amayadori-雨宿り | het schuilen voor de regen |
fukidasu-吹き出す | uitbarsten (in lachen, huilen, etc.) |
hinan-避難 | vlucht; evacuatie; ontsnapping; het schuilen; schuilplaats |
kakekomu-駆け込む | schuilen; bescherming zoeken |
koko-呱呱 | het huilen van een baby bij de geboorte |
mesomeso-めそめそ | (onomatopee) snikkend; huilend; jammerend; jankend |
morainaki-貰い泣き | (uit sympathie) met iemand mee huilen; tranen van medeleven |
nakaseru-泣かせる | (iemand) aan het huilen maken; laten huilen |
nakasu-泣かす | (iemand) aan het huilen maken; laten huilen |
nakibeso-泣きべそ | met een gezicht dat op huilen uitbarsten staat |
nakibokuro-泣き黒子 | een moedervlek onder een oog (volgens een Japans volksgeloof een teken dat iemand gevoelig is voor huilen) |
nakikuzureru-泣き崩れる | in huilen uitbarsten |
nakiwarai-泣き笑い | huilen en lachen tegelijk; lachen terwijl je huilt; glimlach door de tranen heen |
naku-泣く | huilen [wenen] (van vreugde of verdriet) |
naku-鳴く | (het geluid maken van dieren) piepen; zingen; tjilpen; huilen; krijsen |
namida-涙 | het huilen |
namidagachi-涙勝ち | vaak in tranen zijn; vol tranen; veel huilend |
namidamajiri-涙混じり | het huilend iets doen; in tranen iets doen; huilend; in tranen |
namidanagara-涙ながら | in tranen; huilend |
sansan-潸潸 | alsmaar huilen; het stromen van tranen |
shikushiku-しくしく | huilend; snikkend |
shinobinaki-忍び泣き | het stilletjes [zacht; onderdrukt] snikken [huilen] |
tatekomoru-立て籠もる | (zich) verschansen [verschuilen] (in een kasteel, gebouw, e.d.) |
ureshinaki-嬉し泣き | het huilen van blijdschap [geluk]; tranen van vreugde [geluk] |
ureshinakisuru-嬉し泣きする | huilen van geluk [blijdschap; vreugde] |