WAN ( het (o) | znw | WAN's )
1ワン・イヤー・ルール [computerterm, afkorting van Wide Area Network]
Kruisverwijzing
WAN
lemma | meaning |
---|---|
abikyōkan-阿鼻叫喚 | de wanhoopskreten van iemand die lijdt in de hel van Avīci |
abunai-危ない | onzeker; wankel |
aisufōru-アイスフォール | ijswaterval; ijswand; met ijs bedekte (rots)wand; ijslawine |
akatsuki-暁 | (in) het geval; wanneer |
akinoōgi-秋の扇 | een waaier die niet meer wordt gebruikt wanneer het herfst wordt |
akui-悪意 | kwaaddenkendheid; wantrouwen |
akusei-悪政 | slechte politiek [slecht bestuur]; wanbeleid |
akusen-悪戦 | het vechten onder ongunstige omstandigheden; zware gevechten; een wanhopige strijd |
akusenkutō-悪戦苦闘 | een verwoed [wanhopig] gevecht met de rug tegen de muur (tegen een sterke tegenstander); een zware strijd onder moeilijke omstandigheden |
akushumi-悪趣味 | slechte [goedkope] smaak; wansmaak |
antan-暗澹 | somber; wanhopig; uitzichtloos |
appaku-圧迫 | onderdrukking; dwang |
appuku-圧伏 | onderwerping; onderdrukking; bedwang |
aragimo-荒肝 | ingewanden |
aruku-歩く | lopen; wandelen |
arupenshutokku-アルペンシュトック | alpenstok; bergstok (wandelstok met scherpe metalen punt) |
arupensutokku-アルペンストック | alpenstok; bergstok (wandelstok met scherpe metalen punt) |
asanagi-朝凪 | kalmte in de vroege ochtend aan de kust (als het even stopt met waaien, wanneer de landbries verandert in een zeebries) |
ba-ば | (drukt uit een oorzaak of gevolg) wanneer; toen |
botsuwana-ボツワナ | Botswana (republiek in Afrika) |
bukka-仏果 | (boeddh.) nirwana; Verlichting (bereikt door boeddhistische training) |
buyaku-夫役 | corvee; dwangarbeid; slavenarbeid |
chakutai-着帯 | het dragen van een zwangerschapsgordel |
chi-血 | bloedlijn; verwantschap |
chidoriashi-千鳥足 | een wankelende [waggelende] pas [loop] |
chikai-近い | dichtbij (afstand, tijd, verwantschap, etc.) |
chīku-チーク | wang |
chīku・dansu-チーク・ダンス | dansen cheek to cheek (met de wangen tegen elkaar); schuifelen |
chirakaru-散らかる | verspreid [overhoop] liggen; in wanorde verkeren |
chōeki-懲役 | gevangenisstraf [gevangenschap] (met dwangarbeid) |
chōekikei-懲役刑 | gevangenisstraf (met dwangarbeid) |
chūkaminkoku-中華民国 | Taiwan; de Republiek van China |
daidō-大道 | het juiste levenspad; goede levenswandel |
dairikaitai-代理懐胎 | draagmoederschap; surrogaat zwangerschap |
dangai-断崖 | steile rotswand; afgrond; klif |
dan'atsu-弾圧 | oppressie; onderdrukking; dwang; beteugeling |
datchō-脱腸 | ingewandsbreuk (hernia abdominalis); liesbreuk |
dātī・furōto-ダーティー・フロート | een systeem waarbij beleidsautoriteiten ingrijpen wanneer er ongewenste fluctuaties optreden op de wisselkoersen |
deforuto-デフォルト | wanbetaling; verzuim; ontstentenis |
desuperēto-デスペレート | wanhopig; radeloos |
dibaidā-ディバイダー | verdeler; scheidingswand |
dōchōatsuryoku-同調圧力 | groepsdwang; de druk om je te conformeren aan de rest [de anderen om je heen] |
dōikaku-同位角 | (wiskunde) corresponderende hoeken (wanneer 1 rechte lijn 2 rechte lijnen snijdt) |
dōjin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
