Kruisverwijzing
hen
lemma | meaning |
---|---|
abiru-浴びる | overspoeld worden; douchen; baden |
akaza-藜 | (plant) ganzenvoet (Chenopodium album var. centrorubrum) |
anomī-アノミー | wetteloosheid; wetsloochening; anomie |
asa-麻 | hennep plant (Cannabis sativa) |
asaito-麻糸 | vlasdraad; draad van hennep [linnen] |
asanawa-麻縄 | henneptouw |
asaura-麻裏 | sandalen met zolen van gevlochten henneptouw |
asaurazōri-麻裏草履 | sandalen met zolen van gevlochten henneptouw |
ateuma-当て馬 | een hengst die wordt gebruikt om te zien of een merrie bronstig [tochtig] is |
azawarau-嘲笑う | uitlachen; bespotten; voor joker zetten |
bōtoku-冒涜 | godslastering; blasfemie; heiligschennis; schending |
chakumokusuru-着目する | aandacht schenken aan; aandacht richten op; zich concentreren op; focussen (op) |
chinshi-琛贄 | giften [geschenken] aan de vorst |
chō-嘲 | (in kanji combinaties) bespotten; uitlachen; honen |
chōshi-銚子 | schenkkan [ketel; kruik] voor sake (rijstwijn); sakefles |
chūgen-中元 | zomergeschenk (veel Japanners geven tijdens het Obon festival geschenken aan mensen die het afgelopen half jaar veel voor hen hebben betekend) |
chūisuru-注意する | aandacht schenken; oppassen; attenderen; waarschuwen |
deddo・zōn-デッド・ゾーン | The Dead Zone, roman van Stephen King |
dī・kē-ディー・ケー | eetkeuken (Engels DK: dining kitchen) |
dokushaku-独酌 | het alleen [in je eentje] (alcohol) drinken; zichzelf inschenken |
ebisu-恵比須 | Ebisu, god van visserij, scheepvaart en handel (meestal afgebeeld met hengel en vis), 1 van de 7 geluksgoden uit de Japanse mythologie |
emu-笑む | glimlachen |
eru・dī・kē-エル・ディー・ケー | (living-dining-kitchen) woonkamer-eetkamer-keuken |
fukashin-不可侵 | non-agressie; onschendbaarheid |
fukidasu-吹き出す | uitbarsten (in lachen, huilen, etc.) |
fuku-福 | geschenken van de goden of Boeddha |
fukubukuro-福袋 | tas met geschenken (die winkels bij de eerste verkoopdag in het nieuwe jaar aan klanten uitdelen) |
funpan-噴飯 | belachelijk [absurd; idoot] zijn; het plotseling in lachen uitbarsten [je verslikken door het lachen] |
furasshubarubu-フラッシュバルブ | hendel voor doortrekken [doorspoelen] van toilet |
fuyo-付与 | toelage; schenking |
geragera-げらげら | (onomatopee) schaterend; hard lachend |
gienkin-義援金 | donatie; schenking |
gifuto-ギフト | cadeau; geschenk |
gifuto・kādo-ギフト・カード | cadeaubon; cadeaukaart; geschenkbon |
gyorō-漁労 | de visserij; het vissen; hengelen |
hachiku-淡竹 | zwarte bamboe; henon bamboe (Phyllostachys nigra var. henonis) |
hairyō-拝領 | geschenk (van een vorst of edelman aan een onderdaan); geschenk ontvangen van een hogergeplaatste |
haki-破棄 | nietigverklaring; annulering; schenden (van een belofte); intrekking (van een verdrag) |
hakogaki-箱書き | opschrift [handtekening; zegel] op een doos (ter authenticatie van de inhoud; b.v. een kunstwerk) |
hankenshingai-版権侵害 | schending van copyright [auteursrecht] |
harau-払う | (aandacht e.d.) geven; schenken; (respect e.d.) tonen; betonen |
hasamu-挟む | invoegen; sandwichen; (iets) ergens tussen plaatsen |
hashikkoi-捷い | slim; behendig; snel; vlot |
hashikoi-はしこい | slim; behendig; snel; vlot |
