Kruisverwijzing
hulp
lemma | meaning |
---|---|
aisō-愛想 | vriendelijkheid; hoffelijkheid; voorkomendheid; gastvrijheid; hulpvaardigheid |
aisō-愛想 | gunst; welwillendheid; hulpvaardigheid |
ashisuto-アシスト | assistentie; hulp |
būsutā-ブースター | hulpkrachtbron; startraket; hulpraket |
chikashigen-地下資源 | ondergrondse hulpbronnen [grondstoffen] |
da-だ | zijn (hulpwerkwoord) |
dibaidā-ディバイダー | passer (tekenhulp) |
enjo-援助 | hulp; assistentie; steun |
etoki-絵解き | iets uitleggen aan de hand van [met behulp van] een illustratie |
faindā-ファインダー | hulpkijker (astronomie) |
furī・kuraibingu-フリー・クライミング | (Eng. free climbing) vrij klimmen (zonder hulpmiddelen in bergsport) |
furī・kuraimingu-フリー・クライミング | het vrij klimmen (zonder hulpmiddelen) |
ganzenai-頑是ない | naïef; onschuldig; hulpeloos |
gendōkitsukijitensha-原動機付き自転車 | rijwiel [tweewieler] met hulpmotor; motorfiets |
gentsuki-原付き | rijwiel [tweewieler] met hulpmotor; motorfiets |
gentsukibaiku-原付バイク | bromfiets; brommer; rijwiel met hulpmotor |
gotoki-ごとき | (attributieve vorm van het hulpww. gotoshi) zoals; alsof; hetzelfde als |
herupā-ヘルパー | hulp; helper; assistent |
hiriki-非力 | machteloosheid; hulpeloosheid |
hitodasuke-人助け | een vriendelijke daad; gunst; hulp aan andere mensen |
hitode-人手 | hulp; helpende hand |
hitoriaruki-独り歩き | het alleen kunnen lopen (zonder hulp van anderen) |
hōben-方便 | een handige manier; geschikt middel; hulpmiddel |
hojo-補助 | hulp; steun; assistentie |
hojoken-補助犬 | hulphond |
hōmu・herupā-ホーム・ヘルパー | hulp in huis; thuishulp; thuiszorg |
ichijisangyō-一次産業 | primaire industrie (houdt zich bezig met de winning van natuurlijke hulpbronnen) |
ichijo-一助 | hulp; assistentie |
infomēshon・yūtiriti-インフォメーション・ユーティリティ | informatiebureau; informatievoorziening; informatiehulpprogramma |
jisatsuhōjo-自殺幇助 | hulp bij zelfdoding [zelfmoord] |
jochō-助長 | goedbedoelde maar onnodige hulp die resulteert in iets negatiefs |
jodōshi-助動詞 | hulpwerkwoord |
joji-助辞 | (grammatica) hulp(werk)woord |
joryoku-助力 | hulp; ondersteuning; assistentie; bijstand |
juppei-恤兵 | het sturen van hulpgoederen [geschenken] aan soldaten (in de oorlog) |
kaijo-介助 | hulp; assistentie |
kaijoken-介助犬 | hulphond |
kaijosuru-介助する | helpen; hulp [assistentie; zorg] verlenen |
kaizoe-介添え | hulp; bijstand |
kaizoe-介添え | helper; hulp; assistent; secondant; bruidsmeisje; bruidsjonker |
kajin-家人 | iem. die binnenshuis blijft (met name de echtgenote en de hulp); familielid |
kanagu-金具 | metalen hulpstuk [montagestuk; onderdeel] |
kasei-加勢 | hulp; ondersteuning; assistentie; versterking |
katan-荷担 | ondersteuning; hulp; assistentie; bijstand |
kaunseringu-カウンセリング | counseling; advisering; hulpverlening; begeleiding |
kea-ケア | zorg; hulp |
keizaienjo-経済援助 | financiële steun; economische bijstand [hulp] |
kin'yūenjo-金融援助 | financiële hulp |
kōen-後援 | ondersteuning; financiering; sponsoring; (financiële) hulp; (financiële) steun |
kōen-後援 | (militaire) versterkingen; hulptroepen |
kokusaienjokikan-国際援助機関 | internationale hulporganisatie |
korusetto-コルセット | korset (medisch hulpmiddel) |
kuchikiki-口利き | bemiddeling; hulp; bijstand |
kūyanenbutsu-空也念仏 | invocatie van Amida Boeddha volgens de leer van Kūya (een Tendai monnik, 903 - 972) met behulp van instrumentale begeleiding (kalebas of bel) en dans |
kyōjo-共助 | wederzijdse hulp |
kyū-救 | (in kanji combinaties) hulp; redding |
kyūjo-救助 | redding; hulp; bijstand; ondersteuning |
kyūkyū-救急 | eerste hulp (medisch); EHBO |
kyūkyūiryōshitsu-救急医療室 | eerste hulpafdeling; EHBO-post; spoedeisende hulppost |
kyūmin-救民 | rampenbestrijding; hulp aan mensen in nood |
kyūsai-救済 | hulp; steun; redding; verlossing; bijstand |
kyūshutsu-救出 | redding; hulp; steun; bijstand |
mioyoseru-身を寄せる | onder andermans dak leven; afhankelijk zijn [worden] van iemand; hulp [bescherming] zoeken |