dōnin-同人 | verwante geest; kameraad; persoon [personen] met dezelfde doelen [belangen]; kliek |
dosakusa-どさくさ | verwarrende situatie; chaos; wanorde; verwarring |
dōshi-同志 | kameraden; medestanders; gelijkgestemde mensen;; verwante zielen; mensen met dezelfde overtuiging |
doteppara-土手っ腹 | ingewanden; maag; buik |
ekubo-靨 | kuiltje in de wang |
emu-笑む | openbarsten (van de beschermhuls [vruchtwand] van een noot e.d.) |
engo-縁語 | semantisch verwante woorden |
enko-縁故 | familierelatie; bloedverwant |
en'yū-縁由 | connectie; relatie; verwantschap; verbinding |
fēsu-フェース | (berg)helling; rotswand; oppervlak; voorzijde |
fu-腑 | inwendig orgaan; ingewanden |
fubarai-不払い | niet-betaling; wanbetaling |
fuchi-淵 | diepe wanhoop; vertwijfeling |
fuchō-不調 | wanorde; verwarring |
fugi-不義 | onrechtvaardigheid; zedeloosheid; ongepastheid; wangedrag |
fugyōseki-不行跡 | wangedrag; slecht [onbetamelijk] gedrag |
fukinkō-不均衡 | disbalans; onevenwichtigheid; wanverhouding; onevenredigheid |
fukiritsu-不規律 | wanorde; gebrek aan discipline; ongedisciplineerdheid |
fukokoroe-不心得 | indiscretie; wangedrag; roekeloosheid |
fukueki-服役 | werkplicht; corveedienst; militaire dienstplicht; gevangenisstraf met dwangarbeid |
fukuekishu-服役囚 | veroordeelde met dwangarbeid |
fukuheki-腹壁 | buikwand |
fukyōwaon-不協和音 | dissonantie; wanklank; kakofonie; onenigheid |
fumimochi-不身持ち | losbandigheid; wangedrag |
funkyū-紛糾 | complicatie; verwarring; verstoring; ontregeling; wanorde; chaos |
furafura-ふらふら | duizelig; draaierig; wankel; onzeker |
fusei-不正 | onrechtvaardigheid; onrecht; oneerlijkheid; wangedrag; onregelmatigheid; fraude |
fushimatsu-不始末 | mislukking; fiasco; wanbeheer; onzorgvuldigheid; nalatigheid; wangedrag |
fushin-不信 | wantrouwen; achterdocht |
fushin-不審 | twijfel; ongeloof; wantrouwen; verdenking |
fushinkan-不信感 | wantrouwen; achterdocht |
fushinnin-不信任 | wantrouwen |
fushinnintōhyō-不信任投票 | motie van wantrouwen |
fushinnin'an-不信任案 | een motie van wantrouwen |
futegiwa-不手際 | onhandigheid; geklungel; knoeiwerk; onkunde; wanbeleid |
futōitsu-不統一 | disharmonie; wanorde; ongeregeldheid; verdeeldheid |
fuyō-不要 | (in) onbruik; niet in zwang; nutteloosheid |
gai-崖 | (in kanji combinaties) klif; steile rotswand |
gake-崖 | klif; steile rotswand |
ganpeki-岩壁 | berghelling; rotswand |
geisha-迎車 | taxi die bezet [niet vrij] is (want op weg is naar een klant) |
geshi-夏至 | één van de 24 seizoenen van de oude maankalender, wanneer de zon staat op 90 graden (geografische) lengte; tegenwoordig is dat 22 juni; zonnewende |
gi-疑 | (in kanji combinaties) twijfel; verdenking; wantrouwen |
ginbura-銀ぶら | wandeling; rondgang |
ginkō-吟行 | het reciteren van een gedicht tijdens een wandeling |
gishinanki-疑心暗鬼 | argwaan; wantrouwen door achterdocht |
giwaku-疑惑 | wantrouwen; achterdocht; verdenking; twijfel |
goburan'ori-ゴブラン織り | gobelin (wandtapijt) |
gotagota-ごたごた | wanordelijk; in verwarring; rommelig |
gozoku-語族 | taalfamilie; groep van verwante talen |
guroggī-グロッギー | suf; duizelig; wankel |
