Kruisverwijzing
EU
lemma | meaning |
---|---|
abarekko-暴れっ子 | ondeugend kind; wildebras |
abisetaoshi-浴びせ倒し | (sumo) de tegenstander naar beneden duwen door op hem te leunen |
abumi-鐙 | stijgbeugel(s) |
aburemono-あぶれ者 | rakker; deugniet; herrieschopper; misdadiger |
abusan-アブサン | absint (Franse likeur met alsem en anijs) |
adagoto-徒言 | onwaarheid; leugen |
adeyaka-艶やか | aantrekkelijk; bekoorlijk; glamoureus |
ado-アド | tweede acteur; deuteragonist |
adobaizā-アドバイザー | adviseur; raadgever |
adoribu-アドリブ | (naar Latijn: ad libitum) ad lib; naar eigen believen [keuze]; improvisatie (zn); geïmproviseerd (bnw) |
adyū-アデュー | adieu; vaarwel |
aenai-敢え無い | triest; miserabel; tragisch; teleurstellend |
agaki-足掻き | het ondeugend en luidruchtig zijn (van een kind) |
agaru-上がる | nerveus [zenuwachtig] worden |
agehibari-揚げ雲雀 | een leeuwerik die hoog in de lucht vliegt |
ageita-上げ板 | houten afdruipplaat [roosterplaat] (op badkamervloer, of op het aanrecht in de keuken) |
agito-顎門 | kieuw (van vissen) |
agurabana-胡坐鼻 | platte, brede neus |
agureman-アグレマン | agrement (officiële goedkeuring vooraf van een ontvangend land voor de komst van ambassadeurs en gezanten) |
ai-愛 | (voor)liefde; voorkeur |
ai-藍 | indigo (kleur; verf) |
aiai-藹藹 | harmonieus; vredig; vreedzaam; gelukkig |
aiborī-アイボリー | ivoor(kleur) |
aichō-愛寵 | liefde; genegenheid; (speciale) voorkeur; gunst |
aidoma-アイドマ | AIDMA (een marketingmodel met acroniem: attention (aandacht), interest (belangstelling), desire (verlangen), memory (geheugen), action (actie)) |
aiginsuru-愛吟する | graag [vaak] (een melodie) neuriën; graag (gedichten) reciteren |
aiin-合印 | keurzegel; keurmerk; merkteken |
aika-哀歌 | klaagzang; treurdicht; elegie; de Klaagliederen (bijbelboek in het Oude Testament) |
aikagi-合鍵 | reservesleutel |
aikan-哀歓 | vreugde en verdriet |
aikō-愛好 | (voor)liefde; voorkeur; dol zijn op |
aikōsha-愛好者 | liefhebber; amateur; fan |
aikuchi-合口 | (metselwerk) steunpunt; gezamenlijk uiteinde |
aikyōgen-間狂言 | deel van een no-toneelstuk waarin de kyogen-acteur de leidende rol heeft |
aiseki-哀惜 | verdriet; droefheid; treurnis; leed |
aishō-愛誦 | het graag liedjes neuriën [zingen]; graag gedichten (re)citeren |
aishōka-哀傷歌 | klaagzang; klaaglied; treurzang |
aisu-愛す | liefhebben; houden van; beminnen; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in |
aisuru-愛する | liefhebben; houden van; leuk [aardig; fijn] vinden; dol zijn op; geïnteresseerd zijn in; belangrijk [waardevol] vinden; hoogachten; respect [bewonderi |
aitōsuru-哀悼する | rouwen; treuren; weeklagen |
aiyotsu-相四つ | (sumo) gevecht tussen twee worstelaars die beiden dezelfde hand bij voorkeur gebruiken (dus beiden rechtsaf beiden links) |
ajikiri-鰺切り | een keukenmes om kleine vissen mee te fileren |
ajikiribōchō-鰺切り包丁 | een keukenmes om kleine vissen mee te fileren |
ajisashi-鰺刺 | een kleine zeemeeuw [stern] (soortnaam Sterna) |
aka-赤 | rode kleur; het rood |
aka-赤 | iets roods; iets dat sterk met de kleur rood verbonden is |
akachakeru-赤茶ける | roodbruin worden; verkleuren |
akagami-赤紙 | (roodgekleurde) oproep voor dienstplicht (in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog) |
akagire-皹 | kloofje (in de huid); barst; scheur |
akanbē-あかんべえ | gezichtsuitdrukking waarbij men het onderste ooglid met een vinger naar beneden drukt en het rode gedeelte zichtbaar maakt (minachtend of afkeurend) |
akane-茜 | meekraprood (kleur (die van de wortel van de plant gemaakt wordt) |
akashia-アカシア | Robinia pseudoacacia |
ake-明け | begin van een nieuw jaar, een nieuwe maand of een nieuwe dag |
akehanasu-開け放す | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
akehanatsu-開け放つ | (van ramen of deuren) wijd openen [opengooien]; open laten staan |
akeru-明ける | (nieuw) beginnen |
akinonanakusa-秋の七草 | de 7 herfstbloemen (Lespedeza, Misacanthus sinensis, Kudzu, Dianthus superbus, Patricia scabiosifolia, Eupatorium en Gomphocarpus physocarpus) |
akiru-飽きる | genoeg hebben [krijgen] van; iets beu worden |
akkan-悪漢 | booswicht; schurk; slechterik; deugniet |
akkenai-呆気ない | onvoldoende; teleurstellend |
akki-悪気 | een niet heldere lucht; een rokerige lucht; een lucht met een bepaalde onaangename geur |
akōdion・doa-アコーディオン・ドア | vouwdeur; harmonicadeur; accordeondeur |
aku-悪 | het kwaad [de slechtheid] (van natuur, zoals ziekte, natuurrampen, etc.); ondeugd |
aku-悪 | armoedig [armzalig]; van slechte [inferieure] kwaliteit |
akuba-悪婆 | een humeurige [chagrijnige; gemene] oude vrouw |
akubi-欠伸 | geeuw; gaap; het gapen |
akudō-悪童 | een ondeugend kind; een kwajongen |
akudoi-あくどい | opzichtig; felgekleurd |
akufu-悪婦 | een vrouw met een slecht [opvliegend] karakter [humeur; temperament] |
akugi-悪戯 | kattenkwaad; ondeugendheid; schelmenstreken |
akugyaku-悪逆 | ondeugendheid; kattenkwaad; schelmenstreek |
akuhō-悪報 | slecht nieuws; slechte berichten |
akujunkan-悪循環 | een vicieuze cirkel |
akume-悪目 | een snee; een scheur |
akuseihinsetsu-悪性貧血 | pernicieuze anemie |
akushū-悪臭 | vieze geur; stank |
akutā-アクター | acteur |
akutarekozō-悪たれ小僧 | een deugniet; kwajongen |
akutaremono-悪たれ者 | iemand die kattenkwaad uithaalt; een deugniet |
akutarō-悪太郎 | (als berisping) kwajongen!; schelm!; deugniet! |
akuzairyō-悪材料 | een ongunstige omstandigheid [voorwaarde] die de beurs negatief beïnvloedt; een negatieve factor |
ama-アマ | amateur |
amachua-アマチュア | amateur |
amairo-亜麻色 | vlaskleur |
ame-飴 | amberkleurig |
ameiro-飴色 | amber(kleur); (half)transparant lichtbruin |
amido-網戸 | hor; hordeur; insectengaas |
āmuchea-アームチェア | leunstoel; fauteuil |
ana-アナ | omroeper; nieuwslezer; verslaggever |
anaunsā-アナウンサー | omroeper; nieuwslezer; verslaggever |
anbasadā-アンバサダー | ambassadeur |
anbishasu-アンビシャス | ambitieus; eerzuchtig |
angōka-暗号化 | codering; encryptie; versleuteling |
angōkagi-暗号鍵 | encryptiesleutel; versleutelingscode; coderingsleutel |
angōkaidoku-暗号解読 | het breken [ontsleutelen; ontcijferen] van een geheime code; decodering |
angōkasuru-暗号化する | coderen; versleutelen |
aniki-兄貴 | (informeel) iemand die op natuurlijke wijze de baas is (bij jeugd(bendes), vaklui, yakuza e.d.) |
animaru・serapī-アニマル・セラピー | therapeutische inzet van huisdieren (therapie waarbij huisdieren worden betrokken bij de behandeling) |
ankasshoku-暗褐色 | donkerbruine kleur |
ankō-暗香 | een onbestemde [duistere] geur [parfum]; een aroma [geur] (van bloemen, e.d.) waarvan je niet weet waar die vandaan komt |
ankōfudō-暗香浮動 | een geur die om je heen hangt, maar waarvan je niet weet waar die vandaan komt |
anma-按摩 | een masseur [男]; een masseuse [女] |
anna-安和 | kalmte en vrede; de naam van een keizerlijk tijdperk in het midden van de Heian-periode, 10e eeuw) |
annyui-アンニュイ | verveling; sleur; lusteloosheid |
anrakushi-安楽死 | euthanasie |
anshoku-暗色 | een donkere kleur |
antena・shoppu-アンテナ・ショップ | een winkel waar producenten en lokale overheden nieuwe producten verkopen om uit te proberen hoe de trends zich ontwikkelen bij consumenten |
anwa-安和 | kalmte en vrede; de naam van een keizerlijk tijdperk in het midden van de Heian-periode, 10e eeuw) |
anzasu-アンザス | Australië, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten van Amerika (ANZUS) |
an'i-安位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
an'yaku-暗躍 | geheime manoeuvres |
ao-青 | (de kleur) blauw (v.d. lucht, zee); groen (stoplicht, planten, etc.) |
aodatami-青畳 | een nieuwe [verse] tatami (mat) |
aoitori-青い鳥 | de blauwe Vogel (oorspronkelijk Frans toneelstuk, L’Oiseau Bleu, geschreven door Maurice Maeterlinck in 1908) |
aokippu-青切符 | bekeuring (zonder strafvervolging) voor een lichte verkeersovertreding |
aokusai-青臭い | geur van gras |
aonisai-青二才 | nieuweling; groentje |
aoyagi-青柳 | de naam van een kleurschema van verschillende kimono lagen die over elkaar gedragen worden (voor de lente) |
appu-アップ | upload; geüpload bestand |
appurōdo-アップロード | upload; geüpload bestand |
ara-新 | (in kanji combinaties) nieuw; vers |
aragyō-荒行 | ascese; ascetische oefeningen; strenge religieuze discipline |
arainaosu-洗い直す | (iets) opnieuw wassen |
arainaosu-洗い直す | (van voren af aan) opnieuw onderzoeken |
araizarashi-洗い晒し(の) | verwassen; (door vaak wassen) vaal; verkleurd; verbleekt |
arajotai-新所帯 | nieuw huishouden (na huwelijk); nieuw gezin |
arasagashi-粗探し | kieskeurig zijn; gauw kritiek [aanmerkingen] hebben |
arata-新た | nieuw; vers; vernieuwd |
aratamano-新玉の | (uitdrukking voor) de verwelkoming [begroeting] van een nieuw begin (het nieuwe jaar, de nieuwe lente, etc.) |
aratamaru-改まる | zich vernieuwen; vernieuwd worden |
aratameru-改める | vernieuwen; herzien; reviseren; vervangen |
aratamete-改めて | opnieuw; nogmaals |
arate-新手 | een nieuwe werknemer; nieuwe kracht; versterkingen; verse troepen |
arate-新手 | een nieuwe manier [methode] |
āriajin-アーリア人 | ariër (Indo-Europeaan) |
āriajin-アーリア人 | Ariër (Indo-Europees sprekende Indiër of Iraniër) |
arijigoku-蟻地獄 | mierenleeuwen (insecten: Myrmeleontidae) |
aru-有る | gebeuren; plaatsvinden |
aruheitō-有平糖 | decoratief (vaak kleurrijk) snoepgoed gemaakt van suiker en zetmeelsiroop (ook vaak als zuurstok of lolly) |
āru・deko-アール・デコ | Art Deco (populaire kunststroming of stijl die zijn oorsprong kent in Frankrijk in het begin van de 20e eeuw; Fr. afkorting van Arts Décoratifs) |
asaguroi-浅黒い | donker(gekleurd); donkere huidkleur; gebruind (door de zon) |
ashiba-足場 | plaats om te staan; steunpunt; houvast |
ashigakari-足掛かり | steunpunt; voetsteun; houvast; plek om je voet neer te zetten |
ashigakari-足掛かり | aanzet; afzet; begin; sleutel (tot iets) |
ashige-葦毛 | grijs (vachtkleur van paarden) |
ashika-海驢 | zeeleeuw |
asobigokoro-遊び心 | speels [ontspannen; niet serieus] zijn |
atamakin-頭金 | aanbetaling; borgsom; sleutelgeld |
atara-可惜 | helaas; spijtig; betreurenswaardig |
atarashigariya-新しがり屋 | trendsetter; nieuwtjesjager; iemand die dol is op nieuwigheden |
atarashigaru-新しがる | op nieuwigheden jagen; van nieuwigheden houden |
atarashii-新しい | nieuw; recent; modern |
atatakai-暖かい | warm (van kleur) |
ategi-当て木 | een steunplank; lat; balk; spalk |
atehazure-当て外れ | iets dat tegenvalt; een (grote) teleurstelling |
atezuppō-当てずっぽう | een ruwe schatting; een wilde gok; willekeurig [in 't wilde weg] iets doen [zeggen] |
atokuchi-後口 | iets dat later (aan bod; aan de beurt) komt |
atorandamu-アトランダム | ad random; willekeurig |
attakai-暖かい | warm (van kleur) |
attorandamu-アットランダム | at random; willekeurig |
awaiirono-淡い色の | lichtgekleurd |
aware-哀れ | Ah; Oh; (als tussenwerpsel: een woordje dat uitdrukking geeft aan diepe gevoelens van bewondering [vreugde; geluk; verdriet]; |
awareppoi-哀れっぽい | treurig; droevig; triest; meelijwekkend |
awaya-あわや | bijna; op het punt (staan te) (wordt niet gebruikt bij voorspoedige gebeurtenissen) |
awayuki-淡雪 | lichte sneeuwval |
ayashii-怪しい | vreemd; mysterieus; geheimzinnig |
azoierō-アゾイエロー | azogeel (kleurstof Azomethine) |
azukekin-預け金 | sleutelgeld |
azukeru-預ける | steunen [leunen] op |
a・ra・mōdo-ア・ラ・モード | in de mode; modieus; hip; trendy |
ba-羽 | (in kanji-combinaties) veer; vleugel |
badachi-場立ち | effectenhandelaar; beursmakelaar |
baffā-バッファー | buffer(geheugen) (computerterm) |
baikan-陪観 | het bekijken [bijwonen] van iets met een meerdere [een superieur]; aanwezigheid (bij een keizerlijk bloemenfeest) |
baikansuru-陪観する | iets bekijken [bijwonen] met een meerdere [een superieur]; (een keizerlijk bloemenfeest) bijwonen |
baikyū-倍旧 | herdubbeling; (opnieuw) verdubbeling |
baioretto-バイオレット | violet (paarsblauwe kleur) |
bai・rain-バイ・ライン | naamregel (bij een artikel waar de naam van de auteur wordt vermeld) |
bājon・appu-バージョン・アップ | upgrade; een nieuwe [hogere; betere] versie |
bakkin-罰金 | geldboete; bekeuring; bon |
bakkuappu-バックアップ | steun; ondersteuning; sponsoring |
baku-爆 | uitbundig gelach [geschreeuw] |
bāmirion-バーミリオン | vermiljoen (kleur; pigment) |
ban-番 | nummer; volgorde; beurt |
banbanzai-万万歳 | (versterkende vorm van 万歳) een heuglijk feit; een feestelijke gebeurtenis; een grote vreugde [blijdschap] |
bancha-番茶 | groene thee van mindere [inferieure] kwaliteit |
banchō-番長 | jeugdbendeleider; leider van schoolgaande jonge delinquenten |
bandai-万代 | 10.000 jaren; altijd; eeuwigheid |
bandana-バンダナ | kleurige (katoenen) halsdoek |
bango-蛮語 | (Edo periode) buitenlandse taal (soms ook met afkeurende bijbetekenis) |
bānto・anbā-バーント・アンバー | gebrande omber (roodbruine kleur) |
barairo-薔薇色 | roze kleur |
barikan-バリカン | tondeuse; kappersschaar (merknaam Bariquand et Marre) |
basei-罵声 | boegeroep; (afkeurend) gejoel |
bassen-抜染 | ontkleuring (textiel) |
batachi-場立ち | beurshandelaar; effectenmakelaar |
batakusai-バタ臭い | (lett. ruikend naar boter) westers; Europees; exotisch; on-Japans |
batsu-抜 | (in kanji combinaties) verwijderen; uittrekken; uitsteken boven; superieur zijn |
bearingu-ベアリング | lager; asblok; steunpunt; draagvlak |
bēju-ベージュ | beige (kleur) |
bekke-別家 | een nieuwe tak van een familie; uit het ouderlijk huis gaan en een eigen gezin stichten |
benchā-ベンチャー | speculatie(s) (op de effectenbeurs); gokken |
benchākigyō-ベンチャー企業 | nieuwe [venture] onderneming |
benchā・bijinesu-ベンチャー・ビジネス | nieuwe [venture] onderneming |
benjin-ベンジン | petroleumether (ligroïne) |
benkeijima-弁慶縞 | (tweekleurig) geruit patroon (van stof) |
benshūshunin-編集主任 | directeur-hoofdredacteur |
besshō-別称 | bijnaam; pseudoniem |
betsumei-別名 | een andere naam; pseudoniem; schuilnaam |
bibō-備忘 | herinnering; geheugensteuntje |
bidakuon-鼻濁音 | neusklank; nasale klank |
bien-鼻炎 | rinitis; neusslijmvliesontsteking |
biginā-ビギナー | beginner; nieuweling |
bihin-備品 | roerend goed; meubilair; apparatuur; benodigdheden |
bijinesu・konsarutanto-ビジネス・コンサルタント | zakelijk adviseur |
bijutsukan-美術館 | kunstmuseum (museum van kunstwerken); kunstgalerie |
bikō-鼻孔 | neusvleugel; neusgat |
bikō-鼻腔 | neusholte |
biribiri-びりびり | geluid van scheurend papier |
bisoku-鼻息 | neusademhaling; het ademen door de neus; snuiven |
bitoku-美徳 | deugd; deugdzaamheid; nobel karakter |
biyoku-鼻翼 | neusvleugel |
bōdobirian-ボードビリアン | acteur in blijspel; entertainer |
bōgaikōsakuin-妨害工作員 | saboteur |
bōgaisha-妨害者 | saboteur |
bōgen-妄言 | leugen; onwaarheid |
bohemian-ボヘミアン | bohemien; zigeuner |
bōjorē・nūbō-ボージョレー・ヌーボー | Beaujolais primeur (nieuwe Beaujolais wijn) |
bōmin-暴民 | menigte; meute; gepeupel |
bōnenkai-忘年会 | eindejaarsfeest (lett.: vergeet-het-jaar feest; men drinkt om de zorgen van het oude jaar te vergeten en te toasten op het nieuwe jaar) |
bongan-凡眼 | (door) de ogen van een leek [amateur]; lekenoog; lekenoordeel |
bonten-梵天 | Japanse religieuze staf met wimpels van wit papier |
boppatsu-勃発 | uitbraak (b.v. van een oorlog); uitbarsting; plotselinge gebeurtenis |
bōraku-暴落 | verval; plotselinge daling [val] (b.v. van aandelen op de beurs) |
bōshō-傍証 | ondersteunend [indirect] bewijs; bevestiging |
boshoku-暮色 | de kleuren van de avondschemering; schemerlandschap |
bosshū-没収 | verbeurdverklaring; inbeslagname; confiscatie; beslaglegging |
bosshūsuru-没収する | in beslag nemen; confisqueren; beslag leggen op; verbeurdverklaren |
būbū-ぶうぶう | getoeter; gedreun |
budōiro-葡萄色 | (donker) roodpaarse kleur |
būke-ブーケ | (van wijn) bouquet; geur; aroma |
bukkuendo-ブックエンド | boekensteun |
buna-橅 | beuk; beukenboom |
bunshi-分子 | teller (van een breuk) |
bunsū-分数 | breuk (wiskunde) |
bun'ya- ブン屋 | (jeugdbende jargon) journalist; verslaggever |
buppōsō-仏法僧 | dollarvogel (Eurystomus orientalis) |
burakkuauto-ブラックアウト | black-out; verduistering; tijdelijk verlies van bewustzijn [geheugen; concentratie] |
burakku・mandē-ブラック・マンデー | Zwarte Maandag (beurscrisis op maandag 19 oktober 1987) |
buran・nyū-ブラン・ニュー | gloednieuw; splinternieuw |
bureiku-ブレイク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
burēku-ブレーク | breuk; onderbreking; pauze; doorbraak |
burīchi-ブリーチ | breuk; bres |
burijji-ブリッジ | steunbalk; dekstijl |
burizādo-ブリザード | sneeuwstorm |
busahō-無作法 | onbeleefdheid; slechte manieren; inbreuk op de etiquette |
busubusu-ぶすぶす | (onomatopee) mopperend; tegensputterend; klagend; smeulend |
butchigiru-打っ千切る | (met kracht) scheuren; verscheuren |
chairo-茶色 | bruine kleur; bruin |
chakasshoku-茶褐色 | donkerbruin (de kleur van sterke zwarte thee) |
chakōru・gurē-チャコール・グレー | donkergrijs; antraciet(kleur) |
chakushoku-着色 | kleuring |
chakushokuryō-着色料 | kleurstof; kleurmiddel |
chakushokuzai-着色剤 | kleurstof; kleurmiddel |
chame-茶目 | ondeugendheid; speelsheid |
chame-茶目 | ondeugd; deugniet; grappenmaker |
chami-茶味 | bruinachtige kleur |
chāmu-チャーム | toverspreuk; amulet; bedeltje |
channeruarasoi-チャンネル争い | ruzie over de keuze van het (tv) kanaal |
charinko-ちゃりんこ | jeugdige jonge] zakkenroller |
chibi-ちび | klein kind; kleintje; onderdeurtje |
chibichibi-ちびちび | beetje bij beetje; stap voor stap; met kleine teugjes [hapjes] |
chīfu・eguzekutibu-チーフ・エグゼクティブ | hoofddirecteur; algemeen directeur; president |
chihōshoku-地方色 | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
chiji-知事 | gouverneur (van een provincie, deelstaat, of prefectuur) |
chijiraseru-縮らせる | (in)krimpen; kreukelen |
chikaranuke-力抜け | teleurstelling; ontgoocheling; deceptie |
chikuh・chikuri・chikun-ちくっ・ちくり・ちくん | de pijnscheut (op het moment dat men geprikt wordt met een naald, etc.) |
chīmu・karā-チーム・カラー | clubkleur(en); de kleuren van (het tenue van) een team |
chinbun-珍聞 | uitzonderlijk [vreemd; merkwaardig] verhaal [nieuws] |
chinchō-珍重 | gunstige gelegenheid; vreugdevolle gebeurtenis; iets veelbelovends |
chindan-珍談 | vreemd nieuws; anekdote; grappig verhaal |
chinji-珍事 | onverwachte gebeurtenis; vreemd voorval |
chinoke-血の気 | blos; kleur (van gezicht) |
chitose-千歳 | een millennium; duizend jaar; een eeuwigheid |
chōai-寵愛 | gunst; steun; sympathie; genegenheid; liefde |
chōkan-長官 | directeur; hoofdfunctionaris; kanselier; voorzitter |
chōkō-彫工 | beeldhouwer; graveur |
chōkokuka-彫刻家 | beeldhouwer; graveur; houtsnijder |
chōku-チョーク | choke (carburateur) |
chokudai-勅題 | het onderwerp [thema] voor de Nieuwjaars poëziewedstrijd |
chōriba-調理場 | (professionele) keuken (zoals b.v. in restaurants) |
chosakuken-著作権 | auteursrecht; copyright |
chosha-著者 | auteur; schrijver; schrijfster |
chōsho-長所 | verdienste; goede eigenschap; deugd; voordeel |
chōzame-蝶鮫 | steur (straalvinnige vissoort, Acipenser mikadoi) |
chūbō-厨房 | keuken; kombuis |
chūka-中華 | (afk. voor) Chinees eten; Chinese gerechten; de Chinese keuken |
chūkai-厨芥 | keukenafval; etensresten |
chūkaryōri-中華料理 | Chinees eten; Chinese gerechten; de Chinese keuken |
chūken-中堅 | (fig.) kern; ruggengraat; steunpilaar; het middenkader |
chūritsu-中立 | neutraliteit |
chūritsusei-中立性 | neutraliteit |
chūsei-中世 | middeleeuwen |
chūsei-中性 | neutraliteit (incl. chemie, elektrisch, etc.) |
chūseisenzai-中性洗剤 | synthetisch wasmiddel; neutraal reinigingsmiddel |
chūseishi-中性子 | neutron |
chūwa-中和 | neutralisering |
daberu-駄弁る | babbelen; kletsen; keuvelen; praten |
daburu・suchīru-ダブル・スチール | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
daidokoro-台所 | keuken |
daieihakubutsukan-大英博物館 | het British Museum (in Londen) |
daigi-台木 | (steun)blok; houten voet |
daiji-大事 | een belangrijk [ernstig] iets; een serieuze zaak |
daijōsai-大嘗祭 | groot festival na de troonsbestijging van een keizer (waarbij de keizer het nieuwe graan van het jaar offert) |
daikokubashira-大黒柱 | (lett.) steunzuil; steunpilaar (van een constructie) |
daimyōryokō-大名旅行 | een luxueuze [dure] reis maken; reizen in weelde |
dainagon-大納言 | raadslid van de hoogste rang aan het keizerlijk hof van Japan (7e-19e eeuw) |
dainingu・kitchin-ダイニング・キッチン | eetkeuken |
dakui-諾意 | instemmingsbereidheid; intentie tot goedkeuring |
dāku・ēji-ダーク・エージ | de donkere [duistere] middeleeuwen |
dame-駄目 | (in het theater) de aanwijzing [waarschuwing] van een regisseur aan een acteur [actrice] |
dan-檀 | struik (Euonymus sieboldianus) |
dankō-断交 | breuk [beëindiging] van (sociale; diplomatieke) betrekkingen |
dansen-断線 | (kabel)breuk; ontkoppeling |
danshoku-暖色 | warme kleur(en) (zoals geel, oranje, rood) |
dan'atsu-弾圧 | oppressie; onderdrukking; dwang; beteugeling |
dan'yū-男優 | acteur; toneelspeler |
darashinai-だらしない | slordig; onzorgvuldig; onnauwkeurig; onoplettend |
daruma-達磨 | darumapop (afbeelding van Daruma, waarbij vaak de ogen nog niet zijn ingekleurd, hetgeen men pas doet als een wens uitkomt) |
dasshoku-脱色 | ontkleuring; het bleken |
dasshokusuru-脱色する | bleken; ontkleuren |
dasshū-脱臭 | ontgeuring; deodorisering; reukloos maken |
dasshūsuru-脱臭する | ontgeuren; deodoriseren; reukloos maken |
datchō-脱腸 | ingewandsbreuk (hernia abdominalis); liesbreuk |
datsusara-脱サラ | het zich bevrijden uit de tredmolen van een kantoorbaan, en voor zichzelf beginnen om leuk en zinvol werk te gaan doen |
dearu-である | zijn (neutrale vorm van het koppelwerkwoord) |
deba-出刃 | een breed keukenmes (vnl. om vis te snijden) |
deba-出場 | (op het toneel, bij een bijeenkomst, etc.) aan de beurt zijn; opkomst; verschijning |
debabōchō-出刃包丁 | een breed keukenmes (vnl. om vis te snijden) |
deban-出番 | beurt; (bij toneelopvoeringen) de beurt van een acteur om op het podium te komen |
deha-出端 | (muzikale begeleiding bij) de opkomst van een acteur op het podium (theater) |
dehōdai-出放題 | onzin; willekeur |
deirekutā-デイレクター | regisseur |
deiriguchi-出入口 | ingang en uitgang; deuropening; (toegangs)poort |
deka-でか | (jargon) politieagent in burger; politie-inspecteur; rechercheur |
dekigoto-出来事 | gebeurtenis |
dekisokonai-出来損ない | mislukking; een flop; slecht [afgekeurd; onvolledig] product [artikel] |
dekitate-出来たて | gloednieuw; splinternieuw |
denaosu-出直す | weer [opnieuw] (langs) komen |
denaosu-出直す | een nieuwe [frisse] start maken |
denshikeisankisonkai-電子計算機損壊 | computervredebreuk |
derakkusu-デラックス | luxe; luxueus |
deredere-でれでれ | (onomatopee) verliefd [amoureus] zijn |
derederesuru-でれでれする | (onomatopee) verliefd [amoureus] zijn; flirten; vleien |
deusu-デウス | (Christendom) God; Deus |
direkutā-ディレクター | regisseur |
direttantizumu-ディレッタンティズム | dilettantisme (amateuristische beoefening van kunst of wetenschap) |
direttanto-ディレッタント | dilettant (m); dilettante (v); amateur; oppervlakkige kunstkenner |
dī・kē-ディー・ケー | eetkeuken (Engels DK: dining kitchen) |
doa-ドア | deur |
doa・ai-ドア・アイ | kijkgaatje in een deur (om bezoekers te kunnen zien) |
dogimagi-どぎまぎ | opgewonden; boos; nerveus |
dogimagisuru-どぎまぎする | opgewonden raken; boos zijn; nerveus worden; de tegenwoordigheid van geest verliezen |
dōkō-同好 | dezelfde voorkeur [smaak; hobby] |
domanjū-土饅頭 | grafheuvel |
donaritsukeru-怒鳴りつける | schreeuwen [schelden] (tegen); (iem.) uitschelden [uitfoeteren] |
donaru-怒鳴る | schreeuwen; gillen; krijsen; te keer gaan; brullen; tieren |
donto-どんと | krachtig; met een klap [dreun] |