henreihin-返礼品 | bedank-cadeautje; retourgeschenk (in waardering voor een gunst of schenking van iemand) |
hensetsu-変節 | afvallig worden; je principes verloochenen; ontrouw |
hentaigana-変体仮名 | hentaigana (oud-Japans schrift: gerelateerd aan: katakana en hiragana) |
hikite-引き手 | knop; hendel; handvat |
hinin-否認 | ontkenning; loochening; afwijzing; verwerping |
hodokosu-施す | uitdelen; overhandigen; schenken |
hohoemu-微笑む | (beginnen te) glimlachen |
hontō-本当 | waarheid; juistheid; oprechtheid; authenticiteit |
hosobiki-細引き | hennepkoord; henneptouw |
ihan-違反 | schending; overtreding; (contract)breuk; afwijking (van de regels) |
ihansha-違反者 | overtreder; schender |
ihansuru-違反する | schenden; overtreden; inbreuk maken |
inmyunitī-インミュニティー | immuniteit; onschendbaarheid; vrijstelling |
iyaku-違約 | contractbreuk; schending van een belofte [verbintenis] |
jikohōki-自己放棄 | zelfverloochening; zelfovergave |
jimansuru-自慢する | opscheppen (fig.); pochen; prat gaan op |
jinkenjūrin-人権蹂躙 | schending van mensenrechten |
juppei-恤兵 | het sturen van hulpgoederen [geschenken] aan soldaten (in de oorlog) |
kadorīru-カドリール | quadrille (authentieke dans, uit 18de eeuw) |
kanō-嘉納 | het (met genoegen) aannemen [accepteren] van iets (een geschenk, suggestie, advies, etc.) |
kanshitsu-乾漆 | droge lak techniek (voorwerpen worden gevormd met lagen hennepdoek gedrenkt in lak, en de oppervlaktedetails gemodelleerd met lak, zaagsel, e.d.) |
karaseki-乾咳 | het kuchen om aandacht te trekken |
karera-彼等 | zij; hen; hun |
karidasu-駆り出す | (iem.) pressen [pushen; aansporen] om iets te doen; ronselen; rekruteren |
kashi-下賜 | een gift [geschenk] van iemand van een hogere rang aan iemand van een lagere rang; keizerlijk geschenk |
kazukeru-被ける | iemand een kledingstuk schenken |
kenjō-献上 | schenking [het schenken] van iets aan iemand die hoger in rang of sociale positie is |
kenjōmono-献上物 | geschenk aan een geëerde [machtige] persoon |
kenmotsu-献物 | geschenk aan een geëerde [machtige] persoon |
kennō-献納 | donatie; schenking |
kezune-毛脛 | harige benen [schenen] |
kifu-寄付 | schenking; donatie (aan tempels, heiligdommen, kerken, scholen, etc.) |
kifukin-寄付金 | donatie; schenking in geld |
kikinagasu-聞き流す | niet letten op; geen aandacht schenken aan; het ene oor in en het andere oor uit laten gaan |
kin'ippū-金一封 | donatie [schenking; prijzengeld] (in een envelop of in papier gewikkeld) |
kishin-寄進 | donatie [schenking; gift] aan een tempel of heiligdom |
kizō-寄贈 | donatie; schenking; gift |
kōden-香典 | geschenk bij condoleance op een begrafenis (meestal geld); begrafenisoffer |
kōken-貢献 | schenking; gift; uitdeling |
kōshō-公証 | authenticatie, legalisatie |
kosoguru-擽る | iemand aan het lachen maken; amuseren; vermaken |
kumikawasu-酌み交わす | elkaar inschenken; elkaar's glazen vullen; samen iets drinken |
kuretake-呉竹 | zwarte bamboe (Phyllostachys nigra var. henonis) |
kurete-呉れ手 | persoon die geeft; gever; schenker; donor |
kyatchi・sērusu-キャッチ・セールス | agressieve verkoopmethode (waarbij men mensen op straat aanspreekt om hen iets te verkopen) |
kyokusui-曲水 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
