-uta |
irojiro-色白 | met lichtgekleurde huid; blank; blond |
iruminēshon-イルミネーション | (decoratieve) verlichting [lichtjes]; belichting |
isaku-遺作 | postuum werk (gepubliceerd na de dood van de auteur) |
iseisha-為政者 | staatsman; politicus |
isha-医者 | arts; dokter; geneesheer; medicus |
ishidatami-石畳 | ichimatsu patroon; schaakbord patroon |
ishigame-石亀 | Japanse waterschildpad (Mauremys japonica) |
ishikisuru-意識する | zich bewust zijn van; beseffen |
isho-遺書 | afscheidsbericht [afscheidbrief] van een overledene; zelfmoordbrief |
isogiku-磯菊 | Chrysanthemum pacificum |
isogu-急ぐ | zich haasten |
ISOkikaku-ISO規格 | ISO-standaard [norm; specificatie] |
isoniajido-イソニアジド | isoniazide; isonicotinezuur-hydrazide (INH) |
isoshimu-勤しむ | zich wijden aan; streven naar; ijverig [plichtsgetrouw] zijn |
isseichidai-一世一代 | het laatste optreden van een acteur, musicus, etc. |
isseifūbi-一世風靡 | de heerschappij voeren; overwicht [controle] hebben op de gedachten van mensen |
isshōsantan-一唱三嘆 | de frase wordt gebruikt om uitzonderlijke gedichten of muziek te prijzen (letterlijke betekenis: drie stemmen zingen in harmonie met de solozanger) |
isshu-一首 | een gedicht; telwoord voor traditionele Japanse gedichten |
itadori-虎杖 | Japanse duizendknoop (Reynoutria japonica) |
itai-異体 | ander [niet-identiek] lichaam |
itai-遺体 | lijk; dode; dood lichaam; stoffelijk overschot |
itami-痛み | (lichamelijke) pijn |
itchōyūji-一朝有事 | wanneer de noodzaak zich voordoet; in geval van nood |
ITgijutsusha-IT技術者 | IT technicus; informaticus |
itoko-従兄弟 | neef; nicht |
itoyanagi-糸柳 | treurwilg (Salix babylonica) |
ittai-一体 | één lichaam [standbeeld] |
itto-一途 | (één) pad [weg; richting; middel]; de enige weg |
iwai-祝い | felicitatie; viering |
iwaizake-祝い酒 | feestdronk; drank(je) bij een feestelijke [officiële] gebeurtenis |
iwatsubame-岩燕 | huiszwaluw (Delichon urbicum) |
iwau-祝う | (iem.) feliciteren; (iets) vieren |
iyaku-医薬 | geneesmiddel; medicijn |
iyakuhin-医薬品 | geneesmiddel; medicijn; medicament |
izakoza-いざこざ | complicaties; conflict(en); moeilijkheden; (geld) problemen |
ī・ī・shī-イー・イー・シー | (European Economic Community) Europese Economische Gemeenschap |
jakushi-弱視 | amblyopie; verminderd gezichtsvermogen |
jamaika-ジャマイカ | Jamaica |
jamu・sesshon-ジャム・セッション | jamsessie (improvisatie van (jazz)musici) |
janohige-蛇の髭 | slangenbaard (plant: Ophiopogon japonicus) |
janohige-蛇の鬚 | slangenbaard (plant, Ophiopogon japonicus) |
japonika-ジャポニカ | japonica, wetenschappelijke naam voor plant-variëteiten |
jasu・māku-ジャス・マーク | JAS (Japanese Agricultural Standard) keurmerk voor voedsel (landbouw en dierlijke producten) |
jiai-自愛 | het (goed) voor zichzelf zorgen |
jibaku-自爆 | het zichzelf opblazen; zelfmoordaanslag met een bom |
jiban-地盤 | territorium; kiesdistrict; machtsbasis |
jibun-自分 | (zich)zelf; ik |
jidaishōsetsu-時代小説 | roman die zich afspeelt in de premoderne tijd (voor 1868) |
jiga-自我 | het ego; (zich)zelf |
jigajisan-自画自賛 | zijn eigen lof zingen; zichzelf ophemelen; opschepperij |
jigao-地顔 | gezicht zonder make-up |
jihishuppan-自費出版 | zelfpublicatie; publicatie op eigen kosten |
jikakusuru-自覚する | zich (van iets) bewust worden; beseffen |
jikayōsha-自家用車 | privé auto; particuliere auto |
jiketsu-自決 | zelfdoding (bij het op zich nemen van verantwoordelijkheid) |
jikkyō-実教 | (boeddh.) de ware leer die tot verlichting leidt |
jiko-自己 | (zich)zelf; ego |
jikokenji-自己顕示 | het de aandacht trekken; aandacht op zichzelf vestigen; proberen op te vallen |
jikoshōkai-自己紹介 | zelfintroductie; het zichzelf (aan iemand) voorstellen |
jimon-自問 | vragen aan zichzelf; het zich afvragen |
jimonsuru-自問する | zich afvragen |
jinfuzen-腎不全 | nierfalen; nierinsufficiëntie |
jingi-仁義 | plicht |
jinkōchishiki-人工知識 | kunstmatige intelligentie (AI: artificial intelligence) |
jinkōmitsudo-人口密度 | bevolkingsdichtheid |
jinma-蕁麻 | (Japanse) brandnetel (Urtica thunbergiana) |
jinmashin-蕁麻疹 | netelroos; urticaria |
jinmeiyōkanji-人名用漢字 | lijst van officieel toegelaten karakters om eigennamen weer te geven in de familieregisters |
jinshin-人身 | menselijk lichaam |
jintai-人体 | het menselijk lichaam |
jintaimokei-人体模型 | anatomisch model van het menselijk lichaam |
jintonikku-ジントニック | gin-tonic (tonic met een scheutje gin) |
jisatsu-自殺 | zelfmoord; suïcide; zelfdoding |
jisei-時制 | (grammatica) tijdsvorm; tempus |
jisei-辞世 | doodsgedicht; gedicht gecomponeerd op het sterfbed |
jisen-自薦 | het zichzelf aanbevelen [nomineren; voordragen] (b.v. voor een bepaalde positie of functie) |
jisensuru-自薦する | zichzelf aanbevelen [nomineren; voordragen] (b.v. voor een bepaalde positie of functie) |
jishin-自身 | (zich)zelf; ik |
jisho-辞書 | keizerlijke brief (als antwoord, of berichtgeving) |
jishohenshū-辞書編集 | lexicografie; het samenstellen van een woordenboek |
jishohenshūsha-辞書編集者 | lexicograaf; samensteller van een woordenboek |
jishōshiki-受賞式 | plechtigheid bij het uitreiken van een prijs; officiële [ceremoniële] prijsuitreiking |
jisshū-実習 | practicum; praktijkscholing; praktijkgerichte training (tijdens werktijd) |
jissōkannyū-実相観入 | (poëzietheorie van Mokichi Saito) de werkelijkheid achter de waarneming [perceptie] beschrijven in tanka |
jita-自他 | zichzelf en anderen; (filosofie) subject en object |
jitai-自体 | zelf; zichzelf; het eigen lichaam |
jitai-自体 | zelf; op zich; alleen dat al; van nature |
jitsurei-実例 | een actueel voorbeeld; illustratie; toelichting |
jiyūhonpō-自由奔放 | freewheelen; het kalm aandoen; zich niet druk maken |
jō-錠 | (medicijn) tablet; pil |
jōbitaki-尉鶲 | spiegelroodstaart (zangvogel, Phoenicurus auroreus) |
jōbutsu-成仏 | het bereiken van de Verlichting; Boeddha worden |
jōbutsusuru-成仏する | de Verlichting bereiken; Boeddha worden |
jōhanshin-上半身 | bovenlichaam; romp |
johō-叙法 | (grammatica) wijs; modus |
jōhō-情報 | inlichtingen; informatie; nieuws; verslag |
jōhōkōgaku-情報工学 | informatica; computer techniek; information engineering |
joji-助辞 | (grammatica) partikel |
joji-助辞 | (grammatica) hulp(werk)woord |
jojōshi-叙情詩 | lyrisch gedicht |
jōka-城下 | (zich bevindend) beneden [bij] een kasteel |
jōkasō-浄化槽 | waterzuiveringssysteem; septic tank; septische put |
jōkisuru-上気する | blozen; rood (in het gezicht) worden |
jomakushiki-除幕式 | (officiële) onthulling (van een kunstwerk e.d.) |
jorōgumo-女郎蜘蛛 | Aziatische wielwebspin (Trichonephila clavata) |
joshi-助詞 | (grammatica) partikel |
josōzai-除草剤 | onkruidverdelger; herbicide |
jōsū-乗数 | vermenigvuldiger; multiplicator |
jotai-女体 | vrouwenlichaam; het lichaam van een vrouw |
jōtatsusuru-上達する | vooruitgaan; (zich) verbeteren [ontwikkelen] |
jōyōkanji-常用漢字 | de officiële lijst van kanji die elke Japanse student tenminste moet kennen bij het afleggen van het examen voor het voortgezet onderwijs in Japan |
joyū-女優 | actrice; toneelspeelster |
jōza-上座 | (in een Japanse kamer) de zitplaats ver van de ingang en het dichtste bij de alkoof |
ju-寿 | felicitaties; gelukwensen; kado ter felicitatie |
ju-頌 | (boeddh.) dichtwerk om de boeddhistische kerngedachte [hoofdgedachte] te beschrijven |
jūdan-縦断 | verticale splitsing [verdeling] |
jūdansuru-縦断する | verticaal doorsnijden [splitsen; verdelen] |
judōtai-受動態 | (grammatica) lijdende [passieve] vorm (van een werkwoord) |
jūfuku-重複 | duplicatie; herhaling; overlapping |
jūhan-従犯 | medeplichtigheid; medeplichtige |
jukurensuru-熟練する | zich bekwamen (in); vakkundig [ervaren] worden |
jukushishugi-熟柿主義 | afwachtende houding; het principe om geduldig te wachten tot een kans zich voordoet |
jūmai-従妹 | (jongere) nicht |
jūminsanka-住民参加 | burgerparticipatie; inspraak |
jūnantaisō-柔軟体操 | rek- en strekoefeningen om het lichaam soepel te maken, meestal als warming-up voor een sport |
junkō-巡行 | (doelgerichte) patrouille [patrouillering] (van stadsdelen of kwartieren e.d.); inspectieronde |
junkyosuru-準拠する | zich conformeren aan; gebaseerd zijn op |
junnan-殉難 | zichzelf opofferen voor land of religie; martelaarschap |
junnōsuru-順応する | (zich) aanpassen; conformeren (aan); acclimatiseren |
junpitsu-順筆 | (kalligrafie) schrijftechniek van beginpunt tot eindpunt in volgorde zonder tegengestelde schrijfrichting |
junpō-旬報 | publicatie [rapport; tijdschrift] dat elke 10 dagen wordt uitgebracht; tiendaagse uitgave |
junpū-順風 | gunstige wind; wind die uit de juiste richting komt; wind mee; wind in de rug |
junshusuru-遵守する | naleven; gehoorzamen; zich houden aan; eerbiedigen |
juritsu-樹立 | stichting; oprichting; vestiging |
juritsusuru-樹立する | stichten; oprichten; vestigen; opzetten |
jūryō-重量 | gewicht; zwaarte |
jūryōage-重量挙げ | het gewichtheffen |
jūshi-従姉 | (oudere) nicht |
jūshichimoji-十七文字 | haiku, een Japanse dichtvorm in 17 lettergrepen in een 5-7-5 versvorm |
jūshimai-従姉妹 | nicht |
jūshimatsu-十姉妹 | Japanse meeuw (Lonchura striata domestica) |
jushin-受信 | ontvangst (bericht; tv of radio signaal, etc.) |
jushinsuru- 受信する | ontvangen (bericht; tv of radio signaal, etc.) |
jūsotsu-従卒 | ordonnans; bediende van een officier |
jūsu-ジュース | juice; sap |
jūtenshugi-重点主義 | prioriteitssysteem; beleid [principe] van het zich richten op essentiële zaken |
jutsubu-述部 | (grammatica) predikaat; gezegde |
jutsugo-述語 | (grammatica) predicaat; gezegde |
ka-科 | classificatie van organismen en virussen; familie (van planten) |
kabu-蕪 | raap; knolraap (Brassica rapa) |
kabuken-株券 | aandeelbewijs; effecten certificaat |
kaburu-被る | op zich nemen; de verantwoording nemen |
kaburu-被る | over zich heen krijgen; bedekt worden (met water; stof, etc.); onder water komen; baden |
kabutomushi-兜虫 | Japanse neushoornkever (Trypoxylus dichotomus) |
kadai-歌題 | de titel van een (Japans) gedicht |
kaesugaesu-返す返す | voorzichtig |
kafū-歌風 | (Japanse waka) poëtische [dichterlijke] stijl |
kagakuhin-化学品 | chemicaliën |
kagihokku-鉤ホック | haak en oog (voor het dichtmaken van kleding) |
kagiri-限り | grens; begrenzing; restrictie; beperking |
kagonuke-籠抜け | iemand oplichten en dan met geld of goederen (via de achterdeur) ervandoor gaan [wegglippen] |
kahanshin-下半身 | onderlichaam |
kahi-歌碑 | een stenen monument met een inscriptie van een waka (oud Japanse gedicht) |
kaichū-回虫 | spoelworm; rondworm (Ascaris lumbricoides) |
kaigiron-懐疑論 | scepticisme |
kaigishugi-懐疑主義 | scepticisme |
kaigoken-介護犬 | assistentiehond; ADL-hond (om mensen met een handicap te helpen met Activiteiten van het Dagelijks Leven) |
kaihi-回避 | (jur.) onthouding; ontwijking (in de uitoefening van gerechtelijke plichten en taken van een rechter of griffier vanwege persoonlijke redenen) |
kaiireru-買い入れる | inkopen; (zich) aanschaffen; inslaan |
kaikō-開校 | oprichting [start; opening] van een school |
kaikoku-開国 | de stichting van een natie |
kaimei-開明 | civilisatie; (menselijke) beschaving; culturele verlichting |
kairanban-回覧板 | een mededelingenbord [circulaire; bulletin] (in Japan gebruikt door buurtverenigingen als communicatiemiddel binnen de gemeenschap) |
kairitsu-戒律 | Boeddhistisch voorschrift [gebod]; Boeddhistische regel [richtlijn] |
kairo-回路 | stroomcircuit; stroombaan (elektriciteit) |
kairopurakuchikku-カイロプラクチック | chiropractie; chiropracticus |
kaisaku-改作 | het herschrijven (van een eerdere versie); revisie (van een eerdere publicatie) |
kaisan-開山 | de stichter van een boeddhistische school (sekte) |
kaisetsu-開設 | vestiging; stichting; oprichting |
kaisu-介す | zich zorgen maken (over iets); ergens over in zitten |
kaisuru-介する | zich zorgen maken (over iets); ergens over in zitten |
kaitei-改訂 | (m.b.t. uitgaven, publicaties, etc.) herziening; wijziging |
kaizan-改竄 | falsificatie; verdraaiing (van de feiten); onbevoegde [onrechtmatige] verandering (van tekst) |
kajiba-火事場 | plaats waar een brand zich voordoet |
kajitori-舵取り | (lett. of fig.) het sturen (in een bepaalde richting); aan het roer staan; leiderschap; leiding |
kajōheikin-加重平均 | gemiddelde zwaarte; gemiddeld gewicht |
kakarijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
kakawaru-関わる | zich bezig houden met; te maken hebben met |
kakei-佳景 | mooi landschap; mooi uitzicht |
kakeme-掛け目 | gewicht |
kakitori-書き取り | het dicteren [dictaat opnemen]; transcriberen; uitschrijven |
kakkōtsukeru-格好つける | zich uitsloven; stoer doen |
kakū-架空 | imaginair [denkbeeldig; fictief; irreëel; onwezenlijk; onwerkelijk] zijn |
kaku-格 | naamval (grammatica) |
kaku-確 | (in kanjicombinaties) vast; stevig; hard; (water)dicht |
kaku-覚 | (staat van) verlichting (boeddhisme) |
kakugo-客語 | object; lijdend voorwerp (grammatica) |
kakūmeigi-架空名義 | een fictieve [valse] naam; een alias |
kakunin-確認 | bevestiging; ratificatie; validatie |
kakuninsuru-確認する | bevestigen; ratificeren; valideren |
kakusanhansha-拡散反射 | diffuse weerkaatsing van licht |
kakusode-角袖 | (Meiji-tijdperk) een officier [agent] in burgerkleding |
kakuteisuru-確定する | besloten [bepaald; vastgesteld] worden; besluiten; vastleggen; ratificeren |
kakuyaku-確約 | expliciete [zekere; definitieve] toezegging [belofte] |
kakuzuke-格付け | beoordeling; waardering; classificatie |
kamasu-魳 | (Japanse) barracuda (Sphyraena japonica) |
kamigakari-神懸かり | goddelijke verschijning [bezetenheid]; goddelijke geest in het lichaam van een persoon |
kaminari-雷 | onweer; donder(slag); bliksem(schicht) |
kaminoku-上の句 | de eerste drie versregels van een waka [tanka; renga] gedicht |
kamiza-上座 | (in een Japanse kamer) de zitplaats ver van de ingang en het dichtste bij de alkoof |
kamo-かも | misschien; wellicht; zou kunnen; is mogelijk |
kamoku-課目 | schoolvak; studievak; curriculum |
kamu-カム | nok (een mechanisch element dat de richting van de beweging verandert) |
kamu-噛む | zich verspreken; stamelen |
kan-監 | (China) toezichthouder op lokale leenheren e.d. |
kan-管 | controleren; de supervisie hebben; toezicht houden |
kanabun-金蚉 | droge-kever (Pseudotorynorrhina japonica) |
kanagashira-金頭 | Lepidotrigla microptera (een straalvinnige vissensoort uit de familie van ponen) |
kanagurisuteru-かなぐり捨てる | van zich afwerpen; weggooien; opzij schuiven; achterlaten; afdanken |
kanakana-かなかな | avondcicade (naar het geluid dat die maakt) |
kanakin-カナキン | ongebleekte katoen; calicot |
kanban-看板 | uiterlijk; aanzicht; buitenkant |
kanben-冠冕 | aanduiding voor de officiële taken van overheidsambtenaren |
kandera-カンデラ | candela (eenheid van lichtsterkte) |
kānegī・hōru-カーネギー・ホール | Carnegie Hall (theater in America) |
kanehen-金偏 | kanji radicaal voor metaal of goud |
kangaeyō-考え様 | denkwijze; manier van denken; gezichtspunt; kijk (op dingen) |
kangengaku-管弦楽 | orkest (groep musici) |
kangengakudan-管弦楽団 | orkest (groep musici) |
kango-款語 | informeel [amicaal; intiem] gesprek |
kango-監護 | voogdij en zorg [toezicht] |
kanjōkamokuhyō-勘定科目表 | rekeningenoverzicht |
kanka-管下 | jurisdictie |
kankaku-扞格 | meningsverschil; verschil van mening [inzicht]; onverenigbaarheid |
kankatsu-管轄 | jurisdictie; (rechts)bevoegdheid; controle |
kankō-刊行 | publicatie; uitgave; editie |
kanku-管区 | district |
kankyo-官許 | officiële goedkeuring [vergunning] (van de overheid) |
kannai-管内 | binnen het rechtsgebied; onder de jurisdictie (van) |
kanpa-看破 | inzicht; scherpzinnigheid |
kanpō-官報 | Staatsblad; Staatscourant; officieel telegram |
kanpon-刊本 | een gedrukt en gepubliceerd boek |
kanran-観覧 | bezichtiging; bezoek; het gaan bekijken; toeschouwen |
kanri-管理 | beheer; management; controle; toezicht; supervisie |
kanrisuru-管理する | beheren; managen; controleren; toezicht houden |
kansatsu-観察 | waarneming; supervisie; observatie; toezicht |
kansatsu-鑑札 | licentie; vergunning; certificaat |
kansatsusuru-観察する | observeren; waarnemen; controleren; toezicht houden |
kansei-歓声 | uitroep van blijdschap [waardering e.d.]; vreugdekreet; gejuich |
kanseiyu-乾性油 | drogende olie (met siccatief behandeld om de droogsnelheid van olieverf te verhogen) |
kansen-官撰 | selectie en redactie van de overheid (van een gedichtenbundel, e.d.) |
kansen-観戦 | observatie van oorlogshandelingen of krijgsverrichtingen |
kansetsu-官設 | opgericht [gevestigd; ingesteld] door de regering [staat] |
kansetsu-関節 | gewricht |
kansetsushōmei-間接照明 | indirecte verlichting |
kanshi-漢詩 | poëzie in klassieke Chinese stijl (op rijm en vaak volgens dichtregels) |
kanshi-監視 | observatie; inspectie; toezicht; bewaking |
kanshisuru-監視する | observeren; inspecteren; bewaken; toezicht houden |
kanshō-癇性 | geïrriteerdheid; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid; slechtgehumeurd zijn |
kanshōsuru-干渉する | tussenbeide komen; zich mengen (in); zich bemoeien (met) |
kanshū-監修 | (redactionele) supervisie; toezicht |
kansō-観相 | fysionomie; iemands gezicht of uiterlijk beschouwd als spiegel van zijn aard en karakter |
kansō-観相 | Japanse gedicht over menselijke (sociale) omstandigheden en het leven |
kansoka-簡素化 | vereenvoudiging; simplificatie |
kantaiheiyōgōdōenshū-環太平洋合同演習 | RIMPAC, the Rim of the Pacific Exercise ('s werelds grootste internationale maritieme oorlogsoefening) |
kantan-簡単 | eenvoud; ongecompliceerdheid |
kantanfuku-簡単服 | gemakkelijk zittende (informele) kleding; lichte [luchtige] (zomer)kleding |
kantei-官邸 | officiële residentie; ambtswoning (b.v. van de premier) |
kanten-観点 | gezichtspunt; standpunt |
kantoku-監督 | toezicht; supervisie |
kantoku-監督 | opzichter; (film) regisseur; (sport) trainer |
kantokumeirei-監督命令 | ondertoezichtstelling |
kantorī・risuku-カントリー・リスク | land risico (vastgesteld voor internationale handelstransacties en investeringen) |
kanwa-緩和 | versoepeling; verlichting; verzachting; ontspanning |
kanyūsuru-加入する | toetreden; zich aansluiten; lid worden |
kanzō-肝臓 | de lever (lichaamsorgaan) |
kao-顔 | gezicht; gelaat |
kao-顔 | gelaatstrekken; gezichtsuitdrukking |
kao-顔 | gezicht (fig.); representant; vertegenwoordiger |
kaodachi-顔立ち | gezicht; gelaatstrekken; uiterlijk; uiterlijke kenmerken |
kaodashisuru-顔出しする | verschijnen; acte de présence geven; je gezicht laten zien |
kaoiro-顔色 | gezichtsuitdrukking |
kaokatachi-顔形 | uiterlijk; gezichtskenmerken; gelaatstrekken; gelaatsuitdrukking |
kaomishiri-顔見知り | het kennen van iem. (alleen) van gezicht |
kaomoji-顔文字 | emoticon; smiley |
kaomuke-顔向け | zijn gezicht laten zien; onder ogen komen |
kaoninshiki-顔認識 | gezichtsherkenning |
kaotsuki-顔つき | gelaatstrekken; gezicht; gezichtsuitdrukking; uiterlijk |
kapuritchio-カプリッチオ | capriccio (muziekstuk) |
karada-体 | lichaam |
karadatsuki-体付き | lichaamsbouw |
karai-辛い | streng; strict; hardvochtig |
karakami-唐紙 | kleurbenaming in de weefkunst, bij de schering en inslag (horizontaal geel, verticaal wit) |
karamaru-絡まる | slingeren; zich verstrikken [wikkelen om] |
karatorihiki-空取引 | een fictieve [onechte] transactie |
karauri-空売り | (short selling) het verkopen van effecten die men niet in eigen bezit heeft (om snel te kunnen anticiperen op koerswisselingen) |
karikyuramu-カリキュラム | curriculum; leerplan; lespakket |
karu-駆る | zich haasten; ergens heen snellen |
karuhazumi-軽はずみ | onbesuisdheid; onvoorzichtigheid |
karui-軽い | licht (van gewicht) |
karukaya-刈萱 | de fictionele hoofdpersoon Karukaya Dōshin van de Buddhistische legende Karukaya. |
karusa-軽さ | lichtheid; licht gewicht; geringe zwaarte |
karyō-科料 | een kleine [lage] boete (voor een lichte overtreding) |
karyō-過料 | (geld)boete voor een licht vergrijp [overtreding] |
karyōbinga-迦陵頻伽 | (in het (Boeddhisme) Kalaviṅka, onsterfelijk wezen met een menselijk hoofd en het lichaam van een vogel |
karyokuhatsudensho-火力発電所 | kolencentrale; elektriciteitscentrale met stoomturbine |
kasa-笠 | hoofddeksel (voor bescherming tegen sneeuw, regen, sterk zonlicht, e.d.) |
kasanaru-重なる | (zich) opstapelen; opgestapeld zijn; op elkaar liggen |
kasanaru-重なる | opnieuw gebeuren; na elkaar plaatsvinden; zich herhalen |
kasei-歌聖 | vooraanstaande [uitstekende; beroemde] dichter; meesterdichter |
kasen-歌仙 | uitstekende uitmuntende] dichter; meesterdichter (van klassiek Japanse poëzie) |
kasen-歌仙 | een vorm van renga [haikai], bestaande uit 36 afwisselend lange en korte gedichten |
kashi-可視 | zichtbaarheid |
kashikomaru-畏まる | zich respectvol [nederig; ondergeschikt] gedragen |
kashira-頭 | topgedeelte van kanji als hoofdelement in het classificatie systeem van kanji |
kasho-佳所 | plaats [plek] met goed uitzicht |
kashoku-華燭 | helder [schitterend] licht; prachtige lantaarn |
kashū-家集 | de verzamelde waka-gedichten (van één dichter) |
kashū-歌集 | verzameling [anthologie] van (waka) gedichten |
kasō-仮装 | het zich verkleden [vermommen]; vermomming |
kasō-家相 | de (gunstige of ongunstige) ligging, windrichting, plattegrond, etc. van een huis (in verband gebracht met geluk of pech) |
kaso-過疎 | onderbevolking; lage bevolkingsdichtheid; ontvolking |
kāsoru-カーソル | cursor (indicator op computerscherm) |
kasosei-可塑性 | plasticiteit |
kassai-喝采 | gejuich; applaus; ovatie |
kassha-滑車 | katrol (gewrichtsoppervlak) |
kasumime-翳み目 | aandoening waarbij het gezichtsvermogen is verslechterd door ouderdom, ziekte, etc.; slechtziendheid |
kasuru-化する | veranderen in; zich transformeren; worden |
kasutamu・kā-カスタム・カー | aangepaste auto; auto op maat (gebouwd aan de hand van specificaties van de koper) |
kata-方 | richting; kant |
katafune-片船 | romp [huls] van een vrucht (in de lengterichting doorsneden) |
katai-歌体 | vorm van waka, Japanse dichtkunst |
katai-過怠 | (feodaal Japan) bestraffing van een fout of misdaad via geldelijke vergoeding of verplichte arbeid te voldoen |
katakuchiiwashi-片口鰯 | Japanese ansjovis (Engraulis japonica) |
katakusōsaku-家宅捜索 | (officiële term voor) huiszoeking door de politie |
katamen-片面 | de helft van het gezicht |
katami-片身 | één kant [de helft] van een lichaam (b.v. van een vis) |
katami-肩身 | aanzien; prestige; houding; uiterlijk (hoe men zich aan anderen laat zien of voordoet) |
katamukeru-傾ける | zich zich cocentreren [richten] op, aandacht besteden aan |
katan-荷担 | deelname; participatie; medewerking |
katawa-片端 | (iemand met) een lichaamsgebrek |
katei-課程 | cursus; lesprogramma; curriculum |
katorikkukyō-カトリック教 | katholicisme |
katsura-桂 | katsuraboom (Cercidiphyllum japonicum) |
katsuyō-活用 | (grammatica) vervoeging; conjugatie |
katsuyōgobi-活用語尾 | (grammatica) verbuigingsuitgang; vervoegingsuitgang |
katte-勝手 | handelwijze; weten hoe zich te gedragen; iets gebruiken naar eigen inzicht |
kawaakari-川明かり | glans [oplichten] van een rivier in de schemering |
kawarimi-変わり身 | wendbaarheid; lichtvoetigheid |
kayaku-加薬 | adjuvans [adjuvant] (niet werkzame stof die wordt toegevoegd aan medicijnen om hun werking te verbeteren) |
kazamuki-風向き | windrichting |
kazaritateru-飾り立てる | uitvoerig [opzichtig] decoreren [versieren]; uitdossen; opdoffen |
kazashio-風潮 | getijde waarbij het waterpeil van de zee stijgt als gevolg van harde wind vanuit de zee richting het land |
kazatooshi-風通し | openheid; goede communicatie |
kazetooshi-風通し | openheid; goede communicatie |
kazoechigaeru-数え違える | zich verrekenen [vertellen]; verkeerd berekenen |
kē-ケー | k, afk. voor kilo (gewicht) |
kēburukā-ケーブルカー | kabelspoorweg; funiculaire; kabelbaan |
kegasuru-怪我する | zich verwonden; zich blesseren; gewond raken |
kehai-気配 | indicatie; aanwijzing; teken |
kehheru-ケッヘル | Ludwig von Köchel (1800-1877), Oostenrijkse jurist en musicoloog (bekend van de catalogus van de werken van Mozart die hij samenstelde) |