gurokkī-グロッキー | suf; duizelig; wankel |
gyokuho-玉歩 | (beleefde term voor wandelen, lopen) (keizerlijke) wandeling; het wandelen [lopen] van een keizer [keizerin] |
gyōten-暁天 | dageraad; ochtendgloren; de hemel bij zonsopgang (wanneer de sterren vervagen) |
haikā-ハイカー | wandelaar; trekker; iemand die trektochten maakt |
haikingu-ハイキング | trekken; trektochten [lange wandelingen] maken |
haiku-ハイク | lange wandeling; trektocht |
haiku-ハイク | trekken; trektochten [lange wandelingen] maken |
hara-腹 | maag; ingewanden |
haraguai-腹具合 | de conditie [gesteldheid] van de ingewanden |
hayari-流行 | in zwang; in de mode; de trend |
herunia-ヘルニア | ingewandsbreuk; liesbreuk |
hikō-非行 | misdrijf; misdadigheid; wangedrag |
hisshi-必死 | wanhoop; wanhopigheid |
hitoriaruki-独り歩き | het alleen lopen [wandelen] |
hokō-歩行 | wandeling; het wandelen; lopen |
hokōsuru-歩行する | wandelen; lopen; te voet gaan |
hōkyō-豊頬 | volle, aantrekkelijke wangen |
hoo-頬 | wang (in het gezicht) |
hoozuri-頬擦り | (uit affectie) de wangen tegen elkaar drukken [strijken] |
hoppeta-頬っぺた | wang |
horizonto-ホリゾント | (theater) cyclorama; rondhorizon; achterwand of achterdoek van het toneel (waar het decor op geprojecteerd wordt) |
hosen-保線 | onderhoud en herstel van spoorwegen (inclusief aanverwante bouwwerken) |
ichizoku-一族 | bloedverwant; familie(leden); clan |
ichō-胃腸 | de ingewanden (maag en darmen) |
iheki-胃壁 | maagwand |
ikijibiki-生き字引 | wandelend woordenboek; wandelende encyclopedie |
iran-違乱 | verwarring; wanorde; chaos |
iromeku-色めく | wankelen; weifelen; onzeker worden |
ishizuki-石突き | (metalen) dop om het uiteinde [de punt] van een stok (zwaardschede; wapenstok; paraplu, wandelstok, e.d.] |
isshintō-一親等 | eerste graad van bloedverwantschap |
itabei-板塀 | houten schutting; houten wand |
itchōyūji-一朝有事 | wanneer de noodzaak zich voordoet; in geval van nood |
itsu-何時 | wanneer |
itsudemo-何時でも | te allen tijde; wanneer (dan) ook; altijd; wanneer je maar wilt |
itsumade-何時まで | hoe lang; tot wanneer |
itsumadeni-何時までに | tot en met wanneer |
itsunomani-いつの間に | wanneer; in hoeveel tijd |
ittōshin-一等親 | eerstegraads verwantschap [familiebetrekkingen]; naaste bloedverwant |
iwaba-岩場 | rotsachtig terrein [gebied]; plek met steile rotswand(en) |
iwataobi-岩田帯 | een band [doek] die door zwangere vrouwen gedragen wordt rond de buik (vanaf de vijfde maand van de zwangerschap) |
jibōjiki-自暴自棄 | wanhoop; vertwijfeling |
jikuashi-軸足 | (honkbal) pivotvoet; steunvoet (het standbeen wanneer een speler draait) |
jinkōchūzetsu-人工中絶 | abortus provocatus (het opzettelijk afbreken van een zwangerschap) |
jinkōninshinchūzetsu-人工妊娠中絶 | abortus provocatus (het opzettelijk afbreken van een zwangerschap) |
jutai-受胎 | bevruchting; zwangerschap |
jutsunai-術ない | wanhopig; ten einde raad zijn |
kabe-壁 | muur; wand; tussenmuur; buitenmuur |
kachō-花鳥 | de stemming [het gevoel] wanneer je geniet van het zien van bloemen en het horen van het gezang van vogels |
kaikoku-回国 | wandelen [reizen] door het land |