don'yō-嫩葉 | jong [nieuw; frisgroen] blad |
doraibā-ドライバー | chauffeur; automobilist |
dorai・aisu-ドライ・アイス | (Eng. dry ice) droogijs; koolzuursneeuw (vaste vorm van CO2, koolstofdioxide) |
dorama-ドラマ | dramatische gebeurtenis; drama; tragedie |
dorifuto-ドリフト | verschijnsel waarbij deeltjes door een externe kracht in een willekeurige beweging worden gebracht (b.v. elektrische geleiding, warmtegeleiding, etc.) |
doriru-ドリル | dril (Afrikaanse aap, Mandrillus leucophaeus) |
doroppukikku-ドロップキック | aanvalsmanoeuvre in professioneel worstelen |
dōshoku-銅色 | koperkleur |
doyasu-どやす | intimideren; (naar iem.) schreeuwen [schoppen; slaan] |
doyomosu-響もす | doen [laten] weerklinken [weergalmen; trillen; dreunen] |
dyūsu-デュース | (bij tennis, e.d.) deuce |
eabasu-エアバス | Airbus (Europese vliegtuigbouwer) |
ea・shūto-エア・シュート | pneumatische transmissiebuis; luchtkoker voor vervoer van voorwerpen |
editā-エディター | redacteur (krant, etc.) |
edomurasaki-江戸紫 | blauw-paarse kleur (voor het eerst genaakt in de Edo periode) |
egureru-抉れる | ingedeukt [uitgehold; hol] worden |
eguzekutibu-エグゼクティブ | leidinggevende persoon; hoofddirecteur; uitvoerende macht |
ei-永 | (in kanji combinaties) eeuwig; onbepaalde [lange] tijd [afstand] |
eien-永遠 | eeuwigheid |
eigakantoku-映画監督 | filmregisseur |
eikyū-永久 | eeuwigheid |
eimin-永眠 | eeuwige slaap; dood |
eiminsuru-永眠する | eeuwig slapen; dood zijn |
eisei-永逝 | het sterven; de dood; de eeuwige slaap |
ekichū-益虫 | (voor mensen en milieu) nuttig insect |
ekobijinesu-エコビジネス | eco-bedrijven (ter bescherming en behoud van het milieu) |
ekohausu-エコハウス | ecohuis; ecowoning (milieuvriendelijk huis) |
ekomāku-エコマーク | ecolabel (keurmerk voor minder milieubelastende producten en diensten) |
ekorojī・māku-エコロジー・マーク | ecologisch keurmerk |
eko・māku-エコ・マーク | ecomark; ecologisch keurmerk; milieukeurmerk |
ekyū-エキュー | ecu (European Currency Unit, tot 1 jan. 1999 gebruikte fictieve rekenmunt voor de Europese Unie) |
emakimono-絵巻物 | rolschildering (met afbeeldingen en tekst van literaire of religieuze inhoud) |
engoshageki-援護射撃 | ondersteuningsvuur; vuurdekking |
engoshageki-援護射撃 | iemand steunen [bijvallen] tijdens een discussie |
enja-演者 | iemand die optreedt (tv of toneel); artiest; acteur |
enji-園児 | kleuter [kind] op de kleuterschool |
enjinia-エンジニア | ingenieur |
enjo-援助 | hulp; assistentie; steun |
enjosuru-援助する | helpen; steunen; assisteren |
enkanatoriumu-塩化ナトリウム | natriumchloride; keukenzout |
enkyokuhō-婉曲法 | eufemisme |
enpun-円墳 | cirkelvormige grafheuvel |
enshutsuka-演出家 | regisseur; producent |
era-鰓 | kieuw(en) (van een vis) |
erabu-選ぶ | (uit)kiezen; een keuze maken; selecteren |
erejī-エレジー | elegie; treurdicht; klaagzang |
erīto-エリート | de elite; de keur; de crème de la crème |
eru・dī・kē-エル・ディー・ケー | (living-dining-kitchen) woonkamer-eetkamer-keuken |
eru・pī・jī-エル・ピー・ジー | vloeibaar (auto)gas (LPG: liquefied petroleum gas) |
eusutakiokan-エウスタキオ管 | buis van Eustachius; eustachiusbuis |
faiasutōmu-ファイアストーム | zingen en dansen rondom een kampvuur [vreugdevuur] |
fain・seramikkusu-ファイン・セラミックス | fijn keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
fakutaringu-ファクタリング | factoring (het beheer van de debiteurenadministratie van bedrijven door een financiële onderneming) |
fānichā-ファーニチャー | meubels; meubilair |
fanī・fēsu-ファニー・フェース | een uniek [aantrekkelijk; leuk] gezicht (vooral gezegd van vrouwen) |
fanshī-ファンシー | fantasie; gril; voorkeur |
fasshonsei-ファッション性 | modieus |
fea-フェア | beurs; tentoonstelling; expositie |
feawē-フェアウェー | vaargeul; vaarwater |
feromon-フェロモン | feromoon (door dieren geproduceerde (geur)stof, afgegeven aan de omgeving) |
ferōshippu-フェローシップ | wetenschappelijk genootschap; studiebeurs |
firudāzu・choisu-フィルダーズ・チョイス | (honkbal) de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
fīrudingu-フィールディング | (honkbal) het veldspelen (= verdedigen, i.t.t. aanvallen = de slagbeurt) |
fotokina-フォトキナ | tweejaarlijkse internationale handelsbeurs op het gebied van fotografie en film (in Keulen, Duitsland). |
fuanshinkeishō-不安神経症 | angstneurose |
fubuki-吹雪 | sneeuwstorm; sneeuwjacht |
fubuku-吹雪く | stormen (met sneeuwval) |
fucha-普茶 | (afk. voor) vegetarische keuken [gerechten] (overgenomen uit China) |
fucharyōri-普茶料理 | vegetarische keuken [gerechten] (overgenomen uit China) |
fudezuka-筆塚 | (graf)heuvel, waarin gebruikte schrijfpenselen (van geëerde meesters) begraven zijn |
fudōi-不同意 | meningsverschil; onenigheid; het oneens zijn; afkeuring |
fuhenfutō-不偏不党 | onpartijdigheid; neutraliteit; onafhankelijkheid |
fukainyū-不介入 | non-interventie; neutraliteit |
fukakōryoku-不可抗力 | overmacht; force majeure; onvermijdelijkheid |
fukidamari-吹き溜まり | dwarrelende sneeuw [bladeren]; sneeuwjacht |
fukigen-不機嫌 | slecht humeur; ongenoegen; norsheid |
fukihatsuseimemorī-不揮発性メモリー | (computerterm) niet-vluchtig geheugen |
fūkiri-封切り | filmpremière; het uitbrengen van een nieuwe film |
fukiyose-吹き寄せ | een vlaag (sneeuw, regen, stof, etc,) |
fukkō-復興 | herstel; wederopbouw; herleving; renovatie; vernieuwing |
fukubikō-副鼻腔 | neusbijholte |
fukubikōen-副鼻腔炎 | (neus)bijholteontsteking |
fukubukuro-福袋 | tas met geschenken (die winkels bij de eerste verkoopdag in het nieuwe jaar aan klanten uitdelen) |
fukumaku-腹膜 | buikvlies; peritoneum |
fukushin-フクシン | (rode kleurstof) fuchsine; magenta |
fukushū-復習 | herhaling; het opnieuw leren; ophalen (van kennis) |
fukushūsuru-復習する | herhalen; opnieuw leren; ophalen (van kennis) |
fukyō-不興 | afkeuring; ongenoegen; misnoegen |
fumikatameru-踏み固める | aanstampen; vaststampen; plat stampen (aarde, sneeuw, e.d.) |
fun-墳 | (in kanji combinaties) grafheuvel; tumulus; (graf)terp |
funade-船出 | (iets nieuws) beginnen [starten]; een nieuw begin maken |
funin-赴任 | start van een nieuwe baan; het voor het eerst naar het werk gaan |
funinsuru-赴任する | beginnen met een nieuwe baan; voor het eerst naar het werk gaan |
furansuryōrii-フランス料理 | Frans eten; Franse gerechten; de Franse keuken |
furappu-フラップ | vleugelklep (vliegtuig) |
furasshu-フラッシュ | kort nieuwsbericht; nieuwsflits |
furasshubakku-フラッシュバック | flashback; terugblik (beeldende herinnering aan een vroegere gebeurtenis) |
fureguransu-フレグランス | aangename geur; aroma; parfum |
furikakaru-降りかかる | (je)overkomen; gebeuren (met) |
furikomerareru-降り籠められる | binnen moeten blijven omdat het regent [sneeuwt] |
furikomeru-降り籠める | regenen [sneeuwen] waardoor mensen binnen blijven |
furikomu-降り込む | naar binnen regenen [sneeuwen]; inregenen |
furinsuru-不倫する | overspel [echtbreuk; ontucht] plegen |
furishikiru-降り頻る | stortregenen; hard [voortdurend] regenen [sneeuwen] |
furitsuzuku-降り続く | voortdurend [onophoudelijk] regenen [sneeuwen] |
furu-降る | vallen (van regen, sneeuw, etc.) |
furubakku-フルバック | (American football, rugby, voetbal) vleugelverdediger; achterspeler; laatste man |
furudōgu-古道具 | tweedehands artikel [goederen]; oude meubels; snuisterijen |
furyō-不良 | slecht [inferieur; minderwaardig] zijn |
fuseikaku-不正確 | onnauwkeurigheid; onjuistheid |
fūsetsu-風雪 | wind en sneeuw; sneeuwstorm |
fushi-不死 | onsterfelijkheid; het eeuwige leven |
fushi-節 | lied; deuntje |
fushigi-不思議 | wonderlijke [vreemde] gebeurtenis; wonder |
fushō-不承 | bezwaar; afkeuring; onenigheid; weigering |
fushōchi-不承知 | bezwaar; afkeuring; onenigheid; weigering |
fushōji-不祥事 | betreurenswaardig incident; vervelend voorval; schandaal |
fushū-腐臭 | rottingsgeur; stank |
fūsui-風水 | feng shui (Chinese kunst van het creëren van harmonieuze, natuurlijke, inrichtingen van ruimten) |
fusuma-襖 | fusuma, een Japanse schuifdeur van papier in een houten frame |
fusumae-襖絵 | schildering op een fusuma (Japanse schuifdeur van papier in een houten frame) |
futatabi-再び | opnieuw; weer; nog een keer |
futei-不貞 | (huwelijkse) ontrouw; onkuisheid; echtbreuk; overspel |
futoku-不徳 | zedeloosheid; verdorvenheid; gebrek aan deugdzaamheid |
futoku-婦徳 | vrouwelijke deugd [verdienste; deugdzaamheid] |
futōmeishoku-不透明色 | dekverf; ondoorschijnende verf [kleur] |
futsuka-二日 | de tweede dag (van de maand); de tweede dag van het nieuwe jaar |
futsuka-二日 | de tweede dag (na een gebeurtenis) |
fuyō-扶養 | steun; financiële ondersteuning; (levens)onderhoud |
fuyōsuru-扶養する | ondersteunen; financieel onderhouden |
fuyushōgun-冬将軍 | de (strenge) winter; Russische winter (een term die verwijst naar het mislukken van de invasie van Napoleon in Rusland door hevige kou en sneeuw) |
fyūnerarumāchi-フューネラルマーチ | dodenmars; treurmars |
gagō-雅号 | pseudoniem; alias |
gaikōdan-外交団 | corps diplomatique (ambassadeurs en consuls) |
gaishoku-外食 | het buiten de deur eten; buitenshuis eten; uiteten |
gaishokusuru-外食する | buiten de deur eten; buitenshuis eten; uiteten |
gaizen-慨然 | verontwaardiging; teleurstelling; verdriet |
gaki-餓鬼 | (kleinerend) deugniet; snotaap; rotkind; blaag; snotneus; kwajongen; halfwas |
gakkari-がっかり | teleurgesteld; ontmoedigd; triest |
gakkarisuru-がっかりする | teleurgesteld [ontmoedigd; triest] worden |
gakkōchō-学校長 | schoolhoofd; schooldirecteur |
gakkuri-がっくり | teleurgesteld; ontmoedigd |
gakugeiin-学芸員 | curator (van een museum); conservator |
gakuin-学院 | (i.g.v. instellingsnamen) jeugdgevangenis (al dan niet met scholingsprogramma) |
gakushi-学士 | bachelor (BA); baccalaureus (laagste academische graad) |
gamigami-がみがみ | zeurend; vittend; kijvend |
ganaru-がなる | schreeuwen; (uit)roepen; bulderen; brullen |
gangan-がんがん | dreunend [galmend; bulderend; bonzend] geluid [lawaai] |
ganjitsu-元日 | Nieuwjaarsdag; eerste dag van het nieuwe jaar |
gannen-元年 | het eerste jaar van een nieuwe keizer periode |
ganshoku-顔色 | huidkleur; gelaatskleur; teint |
gantan-元旦 | Nieuwjaarsochtend; de ochtend van de eerste dag van het jaar |
ganzan-元三 | Nieuwjaarsdag; 1 januari |
ganzan-元三 | drie dagen na Nieuwjaarsdag |
gara-瓦落 | plotselinge daling van de aandelenkoersen; beurscrash |
garasudo-ガラス戸 | glazen deur |
gashi-賀詞 | felicitatie(s); felicitatie kaart [brief; bericht]; gelukwens; nieuwjaarswens |
gatā-ガター | goot; greppel; geul |
gataochi-がた落ち | scherpe val; neusduik |
gaten-合点 | instemming; goedkeuring; begrip |
gatten-合点 | instemming; goedkeuring; begrip |
geinin-芸人 | artiest; acteur; toneelspeler; entertainer |
gejo-下女 | keukenmeid; keukenmeisje; dienstmeid; dienstmeisje |
gekiteki-劇的 | dramatisch; drastisch; ontroerend; hartverscheurend |
gekitekijiken-劇的事件 | een dramatische gebeurtenis |
gen-厳 | strengheid; striktheid; precisie; nauwkeurigheid |
genba-現場 | plaats waar iets is gebeurd (b.v. een misdrijf of ongeluk) |
genchi-現地 | de precieze locatie; de plek waar het daadwerkelijk gebeurt |
gendan-厳談 | een ernstig [serieus] gesprek |
genge-紫雲英 | astragalus sinicus (Chinese hokjespeul) |
genjō-現場 | plaats waar iets is gebeurd (b.v. een misdrijf of ongeluk) |
genkanguchi-玄関口 | toegangspoort; ingang; voordeur; vestibule |
genkō-現行 | de huidige tijd; hetgeen nu gebeurt |
genmetsu-幻滅 | ontgoocheling; teleurstelling; afknapper |
genmitsu-厳密 | striktheid; nauwkeurigheid; precisie |
genshoku-原色 | primaire kleur; fundamentele kleur |
gentaku-玄沢 | goedheid van een keizer [heilige]; keizerlijke deugdzaamheid |
genzoku-還俗 | uitreding uit een religieus ambt en toetreding tot een wereldlijke functie |
getabako-下駄箱 | (op)bergmeubel voor schoenen (vaak direct bij de ingang van Japanse huizen en gebouwen) |
gidan-疑団 | knagende twijfel; twijfel die blijft zeuren in je hoofd |
gigi-巍巍 | torenhoog [reuzehoog] zijn |
giji-疑似 | pseudo-; quasi- |
gijin-義人 | een rechtvaardig [deugdzaam; rechtschapen] persoon |
gijutsusha-技術者 | ingenieur; technicus |
ginpa-銀波 | zilverkleurige golven (door reflectie van maanlicht) |
ginrei-銀嶺 | een besneeuwde bergtop (die zilverwit glanst) |
gin'iro-銀色 | zilverkleur |
gin'yoku-銀翼 | zilveren vleugels [vliegtuig] |
gisoku-偽足 | pseudopodium; schijnvoet (voetachtige uitstulping bij cellen) |
gō-号 | pseudoniem (van schrijver, kunstenaar e.d.) |
gogatsubyō-五月病 | voorjaarsmoeheid; depressie in mei (m.n. na een nieuwe baan of opleiding, die in april is gestart) |
gōi-合意 | overeenkomst; akkoord; wederzijdse instemming [goedkeuring] |
gokigen-御機嫌 | (beleefde term voor) humeur; stemming; gemoedstoestand |
gomashio-胡麻塩 | een smaakmaker uit de Japanse keuken gemaakt van fijngemalen sesamzaad en een kleine hoeveelheid zout |
gorugota-ゴルゴタ | Golgotha (de heuvel waar Jezus werd gekruisigd) |
gōsei-豪勢 | grandeur; pracht; praal |
gōsetsu-豪雪 | zware sneeuwval |
goshiki-五色 | de vijf kleuren (blauw, geel, rood, wit en zwart); veel kleuren |
goshin-五辛 | de 5 soorten groenten met een sterke smaak (knoflook, ui, lenteuitjes, prei en bieslook) |
goshintō-御神灯 | licht gebruikt als religieus offer |
gotagota-ごたごた | zeuren |
gōu-豪雨 | slagregen; wolkbreuk; zware [hevige] regen |
goyōhajime-御用始め | de hervatting [heropening] van de overheidsdiensten in het nieuwe jaar (meestal op 4 jan.) |
guchi-愚痴 | (ongegronde) klacht; gezeur; gemopper; gemor |
gunjōiro-群青色 | ultramarijn (kleur) |
guradēshon-グラデーション | nuancering; schakering; gradatie; overloop van kleur [licht] |
guramarasu-グラマラス | glamoureus |
gurando・piano-グランド・ピアノ | vleugel (muziekinstrument) |
guren-紅蓮 | helderrode kleur |
gurīn-グリーン | groen; groene kleur |
gurinijjihyōjunji-グリニッジ標準時 | (GMT, Greenwich Mean Time) Greenwichtijd (West-Europese tijd) |
guzuguzu-ぐずぐず | aarzelend; dralend; treuzelend; tegensputterend |
gyappu-ギャップ | kloof; scheur; spleet |
gyararī-ギャラリー | (kunst)galerij; museumzaal |
gyō-行 | religieuze (boeddhistische) training [discipline]; ascetisme |
gyokuro-玉露 | groene thee van superieure kwaliteit |
gyōshisuru-凝視する | staren; turen; nauwkeurig bekijken |
haari-羽蟻 | vliegende [gevleugelde] mier(en) |
hadairo-肌色 | huid(s)kleur; kleur van de huid |
hadakamugi-裸麦 | hemelgerst; naaktzadige gerst (Hordeum vulgare variëteit nudum) |
hadareyuki-斑雪 | plekken waar sneeuw (nog) is blijven liggen |
hagi-萩 | een kimono kleurencombinatie van donker rood en groen, bestemd voor herfst |
hagimashiko-萩猿子 | Aziatische vink (Leucosticte arctoa) |
hagu-剥ぐ | (af)scheuren; (af)schillen; villen; pellen |
hahanosa-鼻の差 | klein verschil; verschil van een neuslengte |
hai-ハイ | roes; euforie; high (van drugs) |
haien-肺炎 | longontsteking; pneumonie |
haigeki-排撃 | verwerping; afkeuring; afwijzing; aanval; bestrijding (in woord en geschrift) |
haiiro-灰色 | donker; somber; treurig; melancholiek |
haikan-廃館 | sluiting (van een museum; theater, bioscoop, etc.) |
haikan-廃館 | een gesloten museum, theater, biscoop, etc. |
haikara-ハイカラ | modieus; stijlvol; elegant |
haikei-背景 | rugdekking; steun in de rug |
haimei-俳名 | pseudoniem van een haikudichter |
hairu-入る | (informatie, e.d.) doorgeven; introduceren (als iets nieuws) |
hairu-入る | (beginnen te) scheuren; barsten |
hairu-入る | alcohol innemen, een eufemisme voor dronken worden |
haisetsu-排雪 | sneeuwruimen; het verwijderen van gevallen sneeuw |
haitatsunin-配達人 | besteller; bezorger; koerier; distributeur |
haitsu-ハイツ | hoogten; wooncomplex op een heuvel |
haiyā-ハイヤー | huurauto (met chauffeur) |
haiyū-俳優 | acteur (m); actrice (v); toneelspeler (m); toneelspeelster (v) |
hajikeru-弾ける | openbarsten; uitbarsten; openscheuren |
hajimaru-始まる | (steeds weer) opnieuw beginnen; van voren af aan beginnen |
hajimeru-始める | weer [opnieuw] beginnen (met); herstarten |
hajiru-恥じる | inferieur zijn (aan); niet voldoen (aan) |
hakabu-端株 | kleiner aantal aandelen dan door de handelsbeurs gespecificeerd |
hakaikōsakuin-破壊工作員 | saboteur |
hakaze-羽風 | bries [wind] veroorzaakt door het flapperen van vleugels |
hāken-ハーケン | hakenkruis (afk. van Duits: Hakenkreuz); swastika |
hākenkuroitsu-ハーケンクロイツ | hakenkruis (afk. van Duits: Hakenkreuz); swastika |
haki-破棄 | vernietiging; verscheuring |
hakkekkyū-白血球 | witte bloedcel(len), leukocyt(en) |
hakketsubyō-白血病 | leukemie; bloedkanker |
hakubutsukan-博物館 | museum |
hakuhyō-白票 | blanco stem; stem van goedkeuring (in Japan wit stembiljet) |
hakujin-白人 | beginneling; amateur |
hakumen-白面 | lichte gelaatskleur; bleek gezicht |
hakuseki-白皙 | witte [blanke] huidskleur [teint] |
hamaya-破魔矢 | een pijl ter verdrijving van kwade krachten (wordt met nieuwjaar door heiligdommen verkocht) |
hamingu-ハミング | gezoem; gebrom; geneurie |
hamo-鱧 | Batavia snoekaal (Muraenesox cinereus) |
hana-鼻 | neus; snuit; muil; slurf |
hanabashira-鼻柱 | brug van de neus; neusbrug |
hanafubuki-花吹雪 | bloemblaadjes die door de wind (geblazen) dwarrelen in de lucht (als sneeuw) |
hanagatayakusha-花形役者 | steracteur; steractrice |
hanage-鼻毛 | neushaar |
hanagoe-鼻声 | neusstem; nasale stem |
hanagusuri-鼻薬 | neusdruppels |
hanaiki-鼻息 | neusademhaling; het ademen door de neus; snuiven |
hanairo-花色 | bloemkleur |
hanaji-鼻血 | bloedneus; neusbloeding |
hanajiromu-鼻白む | ontmoedigd [beschaamd] kijken; teleurgesteld zijn |
hanajiru-鼻汁 | snot; neusslijm |
hanakaze-鼻風邪 | neusverkoudheid |
hanakuso-鼻糞 | snot; neusvocht |
hanamagari-鼻曲がり | een gebogen [kromme] neus |
hanamagari-鼻曲がり | iemand met een slecht humeur; brombeer; chagrijn |
hanamatsuri-花祭り | bloemenfestival in het Kitashitara-district, in de prefectuur Aichi (aan het einde van het jaar tot nieuwjaar) |
hanamichi-花道 | verhoogd pad waarover de acteurs naar- en van het toneel lopen (door de zaal met het publiek) |
hanamichi-花道 | (fig.) moment van een glorieuze terugtreding [aftreden; pensionering] |
hanamizu-鼻水 | neusvocht; snot; snotneus |
hananosaki-鼻の先 | het puntje van de neus |
hananosaki-鼻の先 | recht voor je (neus) |
hanasaki-鼻先 | de punt van je neus |
hanashi-話 | gerucht; nieuws |
hanashi-話 | ijdel gepraat; woorden zonder daden; loze woorden; leugen |
hanashiaite-話し相手 | gesprekspartner; iem. om mee te praten; adviseur |
hanashite-話し手 | spreker; verteller; causeur |
hanatsu-放つ | een licht [glans; geur; geluid] afgeven |
hanauta-鼻歌 | het neuriën; geneurie; gehum; binnensmonds zingen |
hane-羽 | vleugel |
hanetsuki-羽根突き | een traditioneel Japans Nieuwjaarsspel, gespeeld met een houten peddel (hagoita) en een shuttle |
haniwa-埴輪 | (oudheid) terracotta beelden (bij grafheuvels) |
hanken-版権 | copyright; auteursrecht |
hankenshingai-版権侵害 | schending van copyright [auteursrecht] |
hankenshoyū-版権所有 | alle (auteurs)rechten voorbehouden |
hankenshoyūsha-版権所有者 | auteursrecht [copyright] houder [bezitter] |
hansokukin-反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
haonkigō-ハ音記号 | c-sleutel (muziek) |
hapuningu-ハプニング | (onverwachte) gebeurtenis; voorval |
harahara-はらはら | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
hareru-晴れる | opbeuren (van stemming); zuiveren [opklaren] (van verdenking, etc.) |
harienju-針槐 | Robinia pseudoacacia (boomsoort) |
harikaeru-張り替える | opnieuw behangen [bekleden; pleisteren] |
harikiru-張り切る | (tot het uiterste) gespannen zijn; nerveus [opgewonden] zijn |
harisakeru-張り裂ける | (open)barsten; scheuren; in stukjes breken |
harugi-春着 | lentekleding; Nieuwjaars kimono |
haruta-春田 | een lente rijstveld (een veld waar de oude rijst al geoogst is en de nieuwe rijst nog geplant moet worden) |
hasen-破船 | schipbreuk; een gezonken schip; scheepswrak |
hashigakari-橋懸かり | overbrugging tussen acteursfoyer en het podium (Nō theater) |
hashiri-走り | primeur; de [het] eerste van het seizoen |
hason-破損 | schade; beschadiging; breuk; blessure |
hasseisuru-発生する | gebeuren; zich voordoen; ontstaan; voortkomen (uit); uitbreken (van ziekte, etc.); uitbarsten (vulkaan) |
hasshoku-発色 | de oorspronkelijke kleuren; het verschijnen [ontwikkelen] van kleuren |
hasū-端数 | een gebroken getal; breuk |
hata-将 | of; soms; opnieuw; misschien |
hataage-旗揚げ | een nieuwe groep [organisatie] opzetten [vormen]; een nieuw bedrijf starten |
hatabiraki-旗開き | het nieuwjaarsfeest van een vakbond |
hatchi-ハッチ | vliegtuigdeur |
hatchibakku-ハッチバック | hatchback, vijfde deur (van een auto) |
hatchibakku-ハッチバック | hatchback, auto met vijfde deur (en carrosserie met korte achterkant) |
hatsuharu-初春 | het begin [de eerste maand] van het jaar; Nieuwjaar |
hatsuhi-初日 | nieuwjaarsochtend; de eerste zonsopgang van het jaar |
hatsuhinode-初日の出 | de eerste zonsopgang van het jaar; zonsopgang op nieuwjaarsdag |
hatsukashōgatsu-二十日正月 | 20 januari (de laatste dag van de nieuwjaarsfeesten) |
hatsumōde-初詣で | het eerste bezoek aan een heiligdom in het nieuwe jaar |
hatsumonogui-初物食い | een voorkeur voor de eerste oogst [producten] van het seizoen; iemand met een voorkeur voor de eerste oogst [producten] van het seizoen |
hatsumonogui-初物食い | iemand die altijd op zoek is naar nieuwe dingen |
hatsune-初値 | de eerste beurskoers van het nieuwe jaar |
hatsune-初音 | eerste vogelgezang [vogelenzang] in het nieuwe jaar |
hatsuni-初荷 | eerste verzending [vracht; transport] van het nieuwe jaar |
hatsunori-初乗り | de eerste rit (paard, auto, trein, etc.) in het nieuwe jaar |
hatsuuri-初売り | eerste verkoopdag [openingsdag] van winkels (in het nieuwe jaar) |
hatsuyu-初湯 | eerste bad van het nieuwe jaar; eerste bad van een pasgeboren baby |
hatsuyuki-初雪 | de eerste sneeuw (van het seizoen); eerste sneeuwval |
hatsuyume-初夢 | je eerste droom in het (nieuwe) jaar |
hattentekikaishō-発展的解消 | ontbinding [opheffing] (van iets) om tot vernieuwing te komen |
hayaku-破約 | contractbreuk; het verbreken van een overeenkomst |
heburaizumu-ヘブライズム | hebraïsme (oude Hebreeuwse godsdienst of taal) |
hegu-剥ぐ | afscheuren; schillen; strippen; pellen |
heikan-閉館 | het dichtgaan [sluiten] (van een bioscoop, museum, bibliotheek etc.) |
heishin-平信 | goed nieuws; goede tijding; gewone [niet dringende] berichtgeving |
heki-僻 | naar één kant overhellen [leunen] |
heki-癖 | gewoonte; voorkeur |
hekisuru-僻する | naar één kant overhellen [leunen] |
hekomu-凹む | (in)deuken; ingedrukt [beschadigd] worden |
hemogurobin-ヘモグロビン | hemoglobine (rode kleurstof in bloedcellen) |
henji-変事 | ongeluk; noodgeval; onverwachte gebeurtenis |
henmei-変名 | pseudoniem; alias |
henshoku-変色 | verkleuring; verbleking |
henshokushita-変色した | verkleurd; vervaagd; verbleekt |
henshokusuru-変色する | verkleuren; verbleken; vervagen |
henshūchō-編集長 | hoofdredacteur (m); hoofdredactrice (v) |
heonkigō-ヘ音記号 | f-sleutel (muziek) |
heppoko-へっぽこ | slecht; inferieur (in vaardigheid); nutteloos |
herumesu-ヘルメス | Hermes (figuur uit de Griekse Mythologie: zoon van Zeus, god van handel, reizigers en dieven) |
herunia-ヘルニア | ingewandsbreuk; liesbreuk |
herunia-ヘルニア | breuk; hernia |
hi-鄙 | (in kanji combinaties) platteland; afgelegen plek; inferieur; ik [mijzelf] (nederig) |
hibari-雲雀 | veldleeuwerik ((Alauda arvensis)) |
hibi-皹 | barst; scheur; kloof; spleet; kloof |
hie-稗 | Europese hanenpoot (soort gras, Echinochloa) |
hieru-冷える | koud worden; het koud krijgen; kleumen; afkoelen |
hiiki-贔屓 | voorkeur; favoriet; lievelingetje; begunstiging |
hijikake-肘掛け | armleuning |
hijikakeisu-肘掛け椅子 | fauteuil; leunstoel |