keidenki-継電器 | (elektriciteit) relais |
keieisaikōsekininsha-経営最高責任者 | bestuursvoorzitter; leidinggevende directeur, CEO (chief executive officer) |
keihatsu-啓発 | (geestelijke) verlichting; inspiratie; inzicht |
keihō-軽砲 | licht geschut; lichte artillerie; klein kaliber wapen |
keihōmessēji-警報メッセージ | waarschuwingsboodschap; waarschuwingsbericht (comp. term) |
keii-経緯 | schering en inslag; horizontaal en verticaal |
keii-軽易 | eenvoudig [licht; gemakkelijk] zijn |
keijidōsha-軽自動車 | kleine [compacte] auto; licht voertuig; minicar |
keijijōgaku-形而上学 | metafysica |
keijō-啓上 | het (iem.) respectvol toespreken [aanspreken]; het woord richten tot iemand |
keijoshi-係助詞 | verbindend partikel (waarmee een specificatie verderop in de zin wordt gekoppeld aan hetgeen ervoor staat (wa, mo, koso, demo, shika, sae, dani) |
keikai-軽快 | licht [lichtvoetig, kwiek; levendig; veerkrachtig; dartel; vrolijk] zijn |
keikai-軽快 | (van ziekte, pijn, e.d.) verlichting; verbetering; herstel |
keikan-景観 | mooi landschap [uitzicht]; schilderachtige plek |
keikeini-軽軽に | luchtig; achteloos; onvoorzichtig; gedachteloos |
keikihei-軽騎兵 | lichte cavalerie; cavalerist; bereden soldaat |
keikikanjū-軽機関銃 | licht machinegeweer; lichte mitrailleur |
keikinzoku-軽金属 | lichtmetaal; lichte metalen |
keikishihyō-景気指標 | bedrijfsindicatoren |
keikōtō-蛍光灯 | fluorescerend licht [lamp]; fluorescentielamp |
keimō-啓蒙 | verlichting; onderricht |
keimosenseikunshu-啓蒙専制君主 | verlicht despoot |
keimosenseikunshu-啓蒙専制君主 | verlicht despotisme |
keimushisetsu-刑務施設 | penitentiaire instelling [inrichting]; strafinrichting |
keimusho-刑務所 | (voor langer verblijf) gevangenis; penitentiaire inrichting |
keiongaku-軽音楽 | lichte muziek |
keirishi-計理士 | boekhouder (zonder de formele certificering van registeraccountant) |
keirōdō-軽労働 | lichte arbeid; licht werk |
keiryaku-経略 | regeren [heersen] over de wereld (in alle vier windrichtingen) |
keiryō-軽量 | lichtgewicht |
keisai-掲載 | publicatie (m.n. in een krant, tijdschrift e.d., van een tekst, illustratie, foto etc.) |
keisankikagaku-計算機科学 | informatica (computerwetenschappen) |
keisan'en-珪酸塩 | silicaat (chem.) |
keisei-形勢 | situatie; stand van zaken; ontwikkelingen; vooruitzichten |
keiseki-珪石 | siliciumdioxide; silica steen |
keishichō-警視庁 | hoofdstedelijke politie; politiekorps van Tokio (MPD, Metropolitan Police Department) |
keishitsuen-憩室炎 | diverticulitis (divertikel-ontsteking) |
keishō-軽傷 | lichte verwonding; licht letsel |
keishō-軽症 | milde ziekte; licht geval; milde aandoening |
keishoku-軽食 | een lichte [kleine] maaltijd; snelle hap; tussendoortje |
keiso-珪素 | silicium |
keisotsu-軽率 | onvoorzichtigheid; lichtvaardigheid; onbesuisdheid |
keisū-係数 | coëfficiënt |
keitōsuru-傾倒する | bewonderen; zich wijden aan; toegewijd zijn aan |
keizaisōgoenjokaigi-経済相互援助会議 | Comecon, Council for Mutual Economic Assistance (een economisch samenwerkingsverband tussen communistische landen, opgericht in 1949) |
kemansō-華鬘草 | (plant) gebroken hartje; tranend hartje (Dicentra spectabilis) |
kenba-犬馬 | (bescheiden term om naar zichzelf te verwijzen) ik; (uw) dienaar |
kenbikyō-顕微鏡 | microscoop |
kenbikyōkensa-顕微鏡検査 | microscopisch onderzoek |
kenbikyōsetsuganrenzu-顕微鏡接眼レンズ | oculair van een microscoop |
kenchi-検地 | gezichtspunt; standpunt |
kengai-圏外 | buiten de vergunning [restricties; beperkingen] |
kengen-権限 | bevoegdheid; jurisdictie |
kengenhan'i-権限範囲 | jurisdictie; binnen de zeggenschap [het gezag] van |
kengyō-検校 | toezichthouder bij administratieve zaken van een heiligdom of tempel |
kengyō-検校 | (hist.) hoogste officiële rang van een blinde |
kenji-検事 | (oude naam voor) Officier van Justitie |
kenji-献辞 | dedicatie; opdracht (woorden van toewijding waarmee een werk aan iemand wordt opgedragen) |
kenju-犬儒 | cynicus |
kenkō-権衡 | balans; evenwicht |
kenkōjōtai-健康状態 | lichamelijke conditie; staat van gezondheid; gezondheidstoestand |
kenkoku-建国 | stichting van een natie [staat] |
kenkokukinennohi-建国記念の日 | Nationale Stichtingsdag |
kenkon-乾坤 | (windrichtingen) noordwesten en zuidwesten |
kenkyō-検鏡 | microscopisch onderzoek |
kenkyūhappyō-研究発表 | publicatie van de onderzoeksresultaten |
kenmei-件名 | onderwerp; onderwerpregel (b.v. van een e-mail); naam of trefwoord (voor index of classificatie) |
kenmen-券面 | de voorzijde van een obligatie, certificaat, e.d. (waar het geldbedrag op staat) |
kennon-剣吞 | risico; onzekerheid; gevaar |
kenpi-建碑 | de oprichting [plaatsing] van een monument [gedenksteen] |
kensetsu-建設 | bouw; aanleg; constructie; oprichting; stichting |
kensetsusuru-建設する | bouwen; vervaardigen; opzetten; optrekken; oprichten |
kenshi-献詞 | dedicatie; opdracht (woorden van toewijding waarmee een werk aan iemand wordt opgedragen) |
kenshiki-見識 | scherpzinnigheid; oordeelkundigheid; inzicht |
kenshikibaru-見識張る | zich wijs [belangrijk; waardig] voordoen; doen alsof je wijs [slim] bent |
kenshin-検針 | opname van de (gas-, water-. elektriciteits-)meterstand |
kenshinsuru-検針する | de (gas-, water-. elektriciteits-)meterstand opnemen |
kenzai-顕在 | duidelijke zichtbaarheid [aanwezigheid]; onmiskenbaarheid; gemanifesteerd [geopenbaard] zijn |
ken'ei-献詠 | het opdragen van een gedicht aan een vorst, heiligdom, e.d. |
ken'ei-献詠 | een gedicht opgedragen aan een vorst, heiligdom, e.d. |
ken'on-検温 | lichaamstemperatuur meting |
keosareru-気圧される | geïmponeerd [geintimiteerd] worden; zich (door iemand) overweldigd [overrompeld voelen] |
keshiki-景色 | mooi landschap [uitzicht] |
keshō-化粧 | make-up; opmaak; cosmetica |
kessei-結成 | vorming; oprichting (van een partij, muziekgroep, band, e.d.) |
kessha-結社 | een vereniging; organisatie; stichting; broederschap; genootschap |
kesshinsuru-決心する | beslissen; besluiten; zich voornemen |
ketsuniku-血肉 | vlees en bloed; het lichaam |
kibaru-気張る | zich (tot het uiterste) inspannen; zwoegen |
kibaru-気張る | zichzelf trakteren |
kibataraki-気働き | tact; meelevendheid; (snel van) begrip; inzicht |
kibishii-厳しい | streng; strict; scherp; hard; wreed; meedogenloos |
kichinto-きちんと | nauwkeurig; nauwgezet; precies; netjes; overzichtelijk; ordelijk |
kidō-軌道 | baan; orbit (van een hemellichaam); traject |
kido-輝度 | (mate van) helderheid [licht] |
kidoru-気取る | gemaakt [gekunsteld; geaffecteerd] zijn; zich aanstellen; zich een houding geven |
kieuseru-消え失せる | (uit het zicht) verdwijnen; spoorloos verdwijnen; vervliegen |
kigaeru-着替える | zich omkleden; andere kleren aantrekken |
kigo-季語 | seizoenwoord (voor verwijzingen naar seizoenen in Japanse gedichten) |
kigyō-起業 | de start [oprichting] van een (nieuw) bedrijf |
kigyōkumiai-企業組合 | syndicaat |
kigyōsuru-起業する | een nieuw bedrijf beginnen [starten; oprichten] |
kihonhōshin-基本方針 | basis richtlijn; standaard beleid |
kiji-雉 | groene fazant (Phasianus versicolor) |
kika-机下 | respect uitdrukkende woord(en) links onderaan een brief gericht aan (het bureau van) een (hooggeplaatste) geadresseerde |
kikaigaku-機械学 | mechanica |
kikaikō-機械工 | monteur; mecanicien; werktuigkundige |
kikan-季刊 | kwartaalpublicatie; publicatie [uitgave] 4 keer per jaar (van een tijdschrift, magazine, e.d.) |
kikazaru-着飾る | zich mooi aankleden; zich opdoffen [uitdossen]; mooie [sjieke] kleren aantrekken |
kiken-危険 | gevaar; risico; bedreiging |
kikenbunseki-危険分析 | risico-analyse |
kikensha-棄権者 | niet-stemmer; iemand die zich onthoudt van stemming |
kikiawaseru-聞き合わせる | inlichtingen inwinnen; informeren (naar); navragen |
kikifurusu-聞き古す | een cliché worden; afgezaagd worden (omdat je het al zo vaak hebt gehoord) |
kikin-基金 | fonds; stichting |
kikkubokushingu-キックボクシング | (sport) kickboksen |
kikkubōru-キックボール | (balsport) kickbal |
kikomu-着込む | zich extra kleden; verschillende lagen kleding over elkaar dragen; formele kleding dragen |
kikunigana-菊苦菜 | cichorei (Cichorium intybus) |
kikurage-木耳 | judasoor (paddenstoel: Auricularia auricula-judae) |
kimarimonku-決まり文句 | een vaste [bekende] uitdrukking; cliché |
kimariwarui-決まり悪い | zich schamen; verlegen [beschaamd] zijn |
kimei-記銘 | het uit het hoofd leren [onthouden]; zich in het geheugen prenten |
kimekomu-決め込む | zich inbeelden; een hoge dunk van zichzelf hebben; doen alsof |
kimijika-気短 | opvliegendheid; lichtgeraaktheid; ongeduldigheid |
kimitsu-気密 | luchtdicht [hermetisch afgesloten] zijn |
kimitsusei-気密性 | luchtdichtheid |
kimitsuseinotakai-気密性の高い | zeer [in hoge mate] luchtdicht |
kimitsushitsu-気密室 | luchtdichte kamer |
kinchōsuru-緊張する | gespannen [nerveus] worden; zich opwinden |
kindanshōjō-禁断症状 | ontwenningsverschijnselen (alcohol, drugs, nicotine) |
kingō-近郷 | aangrenzende districten; nabijgelegen dorpen; omringend platteland |
kininaru-気になる | bezorgd zijn over; dwars zitten; hinderen; zich ergeren |
kinisuru-気にする | zich zorgen maken over; ergens om geven; zich bemoeien met |
kinjiru-禁じる | (met negatie) niet te bedwingen; (zichzelf) niet in bedwang kunnen houden: |
kinkan-近刊 | publicatie in de nabije toekomst; boek dat binnenkort gepubliceerd zal worden |
kinkan-近刊 | recente publicatie; boek dat onlangs gepubliceerd is |
kinken-金券 | goudcertificaat |
kinki-禁忌 | contra-indicatie |
kinki-近畿 | Kinki (regio dichtbij de hoofdstad) |
kinkō-均衡 | evenwicht; balans |
kinkotsu-筋骨 | spieren en beenderen [botten; skelet]; lichaamsbouw |
kinme-斤目 | gewicht |
kinō-帰納 | inductie; inductieve redenering (logica) |
kinō-機能 | werking; functie(s); applicaties (op mobiele telefoons e.d.) |
kinōgo-機能語 | woorden die alleen een grammaticale (geen semantische) functie hebben |
kinohayai-気の早い | opvliegend; kortaangebonden; kortaf; lichtgeraakt |
kinōhō-帰納法 | (logica) inducție; inductieve redenering |
kinpa-金波 | oplichtende [schitterende] golven (door weerspiegeling van zon of maan) |
kinpōge-金鳳花 | boterbloem (Ranunculus japonicus) |
kinsenka-金盞花 | goudsbloem (Calendula officinalis) |
kinshigan-近視眼 | (fig.) kortzichtigheid |
kinshiganteki-近視眼的 | (fig.) kortzichtig |
kinsho-禁書 | boekverbod; een verbod op publicatie en bezit van een boek |
kintsugi-金継ぎ | kapot aardewerk repareren met goud of zilver (zodat de breuk juist mooi gemaakt wordt, i.p.v. te proberen die onzichtbaar te maken) |
kin'ei-近詠 | recent gedicht |
kin'yūchō-金融庁 | FSA (Eng. Financial Services Agency), Financieel Advies Bureau van Japan |
kiokusuru-記憶する | zich herinneren; onthouden; uit het hoofd leren |
kiomote-木表 | de voorkant van hout (die het dichtst tegen de bast heeft gezeten) |
kīpu-キープ | in bezit houden; bewaren; zijn service behouden (tennis) |
kira-綺羅 | luxe [opvallende; opzichtige] dingen |
kirara-雲母 | (mineraal) mica; glimmer |
kireji-切れ字 | slotwoord aan het einde van een Japans gedicht (haiku, renga, e.a.) om een bepaald gevoel uit te drukken (b.v. 'kana') |
kiriboshi-切り干し | gedroogde reepjes daikon (rettich) |
kirin-騏驎 | mythisch dier in het oude China (met lichaam van een hert, staart van een koe, en hoeven van een paard) |
kirinukeru-切り抜ける | zich een weg banen [vechten] door; een uitweg vinden; hindernissen overwinnen |
kirisame-霧雨 | motregen; lichte regen |
kiritsusuru-規律する | regelen; toezicht houden op |
kiro-キロ | kilo (gewicht) |
kiru-切る | (snel) (om)draaien; van richting veranderen; (een bal) met effect slaan [gooien] |
kiryo-羈旅 | een term in Japanse gedichten (wake, haiku) die verwijst naar de gevoelens van reizen |
kiseipurankuton-気生プランクトン | aeroplankton; luchtplankton (in de lucht zwevende micro-organismen) |
kisenyado-汽船宿 | (haven)hotel voor stoomboot passagiers (en tijdelijke opslag van hun particuliere baggage) |
kishahappyō-記者発表 | perscommuniqué; persbericht; persverklaring |
kisshu-キッシュ | quiche (hartige taart) |
kitamakura-北枕 | ligging met het hoofd naar het noorden gericht (traditionele positie voor dode lichamen; maar taboe voor het gewone slapen) |
kitsunebi-狐火 | dwaallicht |
kitsunenoyomeiri-狐の嫁入り | lampionoptocht; dwaallichten |
kiwametsuki-極めつき | gewaarmerkt, gecertificeerd |
kiyō-紀要 | door universiteiten of onderzoeksinstellingen gepubliceerde uitgave (met artikelen, onderzoeksverslagen, etc.) |
kizoku-帰属 | jurisdictie; toerekening; toekenning |
kizuku-築く | bouwen; oprichten; optrekken; opzetten; aanleggen; in elkaar zetten |
kō-向 | richting; oriëntatie |
kōan-公案 | een officieel document (oorspronkelijk Chinees) |
kōatsu-高圧 | (elektriciteit) hoogspanning |
koa・karikyuramu-コア・カリキュラム | kerncurriculum; basiscurriculum |
kōban-交番 | politiepost (vanaf 1994 de officiële benaming; voorheen 巡査派出所 en 警察派出所) |
kōbō-光芒 | lichtstraal; bliksemschicht |
kōbō-弘法 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
kōbōdaishi-弘法大師 | Kobodaishi, aanspreektitel voor Kukai (stichter van het Shingon Boeddhisme en beroemd om zijn calligrafeerkunst) |
kōbun-構文 | grammaticale constructie; zinsbouw |
koburi-小降り | lichte regenval [sneeuwval] |
kochi-鯒 | platkopvis (Platycephalus indicus) |
kochira-此方 | deze kant (dichtbij de spreker); hier; deze |
kōda-コーダ | deel van een muzikale compositie dat zich na de climax van het stuk afspeelt; eindsectie van een compositie |
kōden-光電 | foto-elektriciteit |
kōden-公電 | officieel telegram |
kodoku-孤独 | eenzelvig mens; iemand die zijn eigen weg gaat [zich afzondert] |
kōdōsuru-行動する | handelen; actie ondernemen; zich gedragen |
kōgai-梗概 | beknopte beschrijving; overzicht; samenvatting |
kōgaku-光学 | optica |
kōgakukenbikyō-光学顕微鏡 | optische microscoop |
kōgakumojiyomitori-光学文字読み取り | optische tekenherkenning (OCR: optical character recognition) |
kōgen-光源 | lichtbron |
kōgen-公言 | publieke [officiële] aankondiging [proclamatie; verklaring; bekendmaking] |
kōha-光波 | lichtgolf |
kōhei-工兵 | militair ingenieur; genieofficier |
kōhō-公報 | een officiële bekendmaking; communiqué; nieuwsbulletin |
kōhō-広報 | publiciteit; publieksinformatie |
kōhone-河骨 | Japanse gele waterlelie (Nuphar japonica) |
kōi-行為 | daad; handeling; verrichting; gedrag |
koika-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht; (bij dieren) paringsroep; lokroep |
koiuta-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht |
kōji-公示 | publieke [officiële] bekendmaking [aankondiging] |
kojin-個人 | individu; particulier; privé persoon |
kojinkabunushi-個人株主 | particuliere aandeelhouder |
kojinnenkin-個人年金 | persoonlijk [particulier] pensioen |
kojinteki-個人的 | persoonlijk; individueel; particulier; privaat |
kojin'yokin-個人預金 | particuliere rekening; persoonlijke storting |
kojireru-拗れる | ingewikkeld [lastig; gecompliceerd] worden |
kōjisuru-公示する | publiekelijk [officieel] bekendmaken [aankondigen] |
kojōrakujitsu-孤城落日 | het zich helemaal [hopeloos] alleen en verlaten voelen |
kojukei-小綬鶏 | Chinese bamboepatrijs (Bambusicola thoracicus) |
koka-古歌 | een oud gedicht [lied] |
kōkaikagikiban-公開鍵基盤 | PKI (Public Key Infrastructure), een systeem dat wordt gebruikt voor het maken en beheren van digitale certificaten |
kōkaishi-航海士 | navigatieofficier (scheepvaart) |
kōkaku-高角 | hoge [grote] (verticale) hoek |
kokansetsu-股関節 | heupgewricht |
kokei-固形 | vaste stof [vorm]; vast lichaam |
kōki-光輝 | schittering; glans; helder licht; pracht |
kokin-古今 | (afk. voor) Kokin Wakashū (oude dichtbundel) |
kokinwakashū-古今和歌集 | Kokin Wakashū (dichtbundel uit de Heian periode) |
kokkakeisatsu-国家警察 | rijkspolitie (met landelijke jurisdictie) |
koko-ここ | hier; deze plaats (dichtbij de spreker) |
kōkō-膏肓 | een plek diep in (het binnenste deel) van het (menselijk) lichaam |
kōkō-膏肓 | ongeneeslijk zijn (onbehandelbaar omdat het te diep in het lichaam zit) |
kokochi-心地 | zich ziek voelen; ziekte |
kokonmeikasen-古今名歌選 | een bloemlezing van oude en nieuwe gedichten |
kokoroe-心得 | een belangrijk punt; regel; richtlijn |
koku-古句 | oude uitdrukking; oud gezegde; versregel van een dichter (uit een ver verleden) |
kokubunji-国分寺 | door de keizer gestichte boeddhistische tempels (Nara-periode) |
kokubunpō-国文法 | Japanse grammatica (m.n. de tradtionele) |
kokuhon-国本 | de stichting van een natie |
kokuji-告示 | bericht; bulletin; aankondiging |
kokusaidenshindenwa-国際電信電話 | KDD, Japanse internationale telecommunicatie |
kokusaikeijikeisatsukikō-国際刑事警察機構 | Interpol (International Criminal Police Organization) |
kōkyōshi-交響詩 | symfonisch gedicht |
kōkyū-公休 | officiële feestdag; nationale feestdag |
kōkyū-高級 | topkwaliteit; hoogwaardig [chic; luxueus] zijn |
kokyūfuzen-呼吸不全 | ademhalingsfalen; respiratore insufficiëntie |
komakusa-駒草 | dicentra (peregrina) |
komayaka-細やか | fijn [delicaat; subtiel; gedetailleerd] zijn |
komayaka-細やか | diep; warm (van kleur); dicht (van mist, e.d.) |
komekon-コメコン | Comecon (Council for Mutual Economic Assistance), een economisch samenwerkingsverband tussen communistische landen (opgericht in 1949) |
komento-コメント | commentaar; toelichting; kanttekening; verklaring |
komeru-込める | (zich) concentreren op; betrekken (bij); invoegen; bijvoegen; bijtellen; meetellen |
komi-込み | handicap van extra punten (voor de eerste speler in het go-spel) |
komiageru-込み上げる | zich misselijk voelen; overgeven; braken |
kominforumu-コミンフォルム | Cominform (organisatie van communistische partijen in Europa, opgericht in 1947) |
kominterun-コミンテルン | Komintern (de Communistische Internationale, samenwerkingsverband van communistische partijen, opgericht in 1919) |
komittosuru-コミットする | zich inzetten; toegewijd zijn; zich toeleggen (op) |
kōmō-膏肓 | een plek diep in (het binnenste deel) van het (menselijk) lichaam |
kōmō-膏肓 | ongeneeslijk zijn (onbehandelbaar omdat het te diep in het lichaam zit) |
komorebi-木漏れ日 | zonlicht dat door de bomen schijnt [gluurt] |
komoru-籠る | zichzelf opsluiten [afzonderen]; binnen blijven |
kōmushikkōbōgaizai-公務執行妨害罪 | (als strafbaar feit) de belemmering van een overheidsambtenaar (politie, e.d.) in de uitoefening van diens werktaken en plichten |
komyunikēshon-コミュニケーション | communicatie; kennisgeving; mededeling; overdracht |
konaoshiroi-粉白粉 | gezichtspoeder |
konashi-熟し | (lichaams)houding; tred; manier van bewegen |
kōnā・wāku-コーナー・ワーク | (honkbal) werptechniek van de pitcher gericht op de hoeken van de plaat |
konbu-昆布 | kombu, bruine zeewier (Saccharina japonica) |
kondatehyō-献立表 | menukaart; week [maand] overzicht van maaltijden |
kondensā-コンデンサー | (elektriciteit) condensator |
kōnen-光年 | lichtjaar |
kōnetsu-高熱 | hoge koorts [lichaamstemperatuur] |
kōninkaikeishishiken-公認会計士試験 | accountantsexamen; CPA-examen (CPA = Certified Public Accountant) |
kōninkiroku-公認記録 | officieel verslag [rapport; document] |
kōninsekaikiroku-公認世界記録 | officieel wereldrecord |
konjiru-混じる | gemengd [gemixt] worden; zich mengen |
konmori-こんもり | (onomatopee) dicht (op elkaar) |
konna-こんな | zulke; zo'n; zoals dit [deze] (dichtbij de spreker) |
kono-この | dit; deze (dichtbij de spreker) |
konpyūtākagaku-コンピューター科学 | informatica (computerwetenschappen) |
konpyūtā・saiensu-コンピューター・サイエンス | informatica (computer science) |
konsen-混戦 | onoverzichtelijke [verwarrende] strijd; gevecht met een onvoorspelbare afloop |
konzatsu-混雑 | verwarring; complicatie; verwikkeling |
kon'yakusuru-婚約する | zich verloven |
koperunikusutekitenkai-コペルニクス的転回 | Copernicaanse revolutie [omwenteling] (een radicale heroriëntatie van een wetenschap of filosofie) |
kopīshokuhin-コピー食品 | namaak-voedsel (voedingsmiddel dat lijkt op een (duurder) ingrediënt, maar van een andere substantie nagemaakt is; zoals b.v. crab sticks) |
koppen-骨片 | spicule (in sponzen); scleriet (een verhard deel van het geleedpotige exoskelet) |
kore-此れ | dit; deze (dichtbij de spreker) |
kōrei-交霊 | spiritualisme; het communiceren met [aanroepen van] doden [geesten] |
korekutā-コレクター | (elektriciteit) collector; stroomafnemer |
koremiyogashi-此れ見よがし | opvallend; opzichtig |
kōri-公理 | (logica) axioma, een niet bewezen (maar als grondslag aanvaarde) bewering |
kōritsu-効率 | doelmatigheid; efficiëntie |
koritsu-孤立 | geïsoleerdheid; alleen(staand) zijn; op zichzelf aangewezen zijn; eenzaamheid |
kōritsuka-効率化 | het efficiënt maken; verbeteren van de efficiëntie; optimalisering |
koro-葫蘆 | fleskalebas; flespompen (Lagenaria siceraria) |
korona-コロナ | (elektriciteit) corona (wit licht bij wisselstroomspanning) |
korotaipu-コロタイプ | lichtdruk; fototypie |
koru-凝る | opgaan in; bezeten zijn van; toegewijd zijn aan; gek zijn van, zich helemaal storten op |
kōrubakku-コールバック | uitnodiging om terug te komen (voor een tweede sollicitatiegesprek, auditie, etc.) |
kōru・gāru-コール・ガール | callgirl; luxe prostituee die zich telefonisch of via het internet laat bestellen |
kōsaku-工作 | fabricage; constructie(werk) |
kosame-小雨 | motregen; lichte regen |
kōseibusshitsu-抗生物質 | antibioticum |
koseidai-古生代 | paleozoïcum (tijdperk) |
kōseki-光跡 | lichtspoor |
kosekitōhon-戸籍謄本 | officiële kopie van het originele familieregister (van alle gegevens) |
kōsen-交戦 | (gewapend) conflict; oorlog(voering); (onderlinge) strijd (met wapens) |
kōsen-光線 | lichtstraal |
kōshaku-講釈 | lezing; voordracht; toelichting |
kōshi-公私 | openbaar en privé; overheid en bevolking; officieel en persoonlijk |
koshi-古詩 | oude poëzie; oud gedicht |
kōshikihappyō-公式発表 | een officiële bekendmaking; communiqué |
kōshikihōmon-公式訪問 | een officieel (staats)bezoek |
kōshin-後身 | reïncarnatie; herboren lichaam; nieuw lichaam na hergeboorte |
koshirae-拵え | het zich voorbereiden; voorbereidingen (treffen) |
koshirae-拵え | (toneel) zich aankleden; kostuum aantrekken; make-up aanbrengen, e.d. |
koshitsuki-腰つき | (lichaams)houding; manier van bewegen [lopen] |
kōshō-公称 | officiële [algemene] naam [benaming] |
kōsho-公署 | districtskantoor; kantoor van lokale overheid |
kōshō-公証 | authenticatie, legalisatie |
kōsho-高所 | hoog perspectief; uitzicht van bovenaf [vanaf een hoge plek] |
kōsu-コース | koers; route; weg; pad; richting |
kōsu-コース | cursus; curriculum |
kosupure-コスプレ | het zich verkleden als fictieve personages |
kosutarika-コスタリカ | Costa Rica |
kosuto・pafōmansu-コスト・パフォーマンス | kostenefficiëntie; prijs-prestatieverhouding |
kōtai-抗体 | antilichaam; antistof; afweerstof |
kōtaisuru-後退する | zich terugtrekken; teruggaan; rechtsomkeer maken |
kotchi-こっち | deze kant (dichtbij de spreker); hier; deze |
kōtei-公邸 | (officiële) residentie |
kōteisōba-公定相場 | beursnotering; officiële koers |
kotenshugi-古典主義 | classicisme |
kōtō-紅灯 | rood licht; rode lamp |
kotobuki-寿 | gelukwensen; felicitaties; beste wensen |
kotodukeru-言付ける | (iem.) een bericht [pakje; pakket] sturen |
kōtōha-高踏派 | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
kotohogu-言祝ぐ | feliciteren; iemand succes wensen; de beste wensen doen |
kotowaru-断る | weigeren; afhouden; afslaan; afwijzen; zich verontschuldigen (voor afwezigheid) |
kotozuke-言付け | (mondeling) bericht; (doorgegeven) boodschap |
kōtsū-交通 | communicatie; uitwisseling (gegevens; ideeën) |
kōtsūhansokukin-交通反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
kōtsūshingō-交通信号 | stoplicht; verkeerslicht |
kowake-小分け | onderverdeling; uitsplitsing; specificatie |
koyūmeishi-固有名詞 | (grammatica) eigennaam |
kōzui-香水 | (boeddh.) water vermengd met wierook (voor reiniging van tempel, altaar, of lichaam); geurend water geofferd aan Boeddha |
kubikukuri-首縊り | het zich(zelf) ophangen [verhangen; opknopen] |
kubitsuri-首吊り | het zich(zelf) ophangen [verhangen; opknopen] |
kubun-区分 | verdeling; classificatie |