kaitai-懐胎 | bevruchting; zwangerschap; dracht |
kaitaisuru-懐胎する | in verwachting raken; zwanger worden |
kakedokei-掛け時計 | hangklok; wandklok |
kakezu-掛け図 | (lesmateriaal, op school, e.d.) wandkaart; wandplaat |
kanguru-勘ぐる | achterdochtig [wantrouwend] zijn |
kankeisuru-関係する | gerelateerd zijn aan; betrekkingen hebben; verwant zijn |
kanrenbun'ya-関連分野 | verwante (vak)gebieden |
kante-カンテ | scherpe bergwand [rotswand]; graat; punt van afsprong bij skispringen |
kaosu-カオス | chaos; wanorde; puinhoop |
karan-禍乱 | chaos [wanorde] in de wereld |
keiretsuyūshi-系列融資 | financiering van [lening aan] een aanverwant bedrijf |
kengai-懸崖 | een steile [overhangende] rotswand [klif] |
kenkyaku-健脚 | sterke [goede; gezonde] loper [wandelaar] |
kenpin-検品 | goedereninspectie; inspectie van de kwaliteit en kwantiteit van producten |
kenzoku-眷属 | de hele familie; bloedverwanten; volgelingen |
kesuta-ケスタ | (geologie) cuesta (steilwandige reliëfvorm, asymmetrische berg of heuvel) |
ketsuen-血縁 | bloedverwantschap; bloedband |
ketsumyaku-血脈 | bloedverwantschap; bloedlijn; stamboom; genealogie |
ketsuniku-血肉 | bloedverwant |
ketsuzoku-血族 | bloedverwant |
ketsuzokukankei-血族関係 | bloedverwantschap |
ketsuzokunin-血族人 | bloedverwant |
kettō-血統 | bloedverwantschap; bloedlijn; stamboom; genealogie |
kimo-肝 | lever; ingewanden |
kinjiru-禁じる | (met negatie) niet te bedwingen; (zichzelf) niet in bedwang kunnen houden: |
kinkakushi-金隠し | de voorwand van een hurktoilet |
kinshin-近親 | naast familielid; naaste bloedverwant |
kinshinsha-近親者 | bloedverwant; familielid |
koikogareru-恋い焦がれる | verlangen [smachten; hunkeren] (naar); wanhopig verliefd zijn |
konran-混乱 | verwarring; wanorde; chaos |
konransuru-混乱する | in verwarring [wanorde; chaos] zijn |
konton-混沌 | chaos; wanorde |
kōran-高欄 | lage scheidingswand onder de voor- en achterkant van een ossenkar |
kotsuniku-骨肉 | bloedverwant; eigen vlees en bloed |
kumishiku-組み敷く | iemand tegen de grond drukken (en zo in bedwang houden) |
kuniku-苦肉 | wanhopige poging [maatregel]; zichzelf kwellen om de vijand te misleiden |
kurai-暗い | donker (fig.); somber; hopeloos; wanhopig |
kurayami-暗闇 | hopeloosheid; somber [wanhopig; moedeloos] zijn over de toekomst |
kurui-狂い | onregelmatigheid; wanorde; ongeregeldheid |
kusen-苦戦 | zware [wanhopige] strijd |
kusetsu-苦節 | onwankelbare trouw; het iemand door dik en dun blijven steunen |
kyōatsu-強圧 | druk; dwang |
kyōhaku-強迫 | dwang |
kyōhakukannen-強迫観念 | obsessie; dwangmatig idee; dwanggedachte |
kyōhakuseishōgai-強迫性障害 | OCS, obsessieve-compulsieve stoornis (Eng.: OCD, obsessive–compulsive disorder); dwangneurose |
kyōho-競歩 | het snelwandelen |
kyokusui-曲水 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
kyokusuinoen-曲水の宴 | een traditioneel gedicht geschreven tijdens een bijeenkomst waarbij de deelnemers een kettinggedicht schrijven wanneer de (wijn)beker voor hen staat |
kyōsei-強制 | dwang |
kyōseirōdō-強制労働 | dwangarbeid; slavenarbeid |