hika-悲歌 | elegie; treurdicht; klaagzang |
hike-引け | het zich inferieur voelen; verslagen zijn |
hikinaosu-引き直す | (een lijn) opnieuw trekken; herzien; weer veranderen |
hikinaosu-引き直す | weer [opnieuw] verkouden worden [kou vatten] |
hikishimeru-引き締める | strakker maken; insnoeren; aantrekken (riem, touw, teugels, etc.) |
hikitateru-引き立てる | aanmoedigen; steunen; propageren; stimuleren |
hikitateru-引き立てる | (deuren, luiken, etc.) dichtschuiven |
hikiukenin-引受人 | acceptant (van een wissel); assuradeur; borgsteller |
hikizome-弾き初め | de eerste keer dat een instrument wordt bespeeld in het nieuwe jaar |
hikizuru-引き摺る | slepen (over de grond); sleuren |
hikyoku-悲曲 | klaagzang; treurige melodie |
himei-悲鳴 | schreeuw; gil |
himekuri-日捲り | scheurkalender |
himo-ヒモ | (politieterm) souteneur; koppelaar; pooier |
himootoko-ヒモ男 | souteneur; pooier |
hinaarare-雛霰 | kleine, zoete, gekleurde rijstkoekjes die bij het Poppenfestival (op de Meisjesdag, 3 maart) worden gegeten |
hinan-非難 | kritiek; klacht; beschuldiging; blaam; afkeuring |
hinekurimawasu-捻くり回す | friemelen; peuteren; prutsen; knoeien (aan); morrelen (aan); spelen (met) |
hinikunotan-髀肉の嘆 | spijt over het verspillen van tijd; het betreuren van het niets doen |
hinjaku-貧弱 | arm [armoedig; schamel; inferieur] zijn |
hippī-ヒッピー | hippie; hippe (jeugdige) persoon |
hippu-ヒップ | heup; achterwerk; billen |
hippubōn-ヒップボーン | heupbeen |
hirajiro-平城 | een kasteel dat op een vlak terrein is gebouwd (dus niet op een berg of heuvel) |
hirame-平目 | Japanse heilbot (Paralichthys olivaceus) |
hirayamajiro-平山城 | een kasteel op een heuvel (gebouwd) |
hirih・pirih-ひりっ・ぴりっ | acuut pijngevoel; pijnscheut; het heet [scherp] zijn van eten |
hissha-筆者 | schrijver; auteur |
hitokuchi-一口 | één hap [beet; slok; teug]; een mondvol |
hitotarashi-人たらし | oplichter; fraudeur |
hitsumei-筆名 | pseudoniem; alias |
hitto-ヒット | slaan; slag; klap; dreun |
hiwairo-鶸色 | zacht geelgroene kleur (de kleur van de veren van de sijs) |
hiyahiya-冷や冷や | nerveus; bang; angstig |
hiyaku-秘鑰 | geheime sleutel |
hiyaku-秘鑰 | aanwijzing die een geheim of mysterie onthult; sleutel tot de oplossing |
hiyoku-比翼 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
hiyokunotori-比翼の鳥 | een mythische vogelpaar uit het Oude China met ieder één vleugel en één oog; ook gebruikt als metafoor voor een gelukkig liefdespaar |
hō-報 | informatie; nieuws; verslag |
hobo-保母 | een werkneemster bij een kinderopvang (zoals peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, etc.) |
hōchō-包丁 | keukenmes |
hōdōshashin-報道写真 | nieuwsfoto; nieuwsfotografie |
hōe-法衣 | religieuze kleding; priestergewaad |
hōei-放映 | televisieuitzending |
hōetsu-法悦 | (boeddh.) religieuze extase |
hōetsu-法悦 | euforie; grote vreugde |
hoikushi-保育士 | kleuterleidster; kleuterjuf |
hoikushishō-保育士証 | diploma kleuterleidster |
hoikusho-保育所 | crèche; kinderdagverblijf; peuterspeelzaal |
hojo-補助 | hulp; steun; assistentie |
hojosuru-補助する | helpen; assisteren; steun |
hokkyō-法橋 | (in de middeleeuwen) titel gegeven aan kunstenaars |
hōkō-咆哮 | schreeuw; gil; gebrul; geschreeuw; gejank |
hōkō-芳香 | parfum; aroma; aangename geur |
hōkokusha-報告者 | rapporteur |
hōkōsuru-咆哮する | schreeuwen; gillen; brullen; janken |
hokuō-北欧 | Noord-Europa (Scandinavië) |
honba-本場 | (m.b.t. handelsbeurs) ochtendhandel |
hongoshi-本腰 | ernst; volle overtuiging; serieuze poging [inspanning] |
honkakuteki-本格的 | volwaardig; volledig; totaal; volslagen; regelrecht; serieus |
honni-本に | echt; werkelijk; waarlijk; heus; feitelijk |
hontōni-本当に | echt; waarlijk; heus; werkelijk; feitelijk |
hōō-訪欧 | een bezoek aan Europa |
hooba-朴歯 | steunbalkjes onder geta sandalen, gemaakt van magnolia hout |
horishi-彫り師 | graveur |
horoyoi-ほろ酔い | aangeschoten; teut; tipsy |
hōrudo-ホールド | handvat; houvast; steunpunt |
hoshiashige-星葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
hōshō-奉唱 | eerbiedig zingen; religieuze gezangen |
hōshoku-奉職 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
hotarubi-蛍火 | smeulende sintels [houtskool] |
hōwa-法話 | religieuze verhandeling; preek |
hoyahoya-ほやほや | pas; vers; nieuw (b.v. pas getrouwd of net afgestudeerd) |
hyakunen-百年 | honderd jaar; een eeuw |
hyō-漂 | (in kanji combinaties) drijven; zweven; in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur); (rond)zwerven |
hyōshinuke-拍子抜け | anticlimax; tegenvaller; teleurstelling |
ibento-イベント | (Eng.: event) evenement; voorval; gebeurtenis |
iburu-燻る | roken; smeulen; walmen; gloeien |
ichidai-一大 | (als voorvoegsel) belangrijk; enorm; reusachtig |
ichidaiji-一大事 | een serieuze zaak |
ichiji-一事 | een ding [gebeurtenis; zaak] |
ichijitsusenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
ichijō-一条 | één zaak [affaire; gebeurtenis] |
ichimei-一名 | andere naam; bijnaam; pseudoniem |
ichinichisenshū-一日千秋 | ongeduldig (wachten); de tijd lijkt eeuwig te duren |
ichiren-一聯 | een reeks; serie (vragen); een opeenvolging van (gebeurtenissen) |
ichiretsu-一列 | een (wacht)rij; queue; de eerste rij (theater e.d.); op één lijn [rij] |
ichiyoku-一翼 | vleugel |
ichiza-一座 | de hele groep acteurs [artiesten] van een theatergezelschap |
iguzaminēshon-イグザミネーション | onderzoek; keuring |
ihan-違反 | schending; overtreding; (contract)breuk; afwijking (van de regels) |
ihansuru-違反する | schenden; overtreden; inbreuk maken |
iikagen-いい加減 | willekeur; onverantwoordelijkheid |
ikan-遺憾 | teleurstelling; betreurenswaardig zijn |
ikasu-生かす | laten (her)leven; levend [in leven] houden; nieuw leven inblazen |
ikenai-いけない | niet goed; slecht; ondeugend; onbruikbaar |
ikenaiko-いけない子 | een ondeugend kind |
ikeru-埋ける | een (houtskool)vuur met as bedekken om het te laten smeulen |
ikiataribattari-行き当たりばったり | willekeurig [lukraak] zijn; de dingen nemen zoals ze komen; een zorgeloze houding |
ikigakari-行きがかり | reeks gebeurtenissen; omstandigheden; ontwikkelingen |
ikishōten-意気衝天 | opperbeste stemming; stralend humeur; groot enthousiasme |
ikomu-イコム | International Council of Museums (een onafhankelijke niet-gouvernementele internationale organisatie voor musea) |
ikotsu-遺骨 | beenderen van gesneuvelde soldaten [overledenen] |
ikyo-依拠 | afhankelijkheid; basis; steun; toeverlaat |
ikyosuru-依拠する | afhankelijk zijn van; gebaseerd zijn op; steunen op; zich toeverlaten op |
imasara-今更 | opnieuw; weer |
inchō-院長 | directeur (v.e. ziekenhuis); abt (van een klooster) |
indigo-インディゴ | indigo (kleurstof); indigotine |
iningu-イニング | (Eng.: inning) slagbeurt (honkbal) |
injigo-インジゴ | indigo (kleurstof); indigotine |
inki-陰気 | treurigheid; zwaarmoedigheid; melancholie |
inkyubētā-インキュベーター | broedmachine; incubator; couveuse |
inobēshon-イノベーション | innovatie; nieuwigheid |
inshin-音信 | bericht; nieuws; brief; contact; communicatie |
insutorakutā-インストラクター | instructeur; docent; leermeester; trainer |
interia-インテリア | het interieur (van kamer, gebouw, voertuig, etc.); de binnenkant |
interia-インテリア | binnenhuisarchitectuur; interieurontwerp |
ionbin-イ音便 | (taalkunde) eufonische verandering (waarbij de medeklinkers k, g, sh, of r voor de -i wegvallen, b.v. 聞きて wordt 聞いて) |
ippitsu-一筆 | het schrijven van een kanji zonder opnieuw de schrijfpenseel in inkt te dopen |
iraira-いらいら | (onomatopee) nerveus; geïrriteerd |
iraira-苛苛 | (onomatopee) zenuwachtig; ongeduldig; geïrriteerd; geërgerd; gespannen; nerveus |
iro-色 | kleur; tint; teint |
iroage-色揚げ | het opnieuw verven (voor nieuwe kleur of opfrissen van vaal geworden kleding) |
iroai-色合い | kleurschakering; nuance |
irodori-彩り | het kleuren [schilderen; verven]; kleurschema; kleurenpatroon |
irodori-彩り | (kleuren) decoratie; versiering |
iroenpitsu-色鉛筆 | kleurpotlood |
irogami-色紙 | gekleurd papier |
irogarasu-色ガラス | gekleurd glas |
irogawari-色変わり | verkleuring; verandering van kleur |
irogawari-色変わり | kleurenvariatie |
irojiro-色白 | met lichtgekleurde huid; blank; blond |
iroka-色香 | kleur en geur |
iroke-色気 | kleuring; kleurnuances |
irokeshi-色消し | kleurloosheid; achromatisme |
irome-色目 | kleurschakering; nuance |
iromegane-色眼鏡 | gekleurde bril; zonnebril |
iromeku-色めく | (helder) kleuren; opfleuren |
iromono-色物 | gekleurde stoffen [kleding] |
ironaoshi-色直し | het opnieuw verven [kleuren] van stof [kleding] |
irotsukino-色つきの | gekleurd |
irowake-色分け | kleuronderscheid; kleur-codering |
iroyoi-色好い | helder [fel] gekleurd |
irozuke-色付け | het kleuren [verven; schilderen] |
irozukesuru-色付けする | kleuren; verven; schilderen; kleur aanbrengen |
irozuku-色づく | kleuren; rood worden |
irozuri-色刷り | kleurenafdruk; kleurenprint; afdruk in kleur |
isaku-遺作 | postuum werk (gepubliceerd na de dood van de auteur) |
isamitatsu-勇み立つ | gestimuleerd [bemoedigd; opgefleurd; geprikkeld] zijn [worden] |
ishō-異称 | andere naam; bijnaam; pseudoniem |
ishoku-異色 | andere kleur |
ishū-異臭 | stank; walgelijke [onaangename] geur |
isseichidai-一世一代 | het laatste optreden van een acteur, musicus, etc. |
isshin-一新 | totale verandering; ommekeer; ommezwaai; vernieuwing; restauratie |
isshokenmei-一所懸命 | in de middeleeuwen de plaats die samoerai kregen als thuishaven om te leven en te werken |
isshoku-一色 | één kleur |
isshoku-一色 | een gelijke kleur [stemming; tendens] |
isso-いっそ | liever; bij voorkeur; eerder; nogal; vrij veel; des te meer (minder) |
issonokoto-いっその事 | liever; bij voorkeur; eerder; nogal; vrij veel; des te meer (minder) |
isūsei-異数性 | aneuploïdie (het hebben van een afwijkend aantal chromosomen) |
isūtai-異数体 | aneuploïde; heteroploïde (een individu met een abnormaal aantal chromosomen) |
itaba-板場 | (lett. plek waar de snijplank ligt) keuken (in een restaurant) |
itamae-板前 | de plek in de keuken waar de snijplank gebruikt wordt |
itamashii-痛ましい | pijnlijk; schrijnend; treurig; triest |
itamu-悼む | rouwen; treuren; weeklagen |
itanshinmonkan-異端審問官 | inquisiteur |
itariaryōri-イタリア料理 | Italiaans eten; Italiaanse gerechten; de Italiaanse keuken |
itawashii-労しい | hartverscheurend; zielig; beklagenswaardig; meelijwekkend |
itazura-悪戯 | kattenkwaad; ondeugendheid; schelmenstreken |
itonami-営み | (eufemisme voor) seks |
itoyanagi-糸柳 | treurwilg (Salix babylonica) |
itsumademo-何時までも | voor altijd; eeuwig; permanent; zolang je wilt |
itsuwari-偽り | onwaarheid; valsheid; onechtheid; leugen |
ittaiichiro-一帯一路 | één gordel, één weg, een Chinees economisch concept over verbinding van regio's tot 1 invloedsgebied, b.v. langs de zijderoute tussen China en Europa |
iwaigaki-祝書 | nieuwjaarskaart |
iwaigoto-祝い事 | een feestelijke gebeurtenis; viering |
iwaizake-祝い酒 | feestdronk; drank(je) bij een feestelijke [officiële] gebeurtenis |
iyademo-嫌でも | of je het leuk vindt of niet |
iyaku-違約 | contractbreuk; schending van een belofte [verbintenis] |
iyakukin-違約金 | boete voor contractbreuk |
iyokuteki-意欲的 | ambitieus; zeer gedreven [gemotiveerd] |
izu-出づ | (opnieuw) verschijnen; opkomen; ontdekt [onthuld] worden; naar buiten komen (fig.) |
izurenishitemo-何れにしても | hoe dan ook; in elk geval; wat er ook gebeurt |
ī・ī・shī-イー・イー・シー | (European Economic Community) Europese Economische Gemeenschap |
ī・pī-イー・ピー | (European Parlement) Europese parlement |
ī・yū-イー・ユー | Europese Unie |
jagurā-ジャグラー | jongleur |
jaianto-ジャイアント | reus; grote man |
jakunen-若年 | (vroege) jeugd; jonge jaren |
jakuyaku-雀躍 | een sprong [dansje] van vreugde |
janken-じゃん拳 | het steen, papier, schaar spel (gebruikt om te loten of om te bepalen wie er eerst aan de beurt is) |
jasu・māku-ジャス・マーク | JAS (Japanese Agricultural Standard) keurmerk voor voedsel (landbouw en dierlijke producten) |
jikan-耳管 | buis van Eustachius; eustachiusbuis |
jiken-事件 | gebeurtenis; zaak; kwestie |
jikuashi-軸足 | (honkbal) pivotvoet; steunvoet (het standbeen wanneer een speler draait) |
jinsha-仁者 | een deugdzaam iemand [mens] |
jintonikku-ジントニック | gin-tonic (tonic met een scheutje gin) |
jirojiro-じろじろ | (onomatopee) starend; nauwkeurig bekijkend |
jishō-事象 | fenomeen; verschijnsel; gebeurtenis |
jissetsu-実説 | een waar gebeurd verhaal |
jisshō-実証 | feitelijk [op feiten gebaseerd] bewijs; solide [door feiten ondersteund; aangetoond] bewijs |
jitsuwa-実話 | een waar gebeurd verhaal |
jōbitaki-尉鶲 | spiegelroodstaart (zangvogel, Phoenicurus auroreus) |
jogensha-助言者 | adviseur; raadgever |
jōhō-情報 | inlichtingen; informatie; nieuws; verslag |
jōhōgen-情報源 | informatiebron; nieuwsbron |
jōjō-上場 | beursnotering |
jōmae-錠前 | (deur)slot; grendel |
jōmu-常務 | (afk. voor) algemeen directeur |
jōmutorishimariyaku-常務取締役 | algemeen directeur |
joryoku-助力 | hulp; ondersteuning; assistentie; bijstand |
josetsu-除雪 | het sneeuwruimen |
jōshūhan-常習犯 | recidive; herhaling van strafbare feiten; het opnieuw vervallen in dezelfde zonde [fouten] |
jōtatsu-上達 | (het doorgeven van de wensen [meningen]) van ondergeschikten naar superieuren (bottom-up beleidsstructuur, met inspraak) |
jōten-上天 | de schepper (in religieuze betekenis); God in de hemel |
jūdai-重大 | belangrijk [serieus; aanzienlijk; ernstig] zijn |
jūhan-重版 | herdruk [nieuwe editie] (van een boek) |
juhō-呪法 | (esoterisch boeddhisme) het zingen van spreuken |
jūkō-重厚 | diepgaand [sereus; kalm; oprecht; eerlijk] zijn |
jukutō-塾頭 | directeur van privéschool-instelling |
jumon-呪文 | toverspreuk |
jumon-呪文 | (boeddh.) magische spreuk [incantatie] |
junban-順番 | volgorde; beurt |
junni-順に | ieder op zijn beurt; om de beurt; de een na de ander |
junpaku-純白 | zuiver wit; sneeuwwit |
junryō-順良 | goedaardigheid en deugdzaamheid; eerlijkheid |
junshoku-純色 | zuivere kleur(en) |
jūshimatsu-十姉妹 | Japanse meeuw (Lonchura striata domestica) |
jussaku-述作 | een literair werk [boek]; het schrijven van een boek; auteurschap |
jussaku-述作 | de auteur van een boek |
jūsu-ジュース | (bij tennis, e.d.)deuce |
jūsui-重水 | zwaar water (deuteriumoxide) |
jūsuiso-重水素 | deuterium (een isotoop van waterstof, ook wel waterstof-2 genoemd) |
jūtō-重盗 | dubbele gestolen honk (bij honkbal, de situatie waarbij twee honklopers in één slagbeurt tegelijkertijd een honk stelen) |
kabu-株 | aandeel (effectenbeurs) |
kabukashihyō-株価指標 | beursindex; (aandelen) koersindex |
kabushikigaisha-株式会社 | beursgenoteerd bedrijf; naamloze vennootschap |
kabutomushi-兜虫 | Japanse neushoornkever (Trypoxylus dichotomus) |
kadai-架台 | steunbeer; draagbalk; bruggenhoofd; spoorbiels |
kado-門 | poort; ingang; deur(opening); doorgang |
kadode-門出 | een nieuw leven beginnen |
kadomatsu-門松 | decoraties met dennentakken (rond Nieuwjaar) |
kadorīru-カドリール | quadrille (authentieke dans, uit 18de eeuw) |
kaeribana-返り花 | terugkeer in het werk na gestopt te zijn (b.v. van een prostituee of een acteur) |
kaesugaesu-返す返す | herhaaldelijk; steeds opnieuw |
kaeuta-替え歌 | een parodie [nieuwe tekst] op een lied |
kagamibiraki-鏡開き | (lett. spiegel opening) Nieuwjaarsritueel van het snijden, eten en offeren van ronde mochi (rijst cakes) |
kagamimochi-鏡餅 | rijstcakes in de vorm van een spiegel (gebruikt als nieuwjaarsdecoratie) |
kagen-嘉言 | verstandige woorden; wijze woorden; wijze spreuken |
kagi-鍵 | sleutel (bij een slot) |
kagibana-鉤鼻 | haakneus |
kagikko-鍵っ子 | sleutelkind |
kagitsukeru-嗅ぎつける | een geur waarnemen; ergens lucht van krijgen; in de gaten krijgen; ergens achter komen |
kagiwakeru-嗅ぎ分ける | verschillende geuren onderscheiden (door ruiken) |
kagonuke-籠抜け | iemand oplichten en dan met geld of goederen (via de achterdeur) ervandoor gaan [wegglippen] |
kagu-家具 | huisraad; meubilair; meubels |
kahaku-科白 | script [tekst] (van een acteur) |
kahi-可否 | goedkeuring of afkeuring; voor- of tegenstemmen |
kai-回 | beurt; ronde |
kaibushi-蚊燻し | (om insecten te verjagen) smeulend rokerig vuur; rookpotje |
kaichō-回腸 | ileum; kronkeldarm |
kaidoku-回読 | het om de beurt [beurtelings] lezen |
kaidoku-解読 | decodering; ontcijfering; ontsleuteling |
kaidokusuru-解読する | decoderen; ontcijferen; ontsleutelen; kraken |
kaigyō-改行 | een nieuwe regel [paragraaf] |
kaigyōsuru-改行する | met een nieuwe regel [paragraaf] beginnen |
kaihan-改版 | revisie; herziene uitgave; nieuwe druk |
kaijō-開場 | het opengaan van de deuren van een zaal [theater] (voor een voorstelling) |
kaijō-開場 | opening van een (nieuw) gebouw; inauguratie |
kaikan-開館 | het openen (van een nieuwe bibliotheek, bioscoop, etc.) |
kaikōkinenbi-開校記念日 | schooljubileum |
kaikōshiki-開校式 | openingsceremonie van een nieuwe school |
kaimei-改名 | naamswijziging; het aannemen van een nieuwe naam |
kairitsu-戒律 | religieuze voorschriften [geboden] |
kairyō-改良 | verbetering; vooruitgang; herziening; vernieuwing |
kaishime-買い占め | speculatie (op de beurs); het massaal opkopen van aandelen |
kaishimeru-買い占める | speculeren (op de beurs); aandelen massaal opkopen |
kaisō-回想 | herinnering; terugblik; heugenis |
kaitendoa-回転ドア | draaideur |
kaiwaredaikon-貝割れ大根 | de scheuten [spruiten] van (witte) radijs |
kajikitō-加持祈祷 | (Boeddhistische) incantaties [spreuken; gebeden] |
kajōsahanji-家常茶飯事 | een alledaagse gebeurtenis |
kakazuriau-拘り合う | kieskeurig zijn; een pietje precies zijn |
kakeagaru-駆け上がる | snel omhoog gaan [rijden]; oprennen; omhoog rennen (trap, heuvel, etc.) |
kakedashi-駆け出し | beginneling; nieuweling; groentje |
kakegane-掛け金 | (deur)klink |
kakegoe-掛け声 | (aanmoedigings) kreet; schreeuw (b.v. uit publiek in theater) |
kākiiro-カーキ色 | kaki (grauwgele kleur) |
kakiiro-柿色 | perzikkleur; geelbruin; roodbruin |
kakinoshi-書き熨斗 | brief versierd met een 'noshi' (gekleurd papier gevouwen rond een gedroogde abalone) |
kakki-画期 | overgang van het ene tijdperk naar het andere; verandering van tijdperk; begin van een nieuw tijdperk |
kakko-各戸 | (lett. elke deur) elk huis |
kakkoii-かっこ好い | stijlvol; elegant; modieus |
kakudo-確度 | (mate van) zekerheid; waarschijnlijkheid; betrouwbaarheid; nauwkeurigheid |
kakudochōsetsuneji-角度調節ねじ | hoek afstelsleutel |
kakugen-格言 | spreekwoord; gezegde; spreuk; aforisme |
kakujitsu-確実 | deugdelijk [absoluut; zeker; positief; betrouwbaar; degelijk; solide] zijn |
kakushin-革新 | innovatie; vernieuwing |
kakushu-鶴首 | het uitkijken naar (iets leuks); tegemoet zien; verlangend afwachten |
kamei-仮名 | alias; pseudoniem; nom de plume; schuilnaam |
kamiire-紙入れ | portefeuille |
kamikaze-神風 | de wind die volgens overlevering de Mongoolse inval stopte (13de eeuw) |
kaminarioyaji-雷親父 | een slechtgehumeurde [prikkelbare] oude man; een oude brompot [mopperkont] |
kamoi-鴨居 | latei; bovenbalk (voor schuifdeuren) |
kamome-鴎 | meeuw; zeemeeuw |
kamubakku-カムバック | comeback; terugkomst; hernieuwd optreden |
kanabun-金蚉 | droge-kever (Pseudotorynorrhina japonica) |
kanakirigoe-金切り声 | schelle stem; doordringende schreeuw [kreet; uitroep] |
kanakusai-金臭い | metaalachtige geur [smaak] |
kangaenaosu-考え直す | heroverwegen; opnieuw bekijken; van gedachten veranderen |
kangan-宦官 | eunuch |
kange-勧化 | fondsenwerving; verzoek om donaties (voor religieuze instellingen) |
kangeki-間隙 | gat; tussenruimte; opening; spleet; breuk(lijn) |
kanji-幹事 | facilitator; organisator (van bijeenkomsten, vergaderingen, e.d.); administrateur; manager |
kankōchi-観光地 | trekpleister; toeristische bestemming (met historische, culturele, religieuze of natuurlijke bezienswaardigheden) |
kankyo-官許 | officiële goedkeuring [vergunning] (van de overheid) |
kankyō-環境 | (leef)omgeving; (leef)milieu; omstandigheid; toestand |
kankyōchō-環境庁 | Bureau voor Milieu Zaken (tot 2001) |
kankyōken-環境権 | milieurecht |
kankyōosen-環境汚染 | milieuvervuiling; milieuverontreiniging |
kankyōshō-環境省 | Ministerie van Milieu Zaken (vanaf 2001) |
kannonbiraki-観音開き | openslaande deuren [ramen] |
kanōha-狩野派 | de Kanō school van Japanse schilderkunst (de meest dominante school van eind 15e eeuw tot de Meiji periode |
kanon-カノン | (muziekterm) canon; beurtzang |
kanpon-完本 | volledig werk (van een auteur, e.d.); oeuvre; complete set van boekdelen |
kanranryō-観覧料 | toegangsprijs; entreegeld (museum e.d.) |
kanransha-観覧車 | reuzenrad |
kansan-甘酸 | vreugde en verdriet |
kansei-歓声 | uitroep van blijdschap [waardering e.d.]; vreugdekreet; gejuich |
kanseikyōmakuen-乾性胸膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
kanseirokumakuen-乾性肋膜炎 | droge pleuritis [longvliesontsteking] |
kanshaku-癇癪 | kwaadheid; slecht humeur; geïrriteerdheid; woede-uitbarsting |
kanshō-癇性 | geïrriteerdheid; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid; slechtgehumeurd zijn |
kanshoku-寒色 | koude kleur |
kanshoku-間色 | secundaire kleur; mengkleur |
kantoku-監督 | opzichter; (film) regisseur; (sport) trainer |
kanzen-間然 | het bekritiseren; kritiek [aanmerkingen; berisping; afkeuring] oproepen |
kaoiro-顔色 | gelaatskleur |
kaori-香り | (aangename) geur; aroma; parfum |
karā-カラー | kleur |
kara-殻 | schaal; schil; schelp; peul |
karaabooru-カラーボール | kleurende (met verf gevulde) bal om naar een vluchtende dief of overvaller te gooien |
karadeppō-空鉄砲 | een leugen |
karādo-カラード | gekleurd |
karafuru-カラフル | kleurrijk |
karakami-唐紙 | Chinees papier met patronen erop gedrukt (in de Heian periode gebruikt als schrijfpapier, en later voor het bedekken van fusuma (schuifdeuren)) |
karakami-唐紙 | fusuma (schuifdeuren), bedekt met Chinees papier |
karakami-唐紙 | kleurbenaming in de weefkunst, bij de schering en inslag (horizontaal geel, verticaal wit) |
karakami-唐紙 | kleurcombinatie in een kledingstuk (wit aan de buitenzIjde, geel aan de binnenzijde) |
karāsuketchi-カラースケッチ | kleurenschets |
karā・mētā-カラー・メーター | kleurmeter |
karā・rinsu-カラー・リンス | kleurspoeling |
karei-鰈 | schol (platvis: Pleuronectidae) |
karen-可憐 | mooiheid; leukheid; charme; lieflijkheid |
karikata-借り方 | lener; iemand die leent; debiteur |
karinihaien-カリニ肺炎 | pneumocystose (Pneumocystis pneumonie) |
karinushi-借り主 | lener; schuldenaar; debiteur |
karite-借り手 | lener; schuldenaar; debiteur |
karubi-カルビ | kalbi [galbi} vleesgerecht met runderrib (uit de Koreaanse keuken in Japan) |
kasa-笠 | hoofddeksel (voor bescherming tegen sneeuw, regen, sterk zonlicht, e.d.) |
kasabaru-嵩張る | omvangrijk [lijvig; volumineus] zijn [worden] |
kasanaru-重なる | opnieuw gebeuren; na elkaar plaatsvinden; zich herhalen |
kasanaru-重なる | tegelijkertijd gebeuren; elkaar overlappen |
kasei-仮性 | vals [onecht; schijn; pseudo-] zijn |
kasei-加勢 | hulp; ondersteuning; assistentie; versterking |
kasetsu-佳節 | feestdag; jubileum |
kashikata-貸し方 | crediteur |
kashisu-カシス | zwarte bes (struik, vrucht of likeur) |
kasōkioku-仮想記憶 | (computer) virtueel geheugen |
kasōmemorī-仮想メモリー | virtueel geheugen |
kasshoku-褐色 | bruin; bruine kleur |
katakushinnyū-家宅侵入 | huisvredebreuk |
katamukeru-傾ける | overhellen; leunen; kantelen |
katan-荷担 | ondersteuning; hulp; assistentie; bijstand |
katatsu-下達 | (het doorgeven van instructies) van superieuren naar ondergeschikten (top-down beleidsstructuur, zonder inspraak) |
katayaburi-型破り | anders; origineel; nieuw |