kuchibeta-口下手 | ongearticuleerd [onwelsprekend] zijn; het slecht spreken |
kuchibuchōhō-口不調法 | ongearticuleerd [onwelsprekend] zijn; het slecht spreken |
kuchizutae-口伝え | mondelinge overlevering; orale traditie; mondeling onderricht |
kufū-工夫 | plan; aanpak; inzicht; idee; ontwerp |
kugin-苦吟 | met moeite en inspanning een gedicht componeren |
kugokoro-句心 | aanleg [gevoel] voor poëzie [gedichten] (m.n. voor haiku) |
kuichigai-食い違い | verschil van inzicht; controverse |
kuidame-食い溜め | het zich volproppen; heel veel eten (zodat je een tijd lang niet meer hoeft te eten |
kuidamesuru-食い溜めする | zich volproppen; heel veel eten (zodat je een tijd lang niet meer hoeft te eten |
kuikkusuteppu-クイックステップ | quickstep (ballroomdans); snelle pas |
kuina-水鶏 | waterral (een watervogel, Rallus aquaticus) |
kujiramaku-鯨幕 | (lett. walvisgordijn) een gordijn met brede, verticale zwart-witte strepen gebruikt bij begrafenisplechtigheden |
kukatsuyō-ク活用 | (grammatica) klassieke verbuigingsvorm van bijvoeglijke naamwoorden (met i-uitgang) |
kukenui-絎縫い | blinde [onzichtbare] steek (bij naaien van stoffen) |
kūkirikigaku-空気力学 | aerodynamica |
kumiau-組み合う | samengaan; zich verenigen; een vereniging [verbond] vormen |
kumichō-組長 | ploegleider; opzichter |
kumode-蜘蛛手 | (lett. spinnenpoten) kriskras (in alle richtingen) |
kumu-組む | (zich) verenigen; samengaan; aansluiten (bij) |
kundō-訓導 | begeleiding; onderricht; onderwijs |
kuniiri-国入り | een bezoek brengen aan het kiesdistrict; terugkeer van politici of beroemdheden naar hun geboorteplaats |
kuniku-苦肉 | wanhopige poging [maatregel]; zichzelf kwellen om de vijand te misleiden |
kunrei-訓令 | (dienst)voorschrift; instructie; verorderning; opdracht; bevel; richtlijn |
kunreishiki-訓令式 | het kunrei-systeem (ingesteld in 1937), de officiële richtlijnen voor de transcriptie van het Japans |
kunrensuru-訓練する | trainen; onderrichten; africhten |
kunshihyouhen-君子豹変 | de wijzen passen zich gemakkelijk aan veranderde omstandigheden aan |
kurai-暗い | donker; schemerig; slecht verlicht |
kuraizuke-位付け | het indelen in klassen [rangorden] van Kabuki acteurs; de toegekende classificaties van Kabuki acteurs |
kurayamimatsuri-暗闇祭 | het festival waarbij men de lichten dooft om in het donker de geesten van overledenen te kunnen verwelkomen |
kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
kurenokoru-暮れ残る | lang licht blijven na zonsondergang [terwijl de avond valt] |
kurēpu・deshin-クレープ・デシン | crêpe de Chine (licht zijden weefsel) |
kureson-クレソン | (witte) waterkers (Nasturtium officinale) |
kuriketto-クリケット | cricket |
kurikettosenshu-クリケット選手 | cricketspeler; cricketer |
kuriketto・chiimu-クリケット・チーム | cricketteam |
kurinchi-クリンチ | houdgreep; handgemeen; conflict |
kurinsō-九輪草 | Japanse sleutelbloem (Primula japonica) |
kurisutaru・maikurofon-クリスタル・マイクロフォン | kristalmicrofoon |
kurisutaru・maikurohon-クリスタル・マイクロホン | kristalmicrofoon |
kuro-畔 | een voetpad [aarden richel] tussen de rijstvelden |
kuroharahamusutā-クロハラハムスター | (Europese) zwartbuikhamster (Cricetus cricetus) |
kuromai-クロマイ | (antibioticum) chloromycetine |
kuroromaisechin-クロロマイセチン | (antibioticum) chloromytecine |
kurosu・bankā-クロス・バンカー | (golf) lang uitgerekte bunker die zich dwars over de breedte van de baan uitstrekt |
kurosu・raisensu-クロス・ライセンス | wederzijdse licentieovereenkomst tussen twee of meer partijen |
kuroyaki-黒焼き | iets dat zwart gebrand [geblakerd] is; medicinale poeder van gebrande ingrediënten |
kurōzudo・shoppu-クローズド・ショップ | onderneming waarin lidmaatschap van vakbond verplicht is voor alle werknemers |
kuru-来る | komen; aankomen; arriveren; naderen; dichterbij komen |
kurumaebi-車海老 | Japanse tijgergarnaal (Marsupenaeus japonicus) |
kuseni-癖に | (grammaticale constructie die een gevoel van ontevredenheid of beschuldiging insinueert) ondanks; hoewel |
kusuburu-燻る | zich afzonderen; teruggetrokken leven |
kusuri-薬 | medicijn; geneesmiddel |
kūtorihiki-空取引 | een fictieve [onechte] transactie |
kutsurogu-寛ぐ | luieren; zich ontspannen; relaxen; doen alsof men thuis is |
kuyokuyo-くよくよ | (onomatopee) zich druk makend; bezorgd; piekerend (over) |
kyakkō-脚光 | voetlicht; zoeklicht; schijnwerper |
kyakugo-客語 | lijdend voorwerp (grammatica) |
kyarako-キャラコ | calicot (soort katoen) |
kyasha-華奢 | tenger [sierlijk; delicaat; slank; fragiel] zijn |
kyassuru-キャッスル | Compact Application Solution Language (programmeertaal) |
kyōdōseihan-共同正犯 | medeplichtige; handlanger |
kyōdōsuru-共同する | samenwerken; zich verenigen; de handen ineenslaan |
kyōgeki-矯激 | radicaal [extreem; buitengewoon gewelddadig; excentriek] zijn |
kyōgoin-教護院 | opvoedingsgesticht; instelling voor kinderen die ontspoord zijn |
kyōgyōhishi-競業避止 | non-concurrentie (beding; clausule; plicht, etc.) |
kyōhan-共犯 | medeplichtigheid |
kyōhansha-共犯者 | medeplichtige |
kyōikukatei-教育課程 | curriculum |
kyōjiru-興じる | zich amuseren; plezier hebben |
kyōka-教化 | onderricht; onderwijs; indoctrinatie; evangelisatie |
kyōka-狂歌 | humoristisch [satirisch] (soms gewaagd) gedicht (tanka) |
kyōkapurasuchikku-強化プラスチック | hard plastic |
kyōkasuigetsu-鏡花水月 | iets dat mooi en zichtbaar is maar niet aangeraakt kan worden, zoals de reflectie van bloemen in een spiegel of die van de maan in het water |
kyokō-虚構 | verzinsel; fictie; imitatie; namaaksel |
kyōkōchō-教皇庁 | de Curia; het Vaticaan |
kyokuhō-局方 | (afk. voor) de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
kyokusa-極左 | radicaal-links; ultralinks; extreemlinks; uiterst links; links-radicaal |
kyokusui-曲水 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
kyokusuinoen-曲水の宴 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
kyokuu-極右 | radicaal-rechts; ultrarechts; extreemrechts; uiterst rechts; rechts-radicaal |
kyōna-京菜 | bladmosterd (Brassica rapa var. nipposinica) |
kyōrakushugi-享楽主義 | epicurisme (filosofie van Epicurus); hedonisme; genotzucht |
kyōseikyoku-矯正局 | reclasseringsinstelling; reclasseringsinrichting |
kyōshi-狂詩 | humoristisch gedicht (Edo-periode) |
kyōshitsu-教室 | particuliere school (voor speciale vaardigheden) |
kyosho-居所 | woonplaats; domicilie |
kyōwa-共和 | republicanisme; rebublikeinse gezindheid |
kyū-級 | klasse; rang; kwalificatie |
kyūden-給電 | lichtnet; stroomvoorziening; voeding [toevoer] van elektriciteit |
kyūkō-急行 | het (zich) haasten |
kyūmei-究明 | onderzoek; het verzamelen van feiten; ontdekken; uitzoeken; aan het licht brengen |
kyūsai-休載 | tijdelijke onderbreking van de publicatie van een artikelenreeks (in een krant of tijdschrift) |
kyūsaisuru-休載する | publicatie(s) (tijdelijk) uitstellen [opschorten] |
kyūsekkijidai-旧石器時代 | oude steentijd; paleolithicum |
kyūshin-急進 | radicaal [extreem] zijn |
mabataki-瞬き | het knipperen (met de ogen; van het licht); het twinkelen (van een ster) |
mābōdōfu-マーボー豆腐 | Mapo tofu (Chinees pikant tahoe-gerecht uit de provincie Sichuan) |
machigaeru-間違える | een fout begaan; zich vergissen |
machigau-間違う | zich (ergens in) vergissen; er naast zitten; een fout maken |
madamu-マダム | eigenaresse; hospita; directrice; gastvrouw in een bar |
madoakari-窓明かり | licht dat door het raam valt [schijnt] |
maegeiki-前景気 | verwachting; hoop; vooruitzicht(en) |
maemuki-前向き | naar voren gericht; en face |
maeuriken-前売券 | (vooraf) besproken [gereserveerde] (toegangs)kaartjes [tickets] |
magao-真顔 | een ernstig gezicht; serieuze blik |
magomagosuru-まごまごする | de kluts [weg] kwijt zijn; zich geen raad weten |
maguna・karuta-マグナ・カルタ | Magna Charta (oorkonde uit 1215, die de grondslag is van de Engelse staatsinrichting) |
maikā-マイカー | eigen auto; privé auto; particuliere auto |
maiku-マイク | microfoon |
maikuro-マイクロ | micro |
maikuroboruto-マイクロボルト | microvolt (µV) |
maikurofirumu-マイクロフィルム | microfilm |
maikuroha-マイクロ波 | microgolf |
maikurohon-マイクロホン | microfoon |
maikurokādo-マイクロカード | microkaart |
maikurokonpyūtā-マイクロコンピューター | microcomputer |
maikuromētā-マイクロメーター | micrometer (1 duizendste millimeter) |
maikuromētā-マイクロメーター | micrometer (instrument om kleine afstanden te meten) |
maikuromētoru-マイクロメートル | micrometer (1 duizendste millimeter) |
maikuromētoru-マイクロメートル | micrometer (instrument om kleine afstanden te meten) |
maikuropurasuchikku-マイクロプラスチック | microplastics |
maikuropuroguramu-マイクロプログラム | microprogramma (van computer) |
maikuropurosessā-マイクロプロセッサー | microprocessor |
maikurorīdā-マイクロリーダー | microreader (projectieapparaat voor het bekijken van microfilms of microkaarten) |
maikurosofuto-マイクロソフト | Microsoft (naam Amerikaans computerbedrijf) |
maikurouēbu-マイクロウエーブ | microgolf |
maikurowēbu-マイクロウェーブ | microgolf |
maishirin-マイシリン | mycilline (antibioticum, een combinatie van streptomycine en penicilline) |
majikku・mirā-マジック・ミラー | eenrichtingsspiegel (die het licht aan een kant doorlaat en aan de andere kant reflecteert; zo kan men iem. observeren zonder die de waarnemer ziet) |
majiru-混じる | gemengd [gemixt] worden; zich mengen |
majorika-マジョリカ | (Italiaans aardewerk) majolica; faience |
majorikayaki-マヨリカ焼き | (Italiaans aardewerk) majolica; faience |
makeru-負ける | verliezen; verslagen worden; zich overgeven |
makikaeshi-巻き返し | zich herstellen (van tegenslag); zich vermannen; het terugdraaien; terugspoelen |
makkāshizumu-マッカーシズム | Mccarthyisme (anticommunistische verdachtmakingen in Amerika in de jaren 50) |
makkintosshu-マッキントッシュ | mackintosh, waterdichte stof |
makkura-真っ暗 | uitzichtloosheid |
makuuchi-幕内 | het deel van het theaterpodium dat zich achter het gordijn bevindt; backstage; achter het toneel; in de coulissen |
manabi-学び | studie; onderwijs; onderricht; scholing |
manako-眼 | blik; oogopslag; zicht; gezichtsveld |
maneku-招く | veroorzaken; (onheil, etc.) over zichzelf afroepen |
manē・furōhyō-マネー・フロー表 | geldstroom overzicht |
mangō-マンゴー | mango (Mangifera indica) |
mangūsu-マングース | mangoest (mangoeste); ichneumon (klein katachtig roofdier) |
manikyua-マニキュア | manicure |
manimani-随に | ad libitum; naar eigen inzicht [keuze; believen] |
manmen-満面 | het hele gezicht |
manrikigusari-万力鎖 | oud Japans kettingwapen (zware ketting met gewichten aan de uiteinden) |
mansaku-満作 | Japanse toverhazelaar (Hamamelis japonica) |
mansei-慢性 | chroniciteit; het chronisch zijn |
manshin-満身 | het hele lichaam |
manyufakuchua-マニュファクチュア | vervaardiging; fabricage; productie |
manzara-満更 | (niet) helemaal; (niet) geheel; (niet) in alle opzichten |
mappiruma-真っ昼間 | overdag; midden op de dag; op klaarlichte dag |
marishiten-摩利支天 | Marīci, een boeddhistische godheid (m.n. de beschermgod van de samoerai) |
maruboshi-丸干し | in zijn geheel gedroogde vis of rettich |
maruchichanneru-マルチチャンネル | multichannel; via meerdere kanalen |
maruchipuru・choisu-マルチプル・チョイス | meerkeuze; multiple choice |
maruchoi-マルチョイ | meerkeuze; multiple choice |
marudashi-丸出し | gehele zichtbaarheid; openheid; niets verhullend |
marugao-丸顔 | een rond gezicht |
marumaru-丸丸 | rond; vol (gezicht); mollig; vet |
marumie-丸見え | volledig zichtbaar zijn |
marupocha-丸ぽちゃ | rond; mollig; vol (gezicht) |
masatsukeisū-摩擦係数 | wrijvingscoëfficiënt |
masatsukuratchi-摩擦クラッチ | frictiekoppeling; wrijvingskoppeling |
masatsuon-摩擦音 | een fricatief (medeklinker met wrijvend of sissend geluid, zoals f, s, ch) |
masatsutekishitsugyō-摩擦的失業 | frictiewerkloosheid; wrijvingswerkeloosheid |
mashijimi-真蜆 | Corbicula leana, zoetwaterschelpdier |
masu-増す | groeien; toenemen; opzwellen; vermeerderen; aankomen (in gewicht) |
masukomi-マスコミ | massacommunicatie |
masutā-マスター | zich bekwamen; beheersen |
māsutorihitojōyaku-マーストリヒト条約 | het Verdrag van Maastricht (1992) |
masu・komyunikēshon-マス・コミュニケーション | massacommunicatie |
materiaru-マテリアル | stoffelijk; materieel; lichamelijk |
matsukasauo-松毬魚 | denappelvis (Monocentris japonica) |
matsutake-松茸 | matsutake, eetbare bospaddenstoel (Tricholoma matsutake) |
matsuyoigusa-待宵草 | teunisbloem (Oenothera stricta) |
mattōsuru-全うする | ten uitvoer brengen; verrichten; bereiken (doel); volbrengen; voltooien |
mayaku-麻薬 | drugs; narcotica |
mayujiri-眉尻 | het uiteinde van de wenkbrauw dichtbij de slaap |
mayune-眉根 | het uiteinde van de wenkbrauw dichtbij de neus |
me-目 | oog (fig.); opinie; gezichtspunt; inzicht |
me-目 | gezichtsvermogen; gezichtsveld |
meate-目当て | leidraad; richtsnoer |
meberi-目減り | vermindering van gewicht [volume]; reductie |
mebunryō-目分量 | een meting op het gezicht [oog]; ruwe schatting (alleen door te kijken) |
medatta-目立った | opvallend; opmerkelijk; zichtbaar; waarneembaar |
medishin-メディシン | medicijn |
medo-目処 | vooruitzicht; verwachting |
megire-目切れ | ondergewicht; te laag gewicht |
mei-姪 | nicht (dochter van broer of zus) |
meianjunnō-明暗順応 | (med.) licht-donker adaptatie van de ogen als men van donkere in lichte ruimten komt en v.v |
meichi-明知 | (grote) wijsheid; allesomvattend inzicht; helder inzicht; scherpzinnigheid |
meido-明度 | helderheid; lichtsterkte |
meigi-名義 | (officiële) naam |
meigin-名吟 | uitmuntend gedicht (tanka; haiku); excellente poëzie |
meihaku-明白 | (logica) helder [duidelijk] (Fr. clair ( René Descartes) |
meihannō-明反応 | licht-reactie (een fotochemische reactie) |
meijunnō-明順応 | (med.) licht-adaptatie, de aanpassing van de ogen als men van een donkere in een lichte ruimte komt |
meika-名家 | (Chin.) dialectische school; school der dialectici |
meika-名歌 | een bijzonder mooi [goed] gedicht [vers; lied] |
meika-名歌 | een beroemd gedicht |
meikashū-名歌集 | een bijzonder goede dichtbundel |
meiki-明記 | duidelijke omschrijving [beschrijving]; specificatie |
meikun-名君 | een wijze [goede] vorst [koning]; een verlicht heerser |
meimei-冥冥 | donker; onzichtbaar |
meimokukakaku-名目価格 | indicatieprijs |
meisaisho-明細書 | specificatie; gedetailleerde verklaring |
meisei-明聖 | grote wijsheid [inzicht; deugdzaamheid] (m.n. van keizers en goden) |
meishi-明視 | duidelijk zichtbaar zijn |
meishoku-明色 | een lichte kleur |
meji-目路 | gezichtsveld; gezichtsafstand |
mejiro-目白 | Japanse brilvogel (Zosterops japonicus) |
mekanikku-メカニック | monteur; mecanicien; werktuigkundige |
mekanikku-メカニック | mechanica |
mekata-目方 | gewicht |
mekatoronikusu-メカトロニクス | mechatronica (combinatie van mechanica, elektrotechniek en informatica) |
mekimeki-めきめき | opvallend; duidelijk zichtbaar; steeds meer |
mekishiko-メキシコ | Mexico |
mekusare-目腐れ | iemand met een wazige blik; kortzichtig persoon |
men-免 | (afk. voor) licentie; vergunning; autorisatie |
men-面 | (gezichts)masker |
menba-面罵 | het iemand openlijk [ronduit; in zijn gezicht] beledigen |
menbō-面貌 | uiterlijk; gezichtsuitdrukking; uiterlijke kenmerken |
menboku-面目 | uiterlijk; voorkomen; gezicht; aanzien; eer; reputatie; prestige; waardigheid |
menchō-面疔 | een karbonkel [steenpuist] in het gezicht |
menjō-免状 | diploma; licentie |
menkyo-免許 | licentie; vergunning; autorisatie |
menmon-面門 | (zen boeddhisme) mond; gezicht |
menshoku-免職 | ontheffing van een taak; ontslag; verlof [bevel] om weg te gaan (van een officiële positie) |
menso-免租 | vrijstelling [ontheffing] van belasting(plicht) |
mentei-面体 | vorm van het gezicht; uiterlijk |
mentooshi-面通し | osloconfrontatie; opstelling [parade] van verdachten voor identificatie door de ooggetuige(n) |
menwari-面割り | osloconfrontatie; opstelling [parade] van verdachten voor identificatie door de ooggetuige(n) |
meriyasuami-メリヤス編み | tricotsteek; koussteek (breisteek) |
merukumāru-メルクマール | merkteken; kenmerk; indicator |
mesaki-目先 | inzicht; vooruitziendheid |
mesen-目線 | blikveld; kijkrichting |
meshiudo-囚人 | een persoon die werd uitgekozen om een waka-gedicht te componeren aan het begin van een poëzieceremonie aan het keizerlijk hof |
meshō-目性 | de ogen; gezichtsvermogen; visie |
meshūdo-召人 | een persoon die werd uitgekozen om een waka-gedicht te componeren aan het begin van een poëzieceremonie aan het keizerlijk hof |
messēji-メッセージ | bericht; boodschap |
metafijikkusu-メタフィジックス | metafysica |
metarikku-メタリック | metallic; metaalachtig; metalen |
metsuke-目付 | een opzichter; hogere beambte |
mēzā-メーザー | (microwave amplification by stimulated emission of radiation) een apparaat dat microgolven kan versterken door gestimuleerde emissie van straling |
mezameru-目覚める | (fig.) wakker worden; zich bewust worden (van) ; beseffen |
mi-身 | (menselijk) lichaam |
mi-身 | (zich)zelf |
michiru-満ちる | vervuld worden; vol worden; zich vullen |
michishirube-道標 | wegwijzer; richtingbord |
michishirube-道標 | Japanse tijgerkever (Cicindela japonica) |
midi-ミディ | musical instrument digital interface, een digitaal systeem voor elektronische muziekinstrumenten |
midiamu-ミディアム | medium; communicatiemiddel |
midikomi-ミディコミ | midi communicatie |
midokoro-見所 | goed teken [vooruitzicht] |
midorukyū-ミドル級 | (boksen) middengewicht klasse |
mieru-見える | (kunnen) zien; zichtbaar zijn |
migara-身柄 | (iemands) lichaam; persoon; identiteit |
migi-右 | rechts (politieke richting) |
migi-右 | het voorafgaande [eerdergenoemde] (bij de Japanse (verticale) schrijfwijze van rechts naar links) |
mihakarau-見計らう | iets naar eigen inzicht doen; naar eigen goeddunken iets doen; zelf beslissen over iets |
mihanasu-見放す | (het) opgeven; zich gewonnen geven; (het) erbij laten zitten |
miharashi-見晴らし | uitzicht; vergezicht; zichtbaarheid |
miharasu-見晴らす | uitkijken (op; over); overzien; een mooi uitzicht hebben |
miharukasu-見晴るかす | uitkijken (op; over); overzien; een mooi uitzicht hebben |
mijika-身近 | dichtbij; nabij; vertrouwd; bekend |
mijimai-身仕舞い | het zich aankleden [zich opdoffen] (b.v. om uit te gaan) |
mikata-見方 | zienswijze; standpunt; gezichtspunt |
mikoshi-見越し | verwachting; vooruitzicht |
mikuro-ミクロ | micro; heel klein |
mikurokeizaigaku-ミクロ経済学 | micro-economie |
mikurokosumosu-ミクロコスモス | microkosmos |
mikuron-ミクロン | micrometer; micron; mu |
mikuroneshia-ミクロネシア | Micronesia |
mime-見目 | uiterlijk; voorkomen; gezicht; gelaatstrekken |
mimimoto-耳元 | (dicht) bij het oor |
minikomi-ミニコミ | minicommunicatie (communicatie tussen een beperkt aantal mensen) |
minikonpyūtā-ミニコンピューター | minicomputer |
minikui-醜い | lelijk; onooglijk; onaantrekkelijk; afzichtelijk |
minimamukyū-ミニマム級 | minmum gewicht (gewichtsklasse bij vechtsporten) |
minka-民家 | huis van een particulier [burger]; private woning |
minkanbumon-民間部門 | particuliere sector |
minkanitaku-民間委託 | werk uitbesteden aan de particuliere sector |
minkanjin-民間人 | een particulier; burger |
minkankigyō-民間企業 | particuliere onderneming; particuliere sector |
minshuku-民宿 | voor toeristen bestemde (particuliere) kamerverhuur |
mirai-未来 | (grammatica) de toekomende tijd; futurum |
mirareru-見られる | gezien worden; zichtbaar zijn |
misadameru-見定める | nagaan; zich verzekeren [vergewissen] van; verifiëren |
miseru-見せる | zich laten zien; verschijnen |
mishiru-見知る | herkennen; van gezicht kennen; kennismaken met |
mishō-未詳 | onbekend; [niet vastgesteld; niet geïdentificeerd] zijn |
mishuran・gaido-ミシュラン・ガイド | Michelingids |
misomeru-見初める | (op het eerste gezicht) verliefd worden |
missen-密栓 | het afdoppen [hermetisch afsluiten; verzegelen]; luchtdichte stop |
missetsu-密接 | nauwe verbondenheid; dicht bij elkaar zijn |
misukyasuto-ミスキャスト | het verkeerd casten van een acteur [actrice] voor een bepaalde rol |
misumasu-見澄ます | zich vergewissen [verzekeren] (dat) |
misumisō-三角草 | leverbloempje (Hepatica) |
mitodokeru-見届ける | zich verzekeren (dat); verifiëren; zich ervan gewassen (dat) |
mitooshi-見通し | gezichtspunt; uitzicht; vergezicht |
mitooshi-見通し | inzicht |
mitoosu-見通す | een vrij [ononderbroken] uitzicht hebben over; vrij zicht hebben op |
mitsuba-三つ葉 | Japanse peterselie (Cryptotaenia japonica) |
mitsudo-密度 | dichtheid; densiteit |
mitsuun-密雲 | dichte bewolking; dicht wolkendek |
miuchi-身内 | het gehele lichaam |
miyamazakura-深山桜 | Miyama kersenboom (Prunus maximowiczii) |
mizuasagi-水浅葱 | lichtblauw |
mizuatari-水中り | waterintoxicatie; watervergiftiging (door teveel water drinken) |
mizubashō-水芭蕉 | Moerasaronskelk (Lysichiton camtschatcensis) |
mizugusuri-水薬 | vloeibare medicijn; medicinaal drankje |
mizuiro-水色 | lichtblauw; hemel(s)blauw; azuur; turkoois |
mizuna-水菜 | bladmosterd (Brassica rapa var. nipposinica) |
mizusaki-水先 | stroomrichting; koers (van een schip) |
mizushōbai-水商売 | onzekere [risicovolle] handel [zaken]; het werken in het uitgaansleven |
mochiai-持ち合い | (in) balans; evenwicht; onveranderlijkheid |
mochiawase-持ち合わせ | (geld) bij zich (hebben); in voorraad |
mochiawaseru-持ち合わせる | (toevallig) bij zich hebben |
mochiban-持ち番 | verplichte corvee [dienst] |
mochijikan-持ち時間 | (om les te geven) het aantal klassen per week; de tijd die men nodig heeft; de verplichte tijd |
mōchōen-盲腸炎 | blindedarmontsteking; appendicitis |
modifikēshon-モディフィケーション | aanpassing; wijziging; modificatie |
mokkan-木簡 | een smalle strook hout waarop officiële stukken tekst werden geschreven (in het oude China en Japan) |
mokuhyōkakaku-目標価格 | richtprijs |
mokushitsuka-木質化 | verhouting; lignificatie |
mokushō-目睫 | heel dichtbij; vlak voor je ogen |
mokutekigo-目的語 | object; lijdend voorwerp (grammatica) |
momide-揉み手 | zich in de handen wrijven |
momiji-紅葉 | Japanse esdoorn (Acer japonicum) |
momijioroshi-紅葉下ろし | samen geraspte daikon (rettich) en togarashi (rode peper); geraspte daikon en geraspte wortel |
momu-揉む | (het lichaam) hevig bewegen (in dans e.d.) |
monitā-モニター | waarnemer; toezichthouder |
monogokoro-物心 | besef; begrip; inzicht |
monokage-物陰 | een plek uit het zicht; verborgen plek |
monomonoshii-物物しい | opvallend; opzichtig; de aandacht trekkend; pretentieus |
monosabiru-物寂びる | zich verlaten [eenzaam; verwaarloosd; troosteloos] voelen |
monosuru-物する | componeren [schrijven] (van gedichten of literatuur) |
monsutera-モンステラ | gatenplant; monstera (deliciosa) |
monukenokara-蛻の殻 | lijk; dood lichaam (waaruit de ziel verdwenen is) |
monzeki-門跡 | (de priester die verantwoordelijk is voor) een tempel waar de leerstellingen van de stichter van de sekte zijn overgeleverd |
morahadaonugu-諸肌を脱ぐ | beide schouders [het bovenlichaam] ontbloten (bij het dragen van een kimono) |
morikaesu-盛り返す | terugkrijgen; (zich) herstellen; herwinnen |
moru-盛る | geven; (medicijnen) toedienen |
mosamosa-もさもさ | behaard (persoon); dichtbegroeid (planten) |
mosukītokyū-モスキート級 | muggen-gewicht (de lichtste klasse in boksen, alleen voor amateur junioren, minder dan 45 kg) |
motageru-擡げる | (het hoofd) opheffen; optillen; oprichten; de kop opsteken; doen ontstaan |
mōten-盲点 | (med.) een blinde vlek (in het gezichtsveld); een scotoom |
motsu-持つ | (in de hand) dragen [houden]; bij zich hebben; vasthouden; vastgrijpen |
motsu-持つ | op zich nemen; houden (vergadering, etc); goed houden; weerstaan; verdragen |
moyori-最寄り | het dichtstbijzijnde; de directe omgeving |
mubō-無謀 | roekeloosheid; ondoordachtheid; onvoorzichtigheid |
mubōunten-無謀運転 | het onvoorzichtig [roekeloos] autorijden |
muchiuchi-鞭打ち | deel van het lichaam van paarden waar de ruiter op slaat met zijn zweep |
mūdo-ムード | (grammatica) modus; wijs |
mufunbetsu-無分別 | indiscretie; onnadenkendheid; onvoorzichtigheid |
mugamuchū-無我夢中 | zichzelf verliezen [helemaal opgaan] in; totaal in beslag genomen door |
muhyōjō-無表情 | uiterlijke onbewogenheid; expressieloos [strak] gezicht; uitdrukkingsloosheid |
mujunsuru-矛盾する | tegenstrijdig [inconsistent] zijn; conflicteren |