kyōseisōsa-強制捜査 | (straf)onderzoek; politieonderzoek onder wettige dwang |
kyōyō-強要 | dwang; eis; druk; pressie; afpersing |
majikiri-間仕切り | scheidingswand; tussenschot |
matahara-マタハラ | discriminatie (op het werk) van zwangere vrouwen |
matanitī・doresu-マタニティー・ドレス | positiejurk; zwangerschapsjurk |
matanitī・harasumento-マタニティー・ハラスメント | discriminatie (op het werk) van zwangere vrouwen |
mechakucha-滅茶苦茶 | verwarring; wanorde |
mechamecha-滅茶滅茶 | wanorde; warboel; chaos |
messō-滅相 | (één van de vier fasen in het boeddhisme) de vorm [verschijning) van wanneer karma uitgeput is en het leven eindigt |
michisū-未知数 | onbekend aantal; onbekende hoeveelheid [kwantiteit; kwaliteit]; onbekend gegeven |
mimoto-身元 | afkomst; bloedverwantschap |
miomo-身重 | zwangerschap |
misumatchi-ミスマッチ | verkeerde [slechte] combinatie; wanverhouding |
miton-ミトン | want; vuisthandschoen |
mizumushi-水虫 | duikerwants (Hesperocorixa distanti) |
monoguruoshii-物狂おしい | wild; gek; waanzinnig; wanhopig |
moshika-若しか | mogelijk; waneer; in [voor] het geval |
muen-無縁 | geen [zonder] relatie; geen [zonder] verbindenis; niet verwant; onverschillig; ongeïnteresseerd |
murijii-無理強い | dwang |
murimutai-無理無体 | onredelijke, dwangmatige daad |
muriōjō-無理往生 | het met dwang iemand iets te laten doen; gedwongen medewerking |
murioshi-無理押し | met geweld [dwang] |
nagashio-長潮 | getijde wanneer het verschil tussen eb en vloed het kleinst is |
nagori-名残 | gevoel van wanhoop [verdriet] bij een afscheid |
naizō-内臓 | inwendige organen; ingewanden |
namiashi-並足 | normaal [gemiddeld] looptempo; wandelpas |
nandoki-何時 | (om) hoe laat?; wanneer (arch.) |
nankinmushi-南京虫 | bedwants (Cimex lectularius) |
nantonareba-何となれば | omdat; want |
nasanunaka-生さぬ仲 | ouder-kind relatie zonder biologische verwantschap |
natsuyase-夏痩せ | gewichtsverlies in de warme zomer (door gebrek aan eetlust, slaap, e.d.); afvallen in de zomer wanneer het warm [heet] is |
nazenaraba-何故ならば | omdat; want |
nehan-涅槃 | nirwana; verlichting; (geestelijke) bevrijding van slechte hartstochten en de kringloop van wedergeboortes |
nejiageru-捩じ上げる | iemand de arm omdraaien [verdraaien; omwringen]; iemand in bedwang houden |
niburu-鈍る | minder goed worden; verzwakken; wankelen |
niku-肉 | bloedverwantschap; stamboom |
nikushin-肉親 | familielid; bloedverwant |
ninpu-妊婦 | zwangere vrouw |
ninsanpu-妊産婦 | zwangere vrouwen en vrouwen die (net) bevallen zijn; zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven |
ninsanpushibōritsu- 妊産婦死亡率 | kraamvrouwensterftecijfer; percentage vrouwen dat overlijdt tijdens zwangerschap of bevalling |
ninshin-妊娠 | zwangerschap |
noni-のに | toen; wanneer; terwijl; tijdens |
ōbāfurō-オーバーフロー | (scheepvaart) overflow (wanneer een schip brandstof verliest bij het laden of lossen) |
ōbāfurō-オーバーフロー | (informatica) overloop; overflow (wanneer een berekend getal te groot is om te kunnen worden opgeslagen) |
ōjōgiwa-往生際 | tijd om [weten wanneer] op te geven |
okame-お亀 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