kāten・kōru-カーテン・コール | terugroeping (van acteurs na een voorstelling, voor applaus) |
kattā-カッター | coupeur; knipper; snijder |
katte-勝手 | keuken |
katto-カット | (haar) knipbeurt |
kaunserā-カウンセラー | raadsman; raadsvrouw; adviseur; vertrouwenspersoon |
kawanagare-川流れ | het meegesleurd worden door de rivier |
kawarakojiki-河原乞食 | (in de Edo-periode een denigrerende term voor) acteur; toneelspeler |
kawariau-代わり合う | om de beurt gaan; elkaar aflossen |
kawaribanko-代り番こ | afwisselend; beurtelings; om de beurt |
kawaridane-変わり種 | iets nieuws; variëteit; kruising |
kawarugawaru-代わる代わる | (af)wisselend; om beurten; om de beurt; een voor een; na elkaar |
kayari-蚊遣り | (om insecten te verjagen) smeulend rokerig vuur; rookpotje |
kayaribi-蚊遣り火 | (om insecten te verjagen) smeulend rokerig vuur; rookpotje |
kayui-痒い | jeukend; jeukerig |
kazabana-風花 | (in de wind) warrelende sneeuwvlokken |
kazoe-数え | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
kazoedoshi-数え年 | leeftijd berekend volgens traditioneel Japans systeem (van één jaar oud bij de geboorte, met één jaar toegevoegd bij elk nieuwjaar) |
kazoenaosu-数え直す | hertellen; opnieuw tellen |
kē-ケー | k, afk. voor keuken (op de plattegrond van een woning) |
kea-ケア | kea (Nieuw-Zeelandse papegaai, Nestor notabilis) |
kehai-気配 | beursnotering |
keibu-警部 | inspecteur van politie; politieinspecteur |
keieisaikōsekininsha-経営最高責任者 | bestuursvoorzitter; leidinggevende directeur, CEO (chief executive officer) |
keiji-刑事 | politie detective; rechercheur |
keiji-慶事 | een gelukkige gebeurtenis (huwelijk, geboorte, e.d.); een viering; feest |
keikaishoku-警戒色 | waarschuwingskleur |
keikikanjū-軽機関銃 | licht machinegeweer; lichte mitrailleur |
keikōshoku-蛍光色 | fluoriserende kleur |
keiku-警句 | aforisme; zinspreuk; epigram |
keizaienjo-経済援助 | financiële steun; economische bijstand [hulp] |
kekkanharetsu-血管破裂 | vasculaire breuk |
kenkenfukuyō-拳拳服膺 | altijd in gedachten houden; in het geheugen gegrift hebben |
kenko-眷顧 | gunst; begunstiging; steun |
kensa-検査 | inspectie; keuring |
kensha-検車 | autokeuring; automobielinspectie; voertuiginspectie |
kenshin-検診 | medisch onderzoek; geneeskundige keuring; medische controle |
kenshutsu-検出 | waarneming; speurwerk (iets zoeken en vinden) |
kensū-件数 | het aantal zaken [gevallen; gebeurtenissen] |
ken'in-検印 | keurstempel; waarmerk; goedkeuringsstempel |
keppeki-潔癖 | nauwgezet; kieskeurig; kraakhelder |
kerorito-けろりと | nonchalant; achteloos; alsof er niets was gebeurd |
keroritosuru-けろりとする | doen alsof er niets gebeurd is |
kesuta-ケスタ | (geologie) cuesta (steilwandige reliëfvorm, asymmetrische berg of heuvel) |
kī-キー | sleutel (van een slot); sleutel (fig.: aanwijzing; oplossing) |
ki-気 | geest; humeur; gevoel |
ki-気 | neiging; voorkeur; interesse |
kiai-気合い | kreet; schreeuw; strijdkreet; aanmoedigingskreet |
kibun-気分 | gevoelens; stemming; humeur |
kichinto-きちんと | nauwkeurig; nauwgezet; precies; netjes; overzichtelijk; ordelijk |
kidoairaku-喜怒哀楽 | de 4 menselijke emoties: vreugde, woede, verdriet en plezier |
kidōraku-着道楽 | voorliefde [voorkeur] voor mooie kleding en sieraden |
kienokoru-消え残る | (over)blijven; achterblijven; blijven liggen [smeulen] |
kigen-機嫌 | stemming; gemoedstoestand; humeur |
kigyō-起業 | de start [oprichting] van een (nieuw) bedrijf |
kigyōsuru-起業する | een nieuw bedrijf beginnen [starten; oprichten] |
kihai-気配 | beursnotering |
kihatsuyu-揮発油 | benzine; petroleum |
kiiro-黄色 | geel; gele kleur |
kiiroi-黄色い | geel (kleur) |
kiji-記事 | verslag; nieuws; artikel (in krant, tijdschrift, e.d.) |
kijikutsūka-基軸通貨 | sleutelvaluta; belangrijke valuta |
kikaikō-機械工 | monteur; mecanicien; werktuigkundige |
kikan-基幹 | kern; basis; sleutel; steunpilaar |
kikanchō-機関長 | hoofdingenieur |
kikanshi-機関紙 | bulletin; partijorgaan; nieuwsbrief |
kikikaesu-聞き返す | iets opnieuw beluisteren |
kikikaikai-奇奇怪怪 | heel vreemd [bizar, raar, mysterieus] zijn |
kikinaosu-聞き直す | opnieuw informeren [vragen] |
kikite-利き手 | (iemands) voorkeurshand; dominante hand |
kikiude-利き腕 | (iemands) voorkeursarm; dominante arm |
kikka-菊花 | wierook (van kruidnagel, agarhout en muskus) met een geur die doet denken aan chrysanten |
kikkai-奇っ怪 | vreemd [merkwaardig; mysterieus; raar] zijn |
kimakase-気任せ | het de eigen wil [zin; voorkeur] volgen [doen] |
kīman-キーマン | sleutelfiguur; spil; centrale figuur |
kimei-記銘 | het uit het hoofd leren [onthouden]; zich in het geheugen prenten |
kimekomi-木目込み | make-up techniek voor acteurs (in Japans theater) |
kimuchi-キムチ | kimchi (groentegerecht uit de Koreaanse keuken) |
kimuzukashii-気難しい | kieskeurig; veeleisend; moeilijk (van karakter) |
kinakusai-きな臭い | verbrande [verschroeide] geur |
kinakusai-きな臭い | dreigende [gespannen] sfeer (fig. de geur van buskruit, doet denken aan oorlog) |
kinakusai-きな臭い | er zit een luchtje aan; verdacht; dubieus; twijfelachtig; duister |
kinchōsuru-緊張する | gespannen [nerveus] worden; zich opwinden |
kindengyokurō-金殿玉楼 | een kostbaar gedecoreerd paleis; prachtig [majestueus] gebouw |
kingashinnen-謹賀新年 | beste wensen voor het nieuwe jaar; Gelukkig Nieuwjaar (schrijftaal) |
kingen-金言 | een wijs gezegde; gouden spreuk |
kingyosō-金魚草 | leeuwenbek (plant, Antirrhinum) |
kiniiru-気に入る | houden van; leuk vinden; blij zijn met |
kininaru-気になる | geïnteresseerd zijn in; nieuwsgierig zijn naar |
kinki-欣喜 | grote vreugde |
kinkō-欣幸 | vreugde; plezier; blijdschap; voldoening |
kinmokusei-金木犀 | geurende [zoete] Osmanthus (Osmanthus fragrans aurantiacus) |
kinōkyō-昨日今日 | pas [recent] (gebeurd) |
kinsaku-近作 | iemands laatste [meest recente] werk; iemands allernieuwste werk |
kinshoku-金色 | goudkleur |
kintsugi-金継ぎ | kapot aardewerk repareren met goud of zilver (zodat de breuk juist mooi gemaakt wordt, i.p.v. te proberen die onzichtbaar te maken) |
kinzen-欣然 | vreugde; blijheid; vrolijkheid |
kin'atsu-禁圧 | onderdrukking; beteugeling; verbod; ban |
kin'en-禁厭 | spreuken voor het voorkomen van ziekten en rampen |
kin'iro-金色 | goudkleur |
kiochi-気落ち | ontmoediging; teleurstelling |
kioku-記憶 | geheugen; herinnering |
kioku-記憶 | computergeheugen |
kīpāson-キー・パーソン | sleutelfiguur; spil; centrale figuur |
kippō-吉報 | goed nieuws; goede tijding |
kippu-切符 | kaartje; entreebiljet; toegangsbewijs; bon; coupon; bekeuring |
kireme-切れ目 | breuk; kloof; opening |
kiretsu-亀裂 | scheur; barst; spleet; breuk |
kiridooshi-切り通し | een weg een door bergachtig [heuvelachtig] terrein [landschap] |
kirikae-切り替え | verandering; overgang; vernieuwing |
kirikaeru-切り替える | veranderen; verwisselen; omzetten; vernieuwen |
kirisainamu-切り苛む | kwellen; pijnigen; martelen; verscheurd worden |
kirisaku-切り裂く | in stukken snijden [knippen; scheuren] |
kisekiteki-奇跡的 | miraculeus; verbazingwekkend; wonderbaarlijk |
kisen-機先 | het moment vlak voordat er iets gebeurt |
kisho-寄書 | bijdrage (van een aantal woorden als coauteur) |
kishōbu-黄菖蒲 | gele lis (Iris pseudacorus) |
kishoku-気色 | stemming; humeur |
kishokusha-寄食者 | klaploper; profiteur |
kitchin-キッチン | keuken |
kitchin・dorinkā-キッチン・ドリンカー | keukendrinker; thuisdrinker (een huisvrouw, die geen baan heeft en verslaafd is aan alcohol) |
kitchiri-きっちり | zorgvuldig [precies; nauwkeurig; betrouwbaar] zijn |
kitsui-きつい | sterk; scherp (van smaak, geur, etc.) |
kitsuke-気付け | het opvrolijken; opfleuren |
kīwādo-キーワード | sleutelwoord; trefwoord; zoekterm |
kī・horudā-キー・ホルダー | sleutelhanger; sleutelring |
kī・karenshī-キー・カレンシー | sleutelvaluta; belangrijke valuta |
kī・pointo-キー・ポイント | belangrijkste punt; sleutelstelling |
kōban-降板 | (honkbal) de werper [pitcher] van de werpheuvel wegsturen en vervangen door een andere werper |
kōbashī-香ばしい | aromatisch; prettig ruikend; geurend; welriekend |
kōbashii-香ばしい | geurig; geurend; aromatisch |
koboku-古木 | een oude [eeuwenoude] boom |
koburi-小降り | lichte regenval [sneeuwval] |
kōchō-校長 | schooldirecteur; schoolhoofd |
kodaimurasaki-古代紫 | roodachtig paarse kleur |
kodōgu-古道具 | tweedehands artikel [goederen]; oude meubels; snuisterijen |
kodōgu-小道具 | (theater) rekwisieten; meubels, gereedschap, etc. gebruikt op het podium |
kodōgu-小道具 | (afk. voor) rekwisiteur; toneelknecht |
kodōgukata-小道具方 | rekwisiteur; toneelknecht |
kōen-後援 | ondersteuning; financiering; sponsoring; (financiële) hulp; (financiële) steun |
kōensuru-後援する | (financieel) steunen; ondersteunen; helpen; bijstaan; financieren; sponsoren; begunstigen |
kōfukukan-幸福感 | euforie; grote blijdschap |
kofun-古墳 | oude grafheuvel; tumulus |
kogechairo-焦げ茶色 | donkerbruine kleur |
kogekusai-焦臭い | iets ruikt aangebrand; brandgeur |
kogō-呼号 | (ge)roep; schreeuw |
kōhei-工兵 | militair ingenieur; genieofficier |
kōhō-公報 | een officiële bekendmaking; communiqué; nieuwsbulletin |
koi-濃い | dik (vloeistof); donker; diep (van kleur); sterk (van smaak) |
koicha-濃茶 | donkerbruine kleur |
koiiroai-濃い色合い | rijke kleurschakering |
koime-濃いめ | sterk (van smaak); diep [donker] (van kleur) zijn |
koji-故事 | historische gebeurtenis |
kōkaikabu-公開株 | beursgenoteerd aandeel |
kōkaisuru-後悔する | betreuren; berouwen; spijt hebben |
kokansetsu-股関節 | heupgewricht |
kōkishin-好奇心 | nieuwsgierigheid |
kokonmeikasen-古今名歌選 | een bloemlezing van oude en nieuwe gedichten |
kokoromochi-心持ち | gevoel; stemming; humeur |
kokorooboe-心覚え | herinnering; geheugensteuntje |
kokujin-黒人 | zwarte persoon; neger; kleurling |
kokuritsubijutsukan-国立美術館 | rijksmuseum; Nationaal museum |
kōkyū-恒久 | permanentie; bestendigheid; duurzaamheid; eeuwigheid; eindeloosheid |
kōkyū-高級 | topkwaliteit; hoogwaardig [chic; luxueus] zijn |
komainu-狛犬 | twee standbeelden van leeuwachtige honden bij heiligdommen of tempels (om kwade krachten en invloeden af te weren) |
komayaka-細やか | diep; warm (van kleur); dicht (van mist, e.d.) |
kōmi-香味 | geur [aroma] en smaak |
komike-コミケ | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
komiketto-コミケット | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
komikkumāketto-コミックマーケット | stripboekenbeurs; stripboekenmarkt |
kominforumu-コミンフォルム | Cominform (organisatie van communistische partijen in Europa, opgericht in 1947) |
kōmō-紅毛 | (in de Edo-periode) Nederlander; Westerling; Europeaan |
kōmōjin-紅毛人 | (in de Edo-periode) Nederlander; Westerling; Europeaan |
komon-顧問 | adviseur; raadgever |
konayuki-粉雪 | poedersneeuw |
konjiki-金色 | goudkleur |
kononde-好んで | vrijwillig; uit eigen beweging; met plezier; bij voorkeur |
koodori-小躍り | een vreugdedans(je) |
koodorisuru-小躍りする | een vreugdedansje doen; dansen van plezier [blijdschap] |
kopīraito-コピーライト | auteursrecht; copyright |
kōran-高欄 | reling; leuning; balustrade |
kōran-高欄 | armleuningen voor stoelen |
koroshiamu-コロシアム | het Colosseum (in Rome) |
kōrudo・karā-コールド・カラー | koele kleur |
kōryō-稿料 | auteur's honorarium; een betaling voor een stuk tekst |
kōsei-後世 | de eeuwen hierna; toekomstige generaties; nageslacht |
kōsetsu-降雪 | sneeuwval |
kōshi-格子 | (afk. voor) traliedeur; roosterdeur |
koshi-腰 | onderrug; heup(en) |
koshibone-腰骨 | heupbeen; heupbot |
kōshido-格子戸 | traliedeur; roosterdeur |
koshigatana-腰刀 | een kort zwaard (zonder stootplaat) gedragen op de heup |
koshiginchaku-腰巾着 | geldbeurs [buideltasje] (gedragen om je middel) |
koshike-帯下 | vaginale afscheiding; leukorroe; witte vloed |
kōshin-後身 | reïncarnatie; herboren lichaam; nieuw lichaam na hergeboorte |
kōshin-更新 | vernieuwing; verlenging; bijgewerkte versie; update; verbetering; aanpassing |
kōshinsuru-更新する | updaten; vernieuwen; aanpassen |
koshiwaza-腰技 | (judo) heupworptechnieken |
kōshō-口誦 | het neuriën |
koshōgatsu-小正月 | Klein Nieuwjaar (festival) op 14, 15 of 16 januari |
koshōgatsu-小正月 | de dagen rond de 15de dag van het nieuwe jaar (maankalender) |
kōshu-攻守 | aanval en verdediging; (honkbal) slagbeurt en veldverdediging |
kōsō-香草 | geurig kruid |
kosoguru-擽る | prikkelen (iemands nieuwsgierigheid, ijdelheid, etc.); opwekken |
kōsoku-拘束 | inperking; beteugeling; beperking |
kossetsu-骨折 | botbreuk; beenfractuur |
kōsui-降水 | neerslag (regen, sneeuw, etc.) |
kōsui-香水 | parfum; reukwater; welriekend water |
kōteisōba-公定相場 | beursnotering; officiële koers |
kotoatarashii-事新しい | nieuw; vers; niet eerder vertoond |
kotobatsuki-言葉つき | taalgebruik; woordkeus; manier van spreken |
kotobazukai-言葉遣い | taal; taalgebruik; woordkeus |
kotogaaru-ことがある | (geeft een ervaring weer) het is gebeurd (dat); ik ben een keer geweest; ik heb een keer gedaan |
kotoganai-ことがない | het is niet (eerder) gebeurd (dat); het komt niet voor (dat) |
kotogotoshii-事事しい | overdreven; aanmatigend; bombastisch; pretentieus |
kōtōha-高踏派 | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
kōtoku-高徳 | grote deugd; deugdzaamheid; vroomheid |
kōtsūhansokukin-交通反則金 | bekeuring voor (lichte) verkeersovertredingen; verkeersboete |
kōtsūkippu-交通切符 | bekeuring voor een verkeersovertreding |
kouma-子馬 | veulen; jong paard |
koyakamashii-小喧しい | zeurend; muggenzifterig; vitterig |
koyaku-子役 | kindacteur; jeugdacteur |
kōyō-紅葉 | herfstkleur(en); het verkleuren [rood kleuren] van bladeren in de herfst |
kōyō-高揚 | euforie; opgetogenheid |
kōyu-鉱油 | aardolie; ruwe olie [petroleum] |
kōyu-香油 | geparfumeerde [geurige] olie |
koyuki-粉雪 | poedersneeuw |
kōzairyō-好材料 | gunstig [goed] nieuws [materiaal; informatie] |
kōzairyō-好材料 | gunstige voorwaarden, die een positief effect hebben op de beurs; een hausse |
kōzui-香水 | (boeddh.) water vermengd met wierook (voor reiniging van tempel, altaar, of lichaam); geurend water geofferd aan Boeddha |
kubikiri-首切り | onthoofding; beul |
kubitsuka-首塚 | begraafplaats [grafheuvel] voor de hoofden van gevallen strijders of veroordeelden |
kubonda-凹んだ | hol (geworden); ingestort; ingedeukt; (in)gevallen |
kuchiguchi-口口 | elke ingang [deur] |
kuchija-口茶 | nieuwe theeblaadjes toevoegen aan de thee(pot) |
kuchijamisen-口三味線 | het neuriën van een shamisen melodie |
kuchioshii-口惜しい | ergerlijk; irritant; vervelend; spijtig; betreurenswaardig; jammerlijk |
kuchitori-口取り | een paard (bij de teugels) leiden |
kuchitori-口取り | een hapje vooraf; hors-d'oeuvre |
kuchiurusai-口煩い | het zeuren; zaniken; vitten; muggenziften |
kuchiyakamashii-口喧しい | zeurend; vitterig |
kuchizusamu-口遊む | neuriën; zachtjes zingen |
kuēkā-クエーカー | quaker (lid van de Quakers, een religieus genootschap) |
kūgen-空言 | leugen |
kuiaratameru-悔い改める | berouw hebben; tot inkeer komen; een nieuw begin maken; met een schone lei beginnen |
kuichigiru-食いちぎる | afbijten; doorbijten; afknabbelen; met de tanden afscheuren |
kuiiru-食い入る | knagen aan; aantasten; inbreuk maken |
kuiru-悔いる | betreuren; spijt [berouw] hebben (van) |
kumadori-隈取り | het aanbrengen van [gradatie van] kleuren; kleurschakering; arcering |
kumikaeru-組み換える | herschikken; herindelen; opnieuw samenstellen |
kumode-蜘蛛手 | balken die diagonaal een brug of dak ondersteunen |
kumoyuki-雲行き | situatie; stand van zaken; loop der gebeurtenissen |
kun-薫 | (in kanji combinaties) lekkere [aangename] geur; geuren; aroma |
kuntō-薫陶 | aardewerk maken door klei te kneden terwijl men wierook brandt (waardoor de geur in de klei gaat) |
kuntoku-君徳 | het goede gedrag [de deugden] van een vorst |
kūpe-クーペ | coupé (tweedeurs carrosserietype voor personenauto's) |
kurai-暗い | donker (van kleur); vaal |
kurai-暗い | somber; treurig; melancholiek |
kuraizuke-位付け | het indelen in klassen [rangorden] van Kabuki acteurs; de toegekende classificaties van Kabuki acteurs |
kuranpu-クランプ | klem; beugel; (muur)anker |
kurasukai-クラス会 | school(klas) reünie |
kurasuto-クラスト | korst (steen, ijs, bevroren sneeuw, etc.) |
kurayamiban-暗闇番 | (in de Edo periode) een bewaker [wachter] van de keuken |
kurayamizaiku-暗闇細工 | spelletje waarbij men geblinddoekt de verschillende delen van een papieren gezicht op een plaat prikt (traditioneel gespeeld op Nieuwjaarsdag) |
kurejitto-クレジット | verdienste; erkenning; auteursrecht |
kureyon-クレヨン | kleurkrijt; tekenkrijt |
kuri-庫裏 | de keuken van een (boeddhistische) tempel |
kuriaransu-クリアランス | goedkeuring; vrijwaring |
kurige-栗毛 | een kastanjekleurig paard |
kuriiro-栗色 | kastanjekleur; kastanjebruin |
kurikaesu-繰り返す | herhalen; opnieuw [nog eens] doen |
kurinsō-九輪草 | Japanse sleutelbloem (Primula japonica) |
kurīn・hitto-クリーン・ヒット | een nieuw kassucces [hit] |
kurisuchania-クリスチャニア | een christiana (ski-manoeuvre) |
kuriya-厨 | keuken |
kuro-黒 | (de kleur) zwart |
kurofune-黒船 | zwart schip (schip varend naar Japan onder westerse vlag 16de-19de eeuw) |
kuroguro-黒黒 | diepzwarte [gitzwarte] kleur |
kuroharahamusutā-クロハラハムスター | (Europese) zwartbuikhamster (Cricetus cricetus) |
kuroitsuferuto・yakobubyō-クロイツフェルト・ヤコブ病 | Ziekte van Creutzfeldt-Jakob |
kuronezumi-黒鼠 | donkergrijze kleur |
kurumaebi-車海老 | Japanse tijgergarnaal (Marsupenaeus japonicus) |
kurūpu-クループ | (medisch) (pseudo)kroep |
kurutoshi-来る年 | het nieuwe jaar; het komende jaar |
kusaikire-草熱れ | de sterke geur van gras (in de zomerhitte0) |
kusairo-草色 | donkergroene kleur |
kusamomiji-草紅葉 | verkleurd gras (in de herfst) |
kusasotetsu-草蘇鉄 | struisvaren (Matteuccia struthiopteris) |
kusayakyū-草野球 | amateur honkbal (op een veldje) |
kusazumō-草相撲 | amateur sumo (worstelen) |
kuse-癖 | kreukel; kronkel; knik; kink |
kusetsu-苦節 | onwankelbare trouw; het iemand door dik en dun blijven steunen |
kusuburu-燻る | roken; smeulen; walmen; gloeien |
kusuburu-燻る | (fig.) smeulen (b.v. van een ruzie) |
kutsubako-靴箱 | (op)bergmeubel voor schoenen (vaak direct bij de ingang van Japanse huizen en gebouwen) |
kuyamu-悔やむ | betreuren; spijt betuigen; spijt hebben |
kuyamu-悔やむ | treuren; rouwen; in de rouw zijn |
kyaburetā-キャブレター | carburateur |
kyaku-脚 | (achtervoegsel) gebruikt voor het tellen van meubels, e.d. |
kyakumachi-客待ち | (eufemisme) in de tippelzone, het wachten op klanten |
kyaria・gāru-キャリア・ガール | carrièremeisje; ambitieus meisje |
kyaria・ūman-キャリア・ウーマン | carrièrevrouw; ambitieuze vrouw |
kyasutā-キャスター | nieuwslezer |
kyasutingu-キャスティング | (bij film en toneel) het casten (acteurs kiezen) |
kyatchā-キャッチャー | knip (op een deur, etc.) |
kyōbun-凶聞 | slecht nieuws |
kyōcho-共著 | co-auteurschap; gezamenlijk werk |
kyōdan-教団 | religieuze orde [organisatie; sekte] |
kyōgashinnen-恭賀新年 | Gelukkig Nieuwjaar (groet op nieuwjaarskaart) |
kyogen-虚言 | onwaarheid; leugen |
kyogi-虚偽 | onwaarheid; leugen |
kyōha-教派 | een (religieuze) sekte; denominatie |
kyōhakuseishōgai-強迫性障害 | OCS, obsessieve-compulsieve stoornis (Eng.: OCD, obsessive–compulsive disorder); dwangneurose |
kyōhō-凶報 | slecht nieuws |
kyōjakukaku-強弱格 | trochee; trocheus (versvoet, bestaande uit een beklemtoonde en een onbeklemtoonde lettergreep) |
kyojin-巨人 | reus; grote man |
kyoka-許可 | toestemming; goedkeuring |
kyōkan-教官 | instructeur; docent; leraar |
kyokasuru-許可する | toestaan; toestemmen; goedkeuring |
kyokumen-局面 | fase; situatie; aspect; verloop (van gebeurtenissen) |
kyokusetsu-曲節 | een melodie; deuntje |
kyōmaku-胸膜 | pleura; borstvlies |
kyōmakuen-胸膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
kyoten-拠点 | basis; steunpunt; bolwerk; zekere positie |
kyū-キュー | (biljart)keu |
kyūjō-休場 | het niet meedoen van acteurs, sporters, etc. |
kyūjo-救助 | redding; hulp; bijstand; ondersteuning |
kyūjosuru-救助する | redden; helpen; (onder)steunen; bijstaan |
kyūkan-休館 | sluiting [het gesloten zijn] (van een gebouw, zoals een museum, bibliotheek, etc.) |
kyūkanbi-休館日 | sluitingsdag; dag dat iets gesloten is (van een museum, etc.) |
kyūkeijo-休憩所 | lobby; recreatiehal; recreatievleugel; restauratie |
kyurasō-キュラソー | curaçao (likeur) |
kyurētā-キュレーター | curator; (museum)beheerder |
kyūsai-救済 | hulp; steun; redding; verlossing; bijstand |
kyūseki-休戚 | vreugde en verdriet; geluk en ongeluk |
kyūshutsu-救出 | redding; hulp; steun; bijstand |
kyūsokujo-休息所 | lobby; recreatiehal; recreatievleugel; restauratie |
kyūto-キュート | schattig; snoezig; leuk |
kyūtōshitsu-給湯室 | keukentje (in kantoren); kitchenette; kastkeuken |
kyutto-きゅっと | (onomatopee) (sake, etc.) in grote slokken [in één teug] (drinken) |
kyūyō-給養 | het onderhouden; steun |
kyūyōsuru-給養する | onderhouden; steunen |
maatarashii-真新しい | gloednieuw; splinternieuw; spiksplinternieuw |
machigatta-間違った | fout; onjuist; incorrect; onnauwkeurig |
madamu・tassō-マダム・タッソー | Madame Tussauds (wassenbeelden museum) |
maenomeri-前のめり | het naar voren leunen [hangen; buigen; vallen] |
magao-真顔 | een ernstig gezicht; serieuze blik |
maikotsu-埋骨 | (na de crematie) bijzetting van de urn met gecremeerde botten in het familiemausoleum |
mainā-マイナー | mineur (muziek) |
maisu-売僧 | een leugen |
maji-まじ | serieus; werkelijk; echt waar |
majimekusaru-真面目腐る | ernstig worden; een plechtige [serieuze] houding aannemen |
makikomu-巻き込む | meegesleurd [ondergedompeld] worden; verstrengeld [betrokken] raken |
makkōkusai-抹香臭い | (fig.) het ruiken naar religie; erg religieus [vroom] zijn |
makotoshiyaka-真しやか | aannemelijk (maar niet waar) zijn; geloofwaardig zijn (b.v. van een leugen) |
makura-枕 | steun; ondersteuning; stut |
mamireru-塗れる | bedekt [besmeurd] worden |
managatsuo-真魚鰹 | zilverpomfret (een vis, Pampus argenteus) |
manejimento・konsarutanto-マネジメント・コンサルタント | management adviseur |
mangūsu-マングース | mangoest (mangoeste); ichneumon (klein katachtig roofdier) |
manimani-随に | ad libitum; naar eigen inzicht [keuze; believen] |
mankitsu-満喫 | met volle teugen genieten; met veel plezier |
manmae-真ん前 | vlak [pal; precies] ervoor; recht voor je neus |
mannen'yuki-万年雪 | eeuwige sneeuw; sneeuw (boven de sneeuwgrens) die niet smelt, maar altijd blijft liggen |
manpitsu-漫筆 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
manroku-漫録 | willekeurige notities; losse aantekeningen [opmerkingen] |
manzai-万歳 | entertainers, die vroeger bij Nieuwjaarsfeesten van deur tot deur gingen om de mensen te vermaken |
marīnsunō-マリーンスノー | zeesneeuw (bezinksel in de diepzee bestaande uit organisch materiaal) |
maruchipuru・choisu-マルチプル・チョイス | meerkeuze; multiple choice |
maruchoi-マルチョイ | meerkeuze; multiple choice |
masaguru-弄る | friemelen; spelen [rommelen; knoeien] (met); sleutelen [prutsen] (aan) |
massara-真っ新 | gloednieuw [splinternieuw] zijn |
masukara-マスカラ | mascara (wenkbrauwen kleurstof) |
mata-又 | voorts; verder; weer; opnieuw; ook |
matagami-股上 | bandhoogte [heuphoogte] van een broek (gemeten vanaf het kruis) |
mataiden-マタイ伝 | het Evangelie volgens Matteüs (Bijbel) |
mataifukuinsho-マタイ福音書 | het Evangelie volgens Matteüs (Bijbel) |
matazoro-又ぞろ | alweer; opnieuw; nogmaals |
matsudai-末代 | eeuwigheid; het einde der tijden; de wereld na de dood |
matsukazari-松飾り | versiering van dennentakken (op Nieuwjaar) |
matsunouchi-松の内 | de eerste 7 dagen van het nieuwe jaar |
matsuyoigusa-待宵草 | teunisbloem (Oenothera stricta) |
matto-マット | mat; deurmat |
maundo-マウンド | (honkbal) werpheuvel |
maundo-マウンド | (op golfbaan) heuvel |