mukagoirakusa-零余子蕁麻 | een plant: Laportea bulbifera (van de plantenfamilie (brand)netels, Urticaceae) |
mukaiawase-向かい合わせ | het tegenover elkaar [oog in oog} staan; van aangezicht tot aangezicht |
mukan-無官 | iemand die geen officiële functie [positie; rang] bij de overheid heeft |
mukatsuku-むかつく | geïrriteerd [boos] zijn; zich beledigd voelen |
mukatsuku-むかつく | zich ziek [misselijk] voelen |
mukau-向かう | uitzien op; zich bevinden tegenover |
mukau-向かう | zich richten naar; gaan in de richting van |
muke-向け | gericht op; bedoeld voor |
mukeru-向ける | richten (op; naar); mikken op; zich richten tot |
mukinaoru-向き直る | zich omdraaien [omkeren]; rechtsomkeert maken |
mukku-ムック | publicatie waarvan de inhoud een boek is en de publicatiemethode van een tijdschrift |
mukōkizu-向こう傷 | wond op iemands voorhoofd [gezicht; voorkant] |
muku-向く | zich richten (naar; tot); (om)draaien naar; uitzien op; gaan in de richting (van) |
munimusan-無二無三 | in alle ernst; gefocust; doelgericht; gemeend |
munōyaku-無農薬 | pesticidenvrij; (landbouw) zonder bestrijdingsmiddelen |
mūnraito-ムーンライト | maanlicht |
murasaki-紫 | sojasaus (speciale term die alleen door sushichefs wordt gebruikt) |
murasakiumagoyashi-紫馬肥 | alfalfa (plant: Medicago sativa) |
musabetsukyū-無差別級 | open gewichtsklasse (inofficiële gewichtsklasse in vechtsporten, zonder gewichtslimiet) |
museigen-無制限 | zonder limiet [restrictie; beperking] |
musen-無線 | (afk. voor) draadloze communicatie |
musentsūshin-無線通信 | draadloze communicatie |
museru-噎せる | zich verslikken |
myōyaku-妙薬 | wondermiddel; wondermedicijn |
myūjikaru-ミュージカル | musical (theater) |
myūjishan-ミュージシャン | musicus (m); musicienne (v) |
na-菜 | koolzaad (Brassica napus) |
nabigētā-ナビゲーター | (scheepvaart) navigatieofficier |
nagame-眺め | uitzicht; vergezicht; landschap |
nagare-流れ | familielijn; afstamming; (het behoren tot) een school [richting] |
nagasu-流す | stromen; golven (geluid; elektriciteit) |
nagatachō-永田町 | de wijk Nagata in het Chiyoda district van Tokio (met o.a. het parlementsgebouw en de officiële residentie van de Minister-President) |
nagatehōkō-長手方向 | lengterichting |
nagauta-長歌 | een lang gedicht |
nage-投げ | zich overgeven (bij wedstrijd of spel) |
nagetobasu-投げ飛ばす | weggooien; wegwerpen; van zich afgooien; de lucht ingooien |
nagoya-名古屋 | Nagoya, de naam van een stad in de prefectuur Aichi |
naību-ナイーブ | naïef; eenvoudig; onnozel; ongecompliceerd |
naiken-内見 | interne bezichtiging (zonder openbaarmaking); voorvertoning |
naisen-内線 | binnenlijn; binnenbedrading (elektra of elektronica) |
naisu-ナイス | leuk; mooi (Eng.: nice) |
naitā-ナイター | avondwedstrijd; sportwedstrijd bij kunstlicht |
naitei-内定 | informeel [inofficieel] [aanbod; besluit]; voorlopige beslissing |
naiteisuru-内定する | informeel [inofficieel] beslissen |
naito・gēmu-ナイト・ゲーム | avondwedstrijd; sportwedstrijd bij kunstlicht |
naiyō-内用 | [内服; 薬を飲むこと] (med.) inwendig gebruik; het innemen (van medicijnen) |
naiyō-内用 | [私用] privé [particuliere; interne] zaken [aangelegenheid] |
najimu-馴染む | vertrouwd raken met; gehecht raken aan; wennen [gewend raken] aan; zich aanpassen; acclimatiseren |
nakamairi-仲間入り | het zich aansluiten bij [toetreding tot] (een groep) |
nakibeso-泣きべそ | met een gezicht dat op huilen uitbarsten staat |
nakitsura-泣き面 | een betraand [behuild] gezicht |
nakittsura-泣きっ面 | een betraand [behuild] gezicht |
nakkuru-ナックル | knokkel; vingergewricht |
naku-泣く | zich beklagen; klagen; (be)treuren; rouwen |
namaakubi-生欠伸 | een lichte (opkomende maar onderdrukte) geeuw |
namagusai-生臭い | werelds; verdorven (een monnik die zich niet aan de Boeddhistische voorschriften houdt) |
nameko-滑子 | nameko; goudkopje (paddenstoel, Pholiota microspora) |
namida-涙 | (in combinatie met een zelfstandig naamwoord) een kleine hoeveelheid; een beetje; licht(elijk) |
namidagao-涙顔 | een betraand gezicht |
nankyokutairiku-南極大陸 | Antarctica; zuidpoolgebied |
nanoru-名乗る | zichzelf introduceren [voorstellen] (met naam); zichzelf identificeren [aankondigen; bekendmaken] als (met titel, beroep, etc.) |
nanoru-名乗る | in de derde persoon (met naam) spreken over zichzelf |
nanten-南天 | Nandina domestica (een plant, ook wel hemelse bamboe genoemd) |
narau-習う | leren (van iem.); onderwezen worden; onderricht krijgen |
narisumasu-成り済ます | zich voordoen [optreden] als (iemand anders) |
narōkyasutingu-ナローキャスティング | narrowcasting, een internetcommunicatie-model, gebaseerd op een verspreidingsmechanisme en een gefragmenteerd gebruik van de inhoud |
narukosuge-鳴子菅 | soort kleine rietplant (Carex curvivicollis) |
nasa-ナサ | (National Aeronautics and Space Administration) Amerikaans lucht- en ruimtevaart bureau |
nashonaru・torasuto-ナショナル・トラスト | (National Trust for Places of Historic Interest or Natural Beauty) Britse organisatie voor monumentenzorg en landschapsbeheer |
natane-菜種 | raapzaad (Brassica rapa); koolzaad (Brassica napus) |
natō-ナトー | (North Atlantic Treaty Organization) NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) |
natsubate-夏ばて | het afnemen [verlies] van lichamelijke krachten door de zomerhitte |
natsubatesuru-夏ばてする | lichamelijke kracht verliezen door zomerhitte |
natsudori-夏鳥 | zomervogels; trekvogels die in de zomer komen nestelen [zich voortplanten], en in de herfst wegtrekken naar warmere streken om te overwinteren |
natsujikan-夏時間 | zomertijd (in de zomer wordt de klok 1 uur vooruitgezet om meer profijt te hebben van het lange licht) |
natsukodachi-夏木立 | een bos dat in de zomer dicht begroeid is |
natsumake-夏負け | lichaamszwakte [ziek] door zomerhitte |
natsumushi-夏虫 | (met name) insecten (zoals motten) die in het donker op licht af komen |
natsushirogiku-夏白菊 | witte zomerchrysant, een meerjarige plant van het plantengeslacht Matricaria |
natsuyase-夏痩せ | gewichtsverlies in de warme zomer (door gebrek aan eetlust, slaap, e.d.); afvallen in de zomer wanneer het warm [heet] is |
natsuyase-夏瘦せ | gewichtsverlies (en daarmee verzwakking van de lichaamskracht) door zomerse hitte |
neagari-根上がり | wortels van een boom die boven de grond zichtbaar zijn |
nebō-寝坊 | het laat opstaan; het zich verslapen |
nebosuke-寝坊助 | iemand die veel slaapt [zich verslaapt]; slaapkop |
nebōsuru-寝坊する | zich verslapen; laat opstaan |
neesan-姉さん | een woord waarmee een geisha een meer ervaren geisha boven zich aanspreekt |
nehan-涅槃 | nirwana; verlichting; (geestelijke) bevrijding van slechte hartstochten en de kringloop van wedergeboortes |
nejikomu-捩じ込む | zich beklagen; beklag doen; protesteren |
neko-猫 | bijnaam van een geisha of musicus die een shamisen bespeelt |
nekokaburi-猫被り | hypocrisie; huichelarij; schijnheiligheid; |
nekokaburi-猫被り | een hypocriet; een huichelaar |
nemuru-眠る | de ogen dichtdoen; rusten; stil [inactief; niet levendig] zijn |
nen-念 | voorzichtigheid |
nenne-ねんね | het zich als een baby [klein kind] gedragen; kinderachtig doen |
nenpu-年譜 | een chronologisch overzicht [rapport; verslag] |
nenseiritsu-粘性率 | viscositeitscoëfficiënt; mate van viscositeit |
nerau-狙う | mikken; richten |
nesugosu-寝過ごす | zich verslapen |
netsu-熱 | koorts; verhoogde lichaamstemperatuur |
netsurikigaku-熱力学 | thermodynamica |
nettobōru-ネットボール | netservice (bal die het net raakt) |
nettoin-ネットイン | (tennis) netbal; netservice |
netto・purē-ネット・プレー | (tennis) dichtbij het net spelen |
ni-に | (geeft richting, doel of plan aan) naar; aan; in; iets gaan doen |
ni-に | (in combinatie met wa en ...ga, geeft aan dat iets wel zo is [gebeurt] maar met voorwaarde of restrictie) weliswaar |
ni-荷 | last; moeite; verantwoordelijkheid; verplichting |
nigauri-苦瓜 | een bittere soort meloen (Momordica charantia) |
nigejitaku-逃げ支度 | zich klaarmaken om te vluchten |
nigori-濁り | troebel [modderig; ondoorzichtig; wazig] zijn |
nigosu-濁す | (van een vloeistof) troebel maken, vertroebelen, ondoorzichtig maken |
nihonyakkyokuhō-日本薬局方 | de officiële Japanse farmacopee (handboek van geneesmiddelen) |
niiniizemi-にいにい蝉 | Kaempfer cicade (Platypleura kaempferi) |
niishimamori-新島守 | nieuwe eilandbewaker (personage in de klassieke Japanse gedichtenbundel Man'yōshū) |
nikaragua-ニカラグア | Nicaragua |
nikkābokkā-ニッカーボッカー | knickerbocker; kniebroek |
nikkan-日刊 | dagelijkse publicatie [uitgave] |
nikkō-日光 | zonneschijn; zonlicht; zonnestraal |
nikochin-ニコチン | nicotine |
nikochinchūdoku-ニコチン中毒 | nicotinevergiftiging |
nikochingamu-ニコチンガム | nicotinekauwgum |
nikochin・patchi-ニコチン・パッチ | nicotinepleister |
niku-肉 | lichaam; sexueel verlangen; passie |
nikuhaku-肉薄 | het dichterbij komen; dicht benaderen; insluiten; achtervolgen; inhalen |
nikukan-肉感 | lichamelijk genot; seksuele passie |
nikuromu-ニクロム | nichroom (mengsel van nikkel en chroom) |
nikutai-肉体 | het lichaam (het vlees); het fysiek |
nikutairōdō-肉体労働 | fysieke [lichamelijke] arbeid |
nikutaiteki-肉体的 | fysiek; lichamelijk |
nikuzuki-肉付き | vlezig [vet] zijn; vlees aan het lichaam hebben |
nimaijita-二枚舌 | oplichterij; oneerlijkheid; bedrog; onbetrouwbaarheid |
nin-任 | taak; plicht; missie; opdracht |
nindō-忍冬 | kamperfoelie (Lonicera japonica) |
ningendokku-人間ドック | algeheel [uitgebreid] medisch (lichamelijk) onderzoek |
ningyō-人形 | een marionet (fig.: iem. die zich als een marionet laat manipuleren) |
ninjiru-任じる | (een opdracht, etc.) aannemen [op zich nemen] |
ninjiru-任じる | zich verbeelden; zich voordoen als |
ninmu-任務 | plicht; taak; missie |
ninshikisuru-認識する | beseffen; inzien; begrijpen; zich realiseren |
ninshō-認証 | certificatie; geldigverklaring |
ninsō-人相 | gelaatstrekken; gezichtsuitdrukking; fysionomie |
nio-鳰 | dodaars (een watervogel: Tachybaptus ruficollis) |
nippayashi-ニッパ椰子 | Nipa Palm; Mangrove Palm; (Nypa fruticans) |
nippondenshindenwakōsha-日本電信電話公社 | NTT, Nippon Telegraph and Telephone Public Corporation |
nīrusenchōsa-ニールセン調査 | kijkcijferonderzoek uitgevoerd door de Nielsen Company (waarvan de Japanse tak werd opgericht in 1961) |
nisemono-偽者 | iemand die zich voor een ander uitgeeft |
nishiiwatsubame-西岩燕 | (gewone) huiszwaluw (Delichon urbicum) |
nitchi-ニッチ | niche (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
nitchi-ニッチ | (ecologie) niche; leefmilieu |
nitchisangyō-ニッチ産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
nitchishijō-ニッチ市場 | nichemarkt (klein gespecialiseerd segment |in de markt) |
nitōryū-二刀流 | een school voor zwaardvechten [kendo] waarbij met één zwaard in elke hand wordt gevochten (opgericht door Miyamoto Musashi, 1584-1645) |
nobiru-伸びる | groeien; langer worden; zich uitstrekken |
nobori-上り | perron waar de treinen naar de stad vertrekken; een weg richting de stad |
noboribune-上り船 | een schip dat stroomopwaarts vaart; de boot die vaart van het platteland richting de streek van Kyoto-Osaka |
nobushi-野武士 | (in de middeleeuwen) boeren die (in groepen) verslagen samoerai aanvielen en zich hun uitrustingen, etc. toeëigenden |
nobushi-野武士 | een groep strijders die zich schuil houdt [in hinderlaag ligt] in de bergen |
nōdōtai-能動態 | (grammatica) bedrijvende [actieve] vorm (van een werkwoord) |
nonbirisuru-のんびりする | zich op zijn gemak voelen; rustig aan doen; zich ontspannen |
nonfikushon-ノンフィクション | non-fictie (op feiten berustende literatuur) |
nonpori-ノンポリ | (nonpolitical) niet-politiek |
noriutsugi-糊空木 | pluimhortensia (Hydrangea paniculata) |
noroshi-狼煙 | rooksignaal; lichtbaken; lichtkogel |
noru-乗る | (zich) goed verdelen [uitspreiden; uitsmeren] |
nosabaru-のさばる | zich wispelturig [arrogant; eigenzinnig] gedragen |
noshiagaru-伸し上がる | rijzen; stijgen; klimmen; zich verheffen |
nōtenki-脳天気 | geheel zonder zorgen; onbezorgdheid; lichtzinnigheid |
nottoru-則る | nakomen; naleven; eerbiedigen; respecteren; navolgen; corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken met; zich conformeren aan |
nōyaku-農薬 | (chemische) bestrijdingsmiddelen; landbouwchemicaliën |
nozokaseru-覗かせる | kort [snel] laten zien; deels zichtbaar zijn [worden]; in het oog springen |
nozokasu-覗かす | laten zien; zichtbaar maken |
nozomu-臨む | uitzien (naar; op); zijn gezicht richten (naar; op); recht t.o. zijn |
nozomu-臨む | zich als heerser richten op (iets) |
nue-鵺 | mythische vogel met het hoofd van een aap, het lichaam van een wasbeer, de staart van een slang, en de poten van een tijger |
nugu-脱ぐ | zich uitkleden; kleren uitdoen |
nukaame-糠雨 | motregen; lichte regen |
nukayorokobi-糠喜び | het te vroeg juichen; voorbarige vreugde |
nukeme-抜け目 | onvoorzichtigheid; onoplettendheid; nalatigheid |
nurigusuri-塗り薬 | (medicinale) zalf |
nusumu-盗む | ideëen [gedachten] stelen en imiteren; zich iets toeëigenen; afkijken; plagiaat plegen; in het geheim iets van iem. leren |
nyoirinkannon-如意輪観音 | (Sanskriet: Cintāmaṇicakra) een bodhisattva, een van de manifestaties van Avalokiteśvara [Kannon] |
nyotai-女体 | vrouwenlichaam; het lichaam van een vrouw |
nyūgakusuru-入学する | zich inschrijven (bij een school); met een opleiding beginnen |
nyūshitsu-入室 | (boeddh.) het betreden van de kamer van de leermeester om onderricht te ontvangen |
nyūsui-入水 | in het water gaan; zich te water begeven |
nyūsu・rirīsu-ニュース・リリース | persbericht; perscommuniqué |
nyū・famirī-ニュー・ファミリー | kerngezin waarvan de ouders na de tweede wereldoorlog zijn geboren (dus meer consumptiegericht zijn dan traditionele Japanse gezinnen) |
nyū・fēsu-ニュー・フェース | nieuw gezicht (film, tv, e.d.); nieuwe ster |
nyū・media-ニュー・メディア | nieuwe media (nieuwe communicatietechnologie) |
ōbā-オーバー | overdreven; te veel; te hoog; overbelicht (fotografie); boven par (golf) |
ōbābaransu-オーバーバランス | overwicht; opwegen tegen |
ōbābaransu-オーバーバランス | onevenwichtigheid; het evenwicht verliezen |
ōbāfurō-オーバーフロー | (informatica) overloop; overflow (wanneer een berekend getal te groot is om te kunnen worden opgeslagen) |
ōbāshūzu-オーバーシューズ | overschoenen; waterdichte hoezen voor schoenen |
ōbāsukiru-オーバースキル | overschot aan geschoolde arbeidskrachten; overgekwalificeerdheid |
oboreru-溺れる | totaal bezeten zijn; zwelgen in; zich ergens op storten (fig.) |
obujekuto-オブジェクト | (grammatica) lijdend voorwerp |
oburāto-オブラート | papiertje om poedermedicijn in te pakken |
ochimusha-落ち武者 | (spreektaal) student, kandidaat, of sollicitant die heeft gefaald in zijn [haar] ondernemingen |
oden-おでん | oden, een Japans eenpansgerecht (met o.a. eieren, daikon (rettich), kon'yaku, viskoekjes) |
odoroku-驚く | zich verbazen; verrast worden; schrikken |
ofensu-オフェンス | overtreding; misdrijf; strafbaar feit; delict |
ofisharu-オフィシャル | oficieel |
ofisharu・rekōdo-オフィシャル・レコード | officieel (erkend) record (b.v. wereldrecord) |
ofisharu・rekōdo-オフィシャル・レコード | officieel rapport [register; document] |
ofureko-オフレコ | niet officieel; vertrouwelijk; informeel; onder vier ogen |
ofu・reko-オフ・レコ | onofficieel; onder vier ogen; vertrouwelijk |
ōgi-扇 | (dichtvouwbare) waaier |
ogo-海髪 | roodalg; rood zeewier (Gracilaria vermiculophylla) |
ogonori-海髪海苔 | roodalg; rood zeewier (Gracilaria vermiculophylla) |
ogoru-驕る | arrogant [hooghartig] zijn; pochen; opscheppen; zich uitsloven |
ohizamoto-お膝元 | de naaste omgeving [kringen] van een invloedrijke persoon (b.v. hoofdkwartier, kiesdistrict, hoogste staf, kader, e.d.) |
oiageru-追い上げる | terrein winnen; dichterbij komen; inhalen |
ōinshi-押韻詩 | rijmend gedicht; berijmd vers |
oitateru-追い立てる | wegjagen; wegsturen; voor zich uit drijven |
okakae-お抱え | in iemands persoonlijke dienst; privé werknemer; iemand die voor een particulier werkt |
okera-朮 | Atractylodes japonica (een vaste plant uit de familie Asteraceae) |
okiru-起きる | gebeuren; plaatsvinden; zich voordoen |
ōkō-横行 | het doelloos rondlopen [zich verplaatsen; zich voortbewegen]; het zijwaarts zich verplaatsen [voortbewegen] |
okosu-起こす | oprichten; rechtop zetten |
okuin-奥印 | officieel stempel; stempelafdruk aan het eind van een tekst als goedkeuring [erkenning] van de inhoud |
omae-御前 | (arch. beleefdheidsaanduiding) zich onder de ogen van goden, boeddha's of hooggeplaatste personen bevinden |
ome-御目 | (beleefd woord voor) oog; visie; zicht |
omedetō-おめでとう | Gefeliciteerd!; Goed gedaan! |
omodachi-面立ち | gezicht; gelaatstrekken; uiterlijk; uiterlijke kenmerken |
omoi-重い | streng; strict |
omoiagaru-思い上がる | verwaand zijn; een (te) hoge dunk van zichzelf hebben |
omoiataru-思い当たる | zich (plotseling) herinneren; in je opkomen; te binnen schieten; beseffen; zich voor de geest halen |
omoidasu-思い出す | zich herinneren; te binnen schieten |
omoiitaru-思い至る | zich beseffen; tot de conclusie komen |
omokage-面影 | (herinnering aan een) gezicht [uiterlijk] |
omokata-面形 | gezichtsvorm; vorm van een gezicht |
omokata-面形 | aanzicht (van een stad) |
omori-重り | gewicht (voor weegschaal) |
omosa-重さ | gewicht; zwaarte |
omote-面 | gezicht; (Nō) masker |
omotemuki-表向き | uiterlijke verschijning; officieel [openbaar] zijn |
omoto-万年青 | Japanse lelie (Rohdea japonica) |
omouzonbun-思う存分 | naar hartelust; naar volle tevredenheid; volop; met volle teugen; tot het uiterste; zonder zich in te houden |
omowa-面輪 | gezicht; gelaatstrekken |
omowaku-思惑 | verwachting; anticipatie; vooruitzicht; voorspelling; prognose |
omozashi-面差し | uiterlijk; gezicht; gelaatstrekken |
ōmugaeshi-鸚鵡返し | bijJapanse waka (gedichten) een versregel van een ander herhalen met een kleine wijziging daarin |
on-恩 | (verleende) gunst; genade; verplichting |
ongakka-音楽家 | musicus (m); musicienne (v); muzikant |
ongakugaku-音楽学 | musicologie; muziekwetenschap |
ongakugakusha-音楽学者 | musicoloog; muziekwetenschapper |
ongakuhyōronka-音楽評論家 | muziekcriticus |
ongan-温顔 | vriendelijk gezicht; vriendelijke uitdrukking (op het gezicht) |
ongi-恩義 | (morele) verplichting; gunst; dankbaarheid |
onibi-鬼火 | dwaallicht |
onigawara-鬼瓦 | (ook figuurlijk gebruikt voor) een lelijk gezicht |
oniokoze-鬼虎魚 | Inimicus japonicus (soort steenvis) |
onore-己 | zichzelf; zelf |
onparēdo-オンパレード | te zien; in het zicht; in een stoet [défile] |
onreko-オンレコ | officieel vermeld; geregistreerd |
onseigaku-音声学 | fonetiek; fonetica |
onshin-音信 | bericht; nieuws; brief; contact; communicatie |
onsu-オンス | (gewichtseenheid) Engelse ons (=28,3 gram; in de goudhandel 31, 10 gram) |
oofū-大風 | kalm [evenwichtig] zijn en niet geobsedeerd zijn door kleine dingen |
oohaba-大幅 | aanzienlijk [fors; substantieel; flink; significant] zijn |
oomono-大物 | een belangrijk [gewichtig; machtig] persoon; een zwaargewicht |
operētā-オペレーター | iemand die een machine [toestel) bedient [bestuurt]; operateur; bedieningstechnicus; telegrafist |
ōpungāden-オープンガーデン | open tuin (particuliere tuin die open is voor publiek) |
ōpun・karā・shatsu-オープン・カラー・シャツ | schillerhemd (overhemd met open kraag; genoemd naar de Duitse dichter Schiller, 1759-1805) |
ōpun・pojishon-オープン・ポジション | valutapositie waarbij het saldo van de vorderingen en verplichtingen in vreemde valuta verschilt |
ōpun・sando-オープン・サンド | open sandwich (belegde boterham) |
ōpun・sandoitchi-オープン・サンドイッチ | open sandwich (belegde boterham) |
ōpun・shatsu-オープン・シャツ | schillerhemd (overhemd met open kraag; genoemd naar de Duitse dichter Schiller, 1759-1805) |
ōpun・shoppu-オープン・ショップ | een bedrijf [kantoor] waar de werknemers niet verplicht zijn lid te worden van de vakbond |
oputoerekutoronikusu-オプトエレクトロニクス | Opto-electronica |
ōrai-往来 | relatie; verkering; omgang; communicatie |
oresama-俺様 | (nogal pompeuze, arrogante duiding van zichzelf) ik |
orido-折り戸 | vouwdeur; harmonicadeur |
origami-折り紙 | waarmerk; keurmerk; certificaat van echtheid |
orihon-折り本 | vouwboek; harmonicaboek |
orikaeshi-折り返し | refrein (lied, gedicht) |
oriku-折句 | Japans acrostichon (in haiku, waka, en tanka gedichten) |
oriru-下りる | opgeven; (zich) terugtrekken; stoppen (met); vallen (fig.) |
ōrora-オーロラ | poollicht |
osanagao-幼顔 | babyface; kinderlijk gezicht |
oshi-押し | druk; gewicht |
oshidori-鴛鴦 | mandarijneend (Aix galericulata) |
oshikakeru-押しかける | (onuitgenodigd) binnenvallen; zichzelf uitnodigen |
oshirase-お知らせ | bericht; mededeling; melding; in kennis stelling |
oshiroi-白粉 | witte (gezichts)poeder [make-up poeder] |
oshisemaru-押し迫る | op komst [op handen] zijn; naderen; dichterbij komen |
oshiwakeru-押し分ける | opzij drukken; uit elkaar duwen; zich een weg banen (door) |
osumitsuki-御墨付き | certificaat, toestemming, document met handtekening |
otasshi-御達し | (officiële) mededeling; kennisgeving; aankondiging; proclamatie |
otetsudaisan-お手伝いさん | huishoudelijke hulp (meestal in een particuliere huishouding) |
otokozuki-男好き | lichtzinnigheid; losbandigheid; een verliefde [losbandige] vrouw |
ōtoribāsu-オートリバース | automatische omkering (van afspeelrichting) |
otozure-訪れ | bericht; nieuws |
otsutome-御勤め | (beleefde vorm van 勤め) plicht; verplichting; taak; opdracht |
ousu-御薄 | lichte [slappe] (groene) matcha thee |
ō・dī・ē-オー・ディー・エー | Officiële Ontwikkelingshulp (Official Development Assistance) |
ō・ē-オー・エー | kantoorautomatisering (office automation) |
ō・eru-オー・エル | (office lady) kantoormedewerkster; vrouwelijke beambte |
ō・ichigonana-オー・いちごなな | Escherichia coli (bacterie) |
ō・ī・shī・dī-オー・イー・シー・ディー | (Organization for Economic Cooperation and Development) Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) |
paburikku・inborubumento-パブリック・インボルブメント | burgerparticipatie in beleidsvoering |
paburikku・rirēshonzu-パブリック・リレーションズ | public relations; zakelijke betrekkingen |
pairotto・ranpu-パイロット・ランプ | controlelampje; indicatielamp |
pairotto・shoppu-パイロット・ショップ | een winkel waar producenten en lokale overheden nieuwe producten verkopen om uit te proberen hoe de trends zich ontwikkelen bij consumenten |
pan-パン | pan Americanisme |
panjī-パンジー | driekleurig viooltje (Viola tricolor) |
panorama-パノラマ | panorama; weids landschap; weids uitzicht |
parachion-パラチオン | parathion (zeer giftig insecticide) |
paramedikaru-パラメディカル | paramedisch; paramedicus |
parunashian-パルナシアン | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
parusā-パルサー | pulsar (een hemellichaam dat regelmatig pulsen van radiogolven en röntgenstralen uitzendt) |
pāsonaru・komyunikēshon-パーソナル・コミュニケーション | persoonlijke communicatie |
pechikōto-ペチコート | petticoat; onderrok |
pedikyua-ペディキュア | pedicure (voetverzorging) |
penishirin-ペニシリン | (med.) penicilline |
peresutoroika-ペレストロイカ | perestroika (hervormingspolitiek in de Sovjet-Unie, van Michail Gorbatsjov) |
pesuto-ペスト | pesto (Italiaanse saus met basilicum) |
petenshi-ペテン師 | (Chin.: bēngzi) zwendelaar; oplichter; bedrieger |
petikōto-ペティコート | petticoat; onderrok |
pēzurī-ペーズリー | paisley, abstract kleurenpatroon in stoffen (genoemd naar de plaats Paisley in Schotland, waar kasjmier sjaals met paisley motief werden gefabriceerd) |
pichikāto-ピチカート | pizzicato; (snaren) tokkelend (muziekterm) |
piero-ピエロ | clown; pierrot (trieste clown, met witgeschminkt gezicht) |
pieta-ピエタ | piëta (een voorstelling van Maria met het lichaam van de gestorven Jezus op haar schoot) |
pikkoro-ピッコロ | piccolo (muziekinstrument) |
pikotto-ピコット | picot (gekartelde band of gehandwerkte boogjes als versiering) |
pikunikku-ピクニック | picknick |
pikutogurafu-ピクトグラフ | pictogram; hiëroglief |
pinhane-ピン撥ね | het zich toe-eigenen van een deel van geld of goederen van anderen |
piru-ピル | anticonceptiepil |
pirugurimu・fāzāzu-ピルグリム・ファーザーズ | Pilgrim Fathers (groep Engelse puriteinen, die in 1620 naar Amerika gingen en daar een kolonie stichtten) |
