Kruisverwijzing
hond
lemma | meaning |
---|---|
aiganken-愛玩犬 | schoothondje; geliefkoosd hondje; speelgoed hondje |
aiken-愛犬 | geliefde hond |
aiken-愛犬 | het zeer goed verzorgen [vertroetelen] van een hond; het dol zijn op honden |
aikenka-愛犬家 | hondenliefhebber; iem. die van honden houdt |
akitainu-秋田犬 | Akita hond (hondenras uit Akita) |
akitaken-秋田犬 | Akita hond (hondenras uit Akita) |
animaru・supōtsu-アニマル・スポーツ | diersporten; sport met dieren (zoals paardrijden, hondensleeën, etc.) |
arusachian-アルサチアン | Elzasser; herdershond; Duitse herder |
azarashi-海豹 | zeehond |
banken-番犬 | waakhond |
ban'ya-番屋 | (Edo periode) hok [kot; kennel] van een waakhond |
bokusā-ボクサー | boxer (hondenras) |
bokuyōken-牧羊犬 | herdershond |
boruzoi-ボルゾイ | borzoi; barzoi (Russisch windhondenras) |
burudoggu-ブルドッグ | buldog (hond) |
chin-狆 | (hond) Japanse spaniël |
chōkyōshi-調教師 | dierentemmer (paarden, honden, of wilde dieren in een circus) |
chūken-忠犬 | trouwe hond |
dakkusufunto-ダックスフント | teckel; dashond |
doggu・iyā-ドッグ・イヤー | (Eng.: dog's year) een levensjaar van een hond (ca. gelijk aan 7 mensjaren), geeft aan de snelheid van veranderingen in de informatiemaatschappij |
doggu・iyā-ドッグ・イヤー | (Eng.: dog's ear) oor van een hond; ezelsoor (in een bladzij van een boek) |
doggu・reggu-ドッグ・レッグ | (Engelse golfterm) dogleg, een golfbaan in de vorm van een hondenpoot |
doggu・rēsu-ドッグ・レース | hondenrace |
doyō-土用 | de warmste periode van de zomer; de hondsdagen |
doyōnami-土用波 | hoge golven tijdens de hondsdagen (de warmste tijd van het jaar) |
fūshin-風疹 | (med.) rubella; rodehond |
hanzei-反噬 | het zich tegen de meester [weldoener] keren; een hond die zijn baasje bijt |
hasukī-ハスキー | husky (hondenras) |
hiki-匹 | (woord voor het tellen van kleinere dieren, zoals katten, honden, vissen, insecten, etc.) |
hipokonderī-ヒポコンデリー | hypochondrie |
hogoken-保護犬 | (uit een dierenasiel) pleeghond; adoptiehond |
hojō-捕縄 | bindtouw om bewegingsvrijheid van verdachten, criminelen, e.d., te beperken tijdens het vervoer van een locatie naar een andere (vgl. een hondenlijn) |
hojoken-補助犬 | hulphond |
honda-本田 | Honda (naam) |
honjurasu-ホンジュラス | Honduras |
hyaku-百 | 100; honderd |
hyakubai-百倍 | honderdmaal; honderd keer (zoveel) |
hyakubaisuru-百倍する | verhonderdvoudigen; honderdmaal zo groot maken |
hyakubun-百分 | honderdste deel; het in honderd stukken verdelen |
hyakubun-百聞 | (lett.) iets honderd keer horen |
hyakubunsuru-百分する | in honderd stukken verdelen |
hyakuendama-百円玉 | muntstuk van honderd yen |
hyakuman-百万 | een miljoen (lett. honderd-tienduizend) |
hyakunen-百年 | honderd jaar; een eeuw |
hyakunenme-百年目 | honderdste jaar |
hyakunichi-百日 | honderd dagen |
hyakupāsento-百パーセント | honderd procent |
hyakurai-百雷 | honderd donderslagen; hels lawaai |
hyakusen-百千 | honderdduizend(en); een groot aantal |
hyakuten-百点 | honderd punten; een perfecte score |
ikeshaashaato-いけしゃあしゃあと | heel erg schaamteloos; hondsbrutaal |
inu-戌 | de Hond (elfde van de twaalf tekens van de Chinese dierenriem) |
inu-犬 | hond |
inuhariko-犬張り子 | een hondje van papier-maché |
inukaki-犬搔き | op zijn hondjes zwemmen; zwemmen als een hond |
inukoro-犬ころ | pup; puppy; jong hondje; welp |
inukuguri-犬潜り | een gat in hek of heg, waardoor hond in en uit kan lopen |
jāman・shepādo-ジャーマン・シェパード | Duitse herder; herdershond |
jareru-戯れる | speels zijn; spelen; huppelen; kwispelen (hond) |
