buranko-ぶらんこ | schommel; trapeze |
bureru-ぶれる | verschuiven; (heen-en-weer) bewegen; afwijken; schommelen |
dōyō-動揺 | schok; stoot; schommeling |
haran-波瀾 | golven; schommelingen; ups en downs; veranderingen |
hendō-変動 | verandering; fluctuatie; schommeling |
kawasehendō-為替変動 | koersschommelingen; het schommelen van de wisselkoers |
keikihendō-景気変動 | economische fluctuaties [schommelingen] |
momiai-揉み合い | schommelingen in aandelenkoersen |
rokkingu・chea-ロッキング・チェア | schommelstoel |
suraidingu・shisutemu-スライディング・システム | glijdende schaal systeem (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van kosten van levensonderhoud en consumptieprijzen) |
suraidingu・sukēru-スライディング・スケール | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
suraidosei-スライド制 | glijdende schaal (methode die de lonen automatisch aanpast aan schommelingen in de index van de kosten van levensonderhoud, consumptieprijzen, etc) |
tōraku-騰落 | toename en afname; (prijs)schommeling(en) |
yūdōenboku-遊動円木 | soort lange schommel (gemaakt van een boomstam hangend aan kettingen in een rek) |
yurasu-揺らす | (iets) heen-en-weer schommelen [zwaaien; slingeren] |
yurayura-ゆらゆら | (onomatopee) schommelend; slingerend; zwaaiend; wankelend |
yuru-揺る | schudden; schokken; schommelen |
yusaburu-揺さぶる | schudden; schommelen; schokken |
yusayusa-ゆさゆさ | (onomatopee) schommelend; zwaaiend; wankelend |
zōgen-増減 | vermeerdering en vermindering; opkomst en ondergang; schommeling; fluctuatie |