pītan-ピータン | duizendjarig ei (Chinese delicatesse) |
pītā・pan・shindorōmu-ピーター・パン・シンドローム | peterpansyndroom; peterpancomplex (mannen die zich niet kunnen aanpassen aan de volwassen samenleving) |
pitekantoropusu・erekutosu-ピテカントロプス・エレクトス | Javamens (Homo erectus javanicus) |
piza・pai-ピザ・パイ | pizza; pizza in quichevorm |
pī・āru-ピー・アール | (public relations) pr; zakelijke betrekkingen |
pī・efu・ai-ピー・エフ・アイ | (private finance initiative) particuliere financieringsinitiatieven |
pī・kēsen-ピー・ケー戦 | (penalty kick shoot-out) strafschoppenserie om een wedstrijd te beslissen |
pī・tī・esu・dī-ピー・ティー・エス・ディー | (post-traumatic stress disorder) posttraumatische stressstoornis |
poemu-ポエム | gedicht; vers |
pōkāfēsu-ポーカーフェース | pokerface; onbewogen gezicht |
pokkari-ぽっかり | licht (zwevend; drijvend) |
ponbiki-ぽん引き | zwendelaar; oplichter |
pondo-ポンド | pond (gewicht); pond (munteenheid) |
ponkan-ポン柑 | Ponkan mandarijn (Citrus reticulata) |
poppu・āto-ポップ・アート | popart (stijlrichting in beeldende kunst) |
porikō-ポリ公 | (afgeleid van het Engels: police; informeel, ook beledigend) politieagent |
posutā-ポスター | poster; affiche |
posuto-ポスト | post; berichten |
potto-ぽっと | plotseling (verschijnen; oplichten; flitsen] |
puerutoriko-プエルトリコ | Puerto Rico |
puraibēto・firumu-プライベート・フィルム | particuliere film (gemaakt als persoonlijke expressie, voor specifieke kringen) |
puraimu・taimu-プライム・タイム | primetime (zendtijd met de grootste luister- of kijkdichtheid) |
puramoderu-プラモデル | handelsmerknaam voor een plastic model |
purasuchikku-プラスチック | plastic; kunststof |
purasuchikkukeshigomu-プラスチック消しゴム | plastic gum [vlakgom; wisser] |
purasuchikkumoderu-プラスチック・モデル | plastic model |
purēgaido-プレーガイド | ticketbureau; plaatsbesprekingsbureau; kaartverkoper |
purehabu-プレハブ | (afk. van prefabricated building) bouw-constructiemethode waarbij componenten vooraf in een fabriek worden gemaakt en op locatie in elkaar gezet |
pureparāto-プレパラート | preparaat (voor microscopisch onderzoek) |
puresu-プレス | de pers; journalisten; media; persberichten |
puresu・rirīsu-プレス・リリース | perscommuniqué; persverklaring; persbericht |
purofinterun-プロフィンテルン | ProfIntern, internationaal syndicaat (ook bekend als de Rode Internationale van Vakbonden, of Rode Vakbondsinternationale, RVI) |
puroguramu-プログラム | (computer) programma; applicatie |
puropaganda-プロパガンダ | propaganda; publiciteit |
rabēji-ラベージ | lavas (plant, Levisticum officinale) |
raikō-雷光 | bliksem; bliksemschicht; bliksemflits |
raishin-来信 | ingekomen [ontvangen] brief [bericht] |
raisu・bouru-ライス・ボウル | Rice bowl (jaarlijkse nationale American football kampioenschap in Japan) |
raitingu-ライティング | verlichting; het verlichten |
raito-ライト | licht |
raitoban-ライトバン | lichte bestelwagen; bestelauto; bestelbusje |
raitofuraikyū-ライトフライ級 | lichtvlieggewicht (gewichtsklasse boksen) |
raitohebīkyū-ライトヘビー級 | lichtzwaargewicht (gewichtsklasse boksen) |
raitokyū-ライト級 | lichtgewicht (gewichtsklasse bij vechtsporten) |
raito・bīru-ライト・ビール | licht bier (bier met laag percentage alcohol) |
rajikaru-ラジカル | extreem (gedrag); radicaal (politiek) |
rajikaru-ラジカル | radicaal (chemie) |
rakuhatsu-落髪 | het zich laten kaalscheren voor men in een (boeddhistisch) klooster gaat; tonsuur |
rakusho-落書 | schotschrift; hekeldicht |
rakushu-落首 | satirisch gedicht; hekeldicht |
ran-卵 | eicel |
ran-藍 | indigo, donkerblauwe kleur (verkregen uit de Chinese indigo plant, Polygonum tinctorium; Persicaria tinctoria) |
ranpu-ランプ | lamp; licht |
ransha-乱射 | wilde schietpartij (zonder aanleiding en gerichtheid) |
ranshi-卵子 | eicel; ovum |
rashin-裸身 | een naakt lichaam |
ratai-裸体 | naakt lichaam |
rēberu-レーベル | label; sticker |
refarensu・sābisu-レファレンス・サービス | informatie dienst [service] |
reikai-例解 | illustratie; toelichting; uitleg (met voorbeelden) |
reikin-礼金 | beloning (geld); honorarium; vergoeding; gratificatie |
reiniku-霊肉 | lichaam en ziel [geest] |
reireishii-麗麗しい | opzichtig; opvallend |
reisei-冷静 | kalmte; rust; bedaardheid; evenwichtigheid |
reiyaku-霊薬 | wondermiddel (medicijn) |
rejime-レジメ | resumé; samenvatting; overzicht; synopsis |
rejume-レジュメ | resumé; samenvatting; overzicht; synopsis |
reki-歴 | (in kanji combinaties) historisch (overzicht); chronologisch |
rekishika-歴史家 | historicus; geschiedkundige |
rekishō-暦象 | astronomische almanak met de omlooptijd van hemellichamen (planeten, manen sterren, e.d.) |
rekishō-暦象 | hemellichamen |
rekuchā-レクチャー | instructie; voorlichting; uitleg |
ren-聯 | twee bij elkaar horende regels in een lüshi, een klassiek-Chinese dichtvorm; stanza; strofe |
ren-連 | een couplet; strofe (van een gedicht) |
renga-連歌 | kettingvers; kettinggedicht |
renge-蓮華 | de plant Astragalus sinicus |
rengesō-蓮華草 | de plant Astragalus sinicus |
renka-恋歌 | liefdeslied; liefdesgedicht |
renpai-連俳 | een paar haiku gedichten |
renraku-連絡 | verbinding; contact; communicatie |
renrakusuru-連絡する | contact maken (met); communiceren; laten weten |
renrakuwaza-連絡技 | (judo) combinatietechnieken (in een andere richting) |
rensai-連載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven |
renzokuhōka-連続放火 | een reeks brandstichtingen |
renzokuwaza-連続技 | (judo) combinatietechnieken (in dezelfde richting) |
ren'yōsuru-連用する | voortdurend [langdurig; doorlopend] gebruiken [innemen] (b.v. medicijnen) |
repurika-レプリカ | replica; kopie; model; nabootsing |
rētingu-レーティング | (Eng.: rating) beoordeling; classificatie; notering |
rēzā-レーザー | laser (= light amplification by stimulated emission of radiation; een apparaat dat een smalle coherente bundel licht voortbrengt) |
ri-理 | rede; verstand; logica |
riakushon-リアクション | (mechanica) reactie; tegenbeweging |
rīdo-リード | leidraad; richtsnoer |
rigaku-理学 | natuurwetenschap; fysica |
rihitā・sukēru-リヒター・スケール | de schaal van Richter |
rikai-理解 | begrip; inzicht; doorzicht |
rikaon-リカオン | Afrikaanse wilde hond; hyenahond (Lycaon pictus) |
rīku-リーク | lekkage (van electriciteit); stroomlekkage; kortsluiting |
rikutsu-理屈 | reden; logica; theorie |
rimupakku-リムパック | the Rim of the Pacific Exercise ('s werelds grootste internationale maritieme oorlogsoefening) |
riniamōtā・kā-リニアモーター・カー | magneetzweeftrein (Eng.: magnetic levitation train, afk. maglev) |
rinkaku-輪郭 | schets; ontwerp; samenvatting; overzicht |
rinkiōhen-臨機応変 | zich aanpassen aan de omstandigheden; improviseren; op het gevoel afgaan |
rinpa-琳派 | Rinpa, een van de belangrijkste scholen van de Japanse schilderkunst (opgericht in de 17de eeuw) |
rinrigaku-倫理学 | ethica; studie van de ethiek; zedenleer |
rinritsu-林立 | het (als een woud van bomen) dicht op elkaar (recht overeind) staan |
rinritsusuru-林立する | (als een woud van bomen) dicht op elkaar (recht overeind) staan |
rinsen-臨戦 | deelname aan de strijd [oorlog]; zich klaarmaken om te vechten [strijden]; het betreden van het slagveld |
rirekisho-履歴書 | curriculum vitae; cv |
rironka-理論家 | theoreticus |
rishinsenpū-離心旋風 | anticycloon (meteorologie) |
rīsugyō-リース業 | verhuurservice; verhuurbedrijf; leasemaatschappijen |
risuku-リスク | gevaar; risico |
risuku・manējimento-リスク・マネージメント | risicomanagement; risicobeheer |
ritaia-リタイア | met pensioen gaan; zich terugtrekken |
ritogurafuinkusutikku-リトグラフインクスティック | lithografische inktstick |
rittō-立党 | oprichting [vorming] van een politieke partij |
roakuka-露悪家 | iemand die graag opschept over hoe slecht hij of zij is; iemand die zich voordoet als een slecht persoon |
roban-露盤 | een vierkante plaat bovenin een pagode, waarop de sōrin (lang verticaal ornament is geplaatst |
robata-炉端 | dichtbij [rond] de (open) haard |
robēji-ロベージ | lavas (plant, Levisticum officinale) |
rōdōsōgi-労働争議 | arbeidsconflict |
rōei-朗詠 | voordracht [het voordragen] van een (klassiek) gedicht |
rōhō-朗報 | goed [heuglijk] nieuws; goede berichten |
rōjaku-老弱 | lichamelijke zwakheid op oudere leeftijd; ouderdomsklachten |
rojikku-ロジック | logica; denkleer |
rokō-露光 | (fotografische) belichting |
rōku-老躯 | oud lichaam; oude botten |
rōmakyōkōchō-ローマ教皇庁 | de Curia; het Vaticaan (in Rome) |
romanchisuto-ロマンチスト | romanticus |
rondonkeishichō-ロンドン警視庁 | Scotland Yard (hoofdkwartier van de Londense politie, London Metropolitan Police) |
ronri-論理 | logica |
ronrigaku-論理学 | (studie van de) logica; denkleer |
ronsetsu-論説 | toelichting; commentaar; redactioneel artikel |
roretsu-呂律 | articulatie |
rorikon-ロリコン | Lolita complex (van mannen die zich aangetrokken voelen tot jonge meisjes) |
rorīta・konpurekkusu-ロリータ・コンプレックス | Lolita complex (van mannen die zich aangetrokken voelen tot jonge meisjes) |
rosen-路線 | richting; koers |
rōsō-老僧 | (woord dat door een oude monnik werd gebruikt om naar zichzelf te verwijzen) ik |
rōtai-老体 | oud lichaam; oude persoon |
rotenburo-露天風呂 | een buitenbad; een onsen die zich buiten [in de open lucht] bevindt |
rōtoyu-ロート油 | Roth olie (sulfateerde ricinusolie) |
rō・kī-ロー・キー | onderbelicht (foto, etc.); donker van tint |
ruigainen-類概念 | (logica) een generiek begrip [concept] |
ruikon-涙痕 | de sporen die tranen nalaten (op het gezicht) nadat men heeft gehuild |
rukusu-ルクス | lux (eenheid van lichtsterkte) |
runge-ルンゲ | Carl Runge, Duitse wiskundige (1856-1927); Friedlieb Ferdinand Runge, Duitse chemicus (1795-1867); Philipp Otto Runge, Duitse schilder (1777-1810) |
ryakkai-略解 | korte toelichting [verklaring; uiteg] |
ryakugen-略言 | samenvatting; kort overzicht; synopsis; korte verklaring |
ryakuhitsu-略筆 | overzicht; synopsis; samenvatting |
ryakuhyō-略表 | vereenvoudigde lijst [overzicht] |
ryakujutsu-略述 | korte samenvatting; kort overzicht |
ryakureki-略歴 | kort profieloverzicht; korte (beschrijving van de) persoonlijke geschiedenis (van iemand) |
ryakusetsu-略説 | korte uitleg; samenvatting; (kort) overzicht |
ryakushi-略史 | korte geschiedenis; (kort) historisch overzicht |
ryōchō-寮長 | conciërge; huismeester; slaapzaal opzichter [wacht] |
ryōjō-領城 | districtskasteel (van een daimyo in de Edo periode), als zetel van het bestuur van een district (als een centrale overheid) |
ryōme-量目 | gewicht |
ryōsen-稜線 | bergkam; bergrichel |
ryōshirikigaku-量子力学 | kwantummechanica |
ryōya-良夜 | avond met helder maanlicht; maanverlichte nacht (vooral van de oogstmaan in de herfst, op 13 sept.) |
ryōyaku-良薬 | een goed (werkend) medicijn |
ryūgen-流言 | (ongegrond) gerucht; verzonnen bericht [verhaal]; verzinsel; kletspraatje |
ryūha-流派 | individueel opgerichte scholen in Japanse tradities in b.v. kunst, filosofie, religie, budō, e.d. |
ryūtō-竜灯 | (lett. drakenlicht) het lichten [fosforescentie] op de zee |
ryūtōdabi-竜頭蛇尾 | een veelbelovend begin dat uitloopt op een teleurstellend einde; een anticlimax |
sabiru-錆びる | vastroesten qua geestelijke en [of] lichamelijke bekwaamheden |
sābisu-サービス | dienst; service; assistentie |
sābisu-サービス | service (bij balsporten) |
sābisubumon-サービス部門 | dienstensector; service afdeling |
sābisueria-サービスエリア | (lett.) service gebied (gewoonlijk plek met tankstation, parkeerplaats, winkeltjes en een restaurant) |
sābisuhin-サービス品 | gratis [goedkoop] artikel [product] (als service aan de klant) |
sābisuryō-サービス料 | servicekosten |
sābisu・kosuto-サービス・コスト | servicekosten |
sābisu・kōto-サービス・コート | servicevak (gedeelte van de baan waar men moet serveren bij tennis, badminton, etc.) |
sābisu・māku-サービス・マーク | servicemerk (op service gebaseerd handelsmerk) |
sabita-さびた | pluimhortensia (Hydrangea paniculata) |
sābu-サーブ | service; opslag (tennis) |
saburiminarukōkoku-サブリミナル広告 | subliminale reclame (zonder dat de consument zich ervan bewust is) |
sadameru-定める | pacificeren; vrede stichten; rust en vrede herstellen |
sagi-詐欺 | fraude; bedrog; oplichting; zwendel |
sagishi-詐欺師 | fraudeur; bedrieger; oplichter; zwendelaar |
saibanetikkusu-サイバネティックス | cybernetica; stuurkunde |
saibanken-裁判権 | jurisdictie; rechtspraak; rechtsbevoegdheid; rechtsmacht |
saido-サイド | kant; zij; flank; gezichtspunt |
saidoauto-サイドアウト | (volleybal) serviceverlies |
saiensu・fikushon-サイエンス・フィクション | sciencefiction |
saika-裁可 | (onder de Meiji grondwet) officiële goedkeuring van de keizer voor wetsvoorstellen en begrotingen |
saikōkeieisekininsha-最高経営責任者 | leidinggevende directeur, CEO (chief executive officer) |
saikoku-催告 | kennisgeving, mededeling; melding; bericht; afkondiging |
saikosomatikku-サイコソマティック | psychosomatisch (van lichaam en ziel samen) |
saikuru-サイクル | (elektriciteit) trilling (per seconde); Herz |
saikuru-サイクル | (bicycle) fiets |
saiminzai-催眠剤 | slaapmiddel; narcoticum; hypnoticum |
sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
sairoku-再録 | herdruk; opnieuw drukken [publiceren] |
sairyō-宰領 | toezicht; supervisie |
saitan-歳旦 | afkorting voor saitan-biraki (een bijeenkomst van dichters en hun leerlingen in januari om gedichten te maken over nieuwjaarsdag) |
saitanbiraki-歳旦開き | een Nieuwjaars bijeenkomst waarbij renga en haiku gedichten worden gemaakt en voorgedragen |
saitanchō-歳旦帳 | saitan-chō, een gedichtenbundel uitgegeven ter gelegenheid van de saitan-biraki bijeenkomst |
saiten-再転 | richtingverandering; omschakeling; koerswijziging |
saiu-細雨 | lichte regen; motregen |
sajesuto-サジェスト | een suggestie [voorstel] doen; suggereren; impliceren; aanraden |
sakeru-避ける | zich onthouden van (commentaar, etc.) |
saki-左記 | (verwijzing links van een verticale Japanse tekst, van rechts naar links geschreven) zoals volgt; zoals hierna aangegeven |
sakiyuki-先行き | toekomst; toekomstperspectief; vooruitzicht |
sakoku-鎖国 | afsluiting van het land (duidt op de periode dat Japan zich had afgesloten van de rest van de wereld, met uitzondering van Nederland en China) |
sakusei-作製 | fabricage; product; productieproces; makelij |
sakusha-作者 | toneelauteur; dramaturg; schrijver; dichter |
sakusō-錯綜 | ingewikkeldheid; gecompliceerdheid |
sakusōsuru-錯綜する | ingewikkeld [gecompliceerd] worden; verstrikt raken |
sakuzatsu-錯雑 | complexiteit; ingewikkeldheid; gecompliceerdheid |
samarī-サマリー | samenvatting; kort overzicht |
san-算 | wichelroede |
sanbunshi-散文詩 | een gedicht in proza |
sandawara-桟俵 | ronde deksel van stro (werd gebruikt voor het afdichten van een baal rijst) |
sando-サンド | sandwich |
sandoitchi-サンドイッチ | sandwich |
sandoitchiman-サンドイッチマン | sandwichman (iemand met reclameborden op borst en rug) |
sangedatsumon-三解脱門 | (lett. poort van de drie bevrijdingen) drie manieren [meditaties] om de Verlichting te bereiken |
sangi-算木 | wichelroede |
sangyō-蚕業 | zijdecultuur; zijde(rups)teelt; sericultuur |
sanka-参加 | deelname; deelneming; participatie; inschrijving |
sankasha-参加者 | deelnemer; participant |
sanken-三権 | de Trias Politica; de drie machten van de staatsinrichting (de wetgevende, de uitvoerende, en de rechtsprekende macht) |
sankenbunritsu-三権分立 | de scheiding der drie machten (Trias politica) in de staatsinrichting (de wetgevende, de uitvoerende, en de rechtsprekende macht) |
sankinkōtai-参勤交代 | (Edo periode) politiek systeem waarbij feodale heren (daimyo) werden verplicht om elk tweede jaar in Edo te verblijven |
sanmon-三門 | (sangedatsumon) drie manieren [meditaties] om de Verlichting te bereiken) |
sanrō-参籠 | het zich terugtrekken in een tempel of schrijn (om zich te wijden aan gebed en contemplatie) |
sanryūseijika-三流政治家 | derderangspoliticus |
sansei-参政 | participatie [deelname] aan de politiek |
sansekisuru-山積する | opstapelen; zich ophopen; bijeenbrengen |
sansuru-産する | produceren; maken; fabriceren |
santoku-三徳 | de drie onderdelen van een vishaak (draad, haak en gewicht) |
santōna-山東菜 | een soort Chinese kool (Brassicaceae-familie) |
sanzendaisensekai-三千大千世界 | de grenzenloze kosmos [drieduizend werelden} na Boeddha's verlichting |
sarasa-サラサ | calico; beschilderd of bedrukt katoen |
sarashinashōma-晒菜升麻 | zilverkaars (Cimicifuga simplex) |
sarichiru-サリチル | salicyl |
sarichirusan-サリチル酸 | salicylzuur |
sarusuberi-百日紅 | Indische sering (Lagerstroemia indica) |
sasageru-捧げる | zich wijden aan; zich opofferen |
sasameyuki-細雪 | lichte sneeuwval; kleine sneeuwvlokjes |
sasara-細ら | heel dun; klein; fijn; licht |
sashichigaeru-刺し違える | zichzelf opofferen om een ander schade toe te brengen |
sashidasu-差し出す | voor zich uithouden; (zijn handen) uitsteken |
sashideru-差し出る | opdringerig zijn; zijn neus ergens in steken (fig.); zich ergens mee bemoeien |
sashihikaeru-差し控える | zich matigen; terughoudend [bescheiden] zijn; zich inhouden |
sashihikaeru-差し控える | afzien van; zich onthouden [weerhouden] van |
sasu-差す | schijnen (zon, licht); zichtbaar zijn |
sasu-指す | wijzen (naar); aanwijzen; richten (op) |
satori-悟り | verlichting; verlichtend bewustzijn |
satori-悟り | begrip; inzicht |
satoru-悟る | (be)merken; zich realiseren; begrijpen; gewaarworden |
se-背 | rug (van lichaam) |
se-背 | lichaamslengte; hoogte |
sei-性 | sekse; geslacht; (grammatica) genus |
seiatsu-制圧 | overwicht; (overwegende) invloed; overheersing |
seibi-整備 | voorbereiding; uitrusting; onderhoud; service |
seibyō-聖廟 | heilig mausoleum (in China met Confucius, in Japan met Sugawara no Michizane) |
seichi-聖地 | (Christendom) het Heilige Land; Palestina; Jerusalem; het Vaticaan |
seidenki-静電気 | statische elektriciteit |
seien-声援 | (mondelinge) aanmoediging; gejuich |
seifukaihatsuenjo-政府開発援助 | Officiële Ontwikkelingshulp (Official Development Assistance, ODA) |
seifuku-正副 | (functie) hoofd- en vice- |
seigen-制限 | beperking; restrictie; begrenzing |
seigo-鮬 | hele jonge Japanse zeebaars (Lateolabrax japonicus; tot 2 jaar oud) |
seihanzai-性犯罪 | zedendelict |
seihō-西方 | het westen; de westelijke richting |
seiin-正員 | volwaardig lid; formeel gekwalificeerd lid |
seijigaku-政治学 | politicologie |
seijika-政治家 | staatsman; politicus (m.); politica (v.) |
seika-正課 | (vak uit) het reguliere leerplan [curriculum) |
seikaku-政客 | politicus; staatsman |
seikyaku-政客 | politicus; staatsman |
seikyōiku-性教育 | seksuele voorlichting |
seimei-清明 | zuiver en helder; helder en licht |
seimen-生面 | nieuwe richting |
seimoku-星目 | (bij het go-spel) een handicap (voor een betere speler) van negen zwarte stenen op de sterpunten |
seinō-性能 | efficiëntie; bekwaamheid; capaciteit; prestatie |
seiriteki-生理的 | lichamelijk; fysiek; fysiologisch; instinctief |
seiryokuzen’yō-勢力善用 | (judo) efficiënt [optimaal] gebruik maken van je kracht [energie] |
seiryōzai-清涼剤 | verfrissing; verfrissend medicijn; tonic; koelmiddel; koelvloeistof |
seisaku-製作 | vervaardiging; productie; fabricage |
seisakusuru-制作する | maken; produceren; fabriceren |
seisan-生産 | productie; fabricage |
seisansho-精算書 | rekeningoverzicht; bankafschrift |
seisansuru-生産する | produceren; fabriceren |
seisei-精製 | zorgvuldige [nauwkeurige] fabricage [vervaardiging] |
seiseisuru-清清する | zich verfrist [opgelucht] voelen |
seishiki-制式 | iets dat gedefinieerd [vastgelegd; officieel; voorgeschreven; reglementair] is |
seishinbyōin-精神病院 | psychiatrisch ziekenhuis; krankzinnigengesticht; gekkenhuis |
seishinhattatsuchitai-精神発達遅滞 | geestelijke [intellectuele] ontwikkelingsstoornis; geestelijk gehandicapt zijn |
seishinshōgaisha-精神障害者 | geestelijk gehandicapte (persoon); persoon met geestelijke [verstandelijke] beperking |
seishō-清祥 | tekst in een brief om de andere persoon te feliciteren met zijn [haar] gezond en gelukkig leven |
seisō-成層 | stratificatie; laagvorming; gelaagdheid |
seitai-成体 | organisme dat voldoende volgroeid is om zich voort te planten |
seitai-聖体 | het lichaam van Christus; Corpus Christi |
seiton-整頓 | een goede orde [inrichting, rangschikking] |
seiya-星夜 | sterrennacht; avond [nacht] met sterrenlicht |
seiyaku-制約 | beperking; restrictie; voorwaarde |
seiyaku-製薬 | vervaardiging van geneesmiddelen [medicijnen] |
seiyū-声優 | stemacteur (m); stemactrice (v) |
seizō-製造 | vervaardiging; productie; fabricage |
seizoroi-勢揃い | samenkomst; het bijeenkomen; zich verzamelen |
seizōsuru-製造する | vervaardigen; produceren; fabriceren |
sēji-セージ | salie (Salvia officinalis) |
sekakkō-背格好 | (iemands) lichaamsbouw; grootte; gestalte; statuur |
sekimu-責務 | plicht; verplichting |
sekinin-責任 | verantwoordelijkheid; taak; verplichting |
sekishokutō-赤色灯 | rood zwaailicht (op voertuigen van politie, ambulance, e.d.) |
sekitangasu-石炭ガス | lichtgas; stadsgas (uit steenkool) |
sekkotsu-接骨 | osteopatie; behandeling [genezing] van botten en gewrichten |
seku-急く | (zich) haasten |
sekushon-セクション | sectie; afdeling; segment; district |
sekushonarizumu-セクショナリズム | particularisme |
semi-蝉 | cicade; krekel |
senburi-千振 | (plant) Swertia japonica |
senden-宣伝 | publiciteit; reclame; advertentie; propaganda |
sendōsuru-扇動する | opstoken; ophitsen; aanstichten; uitlokken; aansporen |
senka-選歌 | selectie gedichten; bloemlezing; een geselecteerd gedicht |
senkaitō-船海灯 | (verplichte) boordlantaarn op schepen op de zeevaart |
senki-戦記 | (waargebeurd of fictief) oorlogsverhaal |
senkōsuru-専攻する | zich specialiseren in; een vakgebied [hoofdvak] kiezen |
senmyōtai-宣命体 | schriftsysteem uit de Nara- (710–794) en vroege Heian-periode (794–1192) (met kleinere karakters voor grammaticale elementen dan voor lexicale) |
sennin-仙人 | kluizenaar; iemand die de wereld van bekommeringen e.d. achter zich heeft gelaten |
sennyū-潜入 | (astronomie) het verschijnsel dat een vaste ster of planeet zich achter de maan begeeft |
senpuku-潜伏 | onderduik; schuilhouding; het zich verbergen [verstoppen] |
senryū-川柳 | senryū (Japanse dichtvorm, humoristische haiku) |
sensai-繊細 | slankheid; tengerheid; fijngevoeligheid; delicaatheid |
senseijutsu-占星術 | astrologie; sterrenwichelarij |
senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een (import)gevoelig product (waarvan de invoer kan worden beperkt of verboden wanneer er risico bestaat dat de binnenlandse markt verstoord wordt) |
senshō-僭称 | het zich een titel aanmeten; (onterecht) een troon opeisen; zich iets toe-eigenen |
sensuji-千筋 | patroon van dunne verticale strepen (op textiel of aardewerk) |
sentankyōfushō-先端恐怖症 | aichmofobie (vrees voor scherpe voorwerpen) |
sentā・pōru-センター・ポール | elektriciteitspaal tussen twee spoorwegen |
sen'yaku-先約 | eerdere verplichting [afspraak] |
seri-芹 | Japanse peterselie; Java waterdropkruid (Oenanthe javanica) |
serifu-台詞 | een vaste uitdrukking; gezegde; cliché |
serufusābisu-セルフサービス | zelfbediening; selfservice; een zelfbedieningswinkel |
sesuji-背筋 | de verticale lijn van de rug (met de ruggengraat) |
sesuna-セスナ | Cessna, (Amerikaans) licht vliegtuig |
setchi-設置 | oprichting; instalatie; instelling; stichting |
setchū-折衷 | compromis; eclecticisme; combinatie van stijlen [denkvormen; werkwijzen] |
setomono-瀬戸物 | aardewerk [keramiek] uit Seto (Aichi prefectuur, Japan) |
setsuden-節電 | electriciteitsbesparing |
setsumeikai-説明会 | briefing; instructieve bijeenkomst; voorlichtingsbijeenkomst |
setsuritsu-設立 | oprichting; stichting |
settei-設定 | oprichting; instelling; vestiging; configuratie |
setteisuru-設定する | oprichten; vestigen; instellen; configureren |
seyaku-施薬 | (verstrekking van) gratis medicijnen |
shachihoko-鯱 | Japanse mythologisch dier met het hoofd van een tijger en het lichaam van een karper |
shaga-射干 | Iris japonica |
shainshō-社員証 | werknemersverklaring; werknemersidentificatie; medewerkerspasje |
shajitsushugi-写実主義 | realisme (richting in de kunst) |
shakaimen-社会面 | (in een krant) de pagina met berichten over algemene [lokale] gebeurtenissen in de samenleving |