onushi-御主 | jij, u (wanneer je verwijst naar gelijken of minderen) |
oso-悪阻 | Zwangerschapsmisselijkheid (Hyperemesis gravidarum) |
otafuku-お多福 | een dikke alledaagse [niet mooie; niet aantrekkelijkuitziende] vrouw; (een masker of beeldje van) een vrouw met dikke wangen en een platte neus |
paneru-パネル | paneel; (wand)plaat |
puromunādo-プロムナード | wandelweg; promenade; boulevard; wandelgang |
rangoku-乱国 | een land in chaos [wanorde; wetteloze toestand] |
rangyō-乱行 | gewelddadig gedrag; wangedrag; losbandigheid |
ransōninshin-卵巣妊娠 | ovariële zwangerschap; eierstok zwangerschap (een buitenbaarmoederlijke zwangerschap) |
ranzatsu-乱雑 | wanorde; verwarring; puinhoop; warboel |
ringetsu-臨月 | de laatste maand van de zwangerschap; de maand waarin de geboorte wordt verwacht |
rōdo・mappu-ロード・マップ | roadmap van een (technisch) product (waarin staat wat de vernieuwingen zijn en wanneer ze kunnen worden verwacht) |
rōtarī・enjin-ロータリー・エンジン | rotatiemotor; wankelmotor |
rōzeki-狼藉 | chaos; wanorde |
ruien-類縁 | familierelatie; verwantschap; affiniteit |
ruwanda-ルワンダ | Rwanda |
ryō-量 | hoeveelheid; kwantiteit |
ryōshi-量子 | quant; kwantum (natuurkunde) |
ryōshirikigaku-量子力学 | kwantummechanica |
ryōteki-量的 | kwantitatief |
ryōtekikin'yūkanwaseisaku-量的金融緩和政策 | kwantitatief versoepelingsbeleid; kwantitatieve versoepeling; kwantitatieve geldverruiming |
saibōheki-細胞壁 | celwand |
saigoppe-最後っ屁 | laatste wanhopige poging [toevlucht; tactiek; redmiddel] (zoals van een wezel in het nauw, die een vieze geur uitstoot om de vijand te verjagen) |
sakamuke-逆剝け | (de plaats waar de huid langs de nagel in ingescheurd) nijnagel; dwangnagel; stroopnagel |
sakekuse-酒癖 | gewoontes [gedrag] wanneer men dronken is |
sankō-山行 | naar de bergen gaan (om te wandelen, klimmen, etc.) |
sankushon-サンクション | sanctie; dwangmaatregel |
sankyū-産休 | zwangerschapsverlof |
sanpo-散歩 | wandeling |
sanposuru-散歩する | wandelen |
sanpushibōritsu-産婦死亡率 | kraamvrouwensterftecijfer; percentage vrouwen dat overlijdt tijdens zwangerschap of bevalling |
sansaku-散策 | gewandel; gekuier; geslenter |
sansakusuru-散策する | wandelen; rondlopen; kuieren; slenteren |
santōshin-三等親 | derdegraadsverwantschap; familieverwantschap van de derde graad |
seishi-制止 | controle; bedwang; beheersing; zeggenschap |
seishisuru-制止する | in bedwang houden; controleren; beteugelen |
senshitibu・aitemu-センシティブ・アイテム | een (import)gevoelig product (waarvan de invoer kan worden beperkt of verboden wanneer er risico bestaat dat de binnenlandse markt verstoord wordt) |
shakei-舎兄 | oudere (bloedverwante) broer |
shichiseki-七赤 | 7de van de 9 astrologische tekens in de Onmyōdō kosmologie (horoscoop en waarzeggerij; verwant aan planeet Venus, windrichting west en element metaal) |
shiite-強いて | met dwang [geweld] |
shikyūgaininshin-子宮外妊娠 | buitenbaarmoederlijke zwangerschap |
shinimonogurui-死に物狂い | wanhopige vastberadenheid; met de moed der wanhoop; een strijd op leven en dood |
shinrui-親類 | familielid; (bloed)verwant(e) |