kyokusuinoen-曲水の宴 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
kyoshutsu-拠出 | contributie; donatie; bijdrage; schenking |
kyoshutsusuru-拠出する | een contributie betalen (aan een organisatie); bijdragen; (geld) doneren [schenken] |
kyūtōshitsu-給湯室 | keukentje (in kantoren); kitchenette; kastkeuken |
man-慢 | pochen; opschepperij |
mendori-雌鳥 | hen; kip |
mēnrebā-メーンレバー | hoofdhendel |
michiito-道糸 | vislijn (met name het eerste stuk dat aan de hengel zit) |
mizusakazuki-水杯 | het ritueel van het gezamenlijk inschenken en drinken van water waarbij men voorgoed afscheid neemt van elkaar |
mokuroku-目録 | geschenkenlijst |
nagaredasu-流れ出す | uitstromen; uitschenken; uitgieten; (weg)lekken |
nakaniwa-中には | sommige(n) ervan [van hen]; onder; tussen; bij |
nakiwarai-泣き笑い | huilen en lachen tegelijk; lachen terwijl je huilt; glimlach door de tranen heen |
nigiri-握り | handvat; heft; hendel; steel; handgreep |
nikkorisuru-にっこりする | glimlachen; grijnzen |
nikoniko-にこにこ | (onomatopee) grinnikend; glimlachend |
nobezao-延べ竿 | eenvoudige (bamboe) hengel met vastgemaakte lijn (zonder molen) |
nukayorokobi-糠喜び | het te vroeg juichen; voorbarige vreugde |
ocharakasu-おちゃらかす | de spot drijven (met); plagen; uitlachen |
ogara-苧殻 | hennep; vlashalmen |
ogoru-驕る | arrogant [hooghartig] zijn; pochen; opscheppen; zich uitsloven |
okaeshi-お返し | een geschenk teruggeven (na een ontvangen cadeau); een wederdienst |
okuru-贈る | (cadeau) geven; schenken |
omiyage-御土産 | souvenir, aandenken meegenomen van een reis; geschenk; cadeau; presentje |
omotase-お持たせ | een klein geschenk dat een gastheer [gastvrouw] aan een gast geeft om mee naar huis te nemen |
oowaraisuru-大笑いする | schaterlachen; luid [bulderend] lachen; brullen van het lachen |
orijinaru-オリジナル | origineel; oorspronkelijk; authentiek |
oshisusumeru-押し進める | (vooruit) duwen [schuiven]; pushen; doorzetten; promoten |
otoshidama-御年玉 | (klein) geldgeschenk in het nieuwe jaar (aan kinderen, of aan personeel in familiebedrijven, e.d.) |
pitchā-ピッチャー | schenkkan |
purezento-プレゼント | geschenk; gift; cadeau |
rakuyō-洛陽 | Luoyang, een stad in de Chinese provincie Henan (voormalige hoofdstad van China, wordt beschouwd als bakermat van de Chinese cultuur) |
ranchi-ランチ | launchen; lanceren; uitbrengen |
rebā-レバー | hendel; hefboom |
renjuku-練熟 | bekwaamheid; vaardigheid; vakkundigheid; behendigheid; ervaring |
rēpukūhen-レープクーヘン | Lebkuchen (traditionele Duitse kerstkoeken) |
rikimu-力む | bluffen; opscheppen; pochen |
rikiten-力点 | drukpunt (op een hendel, hefboom, etc.) |
rinchi-リンチ | het lynchen; een lynchpartij |
roku-禄 | geschenk [geluk] uit de hemel |
sasu-注す | een kleine hoeveelheid (vloeistof) inschenken; vloeistof beetje bij beetje inschenken |
sazukarimono-授かり物 | zegen; (gods)geschenk; meevaller |
seishinsuijaku-精神衰弱 | psychasthenie; zielszwakte |
sekibaraisuru-咳払いする | hoesten; kuchen; rochelen; de keel schrapen |
seserawarau-せせら笑う | spottend lachen; grijnzen; sneren |
shagi-謝儀 | dankbetuiging; dankoffer; geschenk uit dankbaarheid |
shanku-シャンク | been; onderbeen; schenkel |
shikei-私刑 | lynchen; lynchpartij; bestraffing zonder gerechtelijk proces |