shakkanhō-尺貫法 | traditioneel Japans meetsysteem van lengtematen (shaku) en gewichten (kan) |
shakō-斜光 | schuine lichtstraal |
shakō-遮光 | bescherming tegen licht; verduistering |
shashinban-写真版 | lichtdruk; fotogravure |
shashinseihan-写真製版 | lichtdruk proces; fotogravure |
shazaisuru-謝罪する | zich verontschuldigen; zijn verontschuldigingen aanbieden |
sheru-シェル | lichte roeiboot |
shi-矢 | pijl; schicht |
shi-私 | privé; particulier |
shi-詩 | gedicht; vers; poëzie |
shiatsu-指圧 | shiatsu; acupressuur (een massagetherapie waarbij men met vingers en handpalmen druk uitoefent op bepaalde plekken van het lichaam) |
shibirenamazu-痺れ鯰 | siddermeerval (Malapterurus electricus) |
shibireunagi-痺れ鰻 | sidderaal (Electrophorus electricus) |
shibo-皺 | plooi; ribbel; vezelrichting (van stof); nerf; kreukel |
shiboru-絞る | (zich) inspannen; (de hersens) pijnigen; forceren |
shichidō-七道 | de 7 districten van het oude Japan (Tōkaidō, Tōsandō, Hokurikudō, San'yōdō, San'indō, Nankaidō en Saikaidō) |
shichigon-七言 | Chinees gedicht waarbij elke regel uit 7 karakters bestaat |
shichiseki-七赤 | 7de van de 9 astrologische tekens in de Onmyōdō kosmologie (horoscoop en waarzeggerij; verwant aan planeet Venus, windrichting west en element metaal) |
shichō-支庁 | districtskantoor; provinciehuis |
shichōkaku-視聴覚 | de zintuigen gezicht en gehoor (zien en horen) |
shidai-四大 | het menselijk lichaam |
shidai-私大 | particuliere universiteit |
shidareyanagi-枝垂れ柳 | treurwilg (Salix babylonica) |
shiden-師伝 | het onderricht van de meester aan zijn leerlingen [volgelingen]; onderricht [les] krijgen van de meester zelf |
shiden-紫電 | paarse bliksemschicht |
shiden-紫電 | fel licht; glinstering van een (scherp) zwaard |
shidōgenri-指導原理 | leidend principe [grondbeginsel]; richtlijn; leidraad |
shidōhōshin- 指導方針 | leidend principe [grondbeginsel]; richtlijn; leidraad |
shifu-詩賦 | poëzie; gedichten; verzen |
shigai-市街 | stad; dichtbebouwd [dichtbevolkt] gebied |
shigaku-詩学 | poëtica; theorie van de dichtkunst; poëzieleer |
shigaku-詩学 | Poëtica (leerboek over de dichtkunst van Aristoteles) |
shigamitsuku-しがみつく | (zich) vastklampen; vastklemmen |
shihai-紙背 | extra betekenis in tekst die niet expliciet genoemd is |
shiharaifunō-支払い不能 | insolventie (onvermogen om aan een betalingsverplichting te voldoen) |
shiharainōryoku-支払い能力 | solvabiliteit; vermogen om aan betalingsverplichtingen te voldoen |
shiharaisaimu-支払い債務 | betalingsverplichting; aflossen van schuld |
shihi-詩碑 | een stenen monument [gedenkplaat] met een gedicht als inscriptie |
shihō-四方 | vier kanten [zijden; vier richtingen |
shihōhappō-四方八方 | in alle richtingen; van alle kanten |
shihyō-指標 | index; indicator |
shiika-詩歌 | poëzie; gedichten |
shijimi-蜆 | corbicula, tweekleppig schelpdier |
shijin-詩人 | dichter |
shika-史家 | historicus; geschiedkundige |
shika-私家 | eigen woning; particuliere woning |
shika-詩歌 | poëzie; gedichten |
shikai-視界 | gezichtsveld |
shikaku-資格 | kwalificatie; vereiste |
shikamettsura-顰めっ面 | grimas; fronzen gezicht |
shikan-止観 | (Tendai boeddhisme) meditatie waarbij de geest zich concentreert op een enkel object, zonder afleidende gedachten |
shikan-詩巻 | dichtbundel; gedichtenbundel; poëziebundel |
shikansetsu-指関節 | vingergewricht; knokkel |
shikatabanashi-仕方話 | gesticulatie; het praten en tegelijk gebaren maken; spreken met veel lichaamstaal |
shikei-詩形 | versvorm; dichtvorm |
shikibetsu-識別 | indentificatie |
shikibetsubangō-識別番号 | identificatienummer |
shikiken-識見 | inzicht; begripsvermogen |
shikimi-樒 | Japanse steranijs (boom of struik: Illicium anisatum) |
shikin-至近 | zeer nabij; dicht in de buurt; in de directe omgeving |
shikkaku-失格 | ongeschiktheid; niet gekwalificeerd zijn |
shikken-識見 | inzicht; begripsvermogen |
shikku-シック | chic; deftig; elegant |
shikkubirushōkōgun-シックビル症候群 | sickbuildingsyndroom |
shikkuhausushōkōgun-シックハウス症候群 | sickbuildingsyndroom |
shiko-四顧 | het kijken in alle (vier) richtingen [naar alle kanten]; in de buurt [omgeving] |
shikuramen-シクラメン | cyclaam (plant, Cyclamen persicum) |
shikyō-詩境 | poëtische gemoedstoestand (bij het componeren, lezen of reciteren van een gedicht) |
shimaru-閉まる | dichtgaan; (zich) sluiten |
shimeru-閉める | dichtdoen; dicht maken; sluiten; beëindigen |
shimoichidankatsuyō-下一段活用 | vervoeging [verbuiging] van ichidan werkwoorden eindigend op: -eru |
shimonoku-下の句 | de laatste twee regels van een wake [tanka; renga] gedicht |
shīn-シーン | landschap; uitzicht |
shina-科 | Japanse linde (Tilia japonica) |
shinamon-シナモン | kaneelboom (Cinnamomum zeylanicum) |
shinanoki-科の木 | Japanse linde (Tilia japonica) |
shinchō-慎重 | voorzichtigheid; behoedzaamheid |
shinchō-身長 | lichaamslengte; gestalte; postuur |
shindansuru-診断する | diagnosticeren; een diagnose stellen |
shinesain-シネサイン | lichtreclamebord met bewegend beeld |
shingan-真贋 | echtheid of onechtheid; waarheid of onwaarheid; authenticiteit of valsheid; origineel of imitatie |
shingao-新顔 | een nieuwkomer; nieuw gezicht |
shingiron-神義論 | theodicee |
shingō-信号 | verkeerslicht; stoplicht; sein |
shingōmachi-信号待ち | het wachten [wachtend verkeer] voor het stoplicht |
shinguru・purēyā-シングル・プレーヤー | golfer met een eencijferig getal als handicap |
shinigami-死に神 | de (personificatie van de) dood; Magere Hein; de man met de zeis |
shinigao-死に顔 | het gezicht van een dode (mens) |
shiniisogu-死に急ぐ | zich haasten naar de dood; snel op weg zijn naar de dood; op weg naar een voortijdige dood zijn |
shinimi-死に身 | dood lichaam; lijk |
shinjikēto-シンジケート | syndicaat; coalitie van bedrijven; belangenvereniging |
shinjikēto・rōn-シンジケート・ローン | gesyndiceerde lening; syndicaatlening |
shinjin-新人 | nieuweling; nieuwkomer; nieuw lid; rekruut; novice; groentje |
shinjū-心中 | (figuurlijk) je verplicht voelen je lot te verbinden aan een ander (of aan het bedrijf of de organisatie waar je werkt) |
shinkan-新刊 | nieuwe publicatie [uitgave] |
shinkasuru-深化する | zich verdiepen; dieper worden |
shinkenzai-新建材 | synthetisch bouwmateriaal (plastic, vinyl, etc.) |
shinkinōfuzen-心機能不全 | hartinsufficiëntie |
shinkōhōkō-進行方向 | rijrichting; beweging in een richting |
shinkon-身魂 | ziel; lichaam en geest |
shinkotenshugi-新古典主義 | neoclassicisme |
shinkui-身口意 | (in Boeddhisme) een woord voor het menselijk handelen, n.l. doen, spreken en denken (lett. lichaam, mond en geest) |
shinmai-新米 | beginneling; beginner; nieuweling; novice |
shinmaku-心膜 | pericardium; pericard; hartzakje |
shinmakuen-心膜炎 | pericarditis (ontsteking van het hartzakje)) |
shinnō-心嚢 | hartzakje; pericardium |
shinpaisuru-心配する | zich zorgen maken; ongerust zijn |
shinpei-新兵 | nieuwe rekruut [dienstplichtige]; groentje |
shinpon-新本 | nieuw [pas gekocht; net gepubliceerd] boek |
shinro-進路 | (fig.) koers; richting; keuze (voor de toekomst) |
shinsei-真正 | echtheid; authenticiteit |
shinseidai-新生代 | cenozoïcum |
shinseimen-新生面 | een nieuwe richting [fase]; een nieuw gebied |
shinsekkijidai-新石器時代 | neolithicum |
shinsetsu-新設 | oprichting; stichting; instelling |
shinsho-新書 | nieuw (gepubliceerd) boek |
shinsho-新書 | paperback uitgave van een (m.n. non-fiction) boek (in het B6 shinsho-formaat) |
shinshōhitsubatsu-信賞必罰 | het expliciet belonen of bestraffen van gedrag |
shinshuku-伸縮 | expansie en contractie; inkrimping en uitzetting; elasticiteit; flexibiliteit |
shinsō-新装 | verbouwing; herinrichting; renovatie; nieuwe opstelling [uitrusting; aankleding] |
shintai-身体 | lichaam; gestel; fysiek |
shintaigengo-身体言語 | lichaamstaal; gebarentaal |
shintaihappu-身体髪膚 | het hele (menselijk) lichaam (kop tot teen; huid en haar) |
shintaikakubu-身体各部 | lichaamsdeel |
shintaikatsudō-身体活動 | lichamelijke [fysieke] activiteit |
shintaikensa-身体検査 | lichamelijk [medisch] onderzoek |
shintaishōgaisha-身体障害者 | lichamelijk gehandicapte (persoon); persoon met een lichamelijke beperking |
shintakuginkō-信託銀行 | trust bank (die cliënten in staat stelt transacties met elkaar te verrichten door middel van contracten die trusts genoemd worden) |
shintekigaishōgosutoresushōgai-心的外傷後ストレス障害 | (PTSS) posttraumatisch stresssyndroom; posttraumatische stressstoornis (PTSD, post-traumatic stress disorder) |
shintō-神灯 | heilig [goddelijk] licht |
shin'ō-震央 | epicentrum (van aardbeving) |
shin'yaku-新薬 | een nieuw medicijn |
shion-紫苑 | purperaster (bloem: Aster tataricus) |
shippitsusha-執筆者 | schrijver; auteur; medewerker [bijdrager] (aan publicaties) |
shiracha-白茶 | lichtbruine [beige] kleur |
shirakeru-白ける | verkleuren; vervagen; verschieten; wit worden; verbleken; licht worden |
shirakeru-白ける | (arch.) huichelen; veinzen onschuldig te zijn |
shiraneaoi-白根葵 | (plant) Glaudicium palmatum |
shiranui-不知火 | bioluminescentie, het uitstralen van licht door organismen in zee |
shirase-知らせ | bericht; kennisgeving; mededeling |
shirauo-白魚 | Japanse ijsvis (Salangichthys microdon) |
shirei-死冷 | lijkkoude; algor mortis (dalende lichaamstemperatuur na overlijden) |
shirikon-シリコン | silicium |
shirikōn-シリコーン | silicone |
shirikon・airando-シリコン・アイランド | silicon eiland (Kyūshū) |
shirikon・barē-シリコン・バレー | Silicon Valley (in California, regio zijn veel technologiebedrijven) |
shiritsu-私立 | particulier [privé] (instelling) |
shiritsudaigaku-私立大学 | particuliere universiteit |
shiroashige-白葦毛 | lichtgrijs, schimmel(kleur) |
shirogisu-白鱚 | Japanse wijting (Sillago japonica); zilverwijting |
shironanbā-白ナンバー | witte kentekenplaat (gebruikt voor personenauto's, in particulier bezit) |
shirozumi-白炭 | witte [lichte], harde houtskool |
shirozumi-白炭 | witte steenkool (gefabriceerd door het drogen van gehakt hout boven een vuur, zonder carboniseren) |
shīru-シール | sticker; etiket |
shirubāshijō-シルバー市場 | markt [verkoop] (met producten) gericht op de ouderen |
shirubā・māketto-シルバー・マーケット | markt [verkoop] (met producten) gericht op de ouderen |
shirubā・shīto-シルバー・シート | zitplaatsen voor senioren en gehandicapten (in bus, trein, metro, etc.) |
shirubā・wīku-シルバー・ウィーク | Silver Week, in Japan een aantal officiële vakantiedagen achter elkaar |
shiryoku-視力 | gezichtsvermogen; zicht; visus |
shisai-詩才 | talent voor dichten; dichtgave |
shisaku-詩作 | het componeren van gedichten; dichtkunst |
shisan-四散 | verspreiding [verstrooiing] in alle richtingen |
shisansuru-四散する | in alle richtingen verspreiden [verstrooien] |
shisasuru-示唆する | suggereren; voorstellen; impliceren |
shisei-姿勢 | (lichaams)houding; postuur |
shisei-私製 | door particulieren [particulieren bedrijven; organisaties] gemaakt [vervaardigd] |
shisei-試製 | proefproductie; proeffabricage; experimentele productie |
shisei-詩聖 | grote dichter; meester-dichter [-dichteres] |
shisei-詩聖 | eretitel voor de Chinese dichter Du Fu (712 - 770) |
shisen-私撰 | persoonlijke selectie en redactie (van een gedichtenbundel, e.d.) |
shisen-視線 | blik; gezichtslijn; oogopslag |
shisen-詩仙 | een groot [eminent] dichter |
shisen-詩仙 | eretitel van de Chinese dichter Li Bai (ook wel Li Po genoemd; 701-762) |
shisetsu-私設 | particulier; privé (zaak) |
shishin-私信 | privébrief; persoonlijk bericht |
shishin-詩心 | poëtisch gevoel; dichterlijke inspiratie |
shishinkei-視神経 | gezichtszenuw (nervus opticus) |
shisho-司書 | vakgebied m.b.t. boeken en publicaties |
shishobako-私書箱 | een postbus (voor particulieren, in een postkantoor, m.n. hoofdkantoor; sinds 1872) |
shishū-死臭 | de stank [doordringende geur] van een lijk [dood lichaam] |
shishū-詩集 | dichtbundel; gedichtenbundel; poëziebundel |
shishusuru-死守する | zich wanhopig verdedigen; verdedigen met je leven; verdedigen tot de laatste man |
shiso-始祖 | stichter; oprichter; initiatiefnemer; (stam)vader |
shisō-死相 | de schaduw des doods (op iemand's gezicht); doodsblik |
shisō-死相 | het gezicht van een dode |
shisō-詩宗 | een gerenommeerd dichter |
shisō-詩草 | een opzet voor [een voorlopige versie van] een gedicht |
shīsurū-シースルー | doorkijk -; doorzichtig |
shita-舌 | tong (lichaamsdeel) |
shitadai-舌代 | bericht; mededeling |
shitai-姿態 | figuur; gestalte; lichaamshouding |
shitai-死体 | dood lichaam; lijk; kadaver |
shitaiken'ansho-死体検案書 | autopsiecertificaat |
shitamae-下前 | binnenste pand van een kledingstuk dat om het lichaam wordt gewikkeld (b.v. kimono) |
shitamuki-下向き | (de blik) naar beneden gericht; met de ogen naar beneden |
shitatameru-認める | (zich) voorbereiden; zich klaarmaken; regelen |
shitei-視程 | zichtbaarheid |
shiteki-指摘 | aanwijzing; indicatie; commentaar |
shiteki-詩的 | poëtisch; dichterlijk |
shitekisuru-指摘する | aanwijzen; indiceren; (iem.) erop wijzen (dat) |
shiten-視点 | standpunt; gezichtspunt; oogpunt |
shitetsu-私鉄 | particuliere spoorlijn |
shiteyaru-為て遣る | slagen (in); bewerkstelligen; klaarspelen; lukken; vóór zijn; anticiperen |
shitō-私闘 | conflict door persoonlijke rancune [wrok; wrevel] |
shitsumei-失明 | verlies [vermindering] van gezichtsvermogen |
shitsumu-執務 | de uitoefening van de (officiële) functie [taken]; het vervullen van een ambt; het werken |
shitsumusuru-執務する | (officiële) functie [taken] uitoefenen; een ambt vervullen; zijn werk doen |
shitsureisuru-失礼する | zich excuseren |
shiya-視野 | gezichtsveld |
shiya-視野 | gezichtspunt; oogpunt; standpunt; mening |
shiyakyōsaku-視野狭窄 | gezichtsveldbeperking |
shiza-視座 | standpunt; gezichtspunt; mening |
shizentai-自然体 | natuurlijke [ontspannen] (lichaams)houding [pose] |
shizumu-沈む | zich depressief [down;miserabel] voelen |
shī・ai・ē-シー・アイ・エー | CIA, centrale inlichtingendienst van de VS (Eng.: Central Intelligence Agency) |
shī・dī-シー・ディー | (certificate of deposit) depositocertificaat; depositobewijs |
shī・esu-シー・エス | (communications satellite) communicatiesatelliet |
shī・ī・ō-シー・イー・オー | (chief executive officer) president-directeur; algemeen directeur |
shī・kyū-シー・キュー | (call to quarters) code die gebruikt wordt bij communiceren via morsecode |
shī・tī・shī-シー・ティー・シー | (centralized traffic control) centrale verkeersleiding |
shō-証 | bewijs; getuigenis; certificaat |
shō-証 | (boeddh.) de (staat van) verlichting |
shō-頌 | ode; lofdicht; hymne |
shō-頌 | Chinese dichtvorm in Het Boek der Liederen [Boek der Oden] (Shijing) |
shō-頌 | stijlvorm (soms ook in dichtvorm) in kanbun ter verheerlijking [lofprijzing] van keizers en edelen |
shōatsuyaku-昇圧薬 | vasopressor (medicijn) |
shōatsuzai-昇圧剤 | vasopressor (medicijn) |
shoboshobo-しょぼしょぼ | zwak (van lichaam of geest) |
shobun-処分 | het afstand doen [zich ontdoen] van; (uit)verkopen; opruimen; weggooien; verwijderen |
shōchi-勝地 | plaats met goed uitzicht; schilderachtige plek; plaats van historisch belang |
shōchi-召致 | officiële uitnodiging; oproep |
shodai-初代 | de oprichter; grondlegger; stichter |
shōdokuyaku-消毒薬 | ontsmettingsmiddel; antisepticum |
shōgai-傷害 | verwonding; (lichamelijk) letsel |
shōgai-障害 | hindernis; beletsel; obstakel; handicap |
shōgaisha-障害者 | gehandicapte persoon; persoon met een handicap; persoon met een geestelijke of lichamelijke beperking |
shōgaishafukushi-障害者福祉 | welzijnsvoorziening voor gehandicapten |
shōgaishakea-障害者ケア | gehandicaptenzorg |
shōgaishakenrijōyaku-障害者権利条約 | Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (New York, 13-12-2006) |
shōgaishasupōtsu-障害者スポーツ | gehandicaptensport |
shogaku-所学 | studie; onderricht(ing); lering; onderwijs |
shōge-障礙 | hindernis; beletsel; obstakel; handicap |
shōgō-照合 | controle; verificatie; vergelijking |
shōhenshōsetsu-掌編小説 | buitengewoon kort verhaal; handpalmverhaal (flash fiction) |
shohi-諸費 | diverse [niet-gespecificeerde] uitgaven |
shoji-所持 | bezit; het (iets) bij zich dragen [hebben] |
shojoshuppan-処女出版 | iemands eerste publicatie; debuutwerk |
shōkai-詳解 | gedetailleerde uitleg; uitvoerige toelichting |
shokan-所管 | rechtsbevoegdheid; jurisdictie |
shōkaseikaiyō-消化性潰瘍 | maagzweer; ulcus pepticum |
shokatsu-所轄 | rechtsbevoegdheid; jurisdictie |
shōken-小見 | kortzichtigheid; bekrompen blik [mening] |
shoken-書剣 | pen (lett.: boek) en zwaard (voorwerpen die geleerden en schrijvers vroeger altijd bij zich hadden) |
shōken-証券 | waardepapier; effect; certificaat |
shōkentorihikiiinkai-証券取引委員会 | Securities and Exchange Commission (SEC) (Amerikaanse toezichthouder van verschillende effectenbeurzen) |
shōkō-将校 | officier (in het leger, de marine of de luchtmacht) |
shokō-諸公 | (hooggeplaatste) politicus; minister |
shōkobukken-証拠物件 | officieel bewijsstuk |
shōkōi-商行為 | commericiele handeling [activiteit; transactie] |
shōku-承句 | tweede regel in een Chinees gedicht van vier versregels |
shōku-承句 | derde of vierde regel in een Chinees gedicht van zeven of acht versregels |
shokubutsugaku-植物学 | botanie; botanica; plantkunde |
shōkūtō-照空灯 | zoeklicht |
shōmei-照明 | verlichting; belichting |
shōmei-証明 | bewijs; getuigenis; verificatie |
shōmeidan-照明弾 | lichtkogel; lichtgranaat |
shōmeigakari-照明係 | lichttechnicus; belichtingstechnicus; lichtman (b.v. in theater) |
shōmeikigu-照明器具 | verlichtingsarmatuur |
shōmeikōka-照明効果 | lichteffect(en) |
shōmeisho-証明書 | getuigenis; certificaat; getuigschrift |
shōmijūryō-正味重量 | nettogewicht |
shōmon-蕉門 | leerlingen [volgelingen] van Matsuo Bashō (1644 - 1694), een dichter uit de Edo-periode) |
shōmon-証文 | akte; contract; certificaat |
shōnen'in-少年院 | justitiële Jeugdinrichting; opvoedingsgesticht |
shoppusei-ショップ制 | verplicht vakbondslidmaatschap |
shosa-所作 | gedrag; hoe zich te gedragen (bij een bepaalde gelegenheid) |
shōsai-商才 | zakelijk inzicht |
shōsansuru-賞賛する | bewonderen; loven; prijzen; toejuichen; applaudisseren |
shoseki-書籍 | boek(en); publicatie(s) |
shōsenkyoku-小選挙区 | een klein kiesdistrict (met één zetel) |
shōsenkyokuhireidaihyōheiritsusei-小選挙区比例代表並立制 | kiesstelsel bestaande uit kiesdistricten met één zetel en proportioneel vertegenwoordigde kiesdistricten met meerdere zetels |
shōsenkyokusei-小選挙区制 | kiestselsel van kiesdistricten met één zetel |
shōsoku-消息 | nieuws; brief; bericht |
shōsokusuji-消息筋 | informatiebronnen; welingelichte kringen |
shōsuru-称する | zich voordoen als; pretenderen |
shōto-ショート | (short selling) het verkopen van effecten die men niet in eigen bezit heeft (om snel te kunnen anticiperen op koerswisselingen) |
shōto・shōto-ショート・ショート | buitengewoon kort verhaal; handpalmverhaal (flash fiction) |
shōu-小雨 | lichte regen; motregen |
shōuchū-小宇宙 | microkosmos |
shōyaku-生薬 | natuurgeneesmiddel; natuurlijk medicijn (plantaardig of dierlijk) |
shōyo-賞与 | bonus; gratificatie |
shubetsu-種別 | classificatie; sortering |
shubu-主部 | (grammatica) het onderwerp |
shūchūchiryōshitsu-集中治療室 | intensive care (afdeling); ic |
shūchūsuru-集中する | zich concentreren; zich focussen (op) |
shugainen-種概念 | (logica) een specifiek begrip [concept] |
shūgin-秀吟 | een prachtig [voortreffelijk] lied [gedicht] |
shuhigimu-守秘義務 | geheimhoudingsplicht; vertrouwelijkheid; zwijgplicht |
shuhigimuihan-守秘義務違反 | schending van de geheimhoudingsplicht; vertrouwensbreuk |
shuin-朱印 | rood zegel; rode stempelafdruk (vanaf de Muromachi periode tot de Edo-periode voor officiële documenten van het shogunaat) |
shūjigaku-修辞学 | retorica |
shuki-手記 | (voor zichzelf opgeschreven) notities [aantekeningen]; herinneringen; memoires |
shūkō-集光 | (natuurkunde) condensatie; concentratie [focus] (van lichtstralen) |
shūku-秀句 | een uitstekend gedicht; prachtige haiku |
shukuzu-縮図 | microkosmos |
shungen-峻厳 | strictheid; strengheid |
shunkō-春光 | lentelicht; lentekleuren; lentelandschap |
shuppan-出版 | uitgeven; uitgave; publiceren; publicatie |
shuppanbutsu-出版物 | uitgave; uitgifte; publicaties |
shuppanhi-出版費 | publicatiekosten |
shuppanhō-出版法 | publicatiewet |
shuppanken-出版権 | publicatierecht; uitgeversrecht(en) |
shuppansuru-出版する | publiceren; uitgeven |
shūroku-収録 | het publiceren; noteren; samenstelling; drukken |
shuryū-主流 | (fig.) hoofdstroom; heersende stroming; voornaamste trend [richting] (in kunst, cultuur, e.d.) |
shūsei-修正 | verbetering; correctie; rectificatie; revisie; amendement |
shūshokukibōsha-就職希望者 | werkzoekende; sollicitant |
shussan'iwai-出産祝い | felicitaties [cadeaus] bij een geboortefeest |
shusshōshōmeisho-出生証明書 | geboorteakte; geboortecertificaat |
shūwaisuru-収賄する | smeerdgeld aannemen; zich laten omkopen |
shuyaku-主薬 | (bij medicijnen) de basis; hoofdingrediënt; belangrijkste component |
sochira-そちら | die kant (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker); daar; die |
sōchō-総長 | president [rector magnificus] van een universiteit [Hogeschool] |
sōda-ソーダ | soda; natriumbicarbonaat |
sodatsu-育つ | groeien; uitgroeien; zich ontwikkelen (tot) |
sōda・garasu-ソーダ・ガラス | natronkalkglas (soort glas, ook soda-lime-silica-glas genoemd) |
sōden-送電 | elektriciteitstransmissie |
sofisutikēshon-ソフィスティケーション | verfijning; raffinement; elegantie; chic |
sofutonomikkusu-ソフトノミックス | economische beleid dat meer gericht is op informatie en de software industrie |
sofuto・baiku-ソフト・バイク | lichte motorfiets; bromscooter (gemotoriseerde tweewieler met een cilinderinhoud van 50 cc of minder) |
sōgai-窓外 | (hetgeen zich bevindt) buiten het raam |
sōgi-争議 | meningsverschil; geschil; ruzie; twist; conflict |
sōgō-相好 | uiterlijk; gezicht |
sōgyō-創業 | oprichting van een onderneming [bedrijf e.d.] |
sōhan-相反 | tegenstrijdigheid; tegenspraak; contradictie |
sōhō-ソーホー | SOHO (Eng.: small office home office) klein kantoor; thuiskantoor |
sōkankeisū-相関係数 | correlatiecoëfficiënt (van Pearson) |
sōken-創建 | oprichting; stichting |
soketto-ソケット | (elektriciteit) fitting; contactdoos |
sōki-総記 | indeling [classificatie] van een bibliotheekbestand (van boeken, kranten, tijdschriften, etc.) |
sokkin-側近 | het dichtbij een machthebber [hoog geplaatste persoon] staan |
soko-そこ | daar; die plaats (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
sōko-操觚 | het schrijven; poëzie componeren; dichten |
sōkō-相好 | uiterlijk; gezichtsuitdrukking |
sōkoku-相克 | rivaliteit; wedijver; onenigheid; conflict |
sokonuke-底抜け | roekeloos; onvoorzichtig; indiscreet |
sokuei-即詠 | improvisatie (van een gedicht) |
sokuga-側芽 | laterale knop; okselknop (bevindt zich op de kruising van het blad en de stengel van een plant) |
sokugin-即吟 | improvisatie (van een gedicht) |
sokumen-側面 | zijkant; zijaanzicht; flank |
sokusu-即す | zich conformeren met; zich aanpassen aan; zich schikken naar; gebaseerd zijn op |
sokusuru-即する | zich conformeren met; zich aanpassen aan; zich schikken naar; gebaseerd zijn op |
sōmi-総身 | (iemands) hele lichaam; het hele lijf; ten voeten uit |
sonawaru-備わる | voorzien zijn (van); uitgerust [ingericht] zijn (met) |
sonetto-ソネット | sonnet (dichtvorm) |
sonna-そんな | zulke; zo'n; zoals dat [die] (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
sono-その | dat; die (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
son'yō-尊容 | uw gelaat [gezicht] (beleefde term) |
son'yō-尊容 | het gelaat [gezicht] van een Boeddhabeeld |
sōō-相応 | (boeddh.) de verbinding tussen [vereniging van] lichaam en geest |
sorame-空目 | net doen alsof je iets niet ziet; een oogje dichtdoen |
sōran-総覧 | uitgebreid overzicht; compendium; bronnenboek; complete gids |
sorane-空寝 | net doen alsof je slaapt; zich slapende houden |
soraneiri-空寝入り | net doen alsof je slaapt; zich slapende houden |
sorarizēshon-ソラリゼーション | solarisatie (fotografische inversie, waarbij zwart-wit in fotografisch werk wordt omgekeerd door tijdens het ontwikkelen enigszins te overbelichten) |