mochiai-持ち合い | wederzijdse hulp; onderlinge afhankelijkheid |
mōshiwakenai-申し訳ない | het spijt mij zeer; ik voel mij bezwaard; verontschuldiging; dank voor uw hulp |
naijo-内助 | hulp of ondersteuning van binnenuit (via een eigen organisatie of bedrijf; vaak ook van de echtgenote die thuis meewerkt) |
naito・hosupitaru-ナイト・ホスピタル | een ziekenhuis waar 's nachts medische hulp en onderdak wordt geboden aan patiënten die overdag in de gemeenschap kunnen werken |
nanminkyūsai-難民救済 | vluchtelingenhulp; vluchtelingenopvang |
naru-成る | (gebruikt als een hulpww. zonder eigen betekenis, in combinatie met ni achter een ww. , met pref. o of go), uit respect |
nasaru-為さる | (gebruikt als hulp-ww. om beleefdheid uit te drukken; wordt niet vertaald of uitgedrukt door de toevoeging: alstublieft) |
nogisu-ノギス | nonius; schuifmaat (hulpschaalverdeling) |
ōen-応援 | hulp; steun; versterking |
okage-御蔭 | hulp; gunst; gratie |
okiji-置き字 | hulptekens in kanbun teksten (b.v. 矣 (い) ; 乎 (こ)) |
ōkyūteate-応急手当 | eerste hulp (behandeling); eerstehulpverlening |
onnade-女手 | vrouwelijke hulpkracht; medewerkster; werkneemster |
otetsudaisan-お手伝いさん | huishoudelijke hulp (meestal in een particuliere huishouding) |
otokode-男手 | mannelijke hulpkracht; medewerker; werknemer |
ō・dī・ē-オー・ディー・エー | Officiële Ontwikkelingshulp (Official Development Assistance) |
ramu-らむ | oude vorm van het hulpwerkwoord ran (らん), met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
ran-らん | een hulpwerkwoord, met de betekenis: het zal zo zijn dat...; omdat |
saitori-才取り | hulpje van de metselaar; opperman |
sapōto-サポート | steun; ondersteuning; hulp; bijstand |
seifukaihatsuenjo-政府開発援助 | Officiële Ontwikkelingshulp (Official Development Assistance, ODA) |
sekijūji-赤十字 | het Rode Kruis (hulporganisatie) |
sekijūjisha-赤十字社 | het Rode Kruis (hulporganisatie) |
sekkusu・kaunseringu-セックス・カウンセリング | counseling [hulpverlening] op het gebied van seks |
sewa-世話 | hulp; zorg (voor) |
shien-支援 | steun; ondersteuning; support; bijstand; hulp |
shigen'enerugīchō-資源エネルギー庁 | Agentschap voor Natuurlijke Hulpbronnen en Energie (Japan) |
shōran-ショーラン | (short range navigation) navigatiehulpmiddelen voor de korte afstand |
soro-候 | gebruikt als hulpwerkwoord, voegt het beleefdheid toe van de spreker voor de toehoorder |
sukui-救い | hulp; redding |
tai-たい | (zou) willen; graag willen; wensen (adjectief achtervoegsel, gebruikt als hulpwerkwoord, voor de 1ste pers., of in vraagzinnen voor de 2de pers.) |
taishokudaikō-退職代行 | het ontslag regelen (voor iemand); ontslaghulp |
tasukeru-助ける | helpen; redden; hulp verlenen; bijstaan |
teate-手当て | medische behandeling; medische zorg [hulp] |
tebiki-手引き | begeleiding; hulp; advies |
tedasuke-手助け | hulp; assistentie |
tenjo-天助 | goddelijke hulp [bijstand]; hulp uit de Hemel |
tenkabutsu-添加物 | additief; toevoeging; toevoegingsmiddel; hulpstof |
tetsudai-手伝い | hulp; assistentie |
tsu-つ | hulpwerkwoord, gevoegd achter de renyōkei van een werkwoord of adjectief, drukt uit: voltooide handeling; uiteindelijk; zekere verwachting; zekerheid |
uke-受け | houder; steun; pijler; hulpstuk |
uyoku-羽翼 | hulp; assistent; trouwe medewerker; (iemands) rechterhand (fig.) |
yakkai-厄介 | hulp; steun; afhankelijkheid; verblijf (bij iem.) |
yakujihō-薬事法 | de wet op farmaceutische en medische hulpmiddelen |
yamiyami-闇闇 | hulpeloos toekijken (bij wat er gebeurt) |
yokusan-翼賛 | krachtige ondersteuning [hulp; bijstand] |
yoriki-与力 | hulp; bijstand |
yowai-弱い | zwak; onbeholpen; hulpeloos |
yūjo-佑助 | assistentie; bijstand; hulp |
yūtiritī-ユーティリティー | hulpprogramma (computer) |
yūtiritī・puroguramu-ユーティリティー・プログラム | hulpprogramma (computer) |
yūyō-有用 | nuttig [behulpzaam; bruikbaar] zijn |