mawarimochi-回り持ち | om de beurt; afwisselend; roterend |
mayumi-檀 | (de struik) kardinaalshoed [kardinaalsmuts] (Euonymus sieboldianus) |
mayune-眉根 | het uiteinde van de wenkbrauw dichtbij de neus |
mayutsubamono-眉唾物 | een kletsverhaal; sterk [dubieus] verhaal |
mazenta-マゼンタ | (rode kleurstof) magenta; fuchsine |
meatarashii-目新しい | nieuw; oorspronkelijk; origineel |
meboshi-目星 | leucoma; leukoom (oogafwijking) |
mehana-目鼻 | ogen en neus; gelaatstrekken |
meidō-鳴動 | gerommel; rommelend geluid; gedreun |
mein・ibento-メイン・イベント | belangrijkste gebeurtenis [optreden]; hoofdwedstrijd; hoofdfilm; hoofdnummer |
meisei-明聖 | grote wijsheid [inzicht; deugdzaamheid] (m.n. van keizers en goden) |
meishoku-明色 | een lichte kleur |
mekanikku-メカニック | monteur; mecanicien; werktuigkundige |
mekiki-目利き | beoordelaar; kenner; connaisseur |
mekuru-捲る | afscheuren |
memorī-メモリー | geheugen; herinnering |
memowāru-メモワール | herinnering; geheugen |
menma-麺麻 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
menmitsu-綿密 | gedetailleerd [precies; nauwkeurig] zijn |
menzen-面前 | voor je (eigen) ogen; (vlak) voor je neus |
mēn・ibento-メーン・イベント | belangrijkste gebeurtenis [optreden]; hoofdwedstrijd; hoofdfilm; hoofdnummer |
mesaki-目先 | (direct) voor zijn [haar] ogen [neus] |
messe-メッセ | beurs; vakbeurs; handelsbeurs |
mezurashii-珍しい | zeldzaam; ongewoon; vreemd; curieus |
mezurashii-珍しい | nieuw; vernieuwend; verrassend; mooi |
michikusa-道草 | getreuzel; het nietsdoend rondhangen |
midoro-みどろ | (achtervoegsel) bedekt; besmeurd |
mihatsu-未発 | iets dat nog niet gebeurd is |
mihon'ichi-見本市 | beurs; vakbeurs; handelsbeurs |
mijukumono-未熟者 | onervaren persoon; groentje; nieuwkomer; halfwas |
mijukumono-未熟者 | nieuweling; beginner; beginneling |
mikakushōgai-味覚障害 | smaakstoornis (dysgeusie) |
mikazuki-三日月 | wassende maan (3de dag na nieuwe maan) |
mike-三毛 | de 3 vachtkleuren van een lapjeskat (wit, zwart en bruin) |
miken-眉間 | ruimte tussen de wenkbrauwen; glabella (midden van het voorhoofd vlak boven de neus) |
mikeneko-三毛猫 | lapjeskat (met een 3 kleurenvacht) |
mikudasu-見下す | neerkijken (op); afkeuren; minachten |
mimiatarashii-耳新しい | nieuw; nog niet eerder gehoord |
minamatabyō-水俣病 | Minamataziekte, een neurologisch syndroom (veroorzaakt door een zware kwikvergiftiging) |
minaosu-見直す | nog een keer bekijken; nog eens [opnieuw] kijken naar; een tweede blik werpen op; terugblikken |
misasagi-陵 | graf [mausoleum] van een keizer of keizerin |
misebiraki-店開き | het openen van een nieuwe winkel [zaak; bedrijf] |
misukyasuto-ミスキャスト | het verkeerd casten van een acteur [actrice] voor een bepaalde rol |
misuteriasu-ミステリアス | mysterieus; geheimzinnig |
mitamaya-御霊屋 | mausoleum |
mitate-見立て | keuze; selectie |
mizen-未然 | iets dat nog niet gebeurd is |
mizore-霙 | natte sneeuw |
mizubari-水張り | natte stof [papier] uitspreiden zodat het zonder kreukels opdroogt |
mizumashishihon-水増し資本 | het verwateren van kapitaal (d.w.z. nieuwe aandelen uitgeven op de bestaande activa) |
mizuppana-水っ洟 | loopneus; gesnotter |
mobbu-モッブ | menigte; meute; gepeupel |
mochi-糯 | glutineuze rijst of graan waarvan men rijst cakes maakt |
mochiagaru-持ち上がる | gebeuren; voorkomen |
moderuiyā-モデルイヤー | modeljaar (jaar waarin een nieuw model auto (e.d.) op de markt komt) |
modoki-擬き | (als achtervoegsel bij een zelfst. naamwoord) -achtig; pseudo-; imitatie-; nep- |
moegiiro-萌黄色 | geelgroene kleur |
moetatsu-燃え立つ | het doen oplaaien van een brand; hevig branden; fel kleuren |
mōgen-妄言 | leugen; onwaarheid |
mōichido-もう一度 | opnieuw; weer; nog een keer |
mokkyo-黙許 | stilzwijgende toestemming [goedkeuring; medewerking] |
mokudaku-黙諾 | stilzwijgende toestemming [goedkeuring; instemming] |
mokunin-黙認 | (stil)zwijgende toestemming [goedkeuring] |
mokuninsuru-黙認する | (stil)zwijgend toestemmen [goedkeuren] |
momiji-紅葉 | (gekleurde) herfstbladeren |
momoiro-桃色 | roze [perzik] kleur |
momu-揉む | (handel) een klein bod (hoog of laag) doen op de beurs (vaak in herhaling) |
mon-門 | poort; ingang; deur(opening); doorgang |
mongaikan-門外漢 | leek; amateur |
monkī-モンキー | verstelbare moersleutel |
monkī・renchi-モンキー・レンチ | verstelbare moersleutel |
monkī・supana-モンキー・スパナ | verstelbare moersleutel |
monko-門戸 | deur; deuropening; poort |
monkokaihō-門戸開放 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
monkokaihōseisaku-門戸開放政策 | opendeurpolitiek; opendeurbeleid |
monokuro-モノクロ | monochroom; eenkleurig |
monokurōmu-モノクローム | monochroom; eenkleurig |
monomidakai-物見高い | erg nieuwsgierig [benieuwd] |
monomonoshii-物物しい | opvallend; opzichtig; de aandacht trekkend; pretentieus |
monooboe-物覚え | geheugen; herinnering |
monotōn-モノトーン | weinig kleuren [tinten] |
monowakare-物別れ | onenigheid; breuk (in onderhandelingen) |
monowasure-物忘れ | vergeetachtigheid; geheugenverlies |
monpi-門扉 | de deur(en) van de poort |
monzenbarai-門前払い | weigering om binnen te laten [wegsturing] van een bezoeker aan de deur |
moraru・sapōto-モラル・サポート | morele steun [bijstand] |
morijio-盛り塩 | een hoopje zout bij de voordeur (van restaurants, etc.) als gelukaanbrenger |
mossō-物相 | keukengerei [kom] om het eten in gelijke porties te verdelen |
mosukītokyū-モスキート級 | muggen-gewicht (de lichtste klasse in boksen, alleen voor amateur junioren, minder dan 45 kg) |
motamota-もたもた | traag en onhandig; treuzelend |
mottō-モットー | motto; wapenspreuk; devies |
mottomorashii-尤もらしい | geloofwaardig; serieus |
mūdo-ムード | stemming; humeur; sfeer |
mugiwaratonbo-麦藁蜻蛉 | (vrouwelijke) witpuntoeverlibel (libelle-soort, Orthetrum albistylum, met een strokleurige buik) |
mugon-無言 | (afk. van mugonnogyō) religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
mugonnogyō-無言の行 | religieuze [ascetische] training zonder woorden [in stilte] |
muji-無地 | effen (van) kleur |
mukudori-椋鳥 | spreeuw |
mukyū-無窮 | oneindigheid; onsterfelijkheid; eeuwigheid |
murashibai-村芝居 | amateurtheater; amateurtoneel |
musakui-無作為 | het niet handelen; het laten gebeuren |
musakuichūshutsuhō-無作為抽出法 | (statistiek) aselecte steekproef methode; methode van willekeurige selectie |
musasabi-鼯鼠 | witkelige vliegende eekhoorn (Petaurista leucogenys) |
mushakusha-むしゃくしゃ | geërgerd; geïrriteerd; humeurig; slecht-gehumeurd |
mushakushasuru-むしゃくしゃする | geërgerd [geïrriteerd; humeurig; slecht-gehumeurd] zijn |
mushifūji-虫封じ | bezwering [spreuk; amulet] tegen ziekte (door insecten of bacteriën) bij kinderen |
mushiro-寧ろ | liever; beter; bij voorkeur; eerder |
mushiru-毟る | plukken; (af)trekken; scheuren |
mushūkyō-無宗教 | irreligieus [niet-religieus] zijn |
musshū-ムッシュー | (Frans: monsieur) meneer; de heer |
muzumuzu-むずむず | jeukend [kriebelend] gevoel |
muzumuzusuru-むずむずする | jeuken; kriebelen |
myūjiamu-ミュージアム | museum |
nābasu-ナーバス | zenuwachtig; nerveus |
nabirome-名広め | aankondiging [bekendmaking] van een nieuwe naam (van een artiest, winkel, e.d.) |
nadare-雪崩 | (sneeuw)lawine |
nagano-長の | lang; langduring; eeuwig |
nageku-嘆く | treuren; verdriet hebben; weeklagen; rouwen; wenen |
nageku-嘆く | betreuren |
nagusameru-慰める | troosten; opbeuren |
nai-無い | niet gebeuren; niet doen |
naigenkan-内玄関 | zijdeur; zijingang |
naijo-内助 | hulp of ondersteuning van binnenuit (via een eigen organisatie of bedrijf; vaak ook van de echtgenote die thuis meewerkt) |
naiō-内応 | samenzwering; heulen (met de vijand); verraad (door het doorgeven van geheime informatie aan de vijand) |
naisho-内緒 | een privé plek (niet openbaar, maar thuis); de keuken |
naisu-ナイス | leuk; mooi (Eng.: nice) |
naisu・midi-ナイス・ミディ | leuke [aardige; aantrekkelijke] vrouw van middelbare leeftijd |
naisu・midoru-ナイス・ミドル | leuke [aardige; aantrekkelijke] man van middelbare leeftijd |
naitsū-内通 | samenzwering; heulen (met de vijand); verraad (door het doorgeven van geheime informatie aan de vijand) |
naitsūsha-内通者 | samenzweerder; collaborateur; verrader |
nakamutsumajii-仲睦まじい | intiem; hartelijk; harmonieus |
nakanaka-中中 | liever; eerder; veeleer; bij voorkeur |
nakanaka-中中 | halverwege; in het midden; neutraal |
naku-泣く | huilen [wenen] (van vreugde of verdriet) |
naku-泣く | zich beklagen; klagen; (be)treuren; rouwen |
namaakubi-生欠伸 | een lichte (opkomende maar onderdrukte) geeuw |
namagusai-生臭い | de geur [stank] van rauwe vis of vlees [bloed] |
namakabe-生壁 | een (grijs)bruine kleur |
namakabeiro-生壁色 | (grijs)bruine kleur (van een ongeverfde muur) |
namidakin-涙金 | smartegeld; vergoeding [compensatie]; een kleine som geld gegeven uit medelijden [als troost] (b.v. na een breuk in een relatie) |
nanairo-七色 | de zeven kleuren van het spectrum |
nanakusagayu-七草粥 | rijstepap, traditioneel gekookt met 7 kruiden (op de zevende dag van het nieuwe jaar) |
nanakusagayu-七草粥 | pap, gekookt van 7 ingrediënten, zoals rijst, gierst, bonen, e.d. (gemaakt op de 15e dag van het nieuwe jaar; later vervangen door azukibonenpap) |
nanakusanosekku-七種の節句 | festival op de zevende dag van het nieuwe jaar (waarbij zeven soorten rijstepap worden gegeten) |
nanbaringu-ナンバリング | numeroteur (machine die nummers stempelt) |
nanbaringu・mashīn-ナンバリング・マシーン | numeroteur (machine die nummers stempelt) |
nanbā・sukūru-ナンバー・スクール | (een van) de acht oudste en meest prestigieuze middelbare scholen in Japan (in de Meiji periode) |
naniganandemo-何が何でも | tegen elke prijs; hoe dan ook; wat er ook gebeurt; op alle mogelijke manieren |
nanpa-難破 | schipbreuk |
nanpasuru-難破する | schipbreuk lijden |
nansen-難船 | schipbreuk |
nan'ō-南欧 | Zuid-Europa |
naosu-直す | herhalen; iets opnieuw doen |
narihibikaseru-鳴り響かせる | doen [laten] weerklinken [weergalmen; trillen; dreunen] |
nariyuki-成り行き | verloop van omstandigheden [gebeurtenissen]; ontwikkeling |
narōdoniki-ナロードニキ | Russische revolutionaire beweging (uit de tweede helft van de 19e en het begin van de 20e eeuw) |
naru-為る | gaan gebeuren [komen]; zo (gaan) worden |
nasakenai-情けない | schandelijk; jammerlijk; betreurenswaardig |
nasukon-茄子紺 | aubergine (paarsblauwe kleur) |
nāsu・purakutishonā-ナース・プラクティショナー | praktijkondersteuner |
natsunari-夏成り | een landbouw-belasting over de opbrengsten van de zomer-oogst (stamt uit de Middeleeuwen) |
natsutōdai-夏灯台 | een 2-jarige plant van het plantengeslacht Euphorbia |
natsutsubaki-夏椿 | een zomercamellia [Stewartia pseudocamellia], een in de zomer bloeiende, bladverliezende boom (die vaak ten onrechte shara no ki [シャラノキ] wordt genoemd |
nēbī・rukku-ネービー・ルック | (Eng.: navy look) kleding met kenmerken van een marine uniform (vooral in de kleur marineblauw) |
nechinechi-ねちねち | (onomatopee) drammerig; zeurend |
neisu-寝椅子 | sofa; bank; fauteuil |
nemawashi-根回し | het voorbereidend werk; grondwerk; het leggen van de basis; het achter de schermen manoeuvreren; consensus bereiken om iets te kunnen verwezenlijken |
nenga-年画 | Chinese nieuwjaarsschilderijen (schilderijen die op nieuwjaarsdag in China op poorten en muren worden gehangen) |
nenga-年賀 | nieuwjaarsviering; nieuwjaarswens; nieuwjaarsbezoek |
nengajō-年賀状 | nieuwjaarskaart |
nenjū-年中 | altijd; eeuwig(durend) |
nenshi-年始 | Nieuwjaarsdag; het begin van het (nieuwe) jaar |
nenshi-年始 | nieuwjaarsgroet; nieuwjaarsbezoek |
nenshiki-年式 | modeljaar (jaar waarin een nieuw model auto (e.d.) op de markt komt) |
nensho-年初 | Nieuwjaarsdag; het begin van het (nieuwe) jaar |
nenshō-年少 | jeugdigheid; jong zijn |
nerikō-練り香 | een ronde plak wierook (gemaakt van een mengsel van verschillende geurpoeders) |
neshōgatsu-寝正月 | de nieuwjaarsvakantie [de vrije dagen rond nieuwjaar] in bed doorbrengen |
neyuki-根雪 | sneeuwdek; laag sneeuw die (lang) blijft liggen |
nezumi-鼠 | schelm; ondeugd |
ni-に | (in combinatie met wa en ...ga, geeft aan dat iets wel zo is [gebeurt] maar met voorwaarde of restrictie) weliswaar |
ni-丹 | rode kleur; natuurlijk vermiljoen (pigment gemaakt van verbrand loodpoeder) |
nibiiro-鈍色 | donkergrijs (kleur) |
nibui-鈍い | dof; vaag; kleurloos; onduidelijk; vaag |
nibuiro-鈍色 | donkergrijs (kleur) |
nichijōsahan-日常茶飯 | dagelijkse gebeurtenissen [beslommeringen] |
nichijōsahanji-日常茶飯事 | schering en inslag; de gewone [alledaagse] zaken (afgeleid van het dagelijks eten); een alledaagse gebeurtenis |
nichiōkan-日欧間 | (relaties, etc.) tussen Japan en Europa |
nigaoe-似顔絵 | (ukiyo-e) portrettekening van acteurs en beroemde schoonheden |
nigate-苦手 | mysterieuze [genezende] krachten in de handen hebben |
nigiyaka-賑やか | lawaaiig; kleurig; druk; vrolijk; welvarend |
nihonjidōshayunyūkumiai-日本自動車輸入組合 | JAIA, Japanse Automobiel Importeurs Associatie |
nihonryōri-日本料理 | Japans eten; Japanse gerechten; de Japanse keuken |
niiniizemi-にいにい蝉 | Kaempfer cicade (Platypleura kaempferi) |
niishimamori-新島守 | nieuwe eilandbewaker (personage in de klassieke Japanse gedichtenbundel Man'yōshū) |
nijishoku-二次色 | secundaire kleur(en); mengkleur(en) |
nikuiro-肉色 | huidkleur; vleeskleur |
nimaime-二枚目 | (acteur in) de rol van knappe man [minnaar] |
ninaite-担い手 | hoofdverantwoordelijke; (fig.) steunpilaar |
ningoku-任国 | het land waar je wordt benoemd als ambassadeur, gezant of consul |
ninomai-二の舞 | in klassiek Japans theater dezelfde dans van een andere acteur imiteren [nadoen] |
ninpi-認否 | erkenning en [of] ontkenning; goedkeuring en [of] afkeuring |
ninushi-荷主 | verzender; vrachtvervoerder; expediteur |
nioi-匂い | geur; stank; aroma |
nioibukuro-匂い袋 | reukzakje; sachet |
nioibukuro-匂い袋 | geurklier (bij dieren) |
niokurinin-荷送人 | verzender; expediteur |
niryū-二流 | inferieur |
niseakashia-贋アカシア | Robinia pseudoacacia (boomsoort) |
nishatakuitsu-二者択一 | keuze uit twee opties |
nishikie-錦絵 | een kleurenafdruk; een veelkleurige afdruk van een houtsnede |
nissan-日参 | dagelijks bezoek aan een heiligdom of tempel (voor religieuze doeleinden) |
nitchi-ニッチ | (ecologie) niche; leefmilieu |
nīto-ニート | netjes; keurig; precies |
nōbaidoku-脳梅毒 | neurosyfilis |
noberuti-ノベルティ | nieuwigheid; noviteit; nieuw product |
nobushi-野武士 | (in de middeleeuwen) boeren die (in groepen) verslagen samoerai aanvielen en zich hun uitrustingen, etc. toeëigenden |
nōfu-納付 | betaling (van belastingen, bekeuringen, e.d. aan overheidsinstellingen) |
nogeshi-野芥子 | melkdistel (Sonchus oleraceus) |
noirōze-ノイローゼ | neurose |
nokkā-ノッカー | deurklopper |
nokku-ノック | (honkbal) slagbeurt |
nōkō-濃厚 | sterk zijn (van geur; aroma; smaak); diep zijn (van kleur); dik zijn (van vloeistof) |
nokoribi-残り火 | sintels; smeulende resten van een vuur |
nokoriga-残り香 | aanhoudende geur; geur die blijft hangen |
nōkyō-膿胸 | pleuraal empyeem; pleura-empyeem; pyothorax |
nomeru-のめる | voorover vallen [buigen; leunen; struikelen] |
noren-暖簾 | een traditioneel Japans gordijn, hangend in een deuropening (m.n. in winkels, restaurants, e.d.) |
nōri-脳裏 | hersenen; brein; geheugen; gedachten |
noridasu-乗り出す | naar voren leunen |
noru-乗る | in harmonie zijn met; harmonieus zijn |
norudikku-ノルディック | Noord-Europees; Scandinavisch |
noshi-熨斗 | versiering (voor pakjes of brieven) gemaakt van gekleurd papier gevouwen rond een stukje gedroogde abalone |
nozoku-覗く | gluren; (nieuwsgierig) rondneuzen |
nuhi-奴婢 | paria [outcast] in de juridische hiëarchie van de Heian periode (eind 7e tot 10e eeuw) |
nukayorokobi-糠喜び | het te vroeg juichen; voorbarige vreugde |
nukeru-抜ける | verbleken; verkleuren; vervagen |
nukinishiki-緯錦 | nukinishiki (Japans brokaat waarin met de inslag de kleuren en patronen gemaakt worden) |
nurebairo-濡れ羽色 | gitzwarte [pikzwarte] kleur |
nureiro-濡れ色 | waterige kleur |
nurie-塗り絵 | kleurplaat; tekening om in te kleuren |
nurimihon-塗り見本 | verfstalen; verfkleurenkaart |
nurinaosu-塗り直す | opnieuw (be)schilderen; overschilderen |
nyōso-尿素 | ureum |
nyū-ニュー | nieuw |
nyūjīrando-ニュージーランド | Nieuw-Zeeland |
nyūraru・nettowāku-ニューラル・ネットワーク | (kunstmatig) neutraal netwerk (computersysteem) |
nyūron-ニューロン | neuron |
nyūsu-ニュース | nieuws |
nyūsu・anarisuto-ニュース・アナリスト | nieuwsanalist; nieuwscommentator |
nyūsu・baryū-ニュース・バリュー | nieuwswaarde |
nyūsu・kyasutā-ニュース・キャスター | nieuwslezer |
nyūsu・sōsu-ニュース・ソース | nieuwsbron; informatiebron |
nyūtora-ニュートラ | nieuw traditioneel (modestijl jaren 70/80) |
nyūtoraru-ニュートラル | neutraal; onpartijdig |
nyūtorino-ニュートリノ | neutrino |
nyūtoron-ニュートロン | neutron) |
nyū・fēsu-ニュー・フェース | nieuw gezicht (film, tv, e.d.); nieuwe ster |
nyū・media-ニュー・メディア | nieuwe media (nieuwe communicatietechnologie) |
nyū・myūjikku-ニュー・ミュージック | nieuwe muziek, benaming voor Japanse popmuziek |
nyū・raito-ニュー・ライト | (politiek) Nieuw Rechts; neoconservatisme |
nyū・refuto-ニュー・レフト | (politiek) Nieuw Links |
nyū・seramikkusu-ニュー・セラミックス | nieuw keramiek (dat nieuwe functies en eigenschappen heeft door de samenstelling, structuur, vorm) |
nyū・taun-ニュー・タウン | nieuwe woonwijk rondom een grote stad |
nyū・wēbu-ニュー・ウェーブ | nieuwe golf; innovatieve trend |
ō-欧 | (in kanji combinaties) Europa |
oapekku-オアペック | Organisatie van Arabische olie-exporterende landen (Engels OAPEC: Organization of Arabian Petroleum Exporting Countries) |
ōbāhōru-オーバーホール | revisie; (grondige) controlebeurt [inspectie] |
ōbei-欧米 | Europa en Amerika |
oboezu-覚えず | onbewust; onwillekeurig; spontaan; instinctief; zonder (erbij) na te denken |
obujekushon-オブジェクション | bezwaar; tegenwerping; afkeuring |
ochibairo-落葉色 | de bruine kleur van dode bladeren |
ōdekoron-オーデコロン | eau de cologne; Keuls water; reukwater |
ōdoburu-オードブル | hors-d'oeuvre; voorgerecht; voorafje |
ōen-応援 | hulp; steun; versterking |
ōensuru-応援する | helpen; steunen; aanmoedigen |
ōfū-欧風 | Europese stijl |
ōgonjidai-黄金時代 | de Gouden Eeuw |
ogoru-奢る | in luxe leven; een luxueus leven leiden |
ogoru-奢る | verwend [kieskeurig] zijn |
oibane-追い羽根 | een traditioneel Japans Nieuwjaarsspel, gespeeld met een houten peddel (hagoita) en een shuttle |
oitachi-生い立ち | jonge jaren; kinderjaren; jeugd |
oitanajī-オイタナジー | euthanasie |
ōji-往事 | eerdere [vroegere] gebeurtenissen [voorvallen] |
ojisan-オジサン | een straalvinnige vissoort, Parupeneus multifasciatus |
oka-丘 | heuvel; helling; terp; heuvelrug |
ōka-欧化 | europeanisatie; europeanisering |
okame-お亀 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
okashii-可笑しい | grappig; leuk; dwaas; belachelijk |
okiru-起きる | gebeuren; plaatsvinden; zich voordoen |
okonomiyaki-お好み焼き | Japanse pannenkoek, gebakken op een grillplaat, met groenten, vlees of vis naar keuze |
okuin-奥印 | officieel stempel; stempelafdruk aan het eind van een tekst als goedkeuring [erkenning] van de inhoud |
okuyukashii-奥ゆかしい | mooi; gracieus; elegant; smaakvol; verfijnd; bescheiden; teruggetrokken |
omatsurisawagi-御祭り騒ぎ | feestvreugde; onstuimige vrolijkheid; knalfeest |
omedetai-おめでたい | vreugdevol; verheugend; heugelijk; gelukkig |
omeku-喚く | schreeuwen; krijsen; gillen; roepen |
omoomoshii-重重しい | zeer plechtig; (plecht)statig; gedragen (b.v. ceremonie, stem, treurige muziek) |
omoshiroi-面白い | leuk; interessant; aardig |
omouzonbun-思う存分 | naar hartelust; naar volle tevredenheid; volop; met volle teugen; tot het uiterste; zonder zich in te houden |
omowazu-思わず | onbewust; onbedoeld; onwillekeurig; spontaan |
on-オン | gaande; aan de gang; aan de beurt |
onbin-音便 | eufonie; eufonische verandering; klankverandering |
onbukigō-音部記号 | muzieksleutel |
onchō-音調 | toon; klankkleur |
onkochishin-温故知新 | lessen trekken uit het verleden; nieuwe ideeën krijgen door de geschiedenis te bestuderen |
onnagata-女形 | acteur die een vrouwenrol speelt in Kabuki |
onshin-音信 | bericht; nieuws; brief; contact; communicatie |
onshoku-音色 | klankkleur; timbre |
oomajime-大真面目 | het doodernstig [bloedserieus] zijn |
oometsuke-大目付 | inspecteur-generaal van de overheid in de Edo-periode |
oomonogui-大物食い | reuzendoder; iemand die de grote kampioen(en) verslaat |
oomugi-大麦 | gerst (hordeum vulgare) |
ōotoko-大男 | grote [lange] man; reus |
ooyorokobi-大喜び | grote vreugde [blijdschap]; opgetogenheid |
ooyuki-大雪 | zware sneeuwval |
ope-オペ | (militaire) operatie; manoeuvre; transactie; onderneming |
opekku-オペック | Organisatie van olie-exporterende landen (Eng.: Organisation of Petroleum Exporting Countries, OPEC) |
opera・seria-オペラ・セリア | opera seria (serieuze opera) |
operēshon-オペレーション | (militaire) operatie; manoeuvre; transactie; onderneming |
operētā-オペレーター | iemand die een machine [toestel) bedient [bestuurt]; operateur; bedieningstechnicus; telegrafist |
ōpun・doa-オープン・ドア | open deur; openstaande [geopende] deur |
ōpun・doa-オープン・ドア | opendeur-; vrijhandel |
ōpun・gēmu-オープン・ゲーム | open toernooi (toegankelijk voor professionals en amateurs); informele [demonstratie] wedstrijd |
opushon-オプション | optie; recht van keuze |
opushon-オプション | keus; keuze; alternatief; mogelijkheid |
ōramin-オーラミン | auramine (kleurstof) |
oran'ūtan-オランウータン | orang-oetan; orang-oetang (Pongo pygmaeus) |
orenji-オレンジ | (de kleur) oranje |
oresama-俺様 | (nogal pompeuze, arrogante duiding van zichzelf) ik |
orību-オリーブ | olijfboom (Olea europaea); olijf |
orībuiro-オリーブ色 | olijfkleur; olijfgroen |
orido-折り戸 | vouwdeur; harmonicadeur |
origami-折り紙 | gekleurde velletjes papier voor origami |
origami-折り紙 | waarmerk; keurmerk; certificaat van echtheid |
ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | oudje; oude man; oudeheer; ouwe reus; oude vriend |
ōrudo・bōi-オールド・ボーイ | alumnus; reünist; oud-leerling |
ōrudo・gāru-オールド・ガール | oud-leerlinge; reüniste |
orutānatibu-オルターナティブ | alternatief; optie; keuze(mogelijkheid); uitweg |
osagari-お下がり | term gebruikt voor de regen of sneeuw die valt tijdens de eerste drie dagen van het nieuwe jaar |
osan-御三 | keukenmeid; keukenmeisje |
osananajimi-幼馴染み | jeugdvriend; jeugdvriendin |
osechi-御節 | traditionele Japanse Nieuwjaarsgerechten |
osechiryōri-お節料理 | traditionele Japanse Nieuwjaarsgerechten |
oshaberi-お喋り | gepraat; geklets; geroddel; geleuter |
oshii-惜しい | spijtig; betreurenswaardig; teleurstellend |
ōshokubudōkyūkin-黄色ブドウ球菌 | Stafylococcus aureus |
ōshū-欧州 | Europa |
ōshūgikai-欧州議会 | Europees Parlement |
ōshūiinkai-欧州委員会 | Europese Commissie |
ōshūkeizaikyōdōtai-欧州経済共同体 | Europese Economische Gemeenschap |
ōshūkyōdōtai-欧州共同体 | Europese Gemeenschap |
ōshūrengō-欧州連合 | Europese Unie |
ōshūrijikai-欧州理事会 | Europese Raad |
ōshūtokkyochō-欧州特許庁 | het Europese Octrooibureau (EPO) |
ōshūtsūkaseido-欧州通貨制度 | Europees Monetair Stelsel |
oson-汚損 | een vieze vlek; beschadiging; besmeuring |
osumashi-お澄まし | preutsheid; een preuts persoon |
otafuku-お多福 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
otamaya-御霊屋 | mausoleum |
otoshi-落とし | een stuk hout dat in een gat in de drempel wordt gezet om te voorkomen dat de deur opengaat |
otoshidama-御年玉 | (klein) geldgeschenk in het nieuwe jaar (aan kinderen, of aan personeel in familiebedrijven, e.d.) |
otozure-訪れ | bericht; nieuws |
oyama-女形 | acteur die een vrouwenrol speelt (Kabuki) |
ō・bī-オー・ビー | alumnus; afgestudeerde; reünist; senioren lid |
ō・de・koron-オー・デ・コロン | eau de cologne; Keuls water (reukwater) |