soratobokeru-空惚ける | zich van de domme houden; net doen alsof je het niet weet |
sore-それ | dat; die (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker) |
soriddo・sutēto-ソリッド・ステート | (elektronica) vaste stof (gebruikmakend van het elektronisch fenomeen van de stof zelf) |
sorimi-反り身 | lichaamshouding met de borst vooruit |
sōrin-叢林 | dichte bebossing; dichtbegroeid bos |
sōrin-相輪 | een verticaal decoratief ornament bovenop een Japanse pagode |
sōritsu-創立 | stichting; oprichting; instelling |
sōryō-総量 | totale [bruto] gewicht [volume; hoeveelheid] |
sōsa-操作 | bediening (van een machine, e.d.); (be)werking; verrichting |
sōsasuru-操作する | bedienen (machine, e.d.); bewerken; verrichten |
sōsetsu-創設 | stichting; oprichting; instelling |
sōsetsusha-創設者 | oprichter; stichter (van een instelling e.d.) |
soshaku-咀嚼 | het verteren; in zich opnemen; begrijpen |
soshakusuru-咀嚼する | verteren; in zich opnemen; verwerken; begrijpen |
sōsharu・apurikēshon-ソーシャル・アプリケーション | sociale software; software waar sociale netwerken op draaien (Engels: social application) |
sōsharu・uea-ソーシャル・ウエア | kleding die gedragen wordt buiten het kantoor indien men persoonlijk met het publiek moet communiceren (Engels: social wear) |
sōshin-瘦身 | een slank [dun] lichaam [figuur] |
sōshin-総身 | het hele lichaam |
sōshin-送信 | doorzending; overdracht (bericht) |
sōshinsuru-送信する | verzenden; doorsturen; overbrengen (bericht) |
sotchi-そっち | die kant (dichter bij de toehoorder dan bij de spreker); daar; die |
sotsugyōshōsho-卒業証書 | (studie) diploma; certificaat |
sou-沿う | zich bevinden op een rij [naast elkaar; langs [parallel} aan] |
soyokaze-微風 | lichte wind; zacht briesje |
sozaisangyō-素材産業 | industriesector die zich bezighoudt met het winnen en raffineren van onbewerkte grondstoffen (b.v. staal, olie, kool, hout, etc.) |
sozō-塑像 | beeld(je) van klei, gips of plastic |
sōzōsuru-想像する | zich verbeelden; zich voorstellen; veronderstellen |
subekukuru-統べ括る | toezicht houden; beheren; controleren |
sūgakusha-数学者 | wiskundige; mathematicus |
sugao-素顔 | onopgemaakt gezicht; gezicht zonder make-up |
sugao-素顔 | echt gezicht (zonder modificatie zoals met fotoshoppen e.d.) |
sugi-杉 | Japanese ceder (Cryptomeria japonica) |
suikazura-忍冬 | kamperfoelie (Lonicera japonica) |
suiminyaku-睡眠薬 | slaappil; slaapmedicatie |
suimitsu-水密 | waterdichtheid |
suiryokuhatsuden-水力発電 | opwekking van elektriciteit uit waterkracht |
suishitai-水死体 | lichaam [lijk] van iemand die is verdronken |
suishoku-水色 | lichtblauw |
suisui-すいすい | (onomatopee) licht; soepel; glijdend; gladjes; vlot |
suitchi・torēdo-スイッチ・トレード | handelswijze waarbij het ene bedrijf zijn verplichting om een aankoop te doen in een bepaald land aan een ander bedrijf verkoopt |
suitō-水痘 | waterpokken; varicellen |
suiyaku-水薬 | vloeibaar medicijn; geneesmiddel in drankvorm; medicinaal drankje |
suji-筋 | logica; (logische) redenering; juistheid; gerechtigheid |
suji-筋 | bron; kanaal; (welingelichte) kringen |
sujibone-筋骨 | spieren en beenderen [botten; skelet]; lichaamsbouw |
sukījō-スキー場 | ski resort; skicentrum; skihelling |
sukimasangyō-隙間産業 | niche-industrie; niche-branche (van een klein gespecialiseerd segment van de handelsmarkt) |
sukkirisuru-すっきりする | zich opgeknapt [opgefrist] voelen |
sukōpu-スコープ | gezichtsveld; vizier |
sukurabu-スクラブ | scrub (gezichtsreiniging) |
sukuramu-スクラム | een dicht opeengepakte menigte; een menselijke keten bij een demonstratie |
sukuranburukōsaten-スクランブル交差点 | schuine oversteekplaatsen; kruispunt waar voetgangers gelijktijdig in alle richtingen kunnen oversteken |
sukurappu・ando・birudo-スクラップ・アンド・ビルド | methode bij het maken van een nieuwe begroting van een organisatie (inefficiënte onderdelen worden geschrapt en vervangen door nieuwe) |
sukuu-救う | (iem.) redden; (iem.'s) lijden verlichten |
sumairī-スマイリー | smiley; emoticon |
sumire-菫 | viooltje (Viola mandshurica) |
sumitsuki-墨付き | document; brief; certificaat |
sumitsuki-墨付き | gezichtskleur; teint; stemming |
sumitsuku-住み着く | zich (ergens) vestigen; gaan wonen |
sumoggu-スモッグ | smog; vervuilde mist; dichte damp |
sunakku-スナック | hapje; tussendoortje; lichte maaltijd |
sunappu-スナップ | (American football) beginpass (door de benen van de center naar de back) |
sunatchi-スナッチ | (gewichtheffen) het trekken |
sūpābaizā-スーパーバイザー | leidinggevende; toezichthouder; opzichter |
sūpā・bouru-スーパー・ボウル | de Super Bowl (de kampioenswedstrijd tussen de twee winnende teams van resp. de American Football Conference en de National Football Conference) |
supekku-スペック | (afk. van specification) specificatie |
supekutakuru-スペクタクル | aanblik; uitzicht |
suppokasu-すっぽかす | (iets) nalaten; ongedaan laten; (een plicht; taak) verwaarlozen [verzaken] |
supureddo-スプレッド | spreiding (van portefeuille, risico's, e.d.) |
surappusutikku-スラップスティック | slapstick (vorm van komedie) |
suritto・kamera-スリット・カメラ | een camera zonder sluiter, maar met een smalle spleet waar het licht doorheen valt (stripfotografie of spleetfotografie) |
surottoru-スロットル | gas minderen; smoren; dichtknijpen |
surumeika-鯣烏賊 | vliegende inktvis (Todarodes pacificus) |
susaru-退る | terugtreden; terugdeinzen; terugschrikken; (zich) terugtrekken |
susugu-濯ぐ | (雪ぐ) zich ontdoen van een smet [schandvlek; vernedering] |
susumu-進む | doorgaan; zich (verder) ontwikkelen |
sutā-スター | ster (hemellichaam) |
sutāto-スタート | START, Strategic Arms Reduction Treaty |
sutearingu-ステアリング | besturing; stuurinrichting |
sutekkā-ステッカー | sticker |
sutētsuman-ステーツマン | staatsman; politicus |
sutikku-スティック | hockeystick |
sutoashugi-ストア主義 | stoïcisme |
sutoatetsugaku-ストア哲学 | stoïcisme |
sutoatetsugakusha-ストア哲学者 | stoïcijn |
sutoikku(na)-ストイック(な) | stoïcijns |
sutoishizumu-ストイシズム | stoïcisme |
sutōkā-ストーカー | stalker (iem. die zich schuldig maakt aan stalking) |
sutoppuraito-ストップライト | stoplicht; verkeerslicht |
sutoppuraito-ストップライト | achterlicht (voertuig) |
sutoretchi-ストレッチ | stretch; elasticiteit; rekmateriaal |
suwapputorihiki-スワップ取引 | ruilcontract (waarbij een partij een bepaalde kasstroom of risico ruilt met dat van een andere partij) |
suzuki-鱸 | (volwassen) Japanse zeebaars (Lateolabrax japonicus) |
suzumeiro-雀色 | licht rood-bruine kleur |
suzumushi-鈴虫 | belkrekel (Meloimorpha japonicus) |
taburakasu-誑かす | bedriegen; oplichten; iem. verleiden (om iets te doen) |
tachiagaru-立ち上がる | terugveren; zich herstellen |
tachiiru-立ち入る | ergens diep op ingaan; zich bemoeien (met andermans zaken) |
tachinaoru-立ち直る | zich herstellen; zit vermannen; terugveren; er weer bovenop komen |
tachiuo-太刀魚 | haarstaartdegenvis (Trichiurus lepturus) |
tachiyuku-立ち行く | standhouden; doorgaan; zich handhaven |
tadasu-正す | rechttrekken (houding, kraag, enz.); rectificeren; herstellen |
tāgetto・māketingu-ターゲット・マーケティング | doelgroep marketing; (doel)gerichte marketing |
tahō-他方 | andere kant [richting] |
tai-体 | lichaam |
taiatari-体当たり | het met het volle gewicht er tegenaan gaan; zich storten op |
taibetsu-大別 | algemene onderverdeling [classificatie] |
taibetsusuru-大別する | ruwweg [algemeen] onderverdelen [classificeren] |
taiden-帯電 | elektrificatie; elektrisering; het onder spanning [stroom] zetten |
taidō-胎動 | tekenen [indicaties] van verandering |
taieki-体液 | lichaamsvocht; lichaamssap |
taigen-体現 | belichaming; incarnatie; personificatie |
taigensuru-体現する | belichamen; model staan voor |
taigyō-大業 | het slagen voor het eindexamen van het officiële promotie-examen in het Ritsuryo-systeem; ook de persoon die dat bereikt |
taiheiyō-太平洋 | de Grote [Stille] Oceaan; de Pacific |
taihitsu-大筆 | meesterwerk in kalligrafie, dichtkunst, proza, e.d. |
taihojutsu-逮捕術 | arrestatietechniek voor politie (om iemand die zich verzet tegen arrestatie de handboeien aan te doen) |
taiiku-体育 | lichamelijke opvoeding; gymnastiek |
taijū-体重 | lichaamsgewicht |
taikaku-体格 | lichaamsbouw; constitutie; fysiek gestel |
taikan-体感 | zintuiglijke waarneming; lichamelijke gevoelens; sensibiliteit |
taikei-体型 | lichaamstype; biotype |
taiki-待機 | het een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
taikisuru-待機する | een kans afwachten; paraat [stand-by] zijn; zich verdekt opstellen; in hinderlaag liggen |
taikutsusuru-退屈する | zich vervelen |
taikyakusuru-退却する | zich terugtrekken; zich overgeven |
taikyoku-大局 | algemene [globale] situatie [omstandigheid]; algemene [globale] toestand; breder geheel; het grote beeld; het algehele overzicht |
taimenkōtsū-対面交通 | met het gezicht naar [aan de kant van de weg van] tegemoetkomend verkeer lopen |
taimō-体毛 | lichaamshaar |
tainai-体内 | binnen [in] het lichaam |
tainichi-対日 | ten opzichte van [met betrekking tot] Japan; wat Japan betreft; met Japan |
taion-体温 | lichaamstemperatuur |
taionkei-体温計 | thermometer; temperatuurmeter (lichaam) |
tairyoku-体力 | lichaamskracht; fysieke kracht; uithoudingsvermogen |
taisabaki-体捌き | (judo) draaiende beweging van het lichaam |
taiseki-退席 | vertrek; (zich) terugtrekken; opstaan (uit je stoel); weggaan |
taishibōritsu-体脂肪率 | lichaamsvetpercentage |
taishitsu-体質 | fysieke [lichamelijke] gesteldheid |
taishoku-大食 | vraatzucht; gulzigheid; grote eetlust; het veel eten; zich volproppen |
taishū-体臭 | lichaamsgeur |
taiten-大典 | (boeddh. naam) Taiten, priester van de Rinzai-sekte (Zen boeddhisme) met een groot aantal dichtwerken op zijn naam (Edo-periode) |
taitorōpu-タイトロープ | (fig.) (dansen op) het slappe koord (risicovolle onderneming) |
taitoru-タイトル | titel; naam (van een boek, verhaal, gedicht, film, muziekstuk etc.) |
taiyō-太陽 | bron van geluk [vreugde; hoop]; licht (fig.) |
taiyōkō-太陽光 | zonlicht |
taiyōtō-太陽灯 | hoogtezon; zonlichtlamp |
takaburu-高ぶる | zich hooghartig [bazig; trots] gedragen; uit de hoogte doen |
takaburu-高ぶる | zich opwinden; zich druk [zenuwachtig] maken |
takaha-鷹派 | haviken; hardliners; radicale groep [factie] |
takana-高菜 | Japanse grote rode mosterdplant (Brassica juncea var. integrifolia) |
takitsukeru-焚き付ける | aanstichten; opruien; opstoken; ophitsen |
takuan-沢庵 | (gele) ingemaakte daikon (rettich) |
tamaru-溜まる | zich opstapelen [verzamelen]; aangroeien; oplopen; blijven liggen |
tamaru-貯まる | gespaard worden; zich opstapelen |
tanbishugi-耽美主義 | estheticisme |
tangan-嘆願 | smeekbede; petitie; pleidooi; (officieel) verzoek\ |
tanka-短歌 | een Japans gedicht bestaande uit vijf regels met 31 lettergrepen (5-7-5-7-7) |
tanka-譚歌 | ballade; verhalend gedicht [lied] |
tankōbon-単行本 | een los boek (als zelfstandig werk gepubliceerd, in tegenstelling tot een boek dat deel uitmaakt van een serie) |
tanoshimu-楽しむ | (ergens van) genieten; plezier hebben; zich amuseren |
tanren-鍛練 | geestelijke en lichamelijke training [discipline] |
tanshi-短詩 | een kort gedicht |
tanshi-譚詩 | ballade; verhalend gedicht [lied] |
tanshin-短信 | kort bericht; notitie; memo; korte boodschap |
tantan-淡淡 | licht; eenvoudig; natuurlijk; ongedwongen; onverschillig |
tantehōkō-短手方向 | breedterichting |
tanukineiri-狸寝入り | net doen alsof je slaapt; zich slapende houden |
tanzaku-短冊 | een smalle strook papier voor het schrijven van Japanse (waka) gedichten (verticaal) |
tanzeisha-担税者 | belastingplichtige; belastingbetaler |
tan'i-単位 | eenheid van gewicht [lengte]; munteenheid |
tarabagani-鱈場蟹 | rode koningskrab (Paralithodes camtschaticus) |
tare-垂れ | kanji-radicaal links-boven |
tashinamu-嗜む | voorzichtig [bescheiden] zijn |
tashisentakushiki-多肢選択式 | multiple choice; meerkeuze |
tashisentakushikimondai-多肢選択式問題 | meerkeuzevragen; multiplechoicevragen |
tashisentakushikitesuto-多肢選択式テスト | multiplechoicetest; multiplechoicetoets; meerkeuzetoets |
tashō-他称 | derde persoon (grammatica) |
tashō-多少 | enigszins; ietwat; lichtelijk; tamelijk |
tatakiageru-叩き上げる | zichzelf opwerken; van onderaf beginnen |
tatchi・futtobōru-タッチ・フットボール | eenvoudigere variant van het American Football |
tate-縦 | lengte; hoogte; diepte; verticaal; loodrecht; van boven naar beneden; van noord naar zuid |
tatebue-縦笛 | blaasinstrument waar verticaal op geblazen wordt |
tategaki-縦書き | verticaal schrift |
tategumi-縦組み | verticale typografie; verticale leesrichting |
tatejiku-縦軸 | verticale as; y-as |
tatejima-縦縞 | verticale strepen |
tatekomoru-立て籠もる | (zich) terugtrekken (in een kamer) |
tatekomoru-立て籠もる | (zich) verschansen [verschuilen] (in een kasteel, gebouw, e.d.) |
tatemae-建て前 | officieel [publiek; diplomatiek] standpunt; façade |
tatenuki-経緯 | verticaal en horizontaal; lengtegraad en breedtegraad; schering en inslag |
tateru-建てる | bouwen; oprichten |
tatetsuku-盾突く | trotseren; tarten; zich verzetten; niet gehoorzamen; in opstand komen |
tatewari-縦割り | iets verticaal [in de lengte] doormidden delen |
tatewari-縦割り | verticale [hiërarchische] organisatiestructuur |
tatsu-立つ | zichzelf staande houden |
tayōka-多様化 | diversificatie; afwisseling |
tayōkasuru-多様化する | diversificeren; afwisselen; variëren |
tayori-便り | bericht; nieuws; tijding |
tayori-頼り | het vertrouwen [steunen; rekenen; zich verlaten op]; betrouwbaarheid; steunpilaar |
tayoru-頼る | vertrouwen; steunen; rekenen; zich verlaten op |
tazusawaru-携わる | verwikkelen; (erbij) betrekken; zich bezighouden met; meedoen |
tebana-手鼻 | je neus schoonblazen door met je vingers één voor één de neusgaten dicht te drukken |
tefūkin-手風琴 | accordeon; trekharmonica; concertina |
tegami-手紙 | brief; bericht; epistel |
tegaru-手軽 | eenvoud; ongecompliceerdheid |
tegatai-手堅い | vast; evenwichtig |
teiatsu-低圧 | (elektriciteit) laagspanning |
teisei-訂正 | correctie; aanpassing; herziening; rectificatie |
teisha-停車 | het (tijdelijk) stoppen van een voertuig (voor een stoplicht, halte, station, etc.) |
teishin-挺身 | vrijwilliger; het zich als vrijwilliger aanbieden |
teishinsuru-挺身する | zich als vrijwilliger aanbieden; het voortouw nemen |
teiyu-提喩 | synecdoche (stijlfiguur in grammatica en retorica) |
tejika-手近 | dichtbij (de hand) |
tekikakutegata-適格手形 | een bankaccept (gekwalificeerd door de Bank van Japan) |
tekīra-テキーラ | tequila (Mexicaanse alcoholische drank) |
tekitō-滌蕩 | zuivering; reiniging; purificatie (van een verwonding, smet e.d.) |
tekiya-的屋 | straatventer; sjacheraar; oplichter; bedrieger |
tekiyaku-適薬 | het juiste [specifieke] medicijn; passende remedie (voor een bepaalde ziekte) |
tekiyō-摘要 | samenvatting; kort overzicht |
tekunikkusu-テクニックス | Technics, merknaam van Panasonic Corporation |
tekunishan-テクニシャン | technicus; servicemonteur |
tekunokurashī-テクノクラシー | technocratie (economische inrichting van de maatschappij onder leiding van technici) |
tema-手間 | salaris; loon naar werken; geld voor verrichte arbeid |
temachin-手間賃 | salaris; loon naar werken; geld voor verrichte arbeid |
temadai-手間代 | salaris; loon naar werken; geld voor verrichte arbeid |
temae-手前 | mijn gezichtspunt |
temochibusata-手持ち無沙汰 | niets te doen hebben; niets om handen hebben; zich vervelen |
temori-手盛り | zelfservice; zichzelf opscheppen; zichzelf bedienen |
temoto-手元 | dichtbij; bij de hand; onder handbereik |
ten-点 | onderwerp; punt (van aandacht); standpunt; aspect; opzicht |
tenaishoku-手内職 | thuiswerk (doen); handwerk thuis verrichten |
tenareru-手慣れる | zich bekwamen (in); zich eigen maken; gewend raken (aan) |
tenja-点者 | recensent [criticus] van Japanse poëzie (waka, haiku, etc.) |
tenjiru-転じる | draaien; wenden; van richting veranderen |
tenkaisuru-展開する | ontwikkelen; uitspreiden; uitrollen; openvouwen; uitlichten; uitwerken |
tenken-点検 | inspectie; verificatie |
tenkiyohō-天気予報 | weerbericht; weersvoorspelling; weersverwachting |
tenma-伝馬 | lichter; platbodem (vaartuig) |
tenmabune-伝馬船 | lichter; bladbodem (vaartuig) |
tenmado-天窓 | dakraam; een opening in het dak of het plafond (om bijv. licht binnen te laten of rook te laten ontsnappen) |
tenmasen-伝馬船 | lichter; bladbodem (vaartuig) |
tenmetsu-点滅 | het knipperen; aan en uit gaan (van licht) |
tenseki-典籍 | boek; publicatie |
tenseki-転籍 | registratie van overplaatsing (van woonplaats, studierichting, school, etc.) |
tenshin-転進 | koerswijziging; verandering van richting |
tenshutsutodoke-転出届 | aangifte [kennisgeving] van verhuizing; verhuisbericht |
tensu-テンス | tijdsvorm; tempus (grammatica) |
tentai-天体 | hemellichaam |
tentō-点灯 | het aandoen [inschakelen] van licht [lampen] (b.v. van autolampen) |
tentō-転倒 | verstoring; verwarring; uit evenwicht; ontsteltenis |
tēpingu-テーピング | het intapen (van gewrichten, e.d.) |
tērā・shisutemu-テーラー・システム | systeem van wetenschappelijke bedrijfsvoering (van Frederick Taylor) |
terekomu-テレコム | telecom; telecommunicatie |
terekomyunikēshon-テレコミュニケーション | telecommunicatie |
tereru-照れる | verlegen [in verlegenheid] zijn; zich opgelaten voelen |
tēruraito-テールライト | achterlicht |
tēruranpu-テールランプ | achterlicht |
tikkā-ティッカー | tikker (toestel dat berichten telegrafisch op papierstroken overbrengt); elektronisch prikbord voor nieuws en beursberichten |
tō-東 | (in kanjicombinaties) oost |
tō-灯 | lamp; licht |
tobihi-飛び火 | rondvliegende vonken [vlammen]; zich verspreidend [overspringend] vuur |
tobihi-飛び火 | (fig.) vonken die overspringen; zich verspreidende gevolgen [effecten] |
tobikakaru-飛びかかる | zich op iemand [iets] storten; aanvallen |
tobirae-扉絵 | frontispice; titelplaat; illustratie bij titelpagina |
tochi-土地 | plaats; gebied; district; regio |
tōei-灯影 | licht; lamp; toorts; lichtschijnsel [flikkering] (van lamp of vuur) |
tōgō-統合 | eenwording; unificatie; integratie |
tōgōsuru-統合する | unificeren; tot eenheid brengen; integreren |
tōhō-東方 | het oosten; oostelijke richting |
tōhon-謄本 | officiële kopie van een familie-register |
tōhyō-灯標 | lichtbaken; lichtboei |
toiawaseru-問い合わせる | informeren (naar); navraag doen; inlichtingen inwinnen |
tōitsu-統一 | eenwording; vereniging; hereniging; unificatie; standaardisatie |
tōji-蕩児 | losbol; libertijn; lichtmis |
tojikomoru-閉じ籠もる | zich afzonderen; zich opsluiten |
tōjiru-投じる | zich toeleggen op; zich wijden aan; zich (enthousiast) ergens op storten |
tōjiru-投じる | toedienen (medicijnen) |
tojiru-綴じる | (dicht)naaien; stikken |
tojiru-閉じる | sluiten; dichtdoen; afsluiten |
tōkatsu-統括 | controle; toezicht; supervisie |
tōkatsu-統轄 | controle; toezicht; supervisie |
tokekomu-溶け込む | opgaan; samengaan; zich aanpassen; assimileren (in een groep) |
tokihogusu-解きほぐす | ontspannen; verlichten (van pijn, e.d.) |
tokinashi-時無し | (afk. voor 時無し大根) een soort daikon [rettich] (die het hele jaar door beschikbaar is) |
tokinashidaikon-時無し大根 | een soort daikon [rettich] (die het hele jaar door beschikbaar is) |
tokkyochō-特許庁 | octrooibureau; octrooicentrum |
tōkō-投稿 | bijdrage (aan een publicatie) |
tokobushi-常節 | kleine zeeoor [abalone] (Sulculus diversicolor supertexta) |
tokubetsuhikidashiken-特別引き出し権 | speciale trekkingsrechten (certificaten in valutasysteem) |
tokubetsuku-特別区 | speciaal district; aparte economische zone |
tokuibi-特異日 | (meteorologie) singulariteit: een specifieke dag waarop een bepaald weertype zich met grote waarschijnlijkheid voordoet |
tokureishi-特例市 | (Japans systeem) classificatie als kernstad (met speciale administratieve bevoegdheden) voor steden met minstens 20.000 inwoners |
tokushuhōjin-特殊法人 | bijzondere onderneming (voor projecten zonder commerciële doeleinden, zoals overheidsbedrijven, bedrijfsverenigingen, stichtingen, e.d.) |
tokutei-特定 | vaststelling; specificering; identificatie |
tōkyū-等級 | classificatie; waardering |
tomadou-戸惑う | de kluts [weg] kwijt zijn; zich geen raad weten; verbijsterd [in de war; verbluft; perplex; beduusd] zijn |
tomonau-伴う | met zich meebrengen; resulteren; gepaard gaan met |
ton-トン | tonnage; ton (eenheid van massa en gewicht in het metrieke stelsel) |
toneriko-梣 | es; essenboom (Fraxinus japonica) |
tonerikozai-トネリコ材 | essenhout; hout van de Japanse es (Fraxinus japonica) |
toonoku-遠退く | zich terugtrekken; langzaam (in de verte) verdwijnen |
toorima-通り魔 | een crimineel die in het wilde weg [blindelings] passanten aanvalt en vernielingen aanricht |
toozakaru-遠ざかる | zich verwijderen; verder weggaan; vervagen; wegsterven |
toozakeru-遠ざける | vermijden; weghouden van; zich onthouden van; uit de buurt blijven; op afstand houden; zich afzijdig houden |
topikkusu-トピックス | TOPIX (Tokyo Stock Price Index, index aandelenbeurs Tokio) |
torigai-鳥貝 | zeeschelp; kokkel (Fulvia mutica) |
toriiru-取り入る | bij iemand in de gratie [in het gevlij] proberen te komen; zich aan iemand opdringen |
torikkusutā-トリックスター | bedrieger; oplichter; zwendelaar; goochelaar |
torikomisagi-取り込み詐欺 | oplichterij; zwendel; flessentrekkerij |
torikotto-トリコット | tricot; gebreide stof; gebreide kleding |
torinoichi-酉の市 | Tori-no-ichi festival (gehouden op de dag van de haan in november bij de Otori-schrijn) |
torishimaru-取り締まる | onder controle hebben; beheren; toezicht houden (op) |
torisumasu-取り澄ます | zich onbezorgd [zelfverzekerd] voordoen; zich een zelfverzekerde houding geven |
toritateru-取り立てる | benadrukken; zich richten op; de aandacht richten op |
tōrō-灯籠 | (Japanse) tuinlantaarn; tuinverlichting |
toroi・onsu-トロイ・オンス | troyounce (|een gewichtsmaat voor edelmetalen, groot 31,1034768 gram) |
toru-執る | doen; uitvoeren; zich inzetten voor; het bevel [de leiding] nemen |
tōsandō-東山道 | Tōsandō, een van de zeven oude wegen in het gebied tussen de Tōkaidō en de Hokurikudō, en onderdeel van de Gokishichidō (五畿七道) |
tōsha-投射 | (licht) projectie; reflectie |
tōshi-透視 | (ergens) doorheen kijken; doorzichtigheid |
tōshin-頭身 | hoofd en lichaam |
tōshin-頭身 | de verhouding tussen hoofdlengte en lichaamslengte |
tōshō-凍傷 | bevriezing (van lichaamsdeel); beschadiging [verwonding] als gevolg van bevriezing |
tōshōkabukashisū-東証株価指数 | Tokyo Stock Price Index; TOPIX (index aandelenbeurs Tokio) |
tōsō-闘争 | gevecht; conflict; oorlog; strijd |
tōsuikeisū-透水係数 | waterdoorlaatbaarheidscoëfficiënt |
tōsuiryōkeisū-透水量係数 | overdraagbaarheidscoefficient |
tōtai-灯体 | verlichting in theater; toneellicht(en); podiumverlichting |
tōtetsu-透徹 | helderheid; doorzichtigheid; transparantie |
totetsu-途轍 | reden; logica |
totetsusuru-透徹する | duidelijk zijn; doorzichtig zijn; helder [transparant] zijn |
tou-問う | zich afvragen; betwijfelen |
tou-問う | uitgeven; publiceren; openbaren |
tōyaku-投薬 | medicatie; medicijnen; recept |
tōyōsuru-盗用する | zich toe-eigenen; plagiaat plegen; plagiëren; frauderen |
tsentonā-ツェントナー | centenaar (oude gewichtsmaat, was in Duitsland 50kg; Zwitserland en Oostenrijk 100kg) |
tserutozakku-ツェルトザック | een lichtgewicht tent (Duits: Zeltsack) |
tsubaki-椿 | camelia; Camellia japonica |
tsubakurame-燕 | zwaluw; boerenzwaluw (Hirundo rustica) |
tsubame-燕 | zwaluw; boerenzwaluw (Hirundo rustica) |
tsūchisuru-通知する | mededelen; berichten; laten weten; informeren; adviseren |
tsūfū-痛風 | jicht |
tsugai-番い | gewricht |
tsuge-黄楊 | buxus (Buxus microphylla) |
tsugumu-噤む | zwijgen; stil zijn; het zwijgen ertoe doen; je mond (dicht)houden; zich stil houden |
tsuinin-追認 | ratificatie; bekrachtiging; bevestiging |
tsuiteha-就いては | daarom; als gevolg daarvan; in dit verband; wat dat betreft; in dat opzicht |
tsukaeru-支える | een drukkend gevoel op de borst hebben, zich bedrukt voelen (door verdriet of zorgen) |