shinzoku-親族 | familielid; (bloed)verwant(e) |
shiokara-塩辛 | een pasta van gedroogde en gefermenteerde vis (inktvis, schaaldieren, visingewanden, etc.) |
shirimochi-尻餅 | (Edo-periode) mochi die werd gegeten wanneer een peuter al voor de eerste verjaardag zijn eerste stapjes had leren zetten |
shiryoku-死力 | wanhopige poging; uiterste best |
shishu-死守 | wanhopige verdediging |
shishusuru-死守する | zich wanhopig verdedigen; verdedigen met je leven; verdedigen tot de laatste man |
shissei-失政 | verkeerd beleid; slecht bestuur; wanbestuur; wanbeheer |
shītopairu-シートパイル | metalen beschoeiing [damwand] (voor grondwerkzaamheden) |
shitsubō-失望 | teleurstelling; wanhoop |
shosei-処世 | (iemand's) levenswandel; levenshouding |
shosho-処暑 | de periode (rond 23 augustus) wanneer de zonnestand op 150 lengtegraad is en de zomerhitte afneemt (1 van de 24 graadverdelingen van de zonnekalender) |
shōyō-逍遥 | wandeling; het wandelen [slenteren] |
shōyōsuru-逍遥する | wandelen; slenteren |
shozoku-所属 | verwantschap; connectie; horend bij |
shūeki-囚役 | dwangarbeid (van gevangenen) |
shuheki-酒癖 | gewoontes [gedrag] wanneer men dronken is |
shussankyūka-出産休暇 | zwangerschapsverlof |
shūtai-醜態 | schandalig gedrag [uiterlijk]; wangedrag; schandelijke handelswijze |
soba-岨 | steile berghelling [rotswand] |
sōon-騒音 | lawaai; herrie; wanklank; geluidsoverlast |
sowa-岨 | steile berghelling [rotswand] |
sūryō-数量 | kwantiteit; hoeveelheid |
sūryōnebiki-数量値引き | kwantumkorting; staffelkorting |
sutekki-ステッキ | wandelstok; staf |
sutōmu-ストーム | wanorde; tumult |
tabi-度 | wanneer; elke keer; telkens |
taieki-体液 | (eufemisme in de media over seksueel wangedrag en misdaden) sperma; (mannelijk) zaad |
taikei-体刑 | lijfstraf; dwangarbeid |
taikyō-胎教 | prenatale zorg; zwangerschapstraining |
taisei-太清 | levenswandel; levenspad; levensweg; Tao |
taiwan-台湾 | Taiwan |
tajitaji-たじたじ | wankelend; weifelend; aarzelend; haperend; onzeker; terugdeinzend |
taka-多寡 | hoeveelheid; aantal; kwantiteit |
takeochiba-竹落葉 | het (af)vallen van (oude) bamboebladeren (in de zomer wanneer er nieuwe jonge bladeren komen) |
tantai-単胎 | eenlingzwangerschap; enkelvoudige zwangerschap |
tapesutorī-タペストリー | wandkleed; wandtapijt |
taranoki-楤の木 | (Aralia elata) duivelswandelstok; engelenboom; engelwortelboom |
tatai-多胎 | meerlingzwangerschap; meervoudige zwangerschap |
tazuna-手綱 | (fig.) teugels; toom; controle; beteugeling; bedwang |
tebukuro-手袋 | handschoen; want |
tekunikaru・nokkuauto-テクニカル・ノックアウト | technische knockout (wanneer een scheidsrechter bepaalt dat één van de deelnemers aan een gevecht niet in staat is verder te gaan) |
ten'yawan'ya-てんやわんや | (totale) verwarring; wanorde; chaos |
toguruma-戸車 | rolwiel van een schuifdeur [schuifwand] |
toiunomo-と言うのも | omdat; want |
toiuto-と言うと | als het gaat om; wanneer met spreekt van; als je het hebt over; als je ... zegt, bedoel je ... |
toki-時 | tijd; tijdstip; wanneer; toen |
tozama-外様 | een daimyō (leenheer) die geen bloedverwant van de Tokugawa shogun was |