ō・do・toware-オー・ド・トワレ | eau de toilette (reukwater) |
pairotto・shoppu-パイロット・ショップ | een winkel waar producenten en lokale overheden nieuwe producten verkopen om uit te proberen hoe de trends zich ontwikkelen bij consumenten |
panjī-パンジー | driekleurig viooltje (Viola tricolor) |
panteon-パンテオン | Panthéon, gebouw in Parijs (met mausoleum) |
papiyon-パピヨン | (hondenras) dwergspaniël, épagneul |
papuanyuuginia-パプアニューギニア | Papoea-Nieuw-Guinea |
parunashian-パルナシアン | Parnassiens, een school van Franse esthetische dichters uit de late 19e eeuw |
pāsā-パーサー | administrateur [opperhofmeester] (op een passagierschip) |
pasuteru・karā-パステル・カラー | pastelkleur |
patapata-ぱたぱた | (geluid van) gekletter (regen); getrippel (voeten); geklapper (doek, etc.); geflapper (vleugels) |
pa・do・dū-パ・ド・ドゥー | pas de deux (dans voor twee, ballet) |
pegasasu-ペガサス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
pegasosu-ペガソス | Pegasus (gevleugeld paard in de Griekse mythologie) |
pekopeko-ぺこぺこ | (onomatopee) (in)gedeukt |
pen・nēmu-ペン・ネーム | pseudoniem; schrijversnaam |
pēzurī-ペーズリー | paisley, abstract kleurenpatroon in stoffen (genoemd naar de plaats Paisley in Schotland, waar kasjmier sjaals met paisley motief werden gefabriceerd) |
pīchi-ピーチ | perzik (kleur) |
pigumī-ピグミー | pygmee (persoon behorend tot de dwergvolken in Afrika en Nieuw-Guinea) |
pikku-ピック | keus; selectie |
pinku-ピンク | (de kleur) roze |
piripiri-ぴりぴり | (onomatopee) scheurend (geluid) |
piripiri-ぴりぴり | (onomatopee) nerveus; zenuwachtig; gespannen |
poinsechia-ポインセチア | kerstster; poinsettia (plant, Euphorbia pulcherrima) |
poisute-ポイ捨て | het weggooien van (klein) afval op de openbare weg (b.v. van sigarettenpeuken, e.d.) |
popuri-ポプリ | potpourri (geurig mengsel van gedroogde bloemen) |
pōtoforio-ポートフォリオ | portefeuille; portfolio |
potosu-ポトス | drakenklimop (Epipremnum aureum) |
punto-ぷんと | sterke geur; stinkend |
puraimarī・karā-プライマリー・カラー | primaire kleur |
purazuma-プラズマ | (natuurkunde) plasma (elektrisch neutrale gasmassa) |
purimura-プリムラ | primula (sleutelbloem) |
puroguramā-プログラマー | programmeur (computer) |
purometeusu-プロメテウス | Prometheus (figuur uit de Griekse mythologie) |
puronputā-プロンプター | souffleur (theater) |
raichō-雷鳥 | lagopus; sneeuwhoen (fazantachtige vogel) |
raien-来援 | assistentie; ondersteuning |
raion-ライオン | leeuw |
rairā-ライアー | leugenaar |
rakugaki-落書き | graffiti; gekrabbel (op muren, deuren, omheiningen, schuttingen, e.d.) |
rakutan-落胆 | ontmoediging; neerslachtigheid; teleurstelling |
ramu-ラム | RAM (computergeheugen) |
ran-藍 | indigo, donkerblauwe kleur (verkregen uit de Chinese indigo plant, Polygonum tinctorium; Persicaria tinctoria) |
randamu-ランダム | willekeurig; lukraak |
randamu・akusesu-ランダム・アクセス | random access; willekeurige toegang |
randamu・sanpuringu-ランダム・サンプリング | aselecte steekproef; willekeurige selectie |
randoku-濫読 | het lezen van willekeurig gekozen [lectuur] boeken |
rankan-欄干 | reling; leuning; balustrade |
ranpeki-藍碧 | indigo-groen; diepblauw-groene kleur |
rasseru-ラッセル | Russell sneeuwruimer (machine) |
reiki-霊気 | spirituele [heilige; mysterieuze] sfeer |
reikin-礼金 | sleutelgeld; vergoeding betaald voor huurrechten |
reitoku-令徳 | zuiverste deugdzaamheid [deugd] |
rejion・donūru-レジオン・ドヌール | (Frans: Légion d’honneur) Legioen van Eer (ridderorde) |
rekishikan-歴史館 | historisch museum |
renko-連呼 | herhaaldelijk geroep [geschreeuw] |
renrakusen-連絡船 | (binnen of buiten de landsgrenzen) veerboot; beurtschip |
rensai-連載 | publicatie als serie [feuilleton]; een reeks van artikelen [verhalen] die in afleveringen worden uitgegeven |
rensaku-連作 | gezamenlijk auteurschap (met meerdere auteurs die ieder een deel van het boek schrijven) |
renzen'ashige-連銭葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
reopon-レオポン | leopon (kruising tussen een leeuwin en een mannelijke luipaard) |
reppaku-裂帛 | (het geluid van) scheuren of knippen van een stuk stof |
reppaku-裂帛 | een luide [schrille] kreet [schreeuw] |
reppu-烈婦 | kuise [deugdzame; sterke; dappere] vrouw; heldin |
reshipi-レシピ | (kook)recept; keukenrecept |
retsu-劣 | (in kanji-combinaties) inferieur; lager; sub- |
retsu-裂 | spleet; kloof; scheur; splijting; deling; scheuring |
retsuaku-劣悪 | (van) slechte [inferieure] kwaliteit |
reyunion-レユニオン | Réunion (eiland) |
ribingu・kitchin-リビング・キッチン | woonkeuken |
ribusutēki-リブステーキ | rib steak; côte de boeuf |
rigakuryōhōshi-理学療法士 | fysiotherapeut |
rigui-利食い | winstneming (op de beurs) |
riji-理事 | directeur; bestuurder; bewindvoerder; beheerder |
rijunritsunokeikōtekiteikanohōsoku-利潤率の傾向的低下の法則 | de wet van de tendentieuze daling van de winstvoet |
rikurūto-リクルート | rekruut (soldaat); nieuwkomer |
rikyūru-リキュール | likeur |
rikyūru・gurasu-リキュール・グラス | likeurglas |
rimujin-リムジン | limousine (luxe auto met chauffeur) |
rindenbaumu-リンデンバウム | linde; lindeboom (Tilia × europaea) |
rindoku-輪読 | het om beurten lezen (verschillende mensen lezen om de beurt hetzelfde boek) |
ringisho-稟議書 | een voorstel dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de betrokken bestuurders |
rinpa-琳派 | Rinpa, een van de belangrijkste scholen van de Japanse schilderkunst (opgericht in de 17de eeuw) |
rinsho-臨書 | het nauwkeurig overschrijven van kanji naar een (klassiek) schrijfmodel (voor het verkrijgen van kalligrafische schrijfvaardigheid) |
rinshō-輪唱 | (muziek) canon; kettingzang; beurtgezang |
ripōtā-リポーター | rapporteur |
rippa-立派 | pracht; grandeur; elegantie |
ritsuryō-律令 | oude Japanse wetgeving, (in de 8ste eeuw geschreven naar Chinese voorbeelden) |
riumachi-リウマチ | reuma |
rizōto-リゾート | (luxueus) vakantieverblijf; resort |
roaku-露悪 | opscheppen over eigen ondeugden; zelfspot |
roakushumi-露悪趣味 | het leuk vinden om op te scheppen over hoe slecht je bent |
rōanbā-ローアンバー | ruwe ongebrande omber (kleurstof) |
roban-路盤 | de grond die geëgaliseerd is om spoorrails te ondersteunen |
rōboku-老木 | een oude [eeuwenoude] boom |
robu-ロブ | kapsel met halflang haar (nieuw woord dat onstaan is uit het woord voor lang haar ロング en kort haar ボブ) |
rōdo・mappu-ロード・マップ | roadmap van een (technisch) product (waarin staat wat de vernieuwingen zijn en wanneer ze kunnen worden verwacht) |
rogui-櫓杭 | draaipunt [steunpunt] voor roeiriemen in een Japanse boot |
rōhō-朗報 | goed [heuglijk] nieuws; goede berichten |
rōjaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
rōkaru・karā-ローカル・カラー | lokale kleur [atmosfeer]; plaatselijke [karakteristieke] bijzonderheden |
rokumakuen-肋膜炎 | pleuritis; longvliesontsteking |
rōnyaku-老若 | oud en jong; ouderdom en jeugd; alle leeftijden |
roppōzensho-六法全書 | compilatieuitgave van de 6 wetboeken (Grondwet, Burgerlijk Wetboek, Wetboeken van Koophandel, Strafrecht, Burgerlijke Rechtsvordering, Strafvordering) |
rōrerai-ローレライ | Lorelei, een legendarische nimf die zeelui verleidde met haar mooie zangstem en ze schipbreuk liet lijden |
rōtēshon-ローテーション | afwisseling; aflossing; toerbeurt |
ruri-瑠璃 | lapis lazuli (kleur); azuur(blauw) |
rūzu-ルーズ | los; slap; slordig; ongebonden; onnauwkeurig |
ryō-陵 | graf [mausoleum] van een keizer of keizerin |
ryōhōshi-療法士 | therapeut |
ryōki-猟奇 | op zoek naar het vreemde [curieuze; bizarre; onwerkelijke] |
ryōkishin-猟奇心 | curiositeit; nieuwsgierigheid |
ryōkiteki-猟奇的 | bizar; avontuurlijk; curieus |
ryōrikyōshitsu-料理教室 | kookles; kookschool (voor amateurs) |
ryōshitsu-良質 | goede [superieure] kwaliteit |
ryūtōdabi-竜頭蛇尾 | een veelbelovend begin dat uitloopt op een teleurstellend einde; een anticlimax |
sabaran-サバラン | savarin (kransvormig taartje met likeur) |
sābisu・saizu-サービス・サイズ | het formaat van een foto [kleurendruk)] (die goedkoop kan worden aangeboden door in grote hoeveelheden machinaal af te drukken) |
safaia-サファイア | saffier (blauwe kleur); hemelsblauw |
sagishi-詐欺師 | fraudeur; bedrieger; oplichter; zwendelaar |
sagyōryōhōshi-作業療法士 | ergotherapeut |
saha-左派 | (politiek) links zijn; linkervleugel |
sahanji-茶飯事 | gewone [alledaagse; onbelangrijke; onbeduidende] dingen [zaken; gebeurtenis] |
sai-彩 | (in kanji combinaties) kleur; kleurstelling; (mooie) kleurschakering; glans |
sai-犀 | neushoorn |
saidaiyaru-再ダイヤル | opnieuw bellen; nummerherhaling |
saigoppe-最後っ屁 | laatste wanhopige poging [toevlucht; tactiek; redmiddel] (zoals van een wezel in het nauw, die een vieze geur uitstoot om de vijand te verjagen) |
saijō-祭場 | de plek waar een ritueel [religieuze ceremonie] wordt gehouden |
saika-裁可 | (keizerlijke) goedkeuring; bekrachtiging; wettiging |
saika-裁可 | (onder de Meiji grondwet) officiële goedkeuring van de keizer voor wetsvoorstellen en begrotingen |
saikai-再会 | reünie; hereniging; bijeenkomst (van alumni e.d.) na een lange tussentijd |
saiken-細見 | nauwkeurige inspectie |
saikensha-債権者 | schuldeiser; crediteur |
saikentō-再検討 | herziening; herbeschouwing; nieuw onderzoek |
saikentōsuru-再検討する | herzien; heroverwegen; opnieuw onderzoeken |
saikōkeieisekininsha-最高経営責任者 | leidinggevende directeur, CEO (chief executive officer) |
saikonsuru-再婚する | hertrouwen; opnieuw trouwen |
saiminjutsushi-催眠術師 | hypnotiseur |
saimusha-債務者 | schuldenaar; debiteur |
sainen-再燃 | het opnieuw vlamvatten [oplaaien] (van ruzie, brand, liefde, e.d.) |
sainen-再燃 | het opvlammen; terugkomen; zich opnieuw voordoen; verergering (van ziektesymptomen) |
sairoku-再録 | herdruk; opnieuw drukken [publiceren] |
sairoku-再録 | heropname; opnieuw opnemen |
saisei-再製 | herproductie; recycling (een product uit elkaar halen en de grondstoffen hergebruiken voor een nieuw product) |
saiseikanōenergī-再生可能エネルギー | hernieuwbare energie |
saisensuru-再選する | herkiezen; opnieuw kiezen |
saisentan-最先端 | het allernieuwste; toonaangevende; avant-garde |
saishiki-彩色 | het kleuren; polychroom [veelkleurig] zijn |
saishin-最新 | heel nieuw [nieuwste; laatste] zijn |
saishin-細心 | nauwkeurigheid; precisie |
saishokusuru-彩色する | schilderen; (in)kleuren |
saitan-歳旦 | Nieuwjaarsochtend |
saitan-歳旦 | afkorting voor saitan-biraki (een bijeenkomst van dichters en hun leerlingen in januari om gedichten te maken over nieuwjaarsdag) |
saitanbiraki-歳旦開き | een Nieuwjaars bijeenkomst waarbij renga en haiku gedichten worden gemaakt en voorgedragen |
saitansai-歳旦祭 | nieuwjaarsfeest (een Shinto ritueel om het nieuwe jaar in te wijden, gevolgd door een sake (rijstwijn) ceremonie en mochi (gestampte rijst) ceremonie |
saitoku-才徳 | wijsheid en deugdzaamheid |
saiwa-再話 | het opnieuw vertellen (van een legende, oud verhaal, e.d.); een nieuwe [eigentijdse] versie van een oud verhaal |
saiwai-幸い | geluk; vreugde; blijheid |
saiyō-細腰 | smalle heupen [taille]; slanke vrouw |
saka-坂 | heuvel; helling |
sakamuke-逆剝け | (de plaats waar de huid langs de nagel in ingescheurd) nijnagel; dwangnagel; stroopnagel |
sakashio-酒塩 | sake als smaakmaker in gerechten; keukensake |
sakebu-叫ぶ | schreeuwen; roepen; gillen |
sakeru-裂ける | scheuren; openbarsten |
sakimonotorihiki-先物取引 | (beursterm) handel in futures |
sakka-作家 | (roman)schrijver; auteur |
sakotsu-鎖骨 | sleutelbeen |
saku-朔 | de nieuwe maan |
saku-朔 | de kalender voor het nieuwe jaar die de keizer in China (in vroegere tijden) aan het eind van het jaar aan vorsten gaf |
saku-裂く | afscheuren; verscheuren; splitsen; doorsnijden; doorknippen |
sakuhin-作品 | werk; stuk; kunstwerk; oeuvre |
sakujō-作条 | ploegsnede; geul; greppel |
sakurafubuki-桜吹雪 | kersebloesem die door de wind (geblazen) dwarrelen in de lucht (als sneeuw) |
sakurasō-桜草 | sleutelbloem (Primula sieboldii) |
sakusha-作者 | toneelauteur; dramaturg; schrijver; dichter |
sakyū-砂丘 | duin; zandheuvel |
samoarabaare-遮莫 | als dat het geval is; in ieder geval; wat er ook gebeurt; zo is het nu eenmaal |
samugari-寒がり | het koud hebben; koukleumen; kouwelijk zijn |
samugari-寒がり | een koukleum; iemand die het gauw koud heeft |
samugariya-寒がりや | een koukleum; iemand die het gauw koud heeft |
sandō-賛同 | goedkeuring |
sangoju-珊瑚樹 | sneeuwbal (de heester Viburnum odoratissimum) |
sanka-傘下 | onder de bescherming [hoede; paraplu; vleugels] van |
sankushon-サンクション | erkenning; goedkeuring; bekrachtiging |
sanmaime-三枚目 | komediant; acteur die een komische rol speelt; komiek; grappenmaker |
sanpuku-山腹 | helling (heuvel); berghelling |
sanryō-山陵 | bergen en heuvels |
sanryō-山陵 | keizerlijk mausoleum [grafmonument] |
sansai-三彩 | aardewerk gemaakt met drie (maar soms ook twee of vier) soorten gekleurd glazuur, op lage temperatuur gebakken |
sansai-三才 | (in fysionomie) voorhoofd, kin en neus |
sansei-賛成 | overeenstemming; akkoord; goedkeuring |
sanshoku-三色 | drie kleuren |
sansonzuhō-サンソン図法 | sinusoïdeprojectie (een pseudo-cilindrische kaartprojectie) |
sansukumi-三竦み | trilemma (een keuze uit 3 opties) |
sansuru-賛する | het eens zijn; akkoord gaan; goedkeuren |
sansuru-賛する | steunen; aanbevelen |
santan-サンタン | zonnebrand; bruine kleur door de zon |
santoku-三徳 | de drie deugden (wijsheid, moed en welwillendheid) |
santoku-三徳 | de drie deugden van Boeddha (het redden van de levende wezens, het afsnijden van wereldse verlangens, en wijsheid) |
sapōtā-サポーター | brace; steunband; draagverband |
sapōto-サポート | steun; ondersteuning; hulp; bijstand |
sappitsu-擦筆 | een doezelaar (puntig opgerold stuk papier of zeemleer, gebruikt om kleuren in te wrijven op papier of fresco) |
sara-新 | nieuw [ongebruikt] zijn |
sarau-復習う | herzien; opnieuw beoordelen [leren]; herhalen (van gestudeerde materialen) |
sarome-サロメ | Salomé (in de Bijbel, de dochter van Herodias, Nieuwe Testament) |
sarugaku-猿楽 | Sarugaku, oude Japanse theatervorm (11de-14de eeuw) |
sarumawashi-猿回し | een straatartiest die een aap allerlei kunstjes laat doen (vooral op Nieuwjaar) |
sasae-支え | steun; stut; steunpilaar |
sasameyuki-細雪 | lichte sneeuwval; kleine sneeuwvlokjes |
sashiami-刺し網 | kieuwnet |
sashideru-差し出る | opdringerig zijn; zijn neus ergens in steken (fig.); zich ergens mee bemoeien |
sashige-差し毛 | verschillende kleuren haar in de vacht van een dier |
sashikomi-差し込み | acute scherpe pijn; pijnscheut |
sasu-差す | gieten; druppelen (ogen); verven; kleuren |
sasu-差す | insteken (sleutel); opsteken (paraplu); uitsteken; omhoog steken (arm) |
sasu-注す | (gedeeltelijk) verven; lakken; inkleuren; opdoen (lippenstift, etc.) |
satan-嗟嘆 | klaagzang; treurzang; weeklacht |
satsuire-札入れ | portemonnee; portefeuille |
satsumanokami-薩摩守 | gouverneur van de Satsuma provincie |
saya-鞘 | (effectenhandel, beurs) marge [verschil] bij aan- en verkoopprijs |
sayaendō-莢豌豆 | peultjes; peulen |
sayoku-左翼 | linkervleugel; linkerkant; linkerflank |
sayōnara-さようなら | tot (weer)ziens; dag; doeg; doei, gegroet; het ga je goed; tot kijk; tot; vaarwel; adieu; ajuus |
sayonara-さよなら | tot (weer)ziens; dag; doeg; doei, gegroet; het ga je goed; tot kijk; tot; vaarwel; adieu; ajuus |
se-背 | achterkant; rugleuning |
sēbu-セーブ | remmen; beteugelen |
sedan-セダン | sedan (vierdeurs personenwagen) |
sedo-背戸 | achterdeur; achterpoort; achteringang; achteruitgang |
sei-西 | landen van het Westen; Europa |
seibaisūsei-正倍数性 | euploïdie (het hebben van een complete set chromosomen) |
seibaisūtai-正倍数体 | euploïde (een individu met een complete set chromosomen) |
seibyō-聖廟 | heilig mausoleum (in China met Confucius, in Japan met Sugawara no Michizane) |
seido-精度 | precisie; nauwkeurigheid; accuratesse |
seiei-精鋭 | de beste; de elite; keur |
seigaku-聖楽 | sacrale [gewijde; religieuze] muziek; kerkmuziek |
seigi-正義 | onkreukbaarheid; rechtschapenheid; deugdzaamheid |
seihyō-青票 | tegenstem; stem tegen; stem van afkeuring (in Japan blauw stembiljet) |
seiin-成因 | factor [oorzaak] (voor het ontstaan van een fenomeen of gebeurtenis) |
seika-聖歌 | hymne; geestelijk [religieus] lied [gezang] |
seikageki-正歌劇 | opera seria (serieuze opera) |
seikakuhaiyū-性格俳優 | karakterspeler (acteur) |
seiki-世紀 | eeuw; tijdperk |
seiki-生起 | gebeurtenis; voorval |
seikisuru-生起する | gebeuren; voorkomen; voorvallen |
seimen-生面 | nieuwe richting |
seimitsu-精密 | precisie; nauwkeurigheid; nauwgezetheid; accuratesse; gedetailleerdheid |
seimitsukensa-精密検査 | gedetailleerde inspectie [controle]; minutieus [grondig] onderzoek |
seinen-青年 | de jeugd; jongere(n); jongere generatie; een jong iemand; teenager; tiener |
seiō-西欧 | West-Europa |
seiren-清廉 | eerlijkheid; integriteit; onkreukbaarheid |
seisan-聖餐 | heilige communie; het Laatste Avondmaal; Eucharistie |
seisannin-清算人 | curator; liquidateur; vereffenaar |
seisei-凄清 | treurig en beklagenwaardige situatie |
seisei-精製 | zorgvuldige [nauwkeurige] fabricage [vervaardiging] |
seishisuru-制止する | in bedwang houden; controleren; beteugelen |
seishōbungaku-青少年文学 | jeugdliteratuur; jeugdboeken |
seishoku-生色 | gezonde [levendige] gelaatskleur |
seishōnenhogo-青少年保護 | jeugdbescherming |
seishun-青春 | jeugd; jonge jaren |
seitō-精到 | nauwkeurig [precies; nauwgezet; gedetailleerd] zijn |
seitoku-聖徳 | goddelijke [hemelse] deugden |
seiyakugaisha-製薬会社 | farmaceutisch bedrijf |
seiyōbuyō-西洋舞踊 | westerse {Europese] dans |
seiyū-声優 | stemacteur (m); stemactrice (v) |
seki-席 | plaats [plek] waar een ontmoeting [gebeurtenis; gelegenheid] zal plaatsvinden; kamer; zaal |
sekisetsu-積雪 | sneeuwdek; laag sneeuw; gevallen sneeuw |
sekishō-石菖 | dwergkalmoes (Acorus gramineus) |
sekiyu-石油 | petroleum; kerosine; olie |
sekiyuyushutsukokukikō-石油輸出国機構 | Organisatie van olie-exporterende landen (Eng.: Organization of Petroleum Exporting Countries (OPEC)) |
sekkyokuteki-積極的 | positief; constructief; zelfverzekerd; zelfbewust; ambitieus; ondernemend |
senbetsu-選別 | selectie; keuze; sortering |
senchimentarizumu-センチメンタリズム | sentimentalisme (literaire stroming in de 18de eeuw) |
senchurī-センチュリー | eeuw; tijdperk; 100 jaar |
sengū-遷宮 | installatie of verplaatsing van een heilig beeld [voorwerp] in een (nieuwe of verbouwde) tempel |
senka-選科 | keuzevak (studie) |
senki-戦記 | (waargebeurd of fictief) oorlogsverhaal |
senkō-専行 | eigengereidheid; het handelen op eigen gezag [naar eigen goeddunken]; het willekeurig handelen |
senkō-選考 | keuze; selectie |
senkyū-選球 | bij honkbal, de keuze een slag of wijd te slaan door een slagman |
senmu-専務 | (afk. voor) algemeen directeur |
senmutorishimariyaku-専務取締役 | algemeen directeur |
sennō-先王 | deugdzame koning in vroegere tijden |
senshoku-染色 | kleuring; het verven; kleuren |
senshutsu-選出 | selectie [verkiezing; keuze] (van iets of iemand uit een verzameling) |
sensōnarikin-戦争成金 | oorlogsprofiteur |
sensōshinkeishō-戦争神経症 | oorlogsneurose |
sentaku-選択 | keuze, selectie; optie |
sentei-選定 | selectie; keuze |
sentorarukitchin-セントラル・キッチン | centrale keuken (voor instellingen, ziekenhuizen, scholen, etc.) |
senzai-千載 | duizend jaar; millennium; vele jaren; een eeuwigheid |
sen'ō-先王 | deugdzame koning in vroegere tijden |
sepia-セピア | zwartbruine kleur |
seppaku-雪白 | sneeuwwit; wit als sneeuw; hagelwit; spierwit |
serapisuto-セラピスト | therapeut |
serekushon-セレクション | keuze; selectie |
serifu-台詞 | script [tekst] (van een acteur) |
serimochi-迫り持ち | (architectuur) stenen gewelf (ter ondersteuning van een boog) |
setsugetsuka-雪月花 | de maan, sneeuw, en bloemen (de schoonheid van alle seizoenen) |
setsujōsupōtsu-雪上スポーツ | sneeuwsport(en) (skiën, snowboarden, etc.) |
setsumō-雪盲 | sneeuwblindheid |
setsunai-切ない | pijnlijk; hartverscheurend; verstikkend |
setsurei-雪嶺 | besneeuwde bergtop |
setsuzan-雪山 | een besneeuwde berg |
sha-捨 | (boeddh.) spirituele kalmte [rust], zonder te worden beïnvloed door lijden of vreugde |
shabudome-しゃぶ止め | (politieterm) parkeerstijl over meerdere parkeervakken, waarbij de bestuurder mogelijk onder invloed is van drugs en de auto schade en deuken heeft |
shachō-社長 | directeur (van een bedrijf) |
shakaimen-社会面 | (in een krant) de pagina met berichten over algemene [lokale] gebeurtenissen in de samenleving |
shaken-車検 | autokeuring |
shakonnu-シャコンヌ | chaconne (Spaanse muziek 16e eeuw) |
shāringu-シャーリング | het scheren; scheerbeurt (schapen) |
shāshī-シャーシー | een behuizing waarin het moederbord, geheugen, diskettes en andere onderdelen van een computer zijn gemonteerd |
shashō-車掌 | conducteur (in trams, treinen, e.d.) |
shattoauto-シャットアウト | (honkbal) slagbeurt waarin een team niet scoort |
shian-シアン | cyaan; cyanogeen (gas); cyaan (blauwe kleur) |
shian-シアン | cyaan; cyanogeen (gas); cyaan (blauwe kleur) |
shibagaki-柴垣 | eenvoudige omheining gemaakt van geweven kreupelhout |
shibirehime-痺れ姫 | (Kabuki) rol waarbij de acteur lange tijd beweegt noch spreekt in de rol van een prinses |
shibo-皺 | plooi; ribbel; vezelrichting (van stof); nerf; kreukel |
shibo-私募 | verkoop van aandelen buiten de beurs om (aan klein aantal potentiële investeerders) |
shibō-脂肪 | vet; reuzel; olie; spek |
shibuiro-渋色 | taan; taankleur (geelbruin) |
shichihenge-七変化 | een Kabuki dans waarbij de acteur zeven keer van kostuum wisselt |
shichishoku-七色 | de zeven kleuren van het spectrum |
shichō-師長 | docent [meester] en superieur [leidinggevende] |
shichū-支柱 | (lett. of fig.) steunpilaar; pijler; stut; steunpunt |
shidaini-次第に | op volgorde; om de beurt; beurtelings |
shidareyanagi-枝垂れ柳 | treurwilg (Salix babylonica) |
shidōshuji-指導主事 | begeleider in het (school)onderwijs; docenten begeleider [adviseur] |
shien-支援 | steun; ondersteuning; support; bijstand; hulp |
shiensuru-支援する | (onder)steunen; helpen; bijstaan |
shigaku-視学 | schoolinspecteur (Meiji periode) |
shihan-師範 | (groot)meester; instructeur |
shihanseiki-四半世紀 | een kwart eeuw |
shii-恣意 | willekeurigheid; eigenmachtigheid; eigenzinnigheid |
shiisei-恣意性 | willekeur; willekeurigheid; arbitrariteit |
shiji-支持 | steun; ondersteuning; support |
shiji-支持 | steunsel; stut |
shijisuru-支持する | steunen; ondersteunen |
shijō-市場 | beurs |
shikai-志怪 | Zhiguai, verhalen over het miraculeuze (genre in de Chinese literatuur vanaf de 3e eeuw) |
shikarashimeru-然らしめる | ervoor zorgen dat iets lukt [gebeurt]; iets laten gebeuren; te danken zijn aan |
shikichō-色調 | kleurtoon |
shikikan-色感 | kleurgevoel |
shikikan-色環 | kleurencirkel |
shikisai-色彩 | kleur; tint; kleurschakering |
shikisha-指揮者 | leider; commandant; directeur |
shikisō-色相 | kleurencirkel |
shikiso-色素 | pigment; kleurstof |
shikō-嗜好 | voorkeur; voorliefde |
shimaaji-縞鰺 | Nieuw-Zeelandse horsmakreel |
shimadai-島台 | decoraties (van dennentakken, bamboe, etc., symboliserend het eiland van de eeuwige jeugd) bij een huwelijk of andere ceremonie |
shimekazari-注連飾り | nieuwjaarsdecoraties (met touwen) rond heiligdommen en poorten |
shin-新 | (in kanji combinaties) nieuw |
shin-新 | (afk. van) de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
shinachiku-支那竹 | gekookte, en daarna gedroogde of ingemaakte bamboescheuten (na geweekt te zijn in water worden ze gebruikt in Chinese gerechten) |
shinbashira-心柱 | (centrale) steunpilaar in een stupa [pagode] |
