hartje / hart-je ( het (o) | znw | hartjes )
1ちいさな心臓しんぞう [klein hart]
2ハートがたのもの [iets in de vorm van een hart]
3中心ちゅうしん; - [het midden van plaats of tijd]
in het hartje van Rusland
ロシアの中心(部)で
hartje winter
真冬
4かわいいひと; 最愛さいあいひと [liefje; schatje]