shingai suru-侵害する | schenden; inbreuk maken (op); overtreden |
shingai-侵害 | schending; overtreding |
shingan-真贋 | echtheid of onechtheid; waarheid of onwaarheid; authenticiteit of valsheid; origineel of imitatie |
shinkeisuijaku-神経衰弱 | zenuwinzinking; zenuwzwakte; neurasthenie |
shinpitsu-真筆 | authentiek handschrift |
shinsei-真正 | echtheid; authenticiteit |
shiroza-シロザ | melganzenvoet; witte ganzenvoet (Chenopodium album var. album) |
shitamu-湑む | tot de laatste druppel leegschenken |
shī・tī・bī・tī-シー・ティー・ビー・ティー | (Comprehensive Nuclear Test Ban Treaty) Het alomvattend kernstopverdrag |
shōsansuru-賞賛する | bewonderen; loven; prijzen; toejuichen; applaudisseren |
shōshinshōmei-正真正銘 | echt; zuiver; authentiek; onvervalst |
shuhigimuihan-守秘義務違反 | schending van de geheimhoudingsplicht; vertrouwensbreuk |
shūmeigiku-秋明菊 | Japanse anemoon (Anemone hupehensis) |
sokonau-損なう | schadelijk zijn; schaden; beschadigen; kwetsen; schenden |
sokoneru-損ねる | schadelijk zijn; schaden; beschadigen; kwetsen; schenden |
soshina-粗品 | een klein cadeau [geschenk; presentje] |
subashikkoi-すばしっこい | vlug; snel; wendbaar; behendig |
surottori・rebā-スロットル・レバー | gashendel; gaspedaal |
surottoru-スロットル | gashendel; gaspedaal |
taikōbō-太公望 | een ervaren [enthousiaste] hengelaar [visser] |
taneuma-種馬 | (fok)hengst |
tebashikoi-手捷い | vlug; snel; wendbaar; behendig |
tebayai-手早い | vlug; behendig |
teisenihan-停戦違反 | schending van de wapenstilstand |
tejaku-手酌 | sake inschenken voor jezelf; zelf inschenken |
temoto-手元 | handgreep; hendel |
tenko-典故 | authentiek precedent; authentieke feiten |
todokemono-届け物 | geschenk; cadeau |
torikkusutā-トリックスター | grappenmaker in mythen en oude volksverhalen |
tsugu-注ぐ | (uit)gieten; (uit)schenken; serveren; vullen |
tsuri-釣り | het vissen; hengelen (ook fig.) |
tsuridōgu-釣り道具 | vistuig; visgerei; vishengel en toebehoren |
tsurigu-釣り具 | vistuig; visgerei; vishengel en toebehoren |
tsurite-釣り手 | visser; hengelaar |
tsurite-釣り手 | (judo) hengelhand; kraaghand |
tsurizao-釣り竿 | (vis)hengel |
tsuru-釣る | vissen; hengelen; vis vangen |
tsuta-蔦 | Japanse wilde wingerd (Eng.: Boston ivy; Parthenocissus tricuspidata) |
usobuku-嘯く | opscheppen; pochen; overdrijven |
uwate-上手 | behendiger; vakkundiger; superieur |
waraibanashi-笑い話 | graag verhaal [relaas]; iets grappigs [om te lachen] |
waraigao-笑い顔 | (glim)lachend gezicht |
waraigoto-笑い事 | iets om te lachen; iets grappigs |
waraikokeru-笑い転ける | op de grond rollen van het lachen |
waraimono-笑い物 | iem. die uitgelachen wordt [belachelijk gemaakt wordt]; onderwerp van spot |
waraisazameku-笑いさざめく | vrolijk lachen; vrolijk lachend iets doen |
waraitobasu-笑い飛ばす | iets weglachen; zich er met een (glim)lach vanaf maken |
warau-笑う | (glim)lachen |
yarite-遣り手 | gever; schenker |
yuinō-結納 | (ceremoniële) uitwisseling van verlovingsgeschenken |
yuinōhin-結納品 | verlovingsgeschenk |
zettō-絶倒 | het in lachen uitbarsten; schaterlachen |
zō-贈 | (in kanji combinaties) geven; schenken; doneren |
zokutō-続投 | honkbal) het blijven pitchen [werpen] (van dezelfde pitcher, zonder wisseling van werper) |
zōyo-贈与 | donatie; schenking |