shinbashira-心柱 | (fig. een persoon) steunpilaar |
shinborukarā-シンボルカラー | symboolkleur |
shinbun-新聞 | krant; dagblad; nieuwsblad |
shincha-新茶 | nieuwe, vers geplukte thee; eerste thee van het seizoen |
shinchiku-新築 | nieuwbouw |
shinchintaisha-新陳代謝 | vernieuwing; regeneratie |
shinden-新田 | nieuw ontgonnen [tot ontwikkeling gebracht] (rijst)veld |
shindeshi-新弟子 | nieuwe leerling [student] |
shindeshi-新弟子 | nieuwe beroepsworstelaar (sumo) |
shingai suru-侵害する | schenden; inbreuk maken (op); overtreden |
shingao-新顔 | een nieuwkomer; nieuw gezicht |
shingara-新柄 | nieuw patroon [ontwerp] |
shingata-新型 | nieuw model [type]; nieuwe stijl |
shingeki-新劇 | nieuw [Westers] soort theater [toneel]; nieuwe manier van acteren |
shingetsu-新月 | nieuwe maan |
shingo-新語 | neologisme; nieuw woord |
shingū-新宮 | een nieuwe schrijn (afsplitsing van een hoofdschrijn) |
shinhoshushugi-新保守主義 | (politiek) neoconservatisme; Nieuw Rechts |
shinji-新字 | (Japanse) nieuwe stijl kanji |
shinjin-新人 | nieuweling; nieuwkomer; nieuw lid; rekruut; novice; groentje |
shinjin-新人 | nieuwe echtgenote |
shinjitai-新字体 | nieuwe (vereenvoudigde) vorm van Japanse kanji schriftstijl (na de hervorming in 1949 met de instelling van de Toyo kanji-tabel) |
shinkabu-新株 | nieuw (uitgegeven) aandeel |
shinkan-新刊 | nieuwe publicatie [uitgave] |
shinkanazukai-新仮名遣い | de nieuwe kana schrijfwijze [spelling]; de nieuwe regels voor het gebruik van kana, met name de regels zoals vastgesteld door het kabinet in 1964 |
shinkeidentatsubusshitsu-神経伝達物質 | neurotransmitter |
shinkeidoku-神経毒 | neurotoxine |
shinkeigaku-神経学 | (de studie van) neurologie |
shinkeigeka-神経外科 | neurochirurgie |
shinkeigekai-神経外科医 | neurochirurg |
shinkeika-神経科 | neurologie |
shinkeikai-神経科医 | neuroloog; zenuwarts |
shinkeisaibō-神経細胞 | zenuwcel; neuron |
shinkeisei-神経性 | neurologisch [neuraal; neurogeen] zijn |
shinkeishitsu-神経質 | kieskeurigheid; pietluttigheid |
shinkeishō-神経症 | neurose; zenuwaandoening |
shinkeisuijaku-神経衰弱 | zenuwinzinking; zenuwzwakte; neurasthenie |
shinkeitsū-神経痛 | zenuwpijn; neuralgie |
shinkenpō-新憲法 | nieuwe grondwet (m.n. de naoorlogse grondwet van Japan) |
shinkenshōbu-真剣勝負 | een gevecht met echte zwaarden; een spel dat serieus gespeeld wordt |
shinki-新奇 | originaliteit; nieuwigheid |
shinki-新規 | nieuwheid; versheid |
shinkiitten-心機一転 | van standpunt [gedachten] veranderen; een nieuwe start maken |
shinkijiku-新機軸 | innovatie; origineel idee; nieuwe start |
shinkisannyū-新規参入 | nieuwe (markt)toetreding; voor het eerst toetreden tot (de markt of een beroep) |
shinkisannyūsha-新規参入者 | nieuwkomer (op de markt of in een beroep) |
shinkoku-深刻 | het ernstig [serieus; kritisch; acuut] zijn |
shinkōshūkyō-新興宗教 | een (nieuwe) religieuze sekte |
shinkyo-新居 | iemand's nieuwe huis [woning] |
shinkyoku-新曲 | nieuwe compositie [muziekstuk] |
shinkyū-新旧 | nieuw en oud; nieuwe dingen en oude dingen |
shinkyū-新旧 | oud en nieuw; oudejaarsnacht en nieuwjaarsdag |
shinmai-新米 | nieuwe rijst, de eerste rijst(oogst) van het jaar |
shinmai-新米 | beginneling; beginner; nieuweling; novice |
shinme-新芽 | nieuwe [jonge] loot [scheut] |
shinmiri-しんみり | rustig; kalm; ernstig; serieus |
shinmosu-新モス | nieuwe mousseline |
shinmosurin-新モスリン | nieuwe mousseline |
shinnen-新年 | Nieuwjaar; het nieuwe jaar |
shinnenkai-新年会 | nieuwjaarsfeest |
shinnin-新任 | nieuwe benoeming [aanstelling] |
shinnyū-新入 | het nieuw intreden [binnenkomen] |
shinnyū-新入 | nieuwkomer |
shinnyūsha-新入者 | nieuwkomer; nieuwe employé [werknemer] |
shinpa-新派 | nieuwe school [leer; stroming] |
shinpa-新派 | shinpa drama (nieuwe stroming in theater) |
shinpageki-新派劇 | seinpa drama (nieuwe stroming in theater) |
shinpei-新兵 | nieuwe rekruut [dienstplichtige]; groentje |
shinpen-新編 | nieuwe editie (van een boek) |
shinpin-新品 | nieuw artikel [product] |
shinpiteki-神秘的 | mysterieus; geheimzinnig |
shinpō-新法 | nieuwe wetgeving [verordening; voorschriften] |
shinpō-新法 | nieuwe methode |
shinpon-新本 | nieuw [pas gekocht; net gepubliceerd] boek |
shinpū-新風 | frisse [nieuwe] wind; nieuwe fase [trend; aanpak; stroming; stijl] |
shinrai-新来 | iets nieuws; iets dat zojuist aangekomen [net gearriveerd] is |
shinrai-新来 | een nieuwkomer |
shinraisha-新来者 | een nieuwkomer |
shinreki-新暦 | de nieuwe Japanse (Gregoriaanse) zonnekalender |
shinro-進路 | (fig.) koers; richting; keuze (voor de toekomst) |
shinryō-新涼 | de nieuwe (eerste) koelte van het begin van de herfst |
shinsaku-新作 | nieuw werk (boek, film, schilderij, muziek, e.d.) |
shinsayoku-新左翼 | (politiek) Nieuw Links |
shinsedai-新世代 | nieuwe generatie |
shinsei-新制 | nieuw systeem |
shinsei-新制 | nieuw schoolsysteem (1947 ingevoerd in Japan) |
shinsei-新政 | nieuwe regering |
shinsei-新星 | een nieuwe ster (film, tv of theater) |
shinseifu-新政府 | nieuwe regering |
shinseihin-新製品 | nieuw product [artikel] |
shinseimen-新生面 | een nieuwe richting [fase]; een nieuw gebied |
shinsekai-新世界 | de Nieuwe Wereld |
shinsen-新選 | (op)nieuw samengesteld [geselecteerd; bewerkt] zijn |
shinsen-深浅 | (van kleur) donkerte; diepte |
shinsetsu-新説 | een nieuwe theorie [uitleg; versie] |
shinsetsu-新雪 | verse [nieuwe] sneeuw |
shinsha-新車 | een nieuwe auto |
shinsho-新書 | nieuw (gepubliceerd) boek |
shinshōhin-新商品 | nieuw product |
shinshun-新春 | Nieuwjaar; het nieuwe jaar |
shinsō-新装 | verbouwing; herinrichting; renovatie; nieuwe opstelling [uitrusting; aankleding] |
shintai-新体 | nieuwe stijl [vorm] |
shintairiku-新大陸 | het nieuwe continent; de Nieuwe Wereld (Amerika) |
shintaishi-新体詩 | nieuwe stijl (Japanse) poëzie (door Westerse invloeden in de vroege Meiji-periode) |
shintakane-新高値 | nieuwe hoogste stand (aandelen) |
shintaku-新宅 | nieuw huis [woning] |
shintei-新帝 | een nieuwe keizer |
shintō-新刀 | een nieuw zwaard |
shintoku-神徳 | goddelijke deugden |
shinto・yūsutatiusutō-シント・ユースタティウス島 | Sint Eustatius |
shinzenbi-真善美 | (3 deugden) waarheid, goedheid en schoonheid |
shinzō-新造 | nieuwheid; nieuw zijn |
shinzōshinkeishō-心臓神経症 | hartneurose; neurotische hartaandoening |
shin'yaku-新薬 | een nieuw medicijn |
shin'yakuseisho-新約聖書 | het Nieuwe Testament |
shippitsusha-執筆者 | schrijver; auteur; medewerker [bijdrager] (aan publicaties) |
shiracha-白茶 | lichtbruine [beige] kleur |
shirachakeru-白茶ける | verbleken; verkleuren |
shirakeru-白ける | verkleuren; vervagen; verschieten; wit worden; verbleken; licht worden |
shiriasu-シリアス | ernstig; serieus; belangrijk |
shirikakushi-尻隠し | achterzak; heupzak (van een broek) |
shirimochi-尻餅 | (Edo-periode) mochi die werd gegeten wanneer een peuter al voor de eerste verjaardag zijn eerste stapjes had leren zetten |
shiro-白 | (de kleur) wit |
shiroashige-白葦毛 | lichtgrijs, schimmel(kleur) |
shiroimono-白い物 | sneeuw |
shiroppoi-白っぽい | witachtig (kleur) |
shirouo-素魚 | ijsgrondel (vis: Leucopsarion petersii) |
shirouto-素人 | amateur; leek; beginneling |
shīsā-シーサー | (Okinawa) decoratie (van aardewerk), een beeld lijkend op een kruising van hond en leeuw, ter bescherming gezet bij poorten en op daken van huizen |
shisen-私選 | eigen keuze van de advocaat (i.v.m. een rechtszaak), |
shishi-獅子 | leeuw; leeuwin |
shishimai-獅子舞 | (traditionele) leeuwendans |
shishiza-獅子座 | (sterrenbeeld) Leeuw (Leo) |
shishō-師匠 | meester; leraar; instructeur |
shishū-死臭 | de stank [doordringende geur] van een lijk [dood lichaam] |
shisutemu・kitchin-システム・キッチン | systeem keuken (een keuken die uit losse elementen naar keuze wordt opgebouwd) |
shitabae-下生え | kreupelhout |
shitamoe-下萌え | een jonge plantenscheut [loot] die uit de grond komt |
shitazasae-下支え | backup; ondersteuning; steun |
shitsubō-失望 | teleurstelling; wanhoop |
shitsukoi-しつこい | zwaar (van voedsel); schreeuwerig (van kleur); rijk (van smaak) |
shitsunai-室内 | binnen; binnenskamers; binnenshuis; het interieur van een kamer [gebouw] |
shitsunaiga-室内画 | interieur schilderij |
shitsunaisekkei-室内設計 | interieurontwerp |
shitsunaisōshokuka-室内装飾家 | binnenhuisarchitect; interieurontwerper |
shiwa-皺 | (stof) plooi; ribbel; kreukel |
shī・ī・ō-シー・イー・オー | (chief executive officer) president-directeur; algemeen directeur |
shobiku-しょびく | meesleuren; met geweld meetrekken |
shōchi-承知 | instemming; goedkeuring |
shōchisuru-承知する | instemmen met; goedkeuren |
shōdai-昭代 | roemrijke heerschappij; glorieus tijdperk; vreedzame en welvarende periode |
shōdaku-承諾 | toestemming; akkoord; instemming; goedkeuring |
shōgakukin-奨学金 | studiebeurs |
shogakusei-初学者 | beginneling; nieuweling; eerstejaars student |
shōgatsu-正月 | nieuwjaar; het nieuwe jaar; januari |
shōin-勝因 | de oorzaak van [sleutel tot] het succes [de overwinning] |
shōji-障子 | traditionele Japanse schuifdeur gemaakt van een houten raamwerk met (rijst)papier |
shōjinryōri-精進料理 | vegetarische gerechten; Boeddhistische keuken |
shōkentorihikiiinkai-証券取引委員会 | Securities and Exchange Commission (SEC) (Amerikaanse toezichthouder van verschillende effectenbeurzen) |
shōkentorihikijo-証券取引所 | aandelenbeurs |
shōkentōshi-証券投資 | beleggingseffecten; portefeuillebeleggingen |
shokisettei-初期設定 | (computer; radio, etc.) voorkeurinstellingen; oorspronkelijke instellingen; de basisconfiguratie |
shōkotsu-踵骨 | hielbeen (calcaneus)) |
shokugen-食言 | leugen; verbreking van een belofte |
shokuyōshikiso-食用色素 | voedingskleurstof; kleurstof (voor etenswaren) |
shonenhei-初年兵 | een nieuwe rekruut; soldaat in zijn eerste jaar in militaire dienst |
shōnenhō-少年法 | het jeugdrecht; de jeugdwet |
shōnenkanbetsusho-少年鑑別所 | jeugdgevangenis; jeugd detentiecentrum |
shōnenkeimusho-少年刑務所 | jeugdgevangenis |
shōnen'in-少年院 | justitiële Jeugdinrichting; opvoedingsgesticht |
shōni-小児 | kind; peuter; zuigeling |
shōnin-承認 | erkenning; goedkeuring |
shōninnengappi-承認年月日 | goedkeuringsdatum; datum van goedkeuring |
shoppiku-しょっぴく | meesleuren; met geweld meetrekken |
shōshi-証紙 | een keuringsstempel |
shoshun-初春 | het begin [de eerste maand] van het jaar; Nieuwjaar |
shōsoku-消息 | nieuws; brief; bericht |
shubi-首尾 | ontwikkeling; loop van gebeurtenissen; afloop; uitkomst; resultaat |
shūbō-衆望 | publiek vertrouwen; publieke verwachtingen; publieke steun |
shuchū-主柱 | belangrijkste (steun)pilaar [pijler] (van een gebouw) |
shūchūgōsetsu-集中豪雪 | lokale [plaatselijke] zware sneeuwval |
shūdō-修道 | religieuze training |
shugendō-修験道 | Japans berg ascetisme (een samensmelting van verschillende religieuze stromingen, zoals Boeddhisme en Shinto) |
shugo-守護 | (his.) militaire gouverneur |
shūgu-衆愚 | de domme massa; het gepeupel |
shūha-宗派 | religieuze sekte [gezindte]; kerkgenootschap |
shūha-秋波 | uitnodigende [amoureuze; verliefde] blik |
shuhigimuihan-守秘義務違反 | schending van de geheimhoudingsplicht; vertrouwensbreuk |
shuhitsu-主筆 | hoofdredacteur |
shūki-宗規 | religieuze voorschriften |
shūki-臭気 | stank; vieze geur |
shuki-酒気 | geur [stank] van alcohol |
shuku-淑 | (in kanji combinaties) deugdzaam; elegant |
shūkyōhōjin-宗教法人 | religieuze organisatie [onderneming] (zonder winstbejag) |
shūkyōka-宗教家 | religieuze persoon [figuur; leider] |
shūkyōteki-宗教的 | godsdienstig; religieus |
shumi-趣味 | smaken; voorkeuren |
shundei-春泥 | modder door gesmolten sneeuw in de lente |
shūnen-周年 | jubileum; aantal jaren dat verstreken is (sinds een bepaalde gebeurtenis) |
shuniku-朱肉 | een vermiljoen(kleurig) stempelkussen |
shuningishi-主任技師 | hoofdingenieur |
shunkō-春光 | lentelicht; lentekleuren; lentelandschap |
shunsetsu-春節 | Chinees Nieuwjaar; Lentefeest (Chūn Jié) |
shūrikō-修理工 | reparateur |
shūrinin-修理人 | reparateur |
shusai-主催 | sponsoring; promotie; steun |
shūshoku-秋色 | herfstkleuren; herfstlandschap |
shūto-シュート | loot; spruit; scheut; uitloper |
shuturumu・unto・dorangu-シュトゥルム・ウント・ドラング | Sturm und Drang (een stroming in de Duitse literatuur eind achttiende eeuw) |
shuzai-取材 | nieuwsgaring; informatie verzamelen (voor verslaggeving) |
shūzen-愁然 | melancholie; verdrietigheid; treurigheid |
sodachi-育ち | geboren en getogen (in een gebied of milieu) |
sōdanaite-相談相手 | adviseur; mentor; vertrouweling |
sōdasui-ソーダ水 | sodawater; bruiswater; spuitwater; gazeuse |
sode-袖 | een kant van een poort, hek, etc.; vleugel (van een gebouw); coulissen (toneel) |
soegi-添え木 | plantensteun (stok, paaltje) |
soeru-添える | ondersteunen; helpen; vergezellen |
sofuto-ソフト | zachte vilten hoed; gleufhoed |
sōgōgakka-総合学科 | een extra keuzevak dat op middelbare scholen wordt aangeboden naast de algemene en gespecialiseerde vakken |
sōken-総見 | het bezoeken van een wedstrijd [voorstelling] met een grote groep ter aanmoediging [ondersteuning] |
sokusoku-惻惻 | hartverscheurend [fel; bijtend] zijn |
someiro-染め色 | verfkleur; kleur van de verf |
someru-染める | verven; kleuren |
somewake-染め分け | het verven in verschillende kleuren |
somewakeru-染め分ける | verven in verschillende kleuren |
sōpuresu・sōpu-ソープレス・ソープ | synthetisch wasmiddel; neutraal reinigingsmiddel |
soragoto-空言 | leugen |
sorane-空音 | leugen |
soraoboe-空覚え | een slecht geheugen |
sōsōkōshinkyoku-葬送行進曲 | dodenmars; treurmars |
sōto-壮途 | ambitieuze onderneming [poging; start] |
sōtoku-総督 | gouverneur; landvoogd; gouverneur-generaal |
sowasowa-そわそわ | onrustig; nerveus; opgewonden |
sōyō-掻痒 | jeuk |
sōzarai-総浚い | repeteren [herhalen; opnieuw bestuderen] (hetgeen men geleerd heeft) |
suberidome-滑り止め | tweede keuze school [universiteit e.d.] (als men is gezakt voor het toelatingsexamen van de eerste keuze) |
sue-末 | laatste; nieuwste; jongste |
suenagaku-末長く | voor altijd; voor eeuwig; nog vele jaren; voorgoed |
sugido-杉戸 | een deur gemaakt uit één stuk cederhout; cederhouten deur |
suien-炊煙 | kooklucht; rookwalm tijdens het koken [uit de keuken] |
suigara-吸い殻 | sigarettenpeuk(je) |
suimon-水門 | sluis; sluisdeur |
suisen-推薦 | aanbeveling; referentie; steunbetuiging |
suitai-翠黛 | (archaïsch) de kleur van een berg gehuld in een groenige nevel; de berg (die in de groene nevel is gehuld) |
sukarāshippu-スカラーシップ | studiebeurs |
suki-好き | voorliefde; voorkeur |
suki-隙 | gat; opening; tussenruimte; interval; pauze; breuk |
sukīinsutorakutā-スキーインストラクター | ski-instructeur; skileraar; skilerares |
sukima-隙間 | spleet; scheur; gat; opening; kier |
sukūpu-スクープ | primeur (nieuws) |
sukurappu・ando・birudo-スクラップ・アンド・ビルド | methode bij het maken van een nieuwe begroting van een organisatie (inefficiënte onderdelen worden geschrapt en vervangen door nieuwe) |
sukūru・karā-スクール・カラー | schoolkleuren (b.v. van schooluniform) |
sumashi-澄まし | netjes [stijfjes; preuts] zijn; iem. die netjes [stijfjes; preuts] is |
sumitsuki-墨付き | gezichtskleur; teint; stemming |
sumonbyō-スモン病 | Subacute myelo-optische neuropathie (SMON) |
sunō-スノー | sneeuw |
sunōmōbiru-スノーモービル | sneeuwscooter |
sunzun-寸寸 | (in) stukken; snippers; reepjes; flarden; gescheurd |
supana-スパナ | moersleutel; schroefsleutel |
supea・kī-スペア・キー | reservesleutel |
supiritto-スピリット | temperament; humeur |
supureddo-スプレッド | spreiding (van portefeuille, risico's, e.d.) |
suritto-スリット | spleet; sleuf; kier; inkeping |
surōpu-スロープ | helling; heuvel |
surotto-スロット | (in een machine) sleuf, spleet; gleuf (voor munten, kaarten, e.d.) |
susamajii-凄まじい | enorm; groots; reusachtig |
susuharai-煤払い | het huis schoonmaken op oudjaar (ter voorbereiding op het nieuwe jaar) |
susuharai-煤払い | verwijdering van roet van heiligdommen in december (ter voorbereiding op het nieuwe jaar) |
sutaffu-スタッフ | staf; stok; steun |
sutandoin-スタンドイン | vervanger (iemand die bij filmopnames een acteur vervangt) |
sutansu-スタンス | (bij rotsklimmen) steunpunt; houvast |
sutēto・amachua-ステート・アマチュア | door de overheid gesubsidieerde amateursporter |
sutōru-ストール | overtrokken vlucht van een vliegtuig (door vergroting van de invalshoek van een vleugel); het afslaan van een motor |
sūyōtoku-枢要徳 | de kardinale deugden (Prudentia, Justitia, Fortitudo, Temperantia) |
suzumeiro-雀色 | licht rood-bruine kleur |
suzumeodori-雀踊り | musjesdans, waarbij de bewegingen van mussen door de dansers worden geïmiteerd (traditionele dans uit de 19de eeuw, wordt nog opgevoerd op festivals) |
tachimawaru-立ち回る | bewegen; manoeuvreren |
tachiyaku-立ち役 | acteur die mannenrollen speelt |
tadayou-漂う | in de lucht (blijven) hangen (b.v. geur) |
taieki-体液 | (eufemisme in de media over seksueel wangedrag en misdaden) sperma; (mannelijk) zaad |
taijin-大人 | een edelmoedig [grootmoedig; deugdzaam] persoon |
taika-大過 | serieuze vergissing; grote [ernstige] fout; blunder |
taikatsu-大喝 | harde schreeuw |
taikōsei-耐光性 | kleurvastheid; kleurechtheid (verf) |
taikutsu-退屈 | verveling; sleur; saaiheid; eentonigheid |
tairageru-平らげる | onderdrukken; de kop indrukken; beteugelen; neerslaan; stuiten |
taisei-大聖 | vooraanstande wijsgeer; verheven heilige (met een deugdzaam leven) |
taisetsu-大雪 | zware sneeuwval |
taisha-代謝 | het oude vervangen door het nieuwe |
taishi-大使 | ambassadeur |
taishū-体臭 | lichaamsgeur |
taiya・chēn-タイヤ・チェーン | sneeuwketting |
taiyō-太陽 | bron van geluk [vreugde; hoop]; licht (fig.) |
taji-多事 | veelbewogenheid; veel gebeurtenissen [incidenten] |
tajōtakon-多情多恨 | veel verdriet [zorgen] en teleurstellingen |
takadai-高台 | verhoging; heuvel; ophoging; hoogte |
takasachōsetsuneji-高さ調節ねじ | steeksleutel om de hoogte van een frame, e.d. te verstellen |
takenoko-竹の子 | bamboescheut; bamboespruit |
takeochiba-竹落葉 | het (af)vallen van (oude) bamboebladeren (in de zomer wanneer er nieuwe jonge bladeren komen) |
takiguchi-焚き口 | branddeur (b.v. van een keukenfornuis) |
takōshō-多幸症 | euforie (medisch) |
tamatebako-玉手箱 | een mysterieuze doos (die niet geopend had mogen worden) uit het Japanse volksverhaal Urashima Tarō |
tamaya-霊屋 | mausoleum |
tamon-他門 | andere religieuze sekte; ander kerkgenootschap |
tān-ターン | beurt |
tan-丹 | rode kleur; natuurlijk vermiljoen (pigment gemaakt van verbrand loodpoeder) |
tanki-短気 | opvliegend [driftig; ongeduldig] karakter [humeur] |
tankikioku-短期記憶 | kortetermijngeheugen |
tanoshii-楽しい | gezellig; leuk; prettig; aangenaam |
tansaku-探索 | zoektocht; jacht; speurtocht; verkenning |
tanshoku-単色 | één (effen) kleur |
taoyaka-たおやか | elegant; sierlijk; gracieus |
taoyame-手弱女 | elegante [gracieuze] vrouw |
tasai-多彩 | kleurrijk [veelkleurig] zijn |
tashisentakushiki-多肢選択式 | multiple choice; meerkeuze |
tashisentakushikimondai-多肢選択式問題 | meerkeuzevragen; multiplechoicevragen |
tashisentakushikitesuto-多肢選択式テスト | multiplechoicetest; multiplechoicetoets; meerkeuzetoets |
tatakidasu-叩き出す | uitslaan; uitdeuken; uitsmeden (in reliëf) |
tataru-祟る | vervloeken; een vloek [magische spreuk] uitspreken |
tategu-建具 | traditionele Japanse (houten) (schuif) deuren, ramen, screens, kasten, etc. |
tateguya-建具屋 | Japanse timmerman (maker van traditionele schuifdeuren, kasten, etc.) |
tatekakeru-立て掛ける | laten steunen [leunen]; ergens (rechtop) tegenaan zetten |
tateru-立てる | (onder)steunen |
tateyakusha-立て役者 | hoofdrolspeler; leidende figuur; sleutelfiguur |
tawayame-手弱女 | elegante [gracieuze] vrouw |
tayori-便り | bericht; nieuws; tijding |
tayori-頼り | het vertrouwen [steunen; rekenen; zich verlaten op]; betrouwbaarheid; steunpilaar |
tayoru-頼る | vertrouwen; steunen; rekenen; zich verlaten op |
tayū-大夫 | het hoofd van een No school; een topacteur in het No theater |
tayū-大夫 | (in Kabuki) acteur van vrouwenrollen |
tayūmoto-太夫元 | theaterdirecteur; productieleider; manager van een toneelgezelschap |
teba-手羽 | kippenvleugel |
tebana-手鼻 | je neus schoonblazen door met je vingers één voor één de neusgaten dicht te drukken |
tebasaki-手羽先 | de punt van een kippenvleugel |
teiboku-低木 | heester; struik; kreupelhout |
teifu-貞婦 | een deugdzame vrouw [echtgenote] |
teigin-低吟 | het neuriën; geneurie |
teiginsuru-低吟する | neuriën; zachtjes [binnensmonds] zingen |
teikyū-低級 | lage [slechte] kwaliteit; inferieur [vulgair] zijn |
teionsakkin-低温殺菌 | pasteurisatie |
teisenkanshiin-停戦監視員 | wapenstilstand controleur [waarnemer] |
teisenkanshijin-停戦監視人 | wapenstilstand controleur [waarnemer] |
teisenkanshisha-停戦監視者 | wapenstilstand controleur [waarnemer] |
teishoku-定食 | (gerecht van) een vast menu; keuzemenu |
teishuku-貞淑 | zuiverheid; reinheid (als vrouwelijke deugd) |
tekunishan-テクニシャン | technicus; servicemonteur |
tenazukeru-手懐ける | temmen; beteugelen |
tenbaisuru-転売する | doorverkopen; opnieuw [weer] verkopen |
tengu-天狗 | een kobold met een lange neus (Japans fabeldier, half mens, half vogel) |
tennendoseiganryō-天然土性顔料 | aardkleurig pigment |
tenōrukigō-テノール記号 | tenorsleutel (muziek, c-sleutel op de vierde lijn van de (vijflijnige) notenbalk) |
tenshi-展翅 | het spreiden van de vleugels van een insect (voor het tentoonstellen van een dood exemplaar) |
tenshokuzai-展色剤 | (bind)middel dat gebruikt wordt in verfstoffen [kleurstoffen] |
teroru-テロル | terreur; terrorisme |
tesuri-手摺り | leuning; reling; balustrade |
tetsuiro-鉄色 | ijzerkleur; zwartgroen |
tīchingu・mashin-ティーチング・マシン | oorspronkelijk mechanische apparaat dat lesmateriaal presenteerde aan studenten (was de basis voor het latere computerondersteunend onderwijs) |
tikkā-ティッカー | tikker (toestel dat berichten telegrafisch op papierstroken overbrengt); elektronisch prikbord voor nieuws en beursberichten |
to-戸 | deur |
tobae-鳥羽絵 | karikatuur (Japanse schilderstijl gebaseerd op werk van de schilder Toba Sōjō (12de eeuw)) |
tobakuchi-とば口 | ingang; deuropening |
tōban-登板 | (honkbal) op de werpheuvel (gaan) staan; als pitcher (werper) optreden |
tobira-扉 | deur; openslaande deuren; poort |
tobukuro-戸袋 | opbergruimte (aan de rand van de dorpel) voor stormdeuren [luiken] van traditionele Japanse huizen |
tōdori-頭取 | president; bankdirecteur |
togame-咎め | verwijt; afkeuring; berisping; straf |
toguchi-戸口 | deur; deuropening |
toguruma-戸車 | rolwiel van een schuifdeur [schuifwand] |
tōhan-登坂 | het beklimmen van een heuvel |
toikaesu-問い返す | opnieuw vragen; terugvragen; een tegenvraag stellen |
tokai-渡海 | (afk. van) beurtschip; veerboot (Edo-periode) |
tokaibune-渡海船 | beurtschip; veerboot (Edo-periode) |
tokimeku-ときめく | snel kloppen van het hart (van geluk, opwinding of vreugde) |
tokka-徳化 | door een goed voorbeeld te geven (met oprechte deugdzaamheid), anderen onderwijzen en hun levenswijze te verbeteren |
tokkō-徳行 | houding [instelling; gedrag] volgens deugdzame principes |
tokkō-篤行 | deugdzaam gedrag; deugd; goede daad |
tokobashira-床柱 | steunbalk van een tokonoma (alkoof [nis] in de muur waar siervoorwerpen worden uitgestald) |
tokoharu-常春 | eeuwige lente; lente het hele jaar door |
tokonatsu-常夏 | eeuwigdurende zomer |
tokoshie-常しえ | eeuwigheid; voor altijd |
tokudane-特種 | exclusief nieuws; (nieuws)primeur; scoop |
tokumei-匿名 | alias; pseudoniem |
tokusei-徳政 | goede [deugdzame] regering |
tokusei-徳政 | (middeleeuwen) kwijtschelding van schulden |
tokushoku-特色 | steunkleur (voor een inkt die met één enkele oplage wordt gedrukt) |