kaigoken-介護犬 | assistentiehond; ADL-hond (om mensen met een handicap te helpen met Activiteiten van het Dagelijks Leven) |
kaijoken-介助犬 | hulphond |
keisatsuken-警察犬 | politiehond |
ken-犬 | (in kanji combinaties) hond |
kenshu-犬種 | hondenras |
kenzei-犬税 | hondenbelasting |
ken'en-犬猿 | als kat en hond; een slechte verstandhouding |
koinu-子犬 | pup(py); jong hondje |
komainu-狛犬 | twee standbeelden van leeuwachtige honden bij heiligdommen of tempels (om kwade krachten en invloeden af te weren) |
korī-コリー | collie (hondenras) |
kotonakareshugi-事勿れ主義 | (houding van) de dingen op zijn beloop laten; geen slapende honden wakker maken (een passieve houding hebben t.o.v.problemen i.p.v. ze aan te pakken) |
kubiwa-首輪 | halsketting; halsband (van hond, etc) |
kyōkenbyō-狂犬病 | hondsdolheid; rabiës |
makeinu-負け犬 | een duidelijke verliezer (als een hond die met zijn staart tussen de benen afdruipt); underdog |
metsukeyaku-目付役 | waakhond (ook fig.) bewaker; beschermer; begeleider |
mitokondoria-ミトコンドリア | (biologie) mitochondrion; mitochondrium |
mōdōken-盲導犬 | blindengeleidehond |
momo-百 | (meer poëtische lezing) honderd; een groot aantal |
momotose-百歳 | honderd jaar; honderdjarige leeftijd |
mujina-狢 | Japanse das; wasbeerhond |
norainu-野良犬 | zwerfhond; straathond |
notarejini-野垂れ死に | sterven als een hond; sterven in de goot [aan de kant van de weg] |
ohyakudo-お百度 | honderdvoudig gebed (honderd keer heen en weer lopen naar een schrijn en telkens een gebed doen) |
oku-億 | honderd miljoen |
ometsukeyaku-お目付役 | (beleefd) waakhond (ook fig.) bewaker; beschermer; begeleider |
ote-御手 | commando aan een hond om een pootje te geven |
papiyon-パピヨン | (hondenras) dwergspaniël, épagneul |
pomeranian-ポメラニアン | pomeriaan; dwergkeeshond (hondenras, oorspronkelijk afkomstig uit Pommeren) |
pūdoru-プードル | poedel (hondenras) |
rikaon-リカオン | Afrikaanse wilde hond; hyenahond (Lycaon pictus) |
rōken-老犬 | oude [bejaarde] hond |
ryōken-猟犬 | jachthond |
sagyōken-作業犬 | werkhond (zoals: een geleidehond, politiehond, e.d.) |
sepādo-セパード | herdershond; Duitse herder |
settā-セッター | setter (hondenras) |
shepādo-シェパード | herdershond; Duitse herder |
shibainu-柴犬 | Shiba [Shiba Inu] (Japans hondenras) |
shinkishō-心気症 | hypochondrie |
shiriusu-シリウス | de ster Sirius (alpha Canis Majoris, ook wel Hondsster genoemd |
shīsā-シーサー | (Okinawa) decoratie (van aardewerk), een beeld lijkend op een kruising van hond en leeuw, ter bescherming gezet bij poorten en op daken van huizen |
sho-暑 | warmste tijd (van het jaar); hete zomer; hondsdagen |
shōbō-正法 | de Periode van de Ware Leer van Boeddha (de periode van vijfhonderd of duizend jaar na de dood van Sakyamuni) |
sōku-走狗 | jachthond |
supittsu-スピッツ | (Japanse) Spits (hondenras; Duits: Spitz) |
tanchiken-探知犬 | snuffelhond (voor explosieven, drugs, e.d.) |
tanuki-狸 | (Japanse) wasbeer; wasbeerhond |
teria-テリア | terriër (hond) |
toipuudoru-トイプードル | (hondenras) toypoedel (Toy Poedel) |
tooboe-遠吠え | (in de verte) gehuil (m.n. van honden, wolven e.d.) |
tosainu-土佐犬 | tosa (hondenras) |
wan-ワン | woef (het geluid van blaffen van een hond) |
wanwan-わんわん | (onomatopee) woef-woef (het blaffen van een hond) |
wanwan-わんわん | (kindertaal) hond(je) |
yaken-野犬 | zwerfhond; straathond |
yamainu-山犬 | wilde hond |
zenigataazarashi-銭形海豹 | (gewone) zeehond (Phoca vitulina) |