tozamadaimyō-外様大名 | een daimyō (leenheer) die geen bloedverwant van de Tokugawa shogun was |
tsue-杖 | stok; wandelstok; staf; (fig.) steun |
tsuma-妻 | gevelwand; gevelspits; dakgevel |
tsunagaru-繋がる | een band hebben met; gelinkt zijn aan; verbonden [verwant] zijn met |
tsuzukigara-続き柄 | familierelatie; familiebetrekking; verwantschap |
tsuzureori-綴れ織り | (handgeweven) wandtapijt |
ukiashidatsu-浮き足立つ | klaar staan om te vluchten [weg te rennen]; onrustig worden; wankelen |
umanori-馬乗り | schrijlingse zitpositie (alsof je op een paard zit, soms om iemand in bedwang te houden) |
umizuki-産み月 | de laatste maand van de zwangerschap; de maand waarin de geboorte wordt verwacht |
uree-憂え | verdriet; rouw; wanhoop |
urei-憂い | verdriet; rouw; wanhoop |
uruka-鱁鮧 | gezouten ingewanden en kuit van Ayu (vis: Plecoglossus altivelis) |
utagau-疑う | wantrouwen; betwijfelen; in twijfel trekken |
wandāfōgeru-ワンダーフォーゲル | bergwandeling; bergtocht |
wangeru-ワンゲル | bergwandeling; bergtocht |
wantan-ワンタン | wantan (Chinees gevuld deegballetje) |
wan・iyā・rūru-ワン・イヤー・ルール | WAN (computerterm, afkorting van Wide Area Network) |
wata-腸 | ingewanden |
wōkingu・dikushonarī-ウォーキング・ディクショナリー | een wandelend woordenboek (iemand met een zeer grote woordenschat) |
wōkingu・shūzu-ウォーキング・シューズ | wandelschoenen |
wōku・rarī-ウォーク・ラリー | wandelloop; wandelrally |
yaburekabure-破れかぶれ | wanhoop; verlies aan zelfbeheersing |
yadosu-宿す | zwanger zijn; een kind dragen |
yake-自棄 | wanhoop |
yakekuso-自棄糞 | wanhopig zijn |
yakenomi-自棄飲み | het drinken uit wanhoop; zijn verdriet verdrinken |
yōkan'iro-羊羹色 | de (roestachtige) kleur die ontstaat wanneer kleuren als zwart en paars vervagen |
yokusei-抑制 | onderdrukking; bedwang; beteugeling |
yōmaku-羊膜 | vruchtvlies (in baarmoeder bij zwangerschap) |
yoō-餘殃 | tegenspoed; rampspoed (als bestraffing voor wandaden) |
yoroke-蹌踉 | wankeling; struikeling; gestrompel |
yorokeru-蹌踉ける | waggelen; wankelen; struikelen; strompelen |
yoromeku-蹌踉めく | struikelen; strompelen; wankelen |
yōsui-羊水 | vruchtwater (vloeistof in de baarmoeder tijdens zwangerschap) |
yotayota-よたよた | (onomatopee) struikelend; wankelend |
yūhodō-遊歩道 | wandelpad; voetpad |
yuragu-揺らぐ | wankelen; trillen; schudden |
yurayura-ゆらゆら | (onomatopee) schommelend; slingerend; zwaaiend; wankelend |
yusayusa-ゆさゆさ | (onomatopee) schommelend; zwaaiend; wankelend |
yūsōjin-遊走腎 | (med.) wandelende nier |
zāsai-ザーサイ | ingelegde mosterdkool uit Sichuan (Chinese provincie); ingemaakte Sichuan groente; (Eng. Szechuan [Szechwan] pickles); (Chn. zhacai) |
zatsuzen-雑然 | wanorde; warboel; puinhoop |
zeppeki-絶壁 | een steile klif [rotswand]; afgrond |
zetsubō-絶望 | wanhoop |
zetsubōsuru-絶望する | wanhopen |
zetsubōteki-絶望的 | wanhopig; radeloos; vertwijfeld |
zō-臓 | (in kanji combinaties) ingewanden |
zōfu-臓腑 | ingewanden |
zokugara-続柄 | (spreektaal) familierelatie; familiebetrekking; verwantschap |
zōmotsu-臓物 | (voor consumptie) orgaanvlees [ingewanden] (van dieren) |