tōkyōshōkentorihikisho-東京証券取引所 | Effectenbeurs van Tokio |
tōmeishoku-透明色 | transparante kleuren |
tomomachi-供待ち | plaats waar bedienden [chauffeurs, etc.] wachten op de gasten |
tōnyūguchi-投入口 | inwerpgleuf |
tōō-東欧 | Oost-Europa |
tooshi-通し | voorgerecht; voorafje; hors-d'oeuvre |
topikkusu-トピックス | TOPIX (Tokyo Stock Price Index, index aandelenbeurs Tokio) |
toraashige-虎葦毛 | grijs gevlekt (kleur van paard) |
torakkuutenshu-トラック運転手 | vrachtwagenchauffeur; vrachtwagenbestuurder |
torihikijo-取引所 | beurs; effectenmarkt |
torikaeru-取り替える | veranderen; vernieuwen |
torinaosu-取り直す | opnieuw vastpakken; overdoen; hergroeperen |
torippuadobaisā-トリップアドバイザー | reisadviseur |
torirenma-トリレンマ | trilemma (keuze tussen 3 mogelijkheden) |
torishimariyaku-取締役 | directeur; bestuurder |
toritsugi-取り次ぎ | ontvangst; (de deur) opendoen; bezoek binnenlaten |
toritsugiten-取り次ぎ店 | vertegenwoordiger; agent; distributeur |
toritsugu-取り次ぐ | distribueren; bemiddelen; als tussenpersoon [distributeur] optreden |
toritsugu-取り次ぐ | gasten ontvangen; de deur opendoen; de telefoon aannemen |
tōsansai-唐三彩 | Sancai aardewerk (driekleurig: bruin, groen en gebroken wit; uit de Chinese Tang dynastie) |
tōsen-唐船 | Japanse schepen die in de middeleeuwen handel dreven met China |
tōshikomon-投資顧問 | beleggingsadviseur |
toshikoshi-年越し | oudejaarsavond; oudejaarsnacht; einde van het oude jaar en begin van het nieuwe jaar |
toshitori-年取り | het ritueel van verwelkoming van het nieuwe jaar (op oudejaarsavond) |
tōshō-東証 | Effectenbeurs van Tokio |
tōshōheikinkabuka-東証平均株価 | gemiddelde aandelenkoers van de Beurs van Tokio |
tōshōkabukashisū-東証株価指数 | Tokyo Stock Price Index; TOPIX (index aandelenbeurs Tokio) |
toso-屠蘇 | toso, een kruidige sake (wordt vooral met Nieuwjaar gedronken) |
tosshutsu-突出 | scheur |
tosshutsusuru-突出する | scheuren |
tōsuikan-陶酔感 | euforie; welbehagen; grote blijdschap |
totetsumonai-途轍もない | enorm; reusachtig; buitensporig; extreem; extravagant |
toyomosu-響もす | doen [laten] weerklinken [weergalmen; trillen; dreunen] |
tōyu-灯油 | lampolie; paraffine; petroleum |
to'onkigō-ト音記号 | g-sleutel (muziek) |
tsubekobe-つべこべ | (onomatopee) zeurend; klagend; vittend |
tsuchiiro-土色 | aardkleur; vale tint; bleekheid |
tsuchikeiro-土気色 | aardkleur; vale tint; bleekheid |
tsue-杖 | stok; wandelstok; staf; (fig.) steun |
tsuifukukyoku-追復曲 | (muziek) canon; beurtzang; kettingzang |
tsuiren-対聯 | duilian (Chinese nieuwjaarsversiering, bestaande uit twee rode langwerpige stroken met kalligrafie die aan weerszijden van een deur worden gehangen) |
tsūjin-通人 | man [vrouw] van de wereld; kenner; connaisseur |
tsuka-塚 | aardverhoging; terp; (graf)heuveltje; tumulus |
tsukedashi-付け出し | systeem dat een voorkeursstatus geeft aan succesvolle amateur sumoworstelaars |
tsukimisō-月見草 | (soort) teunisbloem (Oenothera tetraptera) |
tsukiyukihana-月雪花 | maan, sneeuw, en bloemen (schoonheid in alle seizoenen) |
tsukkomu-突っ込む | je neus ergens insteken; zich bemoeien met |
tsukurigoto-作り事 | vervalsing; namaak; verzinsel; leugen; smoesje; onzin |
tsukurikaeru-作り替える | vermaken; vernieuwen; herbouwen; omvormen; transformeren |
tsukuritsuke-作り付け | inbouw; interieurbouw |
tsukushi-土筆 | een nieuwe scheut [loot] van de heermoes (Equisetum arvense) |
tsumagake-爪掛け | een hoesje over het uiteinde van geta (houten sandalen), om de tenen te beschermen tegen regen en sneeuw |
tsumagake-爪掛け | sneeuwschoen van stro |
tsumamidasu-摘まみ出す | (iemand) met kracht naar buiten brengen [sleuren]; (iemand) wegsturen [verwijderen] |
tsumaminatto-つまみナット | vleugelmoer |
tsuntsun-つんつん | (onomatopee) stinkend; met sterke geur |
tsurai-辛い | pijnlijk; moeilijk; zwaar; hartverscheurend; wreed |
tsūshin-通信 | communicatie; correspondentie; nieuws; bericht; verslag; mededeling |
tsutaiaruki-伝い歩き | steeds aan iets (meubels, muren, e.d.) vasthoudend (leren) lopen |
tsūton・karā-ツートン・カラー | tweekleurig |
tsuyoki-強気 | hausse (effectenbeurs) |
tsuyokishijō-強気市場 | haussemarkt; stijgende markt (effectenbeurs) |
tsuyokisōba-強気相場 | haussemarkt; stijgende markt (effectenbeurs) |
uchidasu-打ち出す | beginnen met slaan [met de slagbeurt] (honkbal, e.d.); serveren (tennis); beginnen met typen |
uchigenkan-内玄関 | zijdeur; zijingang |
uchikizu-打ち傷 | kneuzing; blauwe plek |
uchimi-打ち身 | kneuzing; blauwe plek |
uchiwata-打ち綿 | gebeukte [geklopte] katoen [wol] |
uesuto・baggu-ウエスト・バッグ | buideltasje; heuptas |
uesuto・pōchi-ウエスト・ポーチ | buideltasje; heuptasje |
uguisuiro-鶯色 | groen-bruin (genoemd naar de kleur van de vleugels van een vogel, de Japanse struikzanger) |
uha-右派 | rechtervleugel (van een politieke partij); (politiek) rechts |
uingu-ウイング | (vogel; vliegtuig) vleugel |
uingu-ウイング | (van sportploeg) vleugel |
uingu-ウイング | (van een gebouw) vleugel |
uingu・karā-ウイング・カラー | vleugelkraag (stijve overhemdkraag waarvan de bovenhoeken naar beneden zijn gekeerd, voor formele gelegenheden) |
ukabareru-浮かばれる | de eeuwige rust vinden (van een overledene); rusten in vrede |
uke-受け | houder; steun; pijler; hulpstuk |
ukitatsu-浮き立つ | opgewekt zijn; opgebeurd [bemoedigd; opgevrolijkt] worden |
ukon'iro-鬱金色 | saffraangeel; curcumine (kleurstof uit geelwortel) |
umarekawaru-生まれ変わる | opnieuw geboren worden |
umarekawaru-生まれ変わる | (fig.) herboren zijn; totaal veranderd zijn; een nieuwe start maken; zich rehabiliteren |
umekigoe-呻き声 | kreun; gekreun; gekerm |
umikamome-海鴎 | zeemeeuw |
unari-唸り | gekreun; gekerm; gebrul; gegrom; gejank; gezoem; gesuis; slagtoon |
unaru-唸る | kreunen; kermen; brullen; grommen; janken; zoemen; suizen; kreten van bewondering slaken |
unohana-卯の花 | bruidsbloem; deutzia (Deutzia crenata) |
untenshi-運転士 | chauffeur (van een bus, taxi) |
untenshu-運転手 | chauffeur |
uraguchi-裏口 | achterdeur; achteringang |
uraguchi-裏口 | (fig.) achterdeur; illegaal binnenkomen; op frauduleuze wijze doen; toegang (tot universiteit, bedrijf, e.d.) zonder te voldoen aan toelatingseisen |
urakido-裏木戸 | achterpoort; achteringang; achterdeur |
ureāze-ウレアーゼ | urease (ureum amidohydrolase, een enzym dat de hydrolyse van ureum naar koolstofdioxide en ammoniak katalyseert) |
ureeru-憂える | rouwen; treuren; weeklagen; verdriet hebben |
ureshii-嬉しい | blij; verheugd; verrukt; opgetogen |
ureshinaki-嬉し泣き | het huilen van blijdschap [geluk]; tranen van vreugde [geluk] |
ureshinakisuru-嬉し泣きする | huilen van geluk [blijdschap; vreugde] |
urochoro-うろちょろ | (onomatopee) rondhangend; dralend; treuzelend |
urochorosuru-うろちょろする | (onomatopee) rondhangen; dralen; treuzelen |
uron-胡乱 | verdacht [dubieus; twijfelachtig] zijn |
urumeiwashi-潤目鰯 | ronde haring (vis, Etrumeus teres) |
urusagata-煩型 | iemand die spijkers op laag water zoekt; muggenzifter; mierenneuker; kommaneuker; pietlut |
ushin-有心 | de serieuze vorm van een renga gedicht |
uso-嘘 | leugen; onwaarheid; verzinsel |
usohappyaku-嘘八百 | een aaneenschakeling van leugens |
usucha-薄茶 | lichtbruine kleur |
usui-薄い | licht; vaag (van kleur) |
usumurasakiiro-薄紫色 | lichtpaarse kleur |
utsugi-空木 | bruidsbloem; deutzia (Deutzia crenata) |
uwagaki-上書き | (het bewaren van) een nieuwe tekstversie na herschrijving (op een computer) |
uwasa-噂 | nieuws; het rondbrieven [rondvertellen; openbaren] |
uwate-上手 | behendiger; vakkundiger; superieur |
uyoku-右翼 | rechtervleugel; rechterflank; rechterkolom |
uyoku-羽翼 | veren en vleugels |
uyoku-羽翼 | vleugelvormig orgaan (b.v. bij planten) |
uzuuzu-うずうず | (onomatopee) popelend; jeukend |
uzuuzusuru-うずうずする | (onomatopee) staan te popelen; ongeduldig wachten; je handen jeuken |
wabiru-侘びる | eenzaam [angstig; bezorgd; triest; depressief; pessimistisch; teleurgesteld; in de war] zijn |
wain・karā-ワイン・カラー | de kleur van wijn; wijnrood |
waka-若 | jeugd |
wakaba-若葉 | jong [nieuw; frisgroen] blad |
wakage-若気 | jeugdigheid |
wakai-若い | jong; jeugdig |
wakaishu-若い衆 | jongere; jonge mensen; de jeugd |
wakamatsu-若松 | Nieuwjaarsdecoratie van dennentakken |
wakamidori-若緑 | nieuwe [jonge] dennennaalden |
wakamiya-若宮 | nieuwe tempel |
wakamizu-若水 | het eerste verse water op Nieuwjaarsdag |
wakawakashii-若若しい | jong; jeugdig |
wakayagu-若やぐ | jeugdig |
wakayaka-若やか | jeugdig |
wakazakari-若盛り | de bloeiperiode van de jeugd |
waki-脇 | ondersteunende rol [bijrol] in het Nō theater |
wakiaiai-和気藹藹 | harmonieus; vredig; vreedzaam; gelukkig |
wakuwaku-わくわく | (onomatopee) nerveus [opgewonden] (over); trillend |
wameku-喚く | schreeuwen; krijsen; gillen; roepen |
wanman・kā-ワンマン・カー | een trein, bus of tram met maar 1 personeelslid (de bestuurder die ook de functie van conducteur vervult) |
wareme-割れ目 | spleet; kloof; scheur; gleuf; barst |
warenimonaku-我にも無く | onvrijwillig; onwillekeurig; ongewild |
wareshirazu-我知らず | onvrijwillig; onwillekeurig; ongewild |
warizerifu-割り台詞 | in Kabuki, twee acteurs die (in een monoloog) dezelfde gedachten uiten onafhankelijk [onbewust] van elkaar |
waruasobi-悪遊び | gemene streek; schelmenstreek; slechte [kwade] geneugten [pleziertjes] |
warufuzake-悪ふざけ | het iem. voor de gek houden; een grap uithalen terwijl iem. dat niet leuk vindt |
warui-悪い | slecht; verkeerd; onjuist; fout; inferieur; zwak |
warui-悪い | van slechte kwaliteit; niet goed; inferieur |
waruitazura-悪悪戯 | ondeugendheid; kattenkwaad |
warusa-悪さ | ondeugd; kattenkwaad |
wasabi-山葵 | wasabi (scherpe specerij in de Japanse keuken vooral gebruikt bij visgerechten) |
wasabi-山葵 | (plant) Eutrema japonicum |
waseieigo-和製英語 | Japans pseudo-Engels woord (een Japans woord samengesteld uit één of meerdere Engelse leenwoorden) |
washoku-和食 | Japans eten [koken]; Japanse gerechten; de Japanse keuken |
watarizome-渡り初め | de (officiële) opening van een nieuwe brug |
watayuki-綿雪 | pluizige sneeuwvlokken |
waza-技 | techniek; vaardigheid; handigheid; manoeuvre |
webueditā-ウェブエディター | webredacteur |
webuhenshūsha-ウェブ編集者 | webredacteur |
winzāgurīn-ウィンザーグリーン | Windsor groen (kleur) |
wotchiwādo-ウォッチワード | wachtwoord; leuze; slogan; parool |
yabottai-野暮ったい | niet modieus [verfijnd; stijlvol]; een beetje boers |
yabu-藪 | struikgewas; kreupelhout; bosje |
yabuiri-藪入り | (arch.) een dag verlof voor bedienden op 16 juli en op nieuwjaarsdag |
yabukeru-破ける | scheuren; breken; barsten |
yabuku-破く | scheuren; verscheuren |
yabure-破れ | scheur; breuk |
yabureme-破れ目 | scheur; barst |
yabureru-破れる | scheuren; gebroken worden |
yabureru-破れる | verscheurd [gebroken] worden (fig.); verslagen worden |
yaburu-破る | scheuren (van papier) |
yachiyo-八千代 | (lett. 8000 jaar) zeer lange periode; eeuwigheid |
yadake-矢竹 | pijlbamboe (Pseudosasa japonica) |
yaeba-八重歯 | dubbele tanden (een persisterende melktand die niet uitvalt en de nieuwe tand die al doorkomt) |
yajikita-弥次喜多 | (afk. voor) een leuk [vrolijk] uitsapje [reisje] van twee mannen |
yajikitadōchū-弥次喜多道中 | een leuk [vrolijk] uitsapje [reisje] van twee mannen |
yajiuma-野次馬 | nieuwsgierige toeschouwers [omstanders]; sensatiezoekers; ramptoeristen; bemoeials |
yakamashiya-喧し屋 | een kieskeurig [veeleisend] persoon |
yakeru-焼ける | verbleken; vervagen; verkleuren (in de zon) |
yakeyama-焼け山 | verbrande [verschroeide] heuvels [bergen] |
yakinaoshi-焼き直し | het opnieuw bakken [braden; smeden] |
yakinaoshi-焼き直し | het herschrijven; reconstrueren; opnieuw maken; een nieuwe versie maken |
yakinaosu-焼き直す | opnieuw bakken [braden; smeden] |
yakinaosu-焼き直す | herschrijven; reconstrueren; opnieuw maken; een nieuwe versie maken |
yakitsuku-焼き付く | in het geheugen gegrift zijn; een diepe indruk achterlaten |
yakkai-厄介 | hulp; steun; afhankelijkheid; verblijf (bij iem.) |
yakkodako-奴凧 | een (traditionele) Japanse vlieger in de vorm van een man met uitgespreide armen (als vleugels) |
yakuin-役員 | directeur; leider; leiding gevend persoon; chef |
yakujihō-薬事法 | de wet op farmaceutische en medische hulpmiddelen |
yakusha-役者 | speler; acteur (m.n. van Kabuki en No theater) |
yakusuru-扼する | een sleutelpositie innemen |
yakuzai-薬剤 | een medicijn; farmaceutisch product |
yama-山 | berg; heuvel |
yamabatoiro-山鳩色 | geelblauw (de kleur van de veren van de Oosterse tortelduif) |
yamanokami-山の神 | iemand's (vervelende; zeurende) vrouw |
yamanote-山の手 | heuvelachtige buitenwijk van een stad |
yamasaka-山坂 | bergen en heuvels |
yamate-山手 | heuvelachtige buitenwijk van een stad |
yamatonadeshiko-大和撫子 | de ideale Japanse vrouw (met traditionele deugden en gratie) |
yamikumo-闇雲 | iets doen zonder erover na te denken over de consequenties; onnadenkendheid; roekeloosheid; willekeur |
yamikumo-闇雲 | vaag; doelloos; willekeurig; onnadenkend; roekeloos |
yamiyami-闇闇 | hulpeloos toekijken (bij wat er gebeurt) |
yarehasu-破れ蓮 | gehavende [gescheurde] lotusbladeren (in de herfst) |
yarido-遣り戸 | schuifdeur |
yarikaesu-遣り返す | opnieuw doen; nogmaals doen; overdoen |
yarinaosu-遣り直す | opnieuw [weer] doen; overdoen; opnieuw beginnen |
yasakebi-矢叫び | het geschreeuw van twee legers die op elkaar schieten |
yasen-野選 | (honkbal) fielder's choice; de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
yashinau-養う | ondersteunen, onderhouden, zorgen voor; kweken; opvoeden |
yashoku-夜色 | avondscène; nachtelijk tafereel; de kleurschakeringen van de nacht |
yashusentaku-野手選択 | (honkbal) fielder's choice; de keuze van veldspeler (als hij na een honkslag kan kiezen de slagman uit te schakelen of een andere honkloper) |
yasukikurai-安き位 | (term van Zeami) de hoge graad van perfectie die een acteur van het Nō-theater kan bereiken, waardoor hij ontspannen zijn rol kan spelen |
yatara-矢鱈 | roekeloosheid; willekeur; lukraak [ongenuanceerd] zijn |
yō-妖 | (in kanji combinaties) charmant; aantrekkelijk; bekoorlijk; betoverend; mysterieus; spookachtig; verdacht |
yō-幼 | kindertijd; peutertijd |
yobigoe-呼び声 | roep; schreeuw; kreet; uitroep |
yobikawasu-呼び交わす | elkaar roepen; naar elkaar roepen [schreeuwen] |
yobirin-呼び鈴 | bel; zoemer; deurbel |
yobu-呼ぶ | roepen; uitroepen; schreeuwen |
yōbu-洋舞 | westerse [Europese] dans |
yōbu-腰部 | lende(nen); heup(en) |
yōchien-幼稚園 | kleuterschool |
yōchienji-幼稚園児 | kleuter [kind] op de kleuterschool |
yōgin-洋銀 | Duits zilver; nikkelzilver; nieuwzilver |
yogosu-汚す | vuil maken; besmeuren; bevuilen |
yoimachigusa-宵待草 | teunisbloem (Oenothera) |
yōji-幼児 | peuter; kleuter |
yōjinbō-用心棒 | (deur)grendel; staaf voor het vergrendelen van deur of poort |
yōkan-洋館 | een huis [gebouw] in Westerse [Europese] stijl |
yōkan-腰間 | heup(en) |
yōkan'iro-羊羹色 | de (roestachtige) kleur die ontstaat wanneer kleuren als zwart en paars vervagen |
yōketsu-要訣 | (belangrijk) geheim; geheime sleutel |
yokka-翼下 | onderzijde van vleugels (van een vogel of vliegtuig) |
yokka-翼下 | (fig.) bescherming; onder zijn vleugels [hoede] (nemen) |
yokō-余香 | een geur die blijft hangen |
yokomoji-横文字 | Europese [Westerse] talen |
yokun-余薫 | een geur die blijft hangen |
yokusan-翼賛 | krachtige ondersteuning [hulp; bijstand] |
yokusei-抑制 | onderdrukking; bedwang; beteugeling |
yokushi-抑止 | bedwinging; beteugeling |
yomibito-詠み人 | auteur (vnl. van poëzie); dichter |
yomibitoshirazu-詠み人知らず | (van poëzie) auteur [dichter] onbekend |
yomikomu-読み込む | nauwkeurig lezen; grondig bestuderen |
yomite-読み手 | dichter [auteur] van Japanse poëzie |
yōnin-容認 | toelating; goedkeuring; aanvaarding; acceptatie |
yoridokoro-拠り所 | steun; ondersteuning |
yoridori-選り取り | (vrije) keuze |
yorokobasu-喜ばす | behagen; verrukken; (iemand) blij maken; verblijden; plezier geven; vreugde brengen |
yorokobi-喜び | blijdschap; vreugde, genoegen; plezier; voldoening; vervoering; extase |
yorokobu-喜ぶ | blij [verrukt; opgetogen] zijn; zich verheugen |
yōroppa-ヨーロッパ | Europa |
yōshōki-幼少期 | kindertijd; jeugd |
yoshoku-余色 | complementaire kleuren (die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel en met licht samen wit vormen) |
yōshoku-洋食 | westers eten [koken]; westerse gerechten [keuken] |
yotamono-与太者 | deugniet; nietsnut; gangster; schurk; schavuit; vandaal (Eng.hooligan) |
yowaki-弱気 | baisse (effectenbeurs) |
yowakisōba-弱気相場 | baissemarkt; dalende markt (effectenbeurs) |
yowakisuji-弱気筋 | baissier; baissespeculant; contramineur |
yubi-hanashiken-指-鼻試験 | vinger-neus-test (medisch) |
yūdai-雄大 | groots [prachtig; majestueus; magnifiek; indrukwekkend; imposant] zijn |
yūdō-有道 | (het volgen van) de juiste weg; deugdzaam levenspad |
yūfoniamu-ユーフォニアム | eufonium (koperen blaasinstrument) |
yūgensekai-幽玄世界 | de mysterieuze wereld |
yugeshō-夕化粧 | avond-makeup |
yugeshō-夕化粧 | teunisbloem (Onoethera stricta) |
yuigonsha-遺言者 | erflater (m); erflaatster (v); testateur |
yūkari-ユーカリ | eucalyptus |
yukashii-床しい | verfijnd; elegant; gracieus |
yuki-雪 | sneeuw |
yukibara-雪腹 | (door kou tijdens sneeuwval) lumbago; spit |
yukidaruma-雪達磨 | sneeuwman; sneeuwpop |
yukidarumashiki-雪達磨式 | sneeuwbaleffect |
yukidoke-雪解け | dooi; het smelten van de sneeuw |
yukigakari-行きがかり | reeks gebeurtenissen; omstandigheden; ontwikkelingen |
yukigakoi-雪囲い | sneeuwdak; overkapping [omheining] vanwege sneeuw |
yukigakoi-雪囲い | strodek voor planten of bomen als bescherming voor sneeuw |
yukigumo-雪雲 | sneeuwwolk |
yukikaki-雪搔き | het sneeuwruimen |
yukima-雪間 | tussenpoos [pauze] in de sneeuwval |
yukima-雪間 | sneeuwvrij gedeelte op de grond |
yukima-雪間 | terwijl het sneeuwt; tijdens de sneeuwval |
yukime-雪眼 | sneeuwblindheid |
yukimegane-雪眼鏡 | sneeuwbril |
yukimi-雪見 | het kijken naar de sneeuw; het genieten van een besneeuwd landschap |
yukimochi-雪持ち | met sneeuw bedekte bladeren [takken] van bomen |
yukimochi-雪持ち | dwarsbalk [net; gaas] ter voorkoming van plotselinge val van sneeuw van daken |
yukimoyoi-雪催い | dreigende [verwachte] sneeuwval |
yukinadare-雪雪崩 | (sneeuw)lawine |
yukinohate-雪の果て | sneeuw die aan het einde van de winter valt; sneeuw die is blijven liggen |
yukiokoshi-雪起こし | onweer voorafgaand aan een sneeuwstorm |
yukionna-雪女 | Yuki Onna [sneeuwvrouw] (figuur in de Japanse mythologie gekleed in een witte kimono) |
yukiore-雪折れ | het (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
yukioresuru-雪折れする | (door)breken [doorzakken] (van iets) onder het gewicht van een pak sneeuw |
yukioroshi-雪下ろし | het verwijderen van sneeuw van daken |
yukioroshi-雪下ろし | sneeuwwind; een wind die sneeuw meevoert uit de bergen |
yukishiro-雪代 | gesmolten sneeuw; smeltwater |
yukiusagi-雪兎 | sneeuwhaas (Lepus timidus, heeft 's winters een witte vacht) |
yukiyake-雪焼け | zonnebrand in de sneeuw (door weerkaatsing van zonlicht op sneeuw of ijs) |
yukiyama-雪山 | een besneeuwde berg |
yukiyama-雪山 | een berg [hoop] sneeuw |
yūkō-有孔 | poreus zijn |
yūkyū-悠久 | eeuwigheid |
yunittogatatōshishintaku-ユニット型投資信託 | unit investment trust, Amerikaans beleggingsfonds dat op de beurs wordt verhandeld en een vaste effectenportefeuille heeft met een vaste levensduur |
yunitto・kitchin-ユニット・キッチン | keuken bestaande uit vaste keukenblokken; kleine geprefabriceerde keuken |
yūrashia-ユーラシア | Eurazië |
yūro-ユーロ | euro; Europese munteenheid |
yūrobijon-ユーロビジョン | Eurovisie (Organisatie van Europese tv-stations) |
yūrodarā-ユーロダラー | eurodollar |
yūrodarāsai-ユーロダラー債 | eurodollar-obligatie |
yūroensai-ユーロ円債 | euroyen-obligatie |
yūroken-ユーロ圏 | eurozone |
yūrokin'yū-ユーロ金融 | euro-financiering; financiering in euro's |
yūrokomyunizumu-ユーロコミュニズム | eurocommunisme |
yūrosai-ユーロ債 | euro- obligatie |
yūrotsūka-ユーロ通貨 | Europese valuta; Euro |
yūroyokinkinri-ユーロ預金金利 | euro-depositorente |
yūseigaku-優生学 | eugenetica; eugenese; rasveredeling |
yūsen-優先 | voorrang; voorkeur; prioriteit |
yūsenteki-優先的 | voorkeurs-; voorkeur hebbend; bevoorrecht; preferentieel |
yūsetsu-融雪 | dooi; smeltende sneeuw; gesmolten sneeuw |
yūshoku-有色 | gekleurd [kleurig] zijn |
yūshū-優秀 | excellent [superieur; uitmuntend; bewonderenswaardig] zijn |
yūsu-ユース | jeugd; jongere(n) |
yusuriya-ゆすり屋 | afperser; chanteur |
yūsu・hosuteru-ユース・ホステル | jeugdherberg |
yūtanajī-ユータナジー | euthanasie |
yūto-雄図 | een ambitieus plan; gewaagde onderneming |
yūtoku-有徳 | deugdzaamheid; fatsoen |
yūyaku-勇躍 | goedgehumeurdheid; vrolijke stemming |
zaike-在家 | (in de middeleeuwen) landhuis met grondgebied |
zainō-財嚢 | portemonnee, geldbeurs, portefeuille |
zaiō-在欧 | verblijvend [gevestigd; gestationeerd] in Europa |
zakuzaku-ざくざく | (onomatopee) krakend geluid (zoals bij lopen op ijzige sneeuw) |
zansetsu-残雪 | overgebleven sneeuw; sneeuw die lang is blijven liggen |
zaraba-ザラ場 | (op de handelsbeurs) continue handel; doorlopende sessie (van de eerste transactie tot de sluiting) |
zashō-挫傷 | (inwendige) kneuzing |
zatsudan-雑談 | geklets; gebabbel; gekeuvel; kletspraatjes; geroddel |
zatsudansuru-雑談する | kletsen; babbelen; keuvelen; roddelen |
zatsuki-座付き | het (exclusief) werken voor een bepaald theater(gezelschap) (als auteur of acteur) |
zegen-女衒 | pooier; souteneur |
zehitomo-是非とも | in ieder geval; wat er ook gebeurt; ten koste van alles |
zeiri-税吏 | belastinginspecteur; belastingontvanger |
zeirishi-税理士 | geregistreerde belastingadviseur [belastingaccountant] |
zekkō-絶交 | relatiebreuk; vriendschapsbreuk |
zekkyō-絶叫 | een schreeuw; het schreeuwen [gillen] |
zekkyōsuru-絶叫する | schreeuwen; gillen; krijsen |
zen-善 | het goede; goedheid; deugd |
zendō-善道 | (boeddh.) de goede [juiste] weg; de weg van rechtschapenheid [deugdzaamheid] |
zenkentaishi-全権大使 | gevolmachtigd ambassadeur |
zennin-善人 | een rechtschapen [deugdzaam; eerlijk] mens |
zennōshinkyōkai-全能神教会 | de Kerk van de Almachtige God (christelijke religieuze beweging, ontstaan in China, 1991) |
zenpōkōenfun-前方後円墳 | een oude Japanse tumulus [grafheuvel] (in sleutelvorm van bovenaf gezien) |
zenshikimō-全色盲 | achromatopsie; volledig kleurenblindheid |
zen'yasai-前夜祭 | de vooravond van een festival [gebeurtenis; ceremonie] |
zerachinshitsuno-ゼラチン質の | gelatineachtig; geleiachtig; gelatineus |
zetsesshon-ゼツェッション | Sezession of Secession, (een benaming voor verschillende kunstbewegingen aan het eind van de 19e eeuw) |
zeusu-ゼウス | Zeus (de oppergod van de Griekse mythologie) |
zōgen-造言 | leugen; onwaarheid; verzinsel |
zōgo-造語 | neologisme; een nieuw woord |
zokka-俗歌 | volkszang; (volks)liedje; deuntje; ballade |
zokuhatsu-続発 | (herhaaldelijk) opeenvolgende gebeurtenissen; opeenvolging van gebeurtenissen |
zokuhō-続報 | vervolgrapport; aanvullend nieuws; nadere bijzonderheden |
zōni-雑煮 | soep met rijstcakes en groenten (traditioneel gerecht voor Nieuwjaarsdag) |
zugaikotsukossetsu-頭蓋骨骨折 | schedelfractuur; schedelbreuk; schedelbasisfractuur |
zuiheishikō-水平思考 | het lateraal denken (het anders ordenen van bestaande informatie om zo tot nieuwe informatie te komen) |
zuii-随意 | willekeurig zijn |
zuiikin-随意筋 | willekeurige spier |
zuikan-随感 | incidentele indrukken; willekeurige gedachten |
zuiki-随喜 | diepe dankbaarheid; overweldigende vreugde; groot geluk |
zutazuta-寸寸 | (in) stukken; snippers; reepjes; flarden; gescheurd |
zuwaigani-ずわい蟹 | sneeuw- of koninginnenkrab |