tsukaiwakeru-使い分ける | correct gebruiken (de juiste instrumenten voor de juiste taak gebruiken); zich aanpassen aan de situatie |
tsukamaru-掴まる | zich vastklampen (aan) |
tsukebi-付け火 | brandstichting |
tsukene-付け根 | basis; wortel; gewricht |
tsukisusumu-突き進む | zich een weg banen; voorwaarts stormen [rennen] |
tsukiyo-月夜 | door de maan verlichte nacht; maannacht |
tsukkomu-突っ込む | je neus ergens insteken; zich bemoeien met |
tsukkomu-突っ込む | zich verdiepen in; grondig onderzoeken; een scherpe [kritische] vraag stellen; (in een komisch stuk) schertsen |
tsukuri-作り | uiterlijk; lichaamsbouw |
tsukuriageru-作り上げる | uitvoeren; (op)bouwen; fabriceren; voltooien; uitvinden; bedenken |
tsukuribanashi-作り話 | fictie; verzonnen verhaal; verzinsel; bedenksell |
tsukuru-作る | maken; vervaardigen; fabriceren; in elkaar zetten; bouwen; componeren |
tsukutsukubōshi-つくつく法師 | Walker's cicade (Meimuna opalifera) |
tsuma-端 | een oppervlak loodrecht op de zij- of nokrichting van een gebouw |
tsumikasaneru-積み重ねる | zich opstapelen; ophopen, opeenstapelen |
tsunawatari-綱渡り | het koorddansen; balanceren; risico's nemen |
tsura-面 | gezicht |
tsuriaiomori-釣り合いおもり | tegengewicht; tegenwicht |
tsurikomu-釣り込む | binnenhalen; ophalen; optillen; naar zich toe trekken |
tsurime-つり目 | ogen met naar boven gerichte ooghoeken |
tsurureishi-蔓茘枝 | een bittere soort meloen (Momordica charantia) |
tsūshin-通信 | communicatie; correspondentie; nieuws; bericht; verslag; mededeling |
tsūshinkiban- 通信基盤 | telecommunicatie-infrastructuur |
tsūshinmō-通信網 | communicatienetwerk |
tsūshin'eisei-通信衛星 | communicatiesatelliet |
tsuta-蔦 | Japanse wilde wingerd (Eng.: Boston ivy; Parthenocissus tricuspidata) |
tsutaeru-伝える | doorgeven; berichten; laten weten |
tsūtatsu-通達 | notificatie; aankondiging; kennisgeving |
tsutome-勤め | plicht; verplichting; taak; opdracht; werk; dienst |
tsutomemuki-勤め向き | iemand's zaken [plichten; taken] |
tsutomeru-努める | pogen; wagen; zich inzetten (voor); zijn best doen; zich toeleggen op |
tsutsushimi-慎み | voorzichtigheid; bescheidenheid; terughoudendheid |
tsutsushimu-慎む | letten op; passen op; voorzichtig [tactvol] zijn |
tsutsushimu-慎む | nalaten; afzien van; zich onthouden van |
tsuwabuki-石蕗 | (plant) Farfugium japonicum |
uchichigaeru-打ち違える | verkeerd doen; een fout maken; zich vergissen |
uchideshi-内弟子 | bij een leermeester inwonende student (die huistaken verricht als betaling voor onderwijs) |
uchiharau-打ち払う | (van zich af) slaan; wegslaan; wegvegen; wegjagen |
uchikomu-打ち込む | zich (toe)wijden aan |
uchiwake-内訳 | specificatie (van producten, voorraad, uitgaven, etc.) |
ude-腕 | arm (lichaamsdeel) |
udonge-優曇華 | (plant) ficus racemosa |
uēbu-ウエーブ | golf (elektriciteit, geluid, radio, etc.) |
ueito-ウエイト | gewicht |
ueitorifutingu-ウエイトリフティング | het gewichtheffen |
uerunesu-ウエルネス | gezondheid; lichamelijk welbevinden |
uerutākyū-ウエルター級 | welter gewichtsklasse (boksen) |
uēto-ウエート | gewicht |
uikyō-茴香 | venkel (Foeniculum vulgare) |
uindō・doresshingu-ウインドー・ドレッシング | etalage-inrichting; het etaleren |
uinkā-ウインカー | richtingaanwijzer; knipperlicht |
ukaberu-浮かべる | zich herinneren; voor de geest halen |
ukan-有官 | iemand met een officiële functie [rang; positie] bij de overheid; een ambtenaar |
ukemi-受け身 | (grammatica) de passieve [lijdende] vorm |
ukemotsu-受け持つ | (een taak) op zich nemen [uitvoeren]; (een opdracht) aannemen |
ukeou-請け負う | op zich [voor zijn rekening] nemen; (werk) aannemen |
uketsukeru-受け付ける | ontvangen; aannemen; accepteren; op zich nemen |
ukiagaru-浮き上がる | ontsnappen aan; zich losmaken [bevrijden] |
uma-午 | (windrichting) het zuiden |
umarekawaru-生まれ変わる | (fig.) herboren zijn; totaal veranderd zijn; een nieuwe start maken; zich rehabiliteren |
uminooya-生みの親 | stichter; oprichter; grondlegger |
unaginobori-鰻登り | (lett. een paling die verticaal omhoog (in het water) klimt) het snel stijgen [omhoogklimmen]; omhoogschieten (van prijzen, populariteit, e.d.) |
unbo-雲母 | (mineraal) mica; glimmer |
undō-運動 | lichaamsbeweging; (conditie)training; oefening(en) |
une-畝 | richel (in een veld) |
unmo-雲母 | (mineraal) mica; glimmer |
unza-運座 | bijeenkomst waarbij mensen samen haiku gedichten schrijven over een bepaald onderwerp |
uranari-末生り | metafoor voor (een zwak) iemand met een bleek gezicht |
ureeru-憂える | vrezen; zich zorgen maken; angst hebben |
urisabaku-売り捌く | efficiënt [op grote schaal] verkopen van artikelen; de hele voorraad goederen verkopen |
uruguai・raundo-ウルグアイ・ラウンド | Uruguay-ronde (Internationale onderhandelingen van 1986 tot 1994, die uiteindelijk leidden tot de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie) |
urushi-漆 | lakboom (Rhus verniciflua) |
urushimake-漆負け | huiduitslag door gifsumak (van de plant Rhus radicans) |
urutora-ウルトラ | radicaal |
ushin-有心 | inzicht en beleid |
ushin-有心 | de standaard vorm van een waka gedicht |
ushin-有心 | de serieuze vorm van een renga gedicht |
ussō-鬱蒼 | dichte bebossing; donkere [dicht op elkaar staande] bomen |
usu-薄 | (als prefix) licht; vaag; dun; weinig; schaars |
usuaji-薄味 | licht gekruid; milde smaak |
usuakari-薄明かり | zwak licht; schemering |
usuao-薄青 | lichtblauw |
usubi-薄日 | zwak (zon)licht; een waterig zonnetje |
usucha-薄茶 | lichte [slappe] (groene) matcha thee |
usucha-薄茶 | lichtbruine kleur |
usude-薄手 | lichte verwonding; een klein sneetje |
usugumori-薄曇り | licht bewolkt |
usui-薄い | licht; vaag (van kleur) |
usukuchi-薄口 | zachte smaak; licht op smaak gebracht |
usukuchi-薄口 | dun [fijn; delicaat] voorwerp (b.v. aardewerk, porselein) |
usumurasaki-薄紫 | lichtpaars |
usumurasakiiro-薄紫色 | lichtpaarse kleur |
usuwarai-薄笑い | een vage [lichte] glimlach |
usuzumi-薄墨 | dunne [lichte] zwarte inkt |
utaawase-歌合わせ | waka-gedichtenwedstrijd |
utayomi-歌詠み | het componeren [reciteren] van waka (gedichten) |
utayomi-歌詠み | dichter [dichteres] (van waka) |
utsuru-映る | zich weerspiegelen; gereflecteerd worden |
utsuru-移る | zich verplaatsen; verhuizen |
uwanori-上乗り | het begeleiden [de begeleider; opzichter] van goederen [vracht; lading] tijdens transport |
uwatsuku-浮つく | wispelturig [lichtzinnig; rusteloos] zijn [worden] |
uyokyokusetsu-紆余曲折 | wendingen; complicaties; wisselvalligheden |
uyūsensei-烏有先生 | een denkbeeldig persoon; een fictief karakter |
uzukumaru-蹲る | hurken; bukken; ineenduiken; zich klein maken |
vachikan-ヴァチカン | het Vaticaan |
wabiru-詫びる | zich verontschuldigen |
wabisuke-侘助 | Wabisuke camelia (een variëteit van de Camellia Japonica, met kleine enkele bloemen; vanwege hun eenvoud vaak gebruikt bij theeceremonies) |
wagami-我が身 | mijzelf; zichzelf |
waiya-ワイヤ | elektriciteitskabel; snoer |
waiyaresu-ワイヤレス | draadloze communicatie; draadloos |
waiyaresu-ワイヤレス | (afkorting voor) draadloze microfoon |
waiyaresukyūden-ワイヤレス給電 | draadloze voeding [elektriciteitsaansluiting] |
waiyaresutsūshin-ワイヤレス通信 | draadloze communicatie |
waiyaresu・maiku-ワイヤレス・マイク | draadloze microfoon |
waiyaresu・maikurohon-ワイヤレス・マイクロホン | draadloze microfoon |
wai・daburyū・shī・ē-ワイ・ダブリュー・シー・エー | Young Women’s Christian Association, een beweging die zich inzet voor leiderschap en rechten van vrouwen en meisjes |
waka-和歌 | waka (klassieke Japanse dichtvorm) |
wakadoshiyori-若年寄 | een jongere die zich als een oudere gedraagt |
wākahorikku-ワーカホリック | workaholic. iemand die verslaafd is aan zijn werk; iemand die veel werkt |
wakaisuru-和解する | zich verzoenen; verzoend worden (met); (ruzie) bijleggen |
wakamuki-若向き | bestemd voor [gericht op] jonge mensen |
wakamurasaki-若紫 | licht paars |
wakareru-分かれる | verdeeld worden; zich vertakken [verspreiden] |
wakaru-分かる | duidelijk zijn; begrijpen; zich realiseren |
wakazukuri-若作り | zich jong kleden; zich jonger kleden dan de eigen leeftijd |
wakiku-脇句 | tweede vers van een renga of een renku (Japans kettinggedicht) |
wanman-ワンマン | één man die de leiding heeft [die alle macht naar zich toetrekt]; tiran; dictator |
waraigao-笑い顔 | (glim)lachend gezicht |
waraitobasu-笑い飛ばす | iets weglachen; zich er met een (glim)lach vanaf maken |
ware-我 | ik; mijzelf; zichzelf |
waregachini-我勝ちに | het streven [dringen] om de eerste te zijn; ieder voor zich |
waremonochūi-割れ物注意 | (op bagage, pakketten, etc.) voorzichtig [pas op], breekbaar! |
waresakini-我先に | het streven [dringen] om de eerste te zijn; ieder voor zich |
warubireru-悪びれる | (dit w.w. wordt gebruikt in ontkennende zinnen) te verlegen zijn; zich klein [minderwaardig] voelen; rusteloos [zenuwachtig] zijn |
waruburu-悪ぶる | zich (ten onrechte) voordoen [gedragen] als een schurk [slechterik] |
warui-悪い | zich slecht [ziek] voelen |
wasabi-山葵 | (plant) Eutrema japonicum |
wasuru-和する | passende dichtregels maken als antwoord op een andere dichtregels [verzen] |
watakushiritsu-私立 | particulier; privé (instelling) |
watakushisuru-私する | zich toe-eigenen |
watarizome-渡り初め | de (officiële) opening van een nieuwe brug |
webuapuri-ウェブアプリ | webapplicatie |
webu・sābisu-ウェブ・サービス | webdienst; webservice |
web・apurikēshon-ウェブ・アプリケーション | webapplicatie |
wiketto-ウィケット | wicket (bij cricket) |
windouzu-ウィンドウズ | Windows (het computerbesturingssysteem van Microsoft) |
windouzu・sābisupakku-ウィンドウズ・サービスパック | Windows Service Pack |
wiruowisupu-ウィルオウィスプ | dwaallicht |
yabukōji-藪柑子 | (plant) Ardisia japonica (marlberry) |
yadake-矢竹 | pijlbamboe (Pseudosasa japonica) |
yadoru-宿る | verblijven; zich ophouden; zich bevinden (in) |
yadosu-宿す | bevatten; omvatten; huisvesten; in zich hebben |
yagiza-山羊座 | (sterrenbeeld) Steenbok (Capricornus) |
yajirobee-弥次郎兵衛 | één van de twee hoofdpersonen uit het boek Tōkaidōchū Hizakurige (Jippensha Ikku, gepubliceerd 1802-1822) |
yakei-夜景 | aanzicht [uitzicht] bij nacht; nachtelijk aanzicht [uitzicht] |
yakka-薬価 | medicijnprijzen; de vergoeding voor medicijnen |
yaku-薬 | narcotica; drug(s); verdovend middel |
yakubutsu-薬物 | geneesmiddel; medicijn; medicament |
yakubutsu-薬物 | (politieterm) drugs; narcotica |
yakudoku-薬毒 | gif in een medicijn; een giftige stof in medicijnen |
yakuhin-薬品 | medicijn; geneesmiddel; chemisch produkt |
yakuin-役印 | een officieel zegel [stempel]; ambtstempel |
yakuri-薬理 | werking [effect] van medicijnen |
yakurisayō-薬理作用 | medicinale werking; de werking van geneesmiddelen |
yakurō-薬籠 | medicijnkist |
yakusai-訳載 | vertaling van een artikel [publicatie] |
yakusatsu-扼殺 | wurging (het dichtknijpen van de keel) |
yakushi-訳詩 | vertaald gedicht; vertaling van een gedicht |
yakushin-薬疹 | huiduitslag als bijwerking van medicijngebruik |
yakushoku-役職 | een officieel ambt; officiële functie |
yakushu-薬酒 | medicijndrank; geneeskrachtige [medicinale] drank |
yakuzai-薬剤 | een medicijn; farmaceutisch product |
yamabuki-山吹 | Ranonkelstruik (Kerria japonica) |
yamagiwa-山際 | bergkam; bergrichel; bergrug |
yamahototogisu-山時鳥 | paddenlelie (Tricyrtis macropoda) |
yamaimo-山芋 | Japanse bergyam (Dioscorea japonica ) |
yamake-山気 | ondernemend persoon; iemand die graag risico's neemt |
yamaki-山気 | ondernemend persoon; iemand die graag risico's neemt |
yamakke-山っ気 | ondernemend persoon; iemand die graag risico's neemt |
yamanari-山形 | de vorm van een berg; een chevron (een omgekeerde V als onderscheidingsteken, b.v. op de mouw van een officier) |
yamanoimo-山の芋 | Japanse bergyam (Dioscorea japonica ) |
yamanote-山の手 | Yamanote, district van Tokio |
yamashi-山師 | goudzoeker; avonturier; gelukzoeker; speculant; oplichter |
yamatoimo-大和芋 | Japanse yam (soort aardappel, Dioscorea japonica) |
yamatouta-大和歌 | traditioneel Japanse gedicht (waka) |
yami-闇 | hopeloosheid; uitzichtloosheid |
yamine-闇値 | de prijs op de zwarte markt; een prijs die niet de officieel vastgestelde prijs is |
yamisōba-闇相場 | de prijs op de zwarte markt; een prijs die niet de officieel vastgestelde prijs is |
yan'ya-やんや | toejuichingen (zoiets als: Ned. bravo!; (Eng. wow); luid applaus |
yasei-野生 | (een nederige term om naar zichzelf te verwijzen) ik; mij |
yasen-野選 | (honkbal) fielder's choice; de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
yaseru-痩せる | afvallen; gewicht verliezen |
yashi-野史 | onofficiële [particuliere] geschiedschrijving (term binnen de Chinese geschiedschrijving) |
yashu-野手 | (honkbal, cricket) veldspeler; verrevelder |
yashusentaku-野手選択 | (honkbal) fielder's choice; de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
yasui-安い | frivool; zorgeloos; onvoorzichtig; indiscreet |
yasuragu-安らぐ | gemoedsrust hebben; zich op zijn gemak voelen; gerust [zonder zorgen] zijn |
yasushi-安し | makkelijk; zacht; licht |
yasuukeai-安請け合い | een ondoordachte [lichtvaardige] belofte |
yasuukeaisuru-安請け合いする | lichtvaardig [overhaast] een belofte doen (die men niet kan nakomen) |
yasuuri-安売り | op lichtvaardige wijze bereidwillig zijn |
yatsude-八つ手 | vingerplant (Fatsia japonica) |
yawarageru-和らげる | verzachten; matigen; verlichten |
yayakoshii-ややこしい | ingewikkeld; complex; gecompliceerd; onoverzichtelijk; verwarrend |
yō-陽 | yang; het licht; de zon; het positieve; de positieve [lichte] kant |
yobiokosu-呼び起こす | (in je herinnering) oproepen; zich herinneren |
yobitsukeru-呼び付ける | iem. bij zich roepen; oproepen; sommeren |
yōbō-容貌 | gelaatstrek; gelaatsvorm; gezichtsvorm |
yōdai-容態 | (medische) aandoening [kwaal]; lichamelijke gesteldheid [conditie] |
yōhin-洋品 | westerse artikelen (veelal kleding, accessoires, cosmetica, etc.) |
yōhon-洋本 | een westers boek; boek gepubliceerd in het Westen |
yoitsubureru-酔い潰れる | stomdronken worden; zich bewusteloos drinken; comazuipen |
yōjin-用心 | voorzichtigheid; zorgvuldigheid; voorzorg |
yōjinbukai-用心深い | voorzichtig; waakzaam; alert; op zijn hoede |
yojō-余情 | implicaties; suggesties; suggestief zijn; emoties oproepen; blijvende indruk achterlaten |
yoki-予期 | anticipatie; verwachting |
yokkaichizensoku-四日市喘息 | Yokkaichi asthma, veroorzaakt door inademen van zwaveldioxide (vervuilingsziekte in Japanse prefectuur Mie tussen 1960 en1972) |
yōkō-要綱 | hoofdpunt; kernpunt; (grond)beginsel; overzicht |
yokogao-横顔 | profiel; zijaanzicht; silhouet |
yokogumi-横組み | horizontale typografie; horizontale leesrichting |
yokotaeru-横たえる | (naast zich) neerleggen |
yokotawaru-横たわる | zich uitstrekken (over) |
yokusuru-浴する | (fig.) baden; zich blootstellen aan; de eer krijgen |
yōmei-溶明 | (beeld) het invloeien; verschijnen; lichter [helderder] worden |
yomibito-詠み人 | auteur (vnl. van poëzie); dichter |
yomibitoshirazu-詠み人知らず | (van poëzie) auteur [dichter] onbekend |
yomikomu-詠み込む | in een gedicht de naam van iets opnemen (b.v. plaatsnaam, seizoen, etc.) |
yomikomu-読み込む | (computer) gegevens vanaf een extern apparaat (b.v. USB-stick) inlezen en opslaan |
yomite-読み手 | dichter [auteur] van Japanse poëzie |
yomo-四方 | de vier (wind)richtingen; alle kanten; overal; de omgeving |
yomu-詠む | een Japans gedicht componeren [schrijven]; als thema voor een gedicht gebruiken |
yōni-陽に | zichtbaar; openlijk; openbaar; publiekelijk |
yōran-要覧 | overzicht; samenvatting |
yoriki-与力 | politieofficier (Edo periode) |
yorokobi-喜び | felicitatie |
yorokobu-喜ぶ | blij [verrukt; opgetogen] zijn; zich verheugen |
yorokobu-喜ぶ | (iem.) feliciteren; (iets) met blijdschap [dank] ontvangen |
yoromeku-蹌踉めく | zich misdragen; het slechte pad opgaan; overspel plegen |
yoru-寄る | naderen; dichterbij komen |
yosebashi-寄せ箸 | eetstokjes waarmee men (kom met) een gerecht naar zich toe trekt (onjuist gebruik van eetstokjes) |
yosen-予選 | voorronde; kwalificatiewedstrijd; selectiewedstrijd |
yoshoku-余色 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
yosō-予想 | verwachting; vooruitzicht; voorspelling; veronderstelling |
yosoou-装う | (zich) (aan)kleden; aantrekken; gekleed zijn (in) |
yosoou-装う | (zich) voordoen (als); simuleren; veinzen; pretenderen |
yōyaku-要約 | samenvatting; uittreksel; overzicht |
yūbinhagaki-郵便葉書 | briefkaart; ansichtkaart |
yūbō-有望 | goede vooruitzichten; veelbelovend zijn |
yūbōkabu-有望株 | een veelbelovend persoon; persoon met goede vooruitzichten |
yūbōkigyō-有望企業 | een veelbelovende onderneming; een onderneming met goede vooruitzichten |
yudan-油断 | onoplettendheid; onzorgvuldigheid; onvoorbereid zijn (etymologie: het licht gaat uit door het niet op tijd bijvullen van de lampolie) |
yudaneru-委ねる | zich inzetten (voor); zich overgeven (aan); zich toeleggen (op) |
yūdōjinmon-誘導尋問 | suggestieve [gerichte] vraag |
yūfō-ユーフォー | ongeïdentificeerd vliegend voorwerp (unidentified flying object) |
yūgao-夕顔 | fleskalebas (Lagenaria siceraria) |
yugeshō-夕化粧 | teunisbloem (Onoethera stricta) |
yūi-優位 | overheersing; superioriteit; overwicht; dominantie; suprematie |
yūi-有意 | betekenis hebben; betekenisvol [veelbetekenend; significant] zijn |
yuibishugi-唯美主義 | estheticisme |
yūkage-夕影 | het licht van de ondergaande zon |
yūkage-夕影 | een figuur [vorm] verlicht door de avondzon |
yūkaku-遊客 | iemand die zich alleen maar vermaakt zonder te werken; lanterfanter; pretmaker |
yukan-湯灌 | lijkwassing; het wassen van het lichaam van een overledene (voor de begrafenis) |
yukidaore-行き倒れ | een overleden persoon die op straat ligt (vroeger iem. die stierf tijdens een reis en niet begraven kon worden omdat hij geen gegevens bij zich had) |
yukiore-雪折れ | het (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
yukioresuru-雪折れする | (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
yukiwarisō-雪割草 | leverbloempje (Hepatica) |
yukiyake-雪焼け | zonnebrand in de sneeuw (door weerkaatsing van zonlicht op sneeuw of ijs) |
yūkōkyūjinbairitsu-有効求人倍率 | verhouding tussen het aantal vacatures en het aantal sollicitanten |
yūkōteki-友好的 | vriendschappelijk; amicaal |
yukue-行方 | richting; bestemming; waar men heengaat |
yukue-行方 | plaats van bestemming; verblijfplaats; waar men zich bevindt |
yunesuko-ユネスコ | UNESCO, de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization) |
yunikōdo-ユニコード | Unicode (computerterm) |
yunisefu-ユニセフ | UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties (United Nations International Children's Emergency Fund, nu genoemd: United Nations Children's Fund) |
yunitto・kitchin-ユニット・キッチン | keuken bestaande uit vaste keukenblokken; kleine geprefabriceerde keuken |
yunitto・shisutemu-ユニット・システム | eenheden systeem; internationaal meetsysteem (bij fabricage volgens bepaalde vastgestelde normen) |
yurumeru-緩める | losser [slapper] worden; los gaan; (zich) ontspannen |
yuruyaka-緩やか | licht [flauw; geleidelijk; kalm] zijn |
yūsei-優勢 | superioriteit; overheersing; dominantie; overwicht |
yūseidaijin-郵政大臣 | vroeger: Minister van post en telecommunicatie, tegenwoordig: Minister van binnenlandse zaken en communicatie |
yūseigaku-優生学 | eugenetica; eugenese; rasveredeling |
yūseishō-郵政省 | vroeger: Ministerie van post en telecommunicatie, tegenwoordig geïntegreerd in Mnisterie van binnenlandse zaken en communicatie |
yūsen-有線 | (afk. voor) bekabelde communicatie |
yūsendenshin-有線電信 | bekabelde communicatie |
yushimenshoku-諭旨免職 | ontslagname na een officieel advies; gedwongen ontslagname |
yushitaigaku-諭旨退学 | de school verlaten na een officieel advies |
yūtai-勇退 | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillige pensioenering |
yūtaisuru-勇退する | zich terugtrekken; vrijwillig zijn baan opzeggen; een stap terug doen; vrijwillig met pensioen gaan |
yutan-油単 | geoliede stof (om het waterdicht te maken); wasdoek; zeildoek |
yūtō-遊蕩 | losbandigheid; onmatigheid; lichtzinnigheid; van losse zeden |
yūwa-宥和 | verzoening; vredestichting |
yūwaronsha-宥和論者 | vredestichter |
yūwasuru-宥和する | verzoenen; vrede stichten |
zagaku-座学 | studie [les; onderricht e.d.] in de collegebanken (i.t.t. praktijkles) |
zai-在 | (in kanjicombinaties) ergens zijn [wonen; verblijven] |
zaidan-財団 | een stichting |
zaidanhōjin-財団法人 | stichting |
zaifu-在府 | (Edo-periode) het verplichte verblijf in de hoofdstad van een leenheer en zijn vazallen |
zaimushohyō-財務諸表 | jaarverslag; jaaroverzicht |
zaisei-財政 | (particuliere) financiën; geldzaken; geldmiddelen |
zaitai-罪体 | corpus delicti (concreet bewijs van een misdaad) |
zakuro-石榴 | granaatappelboom [granaatboom] (Punica granatum) |
zanshitai-惨死体 | het (verminkte) lichaam van iemand die op brute wijze is vermoord |
zāsai-ザーサイ | ingelegde mosterdkool uit Sichuan (Chinese provincie); ingemaakte Sichuan groente; (Eng. Szechuan [Szechwan] pickles); (Chn. zhacai) |
zashikiwarashi-座敷童 | (Tohoku-regio in de prefectuur Iwate) geestachtige wezens, vaak in de verschijning van een jong kind met een rood gezicht en kortgeknipt haar |
zasu-座主 | Boeddhistische monnik met de hoogste rang (toezichthouder van de grote tempel) |
zau-座右 | (rechts) naast zich; bij de hand (hebben) |
zayū-座右 | (rechts) naast zich; bij de hand (hebben) |
zekkei-絶景 | prachtig uitzicht; schitterend landschap |
zekku-絶句 | een Chinese dichtvorm (kwatrijn) |
zenbin-前便 | laatste [vorige] brief [bericht] |
zeneraru・mōgēji-ゼネラル・モーゲージ | algemene bedrijfsobligaties (uitgegeven door bedrijven die bij speciale wetgeving zijn opgericht, zoals elektriciteitsbedrijven, e.d.) |
zeneraru・raisensu-ゼネラル・ライセンス | algemene licentie [vergunning] |
zeneraru・sutaffu-ゼネラル・スタッフ | generale staf (officieren van het leger) |
zengakufutan-全額負担 | verplichting tot het betalen van het volledige bedrag |
zenka-全科 | het hele curriculum; de hele cursus; alle lessen |
zenkei-全景 | volledig beeld [overzicht]; panorama; vogelperspectief |
zenmai-薇 | koningsvaren (Osmunda japonica) |
zenmen-全面 | alle richtingen |
zenryōsei-全寮制 | een systeem waarin alle stafleden en studenten verplicht op het universiteitsterrein wonen |
zenshin-全身 | het hele lichaam; ten voeten uit |
zensho-前書 | het vorige boek; het eerder geschreven [gepubliceerde] boek |
zensokukanja-喘息患者 | astmapatiënt; astmalijder; astmaticus |
zento-前途 | toekomstperspectief; vooruitzicht |
zentotanan-前途多難 | sombere vooruitzichten; problemen in de toekomst |
zentoyōyō-前途洋洋 | veelbelovende toekomst; goede vooruitzichten |
zen'yaku-前約 | eerdere verplichting [afspraak] |
zesei-是正 | correctie; rectificatie |
zesshō-絶唱 | prachtig [uitmuntend; mooi] gedicht of lied |
zesshokusuru-絶食する | vasten (geen voedsel tot zich nemen) |
zetsudai-舌代 | bericht; mededeling |
zettaizetsumei-絶体絶命 | uitzichtloze situatie; situatie waaruit geen ontsnapping mogelijk is; in een hoek gedreven zijn |
zō-雑 | gevarieerde gedichten |
zōbō-像法 | (in het boeddhisme, een van de 3 perioden na de dood van Shakyamuni) de volgende 500 of 1000 jaar na de officiële Dharma |
zōfuku-増幅 | versterking (elektriciteit, geluid) |
zōka-雑歌 | diverse [gevarieerde] (waka) gedichten, die niet in een seizoen categorie vallen |
zōki-臓器 | (inwendig) orgaan (in lichaam) |
zokuke-俗気 | wereldlijke gerichtheid; platvloersheid; uit zijn op roem of geld |
zokusei-簇生 | het (dicht) bij [door] elkaar groeien (bv. van planten, bomen, maar ook van tanden en kiezen) |
zokuseisuru-簇生する | (dicht) bij [door] elkaar groeien |
zubanukeru-ずば抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
zukan-図鑑 | veldgids; identificatie-gids (b.v. voor planten of dieren) |
zukazuka-ずかずか | (onomatopee) direct (zonder plichtplegingen); bot; grof |
zukkokeru-ずっこける | zichzelf belachelijk maken; domme dingen doen |
zunukeru-図抜ける | de beste zijn; opvallen; zichzelf onderscheiden; (met kop en schouders) uitsteken boven; uittorenen boven |
zūtai-図体 | (groot; dik; zwaar) lichaam [